W tt/D B. Uitbreiding Onderwijsvoorzieningen. De heer Geerts: Ik wil bij dit hoofdstuk een vraag aan de orde stellen die niet onder dit hoofdstuk vermeld staat, n.l. vraag 316. Vraag 316 gaat over Goutum en er wordt in die vraag o.a. gevraagd of de kinderen uit de nieuwbouwwijkjes van Goutum in Goutum op school gaan of elders. In verband hiermee wilde ik graag het feit aan de orde stellen dat de openbare school van Goutum uit zijn vestje dreigt te barsten. Het is op het ogenblik zo dat er 119 leerlingen zijn; er zijn vier klassen en vier leer krachten. Er wordt nog erg veel bijgebouwd en het is. vrij binnenkort te verwachten dat er 125 leerlin gen zullen zijn en dat is de grens voor een vijfde leerkracht. Ik heb getracht op basis van gegevens die ik gekregen heb van de afdelingen Onderwijs, V.O.W. en Burgerlijke Stand een prognose voor de ko mende jaren te maken. Ik heb n.l. in de voorbesprekingen gehoord: Je kan nu wel een vijfde lokaal willen maar over een paar jaar is het toch afgelopen. Volgens mij is dat niet zo. Ik heb nagegaan wat het huidige leerlingenbestand is en hoe dit zich op basis van constante gegevens, dus de huidige gege vens, zal ontwikkelen. Hier bovenop komt een extra leerlingenaanbod door de bouw van nieuwe hui zen. Ik heb nagegaan hoe het bij de nieuwe huizen die tot nu toe gebouwd zijn zit, hoeveel kinderen er daar per 100 woningen zijn. Dat blijken ongeveer 58 te zijn, een hoog aantal landelijk en gemeen telijk gezien, maar het is wel te verklaren want er trekken vrij veel jonge gezinnen heen. Als je dat gegeven nu los laat op het aantal huizen dat er nog bij gebouwd gaat worden dan krijg je de volgende prognoses: In 1 977 138, in 1978 132, in 1979 130. Voor 1980 en latere jaren heb ik het niet bere kend omdat dat wel erg op koffiedikkijkerij zou gaan lijken, maar een groot verval is niet te verwach ten. Weldan zijn wij al een jaar of 5 verder en dan voldoen wij nog steeds aan de norm van 125. Ik dacht dat ook in het kader van de besprekingen van vanavond toch wel te verwachten is dat wij eens naar een verlaging van de leerlingenschaal gaan en daarom meen ik ook te kunnen concluderen dat een vijfde lokaal wel nodig is, op korte termijn heel erg nodig. Er zijn geen alternatieven te beden ken hoe je dit zou kunnen opvangen. Ik dacht dat het ook een goede investering was voor de eerstko mende 5 jaar, verder durf ik niet te kijken en ik neem aan u ook niet. Ik wil er met klem op aandrin gen om op zo kort mogelijke termijn met de bouw van een vijfde lokaal bij de openbare school van Goutum te beginnen. Het heeft er mee te maken hoe je tegen zo'n dorp aan ziet. De neiging om de kinderen naar Leeuwarden naar school te laten gaan neemt gelukkig af, het is een erg goede zaak dat de mensen die in een dorp wonen hun kinderen daar ook naar school laten gaan. Het is ook opvallend dat een aantal mensen die normaal hun kinderen naar een bijzondere school sturen dat nu niet doen. Dat heeft te maken met de afstand die afgelegd moet worden om bij een bijzondere school te komen. Ik dacht dat het op zich een goede zaak is; ik spreek dan niet over keuze voor openbaar of bijzonder onderwijs maar over het schoolgaan van kinderen in de plaats waar ze wonen, waardoor ze samen met hun vriendjes naar school gaan. Ik zou met klem aan willen dringen op de bouw van een vijfde lokaal in Goutum. De heer Ten Brug (weth.): De zaak Goutum is bij ons in onderzoek. U weet dat wij daar een 4- klassige school hebben gebouwd en wel zo gebouwd dat die uitgebreid kan worden tot een 6-klassige school. Wij hadden toen nog wat optimistischer prognoses over de groei van Goutum, niet wat de hui zen maar wat het aantal kinderen betreft. Het is waar dat men binnenkort de grens van 125 kinderen - er zijn nu 11 9 kinderen, maar op gezette tijden worden er woningen betrokken - zal halen. Het is niet zo dat je dan stante pede een vijfde leerkracht krijgt, je moet gemiddeld op de teldata 16 okto ber, 16 januari en 16 april op 125 zitten. Op 16 oktober was het 11 9 en als het op 16 januari 125 is en op 16 april 130 dan zit je gemiddeld nog niet op 125. Het is erg moeilijk om een prognose te maken. De vijfde leerkracht zal er echter zeker een keer komen in Goutum en ik heb ook wel het idee dat dat bij het nieuwe schooljaar het geval zal zijn. Maar voor hoe lang? Dat is het punt. Nu is het zo - dat is allemaal al in de cijfers verwerkt - dat in Goutum een groot percentage kinderen, een groter per centage dan in de stad, naar de openbare school gaat; in de stad is dat percentage tussen de 47 en de 50 en in Goutum is dat iets meer dan 65. Omdat er in Goutum geen bijzondere school is gaan een aan tal mensen die buiten willen wonen maar wel hun kinderen naar een bijzondere school willen laten gaan b.v. eerder in Wirdum dan in Goutum wonen. Het feit dat in Goutum geen bijzondere school is speelt duidelijk een rol. Er mag ook niet verwacht worden dat in de toekomst een tweede lagere school, een bijzondere school, gesticht zal worden. Wij hebben bij het stichten van deze school indertijd uit voerig overleg gehad - daardoor is het gereed komen van de school een tijdje opgehouden - met de prot. christelijke schoolvereniging Huizum over de vraag of er ook een bijzondere school in Goutum zou komen en, zo ja, of wij dan niet gezamenlijk zouden bouwen. De prognose was echter zodanig dat er alleen maar een openbare school is gekomen. De prognoses die de heer Geerts heeft heb ik ook, die heb ik n.l. vanmiddag nog aangevuld gekregen omdat wij uitgegaan waren van een aantal leer plichtige kinderen van 30 per 100 woningen; dat is de norm die V.O.W. aanhoudt en dat zal voor wij ken als Aldlan en Camminghaburen wel kloppen. Dat blijkt in Goutum - als je op een kleinere schaal gaat werken treden er gemakkelijk verschillen op - op 58 uit te komen. De prognose is dus dat er in 1977 138, in 1978 132 en in 1979 130 leerlingen zullen zijn, maar daarna zakt het ook al weer, want dan gaat het met tientallen terug; je krijgt dan ook in Goutum te maken met het doorwerken van het duidelijk lagere geboortecijfer. (De Voorzitter: Dat gelooft de heer Geerts niet.) Hij gelooft mis schien nog steeds in oplossingen a la Bokwerd die ik in het begin van de vergadering al genoemd heb, maar dat wil daar niet. (De heer Buising: Goutum is Bokwerd niet.) Er komt nog iets bij. Het gaat in Goutum vooral om koopwoningen en daardoor raken de gezinnen door de leerplichtige kinderen heen; er komen bij koopwoningen minder mutaties voor dan bij huurhuizen. Dat is een bekend feit, dat mer ken wij b.v. ook in het Westeinde waar het heel anders verloopt dan in b.v. Bilgaard. Nu zitten wij voor het probleem wat wij in Goutum moeten doen; wij moeten de zaak eens op een rijtje zetten. Als je er een lokaal bij gaat bouwen dan moeten wij dat in 40 jaar afschrijven; dat is de norm voor de rijksvergoeding. Stel dat dat lokaal tot 1982 moet worden gebruikt - ik denk dat het eerder tot 1980 zal zijn, maar laten wij het ruim nemen - dan krijgen wij 5 jaar rijksvergoeding en 35 jaar niet en dat tikt nogal aan. Wij moeten ons er wel eens even over beraden wat dat betekent. Er kan veel geld tussen zitten. Wij hebben op dat punt nog geen beslissing genomen. Is er inderdaad geen alternatieve ruimte te vinden dan zullen wij moeten kijken of tijdelijke bouw een oplossing kan brengen; de af schrijvingstermijn kan dan veel korter zijn. Zoals de cijfers er nu liggen durf ik nog niet aan het col lege voor te stellen - ik moet de zaak nog verder bekijken - definitief een vijfde lokaal te bouwen. De heer Geerts: De cijfers zijn, dacht ik, nog niet verder uitgewerkt dan 1980; het is ook niet door de afdeling Onderwijs gebeurd. Ik dacht dat de conclusie wat te voorbarig was om te zeggen dat het na 1980 snel achteruit zal gaan met het leerlingenaantal; ik geloof dat niet. Wij hebben natuur lijk wel te maken met de termijn van nu tot 1981 en er is op zeer korte termijn een noodsituatie aan de orde. Er is geen alternatieve oplossing te bedenken, het is niet zo dat je de kinderen weer in de consistoriekamer kunt zetten. (De heer Ten Brug (weth.): Op korte termijn betekent dat dat die situa tie waarschijnlijk zal gaan spelen bij de aanvang van het nieuwe schooljaar.) Die speelt bij de aan vang van het nieuwe schooljaar, maar tijdens dit schooljaar komen er ook nog ontzaglijk veel kinde ren bij; dat is gewoon te verwachten. Op zijn laatst bij de aanvang van het volgende schooljaar zal er een voorziening getroffen moeten worden, want je kan het de kinderen niet aan doen dat ze weer in de consistoriekamer moeten want dat is niet werkbaar. (De heer Ten Brug (weth.): Ik heb ook niet gezegd dat dat zou moeten. U hebt nogal aangedrongen op de bouw van een vijfde lokaal en daarover heb ik grote aarzeling.) Je kan het inderdaad ook zoeken in de bouw van een noodlokaal, maar ik wil toch wel graag van u de toezegging hebben dat er op korte termijn zeer serieus naar gekeken zal worden want dat is gewoon noodzakelijk. (De heer Ten Brug (weth.): Wij zijn er ook mee bezig.) (De Voorzitter: Zeer serieus mee bezig.) (De heer Ten Brug (weth.): Ik wil niet overdrijven.) De Voorzitter schorst, om 21 .00 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .25 uur, de vergadering. C. Schooladviesdienst. De heer Visser: Ik heb onder vraag 177 een aantal vragen gesteld en nadat die vragen gesteld wa ren is er in ander verband opening van zaken gegeven door de wethouder. Wat dat betreft zou ik er geen behoefte aan hebben om er nog weer op terug te komen, maar ik heb gehoord dat er nieuwe ont wikkelingen zouden zijn binnen het algemeen bestuur van het G.C.O. Ik weet niet of de wethouder daar ook mee bekend is; ik heb het horen verluiden en ik weet niet of het waar is. (De Voorzitter: Van wie hebt u het gehoord?) (De heer Ten Brug (weth.): En in welke sfeer?) Ik heb het horen verluiden maar ik zou graag willen weten wat er nou precies aan de hand is. Misschien kunt u mij uit de droom helpen. De heer De GreefIk heb ook geluiden gehoord in Sneek waar de heer Baaijens nogal "krityske lüden" heeft laten vallen m.b.t. de ontwikkelingen die in Leeuwarden aan de gang zijn. Aanhakend op de woorden van de heer Visser zou ik daar de reactie van de wethouder wel eens over willen horen. Punt 174 betreft de samenstelling van het bestuur van de S.A.D. Uw antwoord is waarschijnlijk formeel juist. Er is echter nog een ander probleem aan de hand, want wat gebeurt er, de mensen die niet als professional werken in het onderwijsveld worden geconfronteerd met nogal moeilijke stukken;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 73