142
die stukken zijn onleesbaar voor mensen die er niet dagelijks in zitten zodat je eigenlijk kunt zeggen
dat die mensen niet voldoende kunnen participeren in dat bestuur en dat dat eigenlijk een farce is. Die
mensen zouden wel willen maar ze kunnen niet omdat het peil van de discussie van die club te hoog
gegrepen is en het daardoor niet werkt. Nu is mijn vraag hoe je dat zou kunnen verbeteren. Ik denk
dat je wat dat betreft in zo'n bestuur zult moeten zorgen dat de informatie die wordt geboden van een
zodanig karakter is dat de mensen er ook inderdaad wat mee kunnen doen zodat de relatie tussen het
veld en de(De heer Ten Brug (weth.): Denkt u dat de situatie zo is of hebt u dit ook horen ver
luiden?) Dit heb ik gewoon gehoord van mensen die daarin participeren; zij zeggen: Ik kan het niet
bijbenen. (De heer Ten Brug (weth.): Het gaat dus om klachten die u bereikt hebben?) Ja. Ik zou graag
willen weten of u ook van die klachten op de hoogte bent en, zo ja, wat wij er aan kunnen doen om
dat soort toestanden te vermijden.
De heer Ten Brug (weth.): Ik heb laatst - daar doelt de heer Visser op - met een vrij grote dele
gatie van het bestuur van de S.A.D. een bespreking gehad met afgevaardigden van de besturen van de
bijzondere scholen die bij onze S.A.D. zijn betrokken. Er was hiertoe n.l. een aanleiding. Bij het
G.C.O. was op instigatie van de rayonschoolraad Leeuwarden van het prot. christelijke onderwijs -
het prot. christelijk onderwijs in Friesland is verdeeld in 5 rayonschoolraden; het gebied van het rayon
Leeuwarden is groter dan de gemeente Leeuwarden - een brief binnengekomen, ondertekend door de
schoolbesturen, met de vraag om op korte termijn - zelfs voor 1 november - in Leeuwarden over te
gaan tot de oprichting van een stuurgroep a la de stuurgroepen zoals die elders in de provincie aanwe
zig zijn. Die brief is in het bestuur van het G.C.O. behandeld en men kwam daar tot de conclusie dat
de situatie in Leeuwarden, ook op grond van de gemeenschappelijke regeling, toch wat anders lag dan
men zich blijkbaar had voorgesteld. Wij kregen door deze brief van de scholen - ik moet er bij zeg
gen dat een van de schoolbesturen geweigerd had de brief te tekenen, de anderen hadden wel getekend
en bovendien had zelfs nog een schoolbestuur getekend dat helemaal niet bij de S.A.D. aangesloten is
- een beetje de indruk dat men niet volledig op de hoogte was hoe de kaarten nu eigenlijk formeel
lagen. Wij hebben daar toen een bespreking over gehad, ik dacht dat het een vrij gunstige bespreking
was geweest. Er is een verslag van verschenen dat inmiddels aan de partners toegestuurd is, maar ik
heb er nog geen reactie op gekregen en in deze zin is geen bericht ook goed bericht. In die bespreking
is het bekende verhaal aan de orde geweest hoe de verhouding is, wat de positie is van de Leeuwarder
S.A.D. in het kader van de gemeenschappelijke regeling, wat de stuurgroep doet en wat ons bestuur
doet. Het is het bekende verhaal dat hier ook wel eerder aan de orde is geweest. Er is wel enig ver
schil tussen Leeuwarden en de rest van Friesland. In de overgangsregeling is er voor de rest van Fries
land één bestuur dat het werk van het uitvoerend gedeelte van de begeleidingsdienst bestuurt; men
heeft voor diverse gemeenten stuurgroepen ingesteld als een soort begeleiding van wat daar gebeurt
maar die hebben geen beslissingsbevoegdheid, die hebben alleen een adviserende taak; de benoemin
gen, de beleidsbepaling en dat soort dingen gebeuren in het provinciale bestuur. Waarom heeft men
dat gedaan? Ik weet zeker dat men dat gedaan heeft om de eenvoudige reden dat het provinciale be
stuur geleed naar boven komt en dat er geen mensen in dat bestuur zitten die direct bij de scholen zijn
betrokken; dat kan natuurlijk ook niet als je zo'n groot gebied hebt. Dat is in het bestuur van de Leeu
warder S.A.D. uiteraard anders omdat wij hier een dienst hebben voor één gebied, een zelfstandige
dienst in het kader van het G.C.O. waarbij de schoolbesturen hun afgevaardigden naar het bestuur
sturen en wat het openbaar onderwijs betreft vertegenwoordigers van de Schoolraad, de Kleuterouder
raad en het V.O.O.; het bestuur van de S.A.D. is een afspiegeling van de schoolbesturen. Zo liggen de
kaarten en dat was kennelijk nog steeds niet duidelijk. Er zijn indertijd besprekingen geweest tussen
een afvaardiging van de bestuurscommissie van de S.A.D. met het bestuur van het G.C.O. om de ver
houding te bepalen, om te kijken waar samenwerking zou moeten worden gevonden en al dat soort din
gen meer, want Leeuwarden zit wel in het totale kader van het G.C.O. U weet dat die besprekingen
werden afgebroken door het vertrek van 4 of 5 bestuursleden - de voorzitter bleef zitten maar de an
deren gingen weg - van de samenwerkende rayonschoolraden in Friesland van het prot. christelijk on
derwijs; dat bestuur had n.l. met op één na alle stemmen van deze saracof-leden besloten dat de
voorlopige overeenkomst tussen de S.A.D. Leeuwarden en het G.C.O. als een basis voor verdere be
sprekingen zal kunnen dienen. Het ging hierbij om de startpositie van de Leeuwarder dienst in het ge
heel van het G.C.O. Later zijn de weglopers weer terug gekomen en inmiddels is het zo dat de bespre
kingen tussen het bestuur van de Leeuwarder dienst en het G.C.O.-bestuur zullen worden voortgezet.
In de bespreking met de afgevaardigden van de besturen van de bijzondere scholen kreeg ik het idee
dat men dacht dat die besprekingen waren afgebroken vanuit Leeuwarden en dat op deze manier ge
poogd werd om die besprekingen weer los te krijgen. De besprekingen werden echter door het G.C.O.
afgebroken i.v.m. de bestuursmoeilijkhedenDe besprekingen zullen op korte termijn - de afspraak
was 29 november, maar dat kan niet doorgaan - weer beginnen. Ik dacht dat dat gunstig was. Wij
moeten verder praten omdat de verwarring die er telkens heerst steeds door gaat; bovendien is het zo
dat het personeel van de Leeuwarder S.A.D. zo nu en dan met de handen in de lucht staat en zegt:
Wat gebeurt er nu eigenlijk, wat is de toekomst van deze dienst? Het personeel heeft ook wel aan mij
gevraagd: Er is wel gesteld dat de dienst zal blijven bestaan in het kader van het G.C.O., maar dan
horen wij weer dat de hele dienst wordt opgeruimd en dat soort verhalen; wat gebeurt er nu eigenlijk?
Ik moet u zeggen dat ik wel mijn zorgen heb of de ontwikkeling van de opzet van het schoolbegelei-
dingswerk in Friesland op korte termijn zijn beslag kan krijgen zoals het in de gemeenschappelijke re
geling is voorzien. U weet dat de opzet was dat er een aantal zelfstandige regionale diensten zouden
komen overkoepeld door het G.C.O., m.n. omdat - dat is nog in discussie - de grens voor de grootte
van een zelfstandige dienst door de minister van Onderwijs is bepaald op 180.000 inwoners. Daar
schijnt hij echter weer van af te zijn gestapt en hij noemt nu een gebied van 30.000 leerlingen. Dat
komt qua aantal wel ongeveer overeen met die 180.000 inwoners maar daar zit nog meer achter; het is
n.l. zo dat er zich een situatie kan voordoen dat je je als school bij een dienst aan kunt sluiten in je
eigen gebied maar dat je, als je dat niet aanstaat, ook naar een dienst in een nabijgelegen gebied of
nog verder weg kunt gaan; als je maar 30.000 leerlingen hebt dan kan je zo'n dienst opzetten en daar
bij is het dan mogelijk om te opereren van Roodeschool tot Eijsden. Hoe dat zich verder zal ontwikke
len weet ik niet, ik weet alleen dat de V.N.G. nogal wat bezwaren heeft tegen de grens van
180.000 inwoners en die ook heeft geopperd; de V.N.G. onderstreept dat m.n. voor gebieden die wat
dunner bevolkt zijn dan het Westen. Ik onderschrijf dat helemaal, dit is een nogal westelijke maat.
Voor Friesland zou het ongeveer 3 diensten betekenen. De regeling is er echter nog steeds niet en die
kan nog wel even op zich laten wachten, maar er is al een ontwikkeling op gang gekomen. Ik zie voor
Friesland als meest ideale oplossing dat wij het zouden kunnen koppelen aan de hulpstructuur, de re
gio's Heerenveen, Drachten, Sneek en Leeuwarden. Zo ontwikkelt zich de hele affaire op het ogen
blik zo'n beetje. Ook het maatschappelijk werk en de gezondheidsdiensten zullen zich wel in deze
regio's knippen. Het zou bijzonder jammer zijn als de schooladviesdiensten niet op dezelfde wijze
zouden worden verdeeld, ook al omdat er een goede verbinding moet komen tussen de schooladvies
dienst in een bepaald gebied en het maatschappelijk werk, de schoolartsendienst, de g.g.d. enz.
I.v.m. het aantal van 180.000 en daarnaast de vrijheid om je aan te sluiten bij een dienst naar keuze
heb ik toch wel mijn zorg of de ontwikkeling zich wel zo zal gaan voltrekken als wij graag zouden
willen. U moet hier niet uit concluderen dat ik er zeker van ben dat het niet zo zal gaan, maar er zal
nog heel wat moeten gebeuren om dat voor elkaar te krijgen.
De heer De Greef heeft aangehaakt bij een krantenbericht over een spreekbeurt van mijnheer
Baaijens in Sneek; die heeft de zuidwesthoek geadviseerd om de zaak in eigen regio op te lossen en
het niet provinciaal te doen, vooral ook gezien het gehakketak in Leeuwarden. Ik had aanvankelijk
dezelfde conclusie getrokken als de heer De Greef, n.l. dat dat zou slaan op de moeilijkheden tussen
het G.C.O. en de Leeuwarder S.A.D., maar via de afdeling Onderwijs heb ik de heer Baaijens er maar
eens duidelijk naar gevraagd en het blijkt om een heel andere situatie te gaan. Het ging in zijn ver
haal om de aansluiting tussen lager onderwijs en voortgezet onderwijs en bij hem - ik weet niet of dat
nog zo is - was nog blijven hangen dat dat m.n. bij het prot. christelijk onderwijs in Leeuwarden nog
al wat moeilijkheden gaf. Hij zei er tegen mij bij dat dat niet voor Leeuwarden als geheel gold omdat
dat in de tijd dat hij als wethouder van Sneek en in andere functies op het terrein van het onderwijs
opereerde wel vrij goed geregeld was.
De heer De Greef heeft gezegd dat hij heeft gehoord dat de bestuursleden van de commissie het
een vrij moeilijke materie vinden - het gaat hen, populair gezegd, zo nu en dan boven de pet - om
een dienst als de S.A.D. te besturen. Ik moet u zeggen dat ik dit voor het eerst hoor, maar ik neem
graag aan dat de heer De Greef van bestuursleden heeft vernomen dat dit zo is. Ik kan het mij aan één
kant niet goed voorstellen want de mensen van de bestuurscommissie zijn geroepen voor het bestuurlij
ke werk, de taak overnemende van enz. Je moet natuurlijk bij het bepalen van het beleid wel - maar
dat hebben ze allemaal - je gezond verstand gebruiken, aanhakende op de voorstellen die vanuit de
dienst komen, maar dat is een situatie die iedere bestuurder treft. Behalve de gewone dingen als be
noemingen en dat soort bestuurszaken wordt in dit bestuur in vergelijking tot het G.C.O.-bestuur -
dat komt door allerlei omstandigheden daar niet aan toe - vrij veel over inhoudelijke zaken gespro
ken. Een tijdje geleden is er een rapport verschenen van de S.A.D. over de aanpak in de schoolbege
leiding. Dat heeft geleid tot een zekere ombuiging van het hele beleid van de dienst en bij voorzie
ning in vacatures geleid tot het benoemen van schoolbegeleiders, wat andere mensen dan wij tot nu
toe hadden. Het Rapport Aansluiting kleuter- en basisonderwijs is in de laatste vergadering van het be
stuur van de S.A.D. uitvoerig besproken en daar zal nog verder over worden gesproken in de volgende
vergadering. Ik dacht dat je alleen maar langs deze weg kan proberen de bestuursleden er ook inhou-