ik mij voorstellen, maar dat het Administratief Centrum met een zodanig ruimtegebrek kampt dat daar voor, inclusief de A.R.A., 1 ,25 miljoen moet worden geïnvesteerd is een andere zaak. Op het Admi nistratief Centrum zitten 43 mensen. Laten wij zeggen dat het aantal verdubbeld zou moeten worden, dan zou je dus voor die verdubbeling een investering moeten plegen van 1 ,25 miljoen. Maar ik kan dat niet precies overzien want bij dit raadsvoorstel is nauwelijks cijfer- of feitenmateriaal gevoegd dat een duidelijk beeld van de zaak zou kunnen geven. Er zijn helemaal geen vergelijkende cijfers, er zijn geen berekeningen toegevoegd, er staat alleen maar in de stukken dat de A.R.A. er moet komen omdat men tot het inzicht is gekomen dat er een duidelijke behoefte aan een A.R.A.-vestiging is. Hoe men tot dat inzicht is gekomen weet ik niet. Er zijn geen stukken over de voorbereiding, er zijn geen verslagen van commissievergaderingen of wat dies meer zij. Op deze gronden heeft een deel van mijn fractie gezegd niet achter dit voorstel te kunnen staan. Nogmaals, aan een uitbreiding van de D.S.W. willen wij eventueel wel meewerken; wij willen ook wel meewerken aan een verhuizing van het Administratief Centrum, maar daarbij rijst nog wel een vraag. In een ambtelijke nota die bij de stukken lag staat: Heeft men bij een verhuizing wel voldoende ge dacht aan eventuele andere gebouwen van de gemeente die leeg staan? Is het dan beslist noodzakelijk dat je nieuwbouw pleegt? Daaromtrent staat niets in de raadsbrief. Ook dat zouden wij dan nog wel graag eens bekeken willen hebben. De hear Jansma:Wy soene dizze matearje wol in bytsje oars binaderje wolle as de hear Bouma dat dien hat. Tidens de ófdiel ingsgearkomste fan 25 novimber fan fori ine jier is hjir ek wiidweidich oer diskussiearre wurden. Ik haw de 6 siden drukte tekst dy't der oan bistege binne noch ris even trochlê- zen de leste dagen. De arguminten dy't de hear Bouma nou oanfiert binne doe eins ek wol nei foaren kommen. Ik haw doe pleite foar dizze A.R.A. forboun oan de Sosiale Wurkpleats krekt omt ik der in foarstanner fan bin dat minsken dy't net mear geskikt binne om harren eigen wurk to dwaen deselde kansen hawwe moatte om wer oan de slach to kommen dy't soune minsken hawwe. Ik wol dy minsken dus graech werom sjen yn it bidriuwslibben op deselde manier as ien dy't soun is en dy't by wize fan sprekken alle mooglike funksjes yn it bidriuwsl ibben utoefenje kin. Dy selde kansen moatte hja ek haw we. It Ministearje fan Sosiale Saken hat op 20 oktober 1972 in forsyk rjochte oan de S.E.R. om ris nei to gean yn hoefier't de utgongspunten en doelstellingen fan de Wet Sosiale Wurkfoarsjenning op'e nij bisjoen wurde moatte. Dêroer is men nou tafallich in pear wike lyn mei in rapport kommen. Dat rapport stiet u.o. yn: "Verder wordt aanbevolen zoveel mogelijk tot uitbreiding en/of verbetering van arbeids- revalidatie-afdelingen en test- en trainingsafdelingen over te gaan." Der wurde mear oanbifellingen dien mar ik tocht dat it yn it ramt fan dizze diskusje wol goed wie dit even nei foaren to heljen. Yn Swol is forline wike freed in A.R.A. iepene. Ik haw it genoegen hawn derby oanwêzich to wezen. Dêr wie in mynhear Roukema, in psycholooch forboun oan de Direksje fan de Sosiale Foarsjennings; dy hat de iepening forrjochte. Hy hat dêr ek in oantal wize wurden sein nei myn bitinken. Ik sitearje ut de Swolse Krante dêr't syn referaet foar in part yn sitearre is. Hy seit: "Een andere vraag die door heel veel mensen tegenwoordig wordt gesteld is de volgende: Moeten de gehandicapten vandaag de dag met de stijgende werkloosheid nog zo nodig werken? Een reden om dat niet te gauw te zeggen is dat het merendeel van de werklozen niet langer dan 3 maanden werkloos is en de gehandicapte behoeft niet achteraan te komen. Ook worden door de revalidatie vaak geheel nieuwe mogelijkheden voor de be treffende persoon aangeboord, leder jaar komen er door verkeersongevallen ruim 40.000 ernstig gewon den bij. Juist zij hebben dikwijls training nodig." De hear Bouma seit: It doel is de minsken werom to bringen nei it frije bidriuw. Dat bin ik mei him iens. De D.S.W. kin ek teste mar de test- en trainings- ófdieling sa't dy der by de D.S.W. is is spesiael bidoeld foar de geastlik handikapten en dat giet op in oare manier as by de lichaemlik handikapten; der wurde oare easken steld oan de wize fan testen. Dêrom tocht ik dat hwat der nou by de D.S.W. is op dit mêd net foldwaende is. It giet der om de mins ken sa't wy dat populair sizze "yn de overall" to testen. De hear Bouma seit dan: De minsken wurde oppept op de A.R.A., dan komme hja dêr óf en dan hawwe hja fierder neat mear. Ik soe eins dizze for- geliking meitsje wolle. Hwannear't ien fan us bern fan skoal Ie óf komt en wy witte as alden eins net hokker kant wy der krekt mei hinne sille en it bern wit it seis ek net dan sizze wy: Teste litte. Wy siz ze net: Och, hwat is der in soad jeugdwurkleazens, wy lizze üs der mar by del, teste hoecht net. Né, ek sa'n bern moat test wurde. Sa fyn ik ek dat in handikapte dy't syn wurk net mear dwaen kin it rjocht hawwe moat om dy wegen foar him to finen dy't foar syn kapasiteiten it béste binne. Dêrom fyn ik dat, óndanks de greate wurkleazens dy't der spitigernóch is, ek dizze minsken de kans hawwe moatte. Us fraksje stiet dêrom dan ek folslein efter it foorstel sa't it troch it kolleezje dien wurdt, sa- wol hwat de A.R.A. as hwat de ótwreiding fan de D.S.W. oanbilanget. 25 De heer De Vries (weth.): Ik geloof dat het goed is om er nog even de aandacht op te vestigen dat het bij dit voorstel gaat om een tweetal voorbereidingskredieten, het eerste bestemd voor de bouw van een nieuw Administratief Centrum annex A.R.A., het tweede voor de verbouw van de Sociale Werk plaats. De opmerkingen van de heer Bouma zouden misschien kunnen leiden tot de gedachte dat het college voornemens is om in een A.R.A. 1 ,25 miljoen te investeren. Niets is natuurlijk minder waar dan dat, want de A.R.A. waar het hier om gaat zal beperkt blijven tot slechts een klein onderdeel van het totale project van het Administratieve Centrum. U hebt in de raadsbrief kunnen lezen dat de ruimte bij de D.S.W. te beperkt is om nog verdere plaatsingen te realiseren en dat wij noodzakelijk moeten uit breiden. Die uitbreiding zal dan ook hieruit bestaan dat het huidige Administratieve Centrum als de nieuwbouw is gerealiseerd zal worden ontruimd en zal worden toegevoegd aan de magazijnruimten; in middels zal ook de werkplaats extern verder uitgebreid moeten worden om plaats te kunnen bieden aan het nog steeds stijgende aantal w.s.w.-werknemers. De plaatsing van w.s.w.-werknemers hangt natuur lijk samen met de werkloosheid sec, maar dat wil niet zeggen dat wij van de Wet Sociale Werkvoor ziening een oneigenlijk gebruik maken. Hier en daar heb ik de opmerking gehoord dat de gemeente bezig is om de werkloosheid te verdoezelen door plaatsing van werklozen op de Sociale Werkplaats. Dat is beslist niet waar, de mensen die geplaatst worden worden allemaal geplaatst wegens factoren "bij de persoon gelegen", zoals de wet dat uitdrukt. Wat staat ons nu op het ogenblik voor ogen. Dat zijn twee dingen. Wij willen in de eerste plaats komen tot uitbreiding van het Administratieve Centrum. Tot nu toe hebben wij het accent vrij sterk gelegd naar de kant van de druktechnieken, maar wij me nen dat er op administratief terrein meer te doen valt. Als wij zien hoe het hoofdarbeidersproject zich in Heerenveen ontwikkelt dan vind ik het bijzonder jammer dat wij hier op dit moment geen ruimte hebben om een soortgelijke ontwikkeling te stimuleren. Wat wij willen is dus de mogelijkheden van het hoofdarbeidproject uitbreiden. En binnen dat geheel zien wij dus ook een taak voor de A.R.A. Ik geloof dat de heer Bouma gelijk heeft als hij zegt dat, wanneer wij bij een A.R.A.-plaatsing de suggestie zouden wekken dat doorstroming naar het vrije bedrijf mogelijk is, dat een illusie is. Het is inderdaad bijzonder moeilijk dat op dit moment met de huidige werkloosheid te realiseren. Maar wat wel mogelijk is - en daarvoor is de A.R.A. toch ook in de eerste plaats bedoeld - is dat wij mensen die op de D.S.W. te werk worden gesteld uit de hele regio eerst de A.R.A. laten passeren. De heer Jan- sma heeft al gezegd dat wij voor de geestelijk gehandicapten een test- en trainingsafdeling hebben, maar voor de psychisch valide mensen hebben wij die mogelijkheden niet. Dat willen wij nu dus inbou wen in deze A.R.A. waarbij wij het accent willen leggen op de hoofdarbeid. Daarmee scheppen wij ook een duidelijk verschil in functioneren. Heerenveen heeft een A.R.A. die specifiek op de handarbeid is gericht, wij willen proberen een A.R.A. te realiseren - in dat opzicht staat het Ministerie van Sociale Zaken volledig achter ons - die m.n. plaats biedt voor mensen die op hoofdarbeid zijn aangewezen. Wij hebben een commissie aan het werk die bezig is om een plan van eisen samen te stellen en die ook bezig is om zich in het binnen- en in het buitenland - men oriënteert zich meen ik ook in de buurt van Keulen en verder o.a. in Limburg en in Groningen - op de hoogte te stellen van de mogelijkheden en problemen. Ik heb hier een verslagje van een van de medewerkers van de Secretarie van een bezoek dat vorige week aan Groningen is gebracht; in dat opzicht dacht ik dat wij een prachtig toetsingsob ject zouden hebben want daar is men eigenlijk al met een stuk praktische toepassing van een A.R.A. voor hoofdarbeid onderweg. Ik dacht dat het goed zou zijn wanneer wij proberen om in navolging van Groningen de zaken hier verder te stimuleren en aan te pakken. Het is niet zo dat vandaag of morgen de A.R.A. en de uitbreiding van de Sociale Werkplaats gere aliseerd kunnen worden; wij zitten voor nogal wat barrières. De heer Bouma heeft de mogelijkheid van een A.C.W.-subsidie genoemd. Ik moet hem teleurstellen, dat subsidie komt er niet. Wat er wel komt is een z.g. relevantieverklaring van de kant van het Ministerie van Sociale Zaken welk ministerie met de nieuwbouw en verbouw akkoord moet gaan waarna dan t.z.t. de exploitatielasten normaal vallen onder de subsidieregelingen die wij kennen voor de D.S.W. Maar voordat het zo ver is moet er nog heel wat water door de zee gaan en krijgt u ook nog alle gelegenheid hier verder op in te spelen en over deze problematiek mee te denken. Wij zijn er voorlopig nog lang niet uit. De heer Bouma heeft nog gevraagd of de gemeente geen eigen gebouwen heeft. Die hebben wij niet. U hebt bij de raadsstukken een rapport gezien van een van de secretarie-afdelingen die die sug gestie doet, maar ik moet helaas zeggen dat die suggestie niet realiseerbaar is. Daarover hoort u t.z.t. nog wel nadere mededelingen. Andere gebouwen hebben wij op het ogenblik niet en bovendien vind ik persoonlijk dat het Administratieve Centrum voor minder valide hoofdarbeiders een zo specifiek object is dat wij vermoedelijk met verbouw van bestaande gebouwen nog duurder uit zijn dan met deze nieuw bouw. Voorts ben ik van mening dat wij een gebouw moeten hebben dat aangepast behoort te zijn aan de handicaps van deze mensen. Ik vind dat de heer Jansma een goed pleidooi heeft gehouden voor deze zaak. Hij heeft nog

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 13