gewezen op het rapport van de S.E.R. dat een dezer dagen is verschenen en waarin de gemeentebestu ren worden aangemoedigd om juist m.b.t. de opvang van de geestelijk en lichamelijk gehandicapten gebruik te maken van een A.R.A. Ik wil dit graag onderstrepen. Ik zou u graag aan willen moedigen om het voorstel van b. en w. tot beschikbaar stellen van deze voorbereidingskredieten te accepteren. De heer Bouma: Als de heer Jansma zegt dat een gehandicapte - ik zou daar ook langdurig werk lozen bij willen betrekken - dezelfde kansen moeten hebben als gezonde mensen dan ben ik het daar wel mee eens. Dezelfde kansen is een beetje moeilijk, maar dat zij zoveel mogelijk dezelfde kansen moeten hebben kan ik volledig onderschrijven. Ik zou hen echter zo graag een teleurstelling willen besparen. Je kunt zulke mensen wel een training op de A.R.A. laten volgen maar als daar dan een te leurstelling op volgt omdat er toch geen werk voor hen is dan kunnen ze, dacht ik, alleen nog maar dieper wegzinken. Dat dit vergeleken zou kunnen worden met schooljeugd betwist ik. Als iemand van school komt of met een bepaalde studie klaar is dan kan ik mij voorstellen dat je hem laat testen om te weten te komen of hij zijn studie in een andere richting of in dezelfde richting moet voortzetten of in welke richting hij een baan moet zoeken. Dat ligt in de lijn van de hele ontwikkeling. Maar hier heb ben wij te maken met mensen die een baan hebben gehad en de teleurstelling hebben moeten verwer ken dat zij die baan kwijt zijn geraakt omdat zij een handicap hebben gekregen. Ik wil ze een volgen de teleurstelling dat zij na de training weer geen werk kunnen vinden gewoon besparen. Vandaar dat de vergelijking die de heer Jansma maakte volgens mij niet opgaat. De hear Jansma: Noch graech even hiel koart. Dat fan it krijen fan deselde kansen is fansels sa. Ek dizze minsken dy't ungeskikt binne foar harren wurk moatte op in oare manier wer oan de slach kom- me kinne. As der gjin A.R.A. is dan is der ommers gjin oare mooglikheit. Dan kinne wy tsjin sokke mins ken net sizze hwer't se geskikt foar binne hwant dat witte hja seis ek net. Dêrom moat dy A.R.A. der wol komme. Dan wurde hja op deselde manier bihannele as de bern dy't test wurde. Dat is myn réaksje. De Voorzitter: Heeft weth. De Vries nog behoefte hierop te reageren? Nee? Dan kunnen wij nu over dit punt beslissen. Wordt er stemming verlangd? Ja? Goed, dan doen wij dat maar bij handopste ken. Het voorstel van b. en w. wordt bij handopsteken aangenomen met 24 tegen 6 stemmen. De Voorzitter schorst, om 23.15 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.35 uur, de vergadering. Punt 14 (vervolg). De Voorzitter: Ik zou nu willen vragen wat uw reacties zijn op het nadere voorstel dat ik zopas namens het college aan u heb gedaan. De heer Geerts: Onze fractie heeft nota genomen van uw opmerkingen. Allereerst is er het punt dat er nu een krediet zal worden verstrekt voor het verkeersstructuurplan en de gegevensverzameling voor het verkeerscirculatieplan en niet meer. Verder hebt u gezegd dat u op een nader tijdstip terug zal komen met een voorstel m.b.t. het verkeerscirculatieplan nadat het college met de minister per soonlijk over deze kwestie gesproken heeft en u ook qua kosten met een wat gedetailleerder voorstel bij de raad kunt komen. Daarbij moet, dacht ik, ook de opmerking van de heer Knol worden betrokken dat er toch een vergelijking zal moeten geschieden met wat soortgelijke gemeenten in dit opzicht doen. Daarover zal ook een rapportage de raad moeten bereiken. Op deze voorwaarden is in ieder geval een meerderheid van mijn fractie bereid uw nadere voorstel te volgen. De hear Miedema: Us fraksje kin akkoart gean mei jou neijere foorstel. Wy hawwe dêr ien bitingst by. Wy soene mei klam fan it kolleezje freegje wolle dat it yn elts gefal noch dit jier mei neijere foorstellen komt hwat it forkearssirkulaesjeplan oanbilanget omt wy fan miening binne dat, as dat dit jier net kin, de kans dat der fortragingen optrede to great wurdt. Wy soene der dus mei klam op oan- dringe wolle dat nei it gesprek mei de minister der yn elts gefal noch dit jier in foorstel yn de ried komt sadat wy dan witte hwer't wy oan ta binne. De heer J. de Jong: Ik was de enige van mijn fractie die tegen uw oorspronkelijke voorstel was. Uw tussenvoorstel vind ik aannemelijk. U maakt hiermee het onderweg zijnde plan af en probeert ook 27 de kwestie van de overdracht van de gegevens van het I.B.V. in banen te leiden. Kortom, ik kan ak- koort gaan met uw voorstel. De heer Van der Wal: Allereerst nog even iets over de te late informatie. In de begrotingsbehande ling is er m.n. door de heer Singelsma op gewezen dat(De Voorzitter: Er is geen derde instan tie. U mag alleen ingaan op mijn nadere voorstel.) Ik zeg dan alleen nog dat ik het een onverteerbare zaak vind; de meerderheid van de raad kennelijk niet. Het nadere voorstel is natuurlijk een erg slim voorstel, maar het betekent wel dat wij in zee gaan met dit bureau en niet terug kunnen; als wij a zeg gen zullen wij ook b moeten zeggen. Mijn fractie vindt dat wij op dit moment veel beter de mogelijk heden moeten onderzoeken om het bij onze eigen dienst onder te brengen, eventueel in tweede instan tie dan bureaus of tijdelijke arbeidskrachten in te huren. Wij gaan niet accoord met uw tussenvoorstel. Wij wensen de aantekening dat wij tegen zijn. De hear Singelsma: It is in slim foorstel dat hjir nei foaren komt. As dat foorstel ynhdldt dat dy 180.000,bistege wurdt om it forkearsstruktuerplan óf to meitsjen en net de konsekwinsje hat dat wy automatysk keppele binne oan it buro Dwars, Heederik en Verhey foar it folgjende forkearssirku laesjeplan dan siz ik ja. Mar as jo sizze: Wy binne boun, ek yn it forfolch, oan dat selde buro, dan siz ik né. It hinget dus óf fan jou antwurd. De Voorzitter: Mijn antwoord is het volgende. Wij kunnen instemmen met het verzoek van de heer Geerts om bij de nadere rapportage ook te rapporteren over hoe het beeld ligt in andere gemeenten die bezig zijn met een verkeers- en vervoersplan; wij zullen trachten daar een duidelijk beeld van te ge ven. Ik kan ook de toezegging doen aan de heer Miedema dat wij er alles aan zullen doen om nog dit jaar bij de raad terug te komen; dat is ook duidelijk uit mijn verdediging, want ik heb al gezegd dat er geen hiaat mag komen en dat impliceert op zich al dat wij nog dit jaar met een nader voorstel moe ten komen. Wij zullen er alles aan doen om dat te realiseren want anders ontstaat dat hiaat. Op de woorden van de heer De Jong hoef ik niet in te gaan, want die gaat akkoord. De heer Van der Wal gaat niet akkoord en daar hoef ik ook niet op in te gaan. It spyt my dat ik de hear Singelsma toloarstelle moat. As it neijere foorstel fan us oannommen wurdt dan bitsjut dat net dat de ried, yn hokker mjitte ek, boun is fierdere opdrachten oan Dwars, Heederik en Verhey to jaen, mar wy kieze dan nou wol foar dit buro. De mjitte hweryn dat forkearssirkulaesjeplan neijer bihannele wurde moat, dêr docht de ried hjoed gjin inkele utspraek oer, hwant wy moatte earst mei neijere gegevens komme; dêrnei nimt de ried pas in bislissing. Ik moat jo toloarstelle, mynhear Singelsma, en dus sille jo wol tsjin stimme moatte. Wij kunnen dan nu een beslissing nemen over het nadere voorstel van b. en w. Wij kunnen, dacht ik, ook hierover wel bij handopsteken stemmen. Het mondeling door de voorzitter gedane voorstel van b. en w. wordt bij handopsteken aangenomen met 27 tegen 3 stemmen, met inachtneming van de toezeggingen die in laatste instantie zijn gedaan. De hear Singelsma: Ik haw in moasje yntsjinne en dêr is noch net fierder oer praet. De Foarsitter: Dat is ek sa. Ik tocht lykwols dat dy nou ek ófhannele wie nou't dit bislüt fallen is. (De hear Singelsma: Dat bin ik net mei jo iens.) Wy sille dêr noch in bislut oer nimme. De tekst fan de moasje is: "De ried fan de gemeente Ljouwert, yn gearkomste byien op 23 augustus 1976, bislut dat ut in eachpunt fan heechweardige wurkgelegenheit, geografyske en histoaryske kennis fan saken, fan stimu- learring en jitte oare foardielen ek oare en binammen noardlike buro's in kans hawwe moatte har ken nis oan to bieden." Ik bring dizze moasje nou yn stimming. De moasje fan de hearen Singelsma, De Greef en Van der Wal wurdt by hanopstekken forwurpen mei 27 tsjin 3 stimmen. Punt 23 (bijlage no. 298). Gemeentebegroti ng De Voorzitter: Op grond van het net genomen besluit moet het voorstel onder punt 1 worden ge wijzigd in: "In verband met ons in bijlage no. 295 opgenomen voorstel wordt een krediet van 180.000,-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 14