28 geraamd voor het voltooien van het verkeers- en vervoersstructuurplan en enige vooronderzoeken voor het verkeerscirculatieplan. De kosten van 180.000,kunnen worden gedekt door tot hetzelfde be drag te beschikken over een gedeelte van de reserve voor openbare werken." Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de monde ling door de voorzitter aangebrachte wijziging in het onderdeel Gemeentebegroting, punt 1 Punt 24 (bijlage no. 292). Mevr. Willemsma—de Jong: Onze fractie kan met de raadsbrief instemmen tot en met punt 2 op pa gina 2. Ik wil dus graag een opmerking maken over het slot van de raadsbrief. Onze fractie vraagt zich af of de formulering die betrekking heeft op Hardegarijp en Tietjerk op deze wijze moet worden ge handhaafd. De zinsnede, ongeveer in het midden van dat deel: "dan willen wij er derhalve nu reeds voor pleiten dat genoemd deel bij een der gemeenten van de Regio Noord-Friesland wordt gevoegd" vindt men iets bevoogdend. De fractieleden beschikken nog niet over het betreffende rapport en heb ben daarom niet alle criteria voor handen die wenselijk zijn voor een standpuntbepaling. Het rapport zegt op pagina 12 dat Tietjerksteradeel behoort tot het stedelijk verzorgingsgebied van Leeuwarden, terwijl de bestuurlijke samenwerking van die gemeente meer gericht is op gemeenten in Oost-Friesland. De maatschappelijke en bestuurlijke samenhangen kunnen een indicatie geven, doch als er van een dilemma sprake is - en dat is hier het geval - wordt het moeilijker en moet er een keuze worden ge maakt. Eenstemmigheid over de criteria voor het bepalen van de territoriale begrenzing van een regio bestaat er op dit moment echter nog niet; dit staat op pagina 8 van het rapport. Het meest aanvaard baar voor bevredigende resultaten schijnt het criterium van de maatschappelijke samenhang te geven. Immers, van daaruit komt ook het lokaal bestuur voort. Op pagina 22, punt 3, luidt de conclusie van het rapport dan ook dat lokale bestuursorganen binnen de regio zelf het beste kunnen nagaan wanneer en op welke bestuurlijke terreinen er behoefte bestaat aan samenwerkingsverbanden. Leeuwarden zal dat ook moeten doen, maar niet dan na grondige bestudering. Ook de P.P.D. is nog met een onderzoek bezig. Wij moeten natuurlijk alle ruimte aan Tietjerksteradeel zelf geven. Zouden wij het b.v. voor lopig niet kunnen laten bij een opsomming van feitelijkheden? Op dit moment kan door onze fractie niet worden bevestigd of men het eens moet zijn met de redactie van de raadsbrief. Dit wil echter niet zeggen dat wij het er oneens mee zijn. De heer Meijerhof: Wij hebben er behoefte aan op één punt wat dieper in te gaan en dit betreft het gestelde op blz. 1Algemene aspecten. Er staat: "Voor de goede orde zij opgemerkt, dat hierbij eventuele noodzakelijke technische grenscorrecties buiten beschouwing worden gelaten." Deze tekst is m.i. op tweeërlei wijze uitlegbaar. Ten eerste zou je kunnen zeggen dat het betekent het oplossen van grensproblemen op een moment dat zich relevante problemen voordoen, dus onafhankelijk van een ge meentelijke herindeling. De tweede uitleg die je er aan kunt geven is: Wij zijn nu toch bezig om de gemeentegrenzen onder de loep te nemen en nu kan er ook, zij het op zeer beperkte wijze, een vorm van opdelen van gemeenten voorkomen en dan in een zo beperkte wijze dat wij het eigenlijk niet op delen willen noemen maar een technische grenscorrectie. Mijn fractie voelt voor de laatste interpreta tie het meest en denkt dan concreet aan de gemeentegrens met MenaldumadeelDe motivering om de grens met Menaldumadeel in westelijke richting te verplaatsen is gelegen in de wenselijkheid om de concentrische opbouw van de stad te handhaven. Ik mag misschien kortheidshalve herinneren aan de discussie die al weer een tijd geleden heeft plaats gevonden aan de hand van het structuurplan voor de gemeente Leeuwarden waarin duidelijk naar voren kwam dat Leeuwarden aan de flanken wordt inge klemd, oostelijk door de Groene Ster - daar wordt in het stuk ook een oplossing voor gevonden - en in westelijke richting door het vliegveld en door de grens met Menaldumadeel. Dit betekent dat, als het bebouwde gedeelte van Leeuwarden zich zou uitbreiden, dat in zuidelijke richting zou moeten gaan. Dit heeft dan weer consequenties voor het centrum van de stad dat dan op dat moment niet meer in het middelpunt ligt. Wij hebben, dacht ik, ook bij de discussies m.b.t. het structuurplan voor de binnenstad gezien dat m.n. het afsterven van de banaan aan de noordelijke kant het gevolg is van het feit dat de bebouwing zich in zuidelijke richting verplaatst. Hoe de grens met Menaldumadeel dan precies moet lopen is, dacht ik, op dit moment moeilijk te bepalen. Wij zouden wel willen vragen of u het met deze interpretatie eens bent en of wij de technische grenscorrecties zo moeten lezen. Bent u van plan om deze kwestie eens onder de loep te nemen en te bekijken hoe dat uitgewerkt zal moeten worden Misschien mag ik meteen even ingaan op de opmerking die mevr. Willemsma heeft gemaakt over 29 wat er gesteld is t.a.v. Tietjerk en Hardegarijp. Onze fractie kan zich volledig vinden in de opmerking zoals die in het raadsvoorstel staat. Ik geloof dat wij de zaak niet hoeven te verbloemen. Wij weten heel goed dat Tietjerk en Hardegarijp en de dorpen ten noorden van de Groningerstraatweg volledig georiënteerd zijn op de stad Leeuwarden. Indeling van Tietjerksteradeel bij een andere regio dan de regio waar de gemeente Leeuwarden bij hoort zal de nodige problemen opleveren en ik geloof dat wij dit in een vroegtijdig stadium duidelijk kenbaar moeten maken. De Voorzitter: Zou u zo vriendelijk willen zijn nog even te herhalen - ik heb dit tot mijn spijt niet helemaal goed begrepen - wat u meent wat wij op dit moment onder technische grenscorrecties moeten verstaan De heer Meijerhof: Ik zal proberen het iets duidelijker naar voren te brengen. Ik heb gezegd dat je dit kunt uitleggen op de manier van: Op een bepaald moment is er een probleem waardoor een grens correctie nodig is; dit heeft niets te maken met een gemeentelijke herindeling. Of moet je het zo uit leggen: Wij zijn bezig gemeenten samen te voegen, wij spreken niet over opdelen, maar in bepaalde gevallen kan je misschien een gebied dat weinig bewoond is, waar geen dorpen in zitten, toch nog bij een andere gemeente voegen zodat je in feite een gemeente gaat opdelen, al gaat het maar om een klein stuk. (De Voorzitter: Nu is het mij wel duidelijk.) De heer J. de Jong: Wij kunnen ons vinden in het ontwerp-advies dat in de raadsbrief is weergege ven. Dit is een eerste fase en ik geloof dat het niet juist is dat wij op dit moment over zaken gaan pra ten die buiten dit geheel liggen en die andere gemeenten zelf moeten oplossen. Dat komt nog welIk dacht dat op dit moment niet aan de orde was hoe wij ons in de regio verder zullen moeten opstellen en hoe de verbanden verder moeten komen te liggen. De Voorzitter: Ik zal trachten een zo kort mogelijk antwoord te geven. Allereerst even een alge meen punt. Ik had dit misschien voordat wij met de discussie m.b.t. dit punt begonnen al moeten zeg gen. Ik stel u voor dat de raad vandaag komt tot een voorlopige uitspraak. Het is n.l. zo dat dit punt ook aan de orde komt in de regioraadsvergadering - wij gaan daar tenminste van uit - van midden september. Daarom stel ik voor tot een voorlopige uitspraak te komen, want dan weten onze raadsle den in de regioraad wat de mening is van onze raad. Dan krijgen wij een discussie in de regioraad, daarna zetten wij dit punt op de agenda van de raad van begin oktober en rapporteren dan aan u wat de discussie heeft opgeleverd in de regioraad. Dan neemt de gemeenteraad de eindbeslissing die wij aan g.s. meedelen. Onze raadsleden in de regioraad horen nu wat het standpunt is van de raad, daar om vraag ik een voorlopig standpunt. Men is dan niet gebonden - ik vind dit persoonlijk erg juist -, men kan dan horen hoe de regioraad hierover discussieert, wij brengen daarover verslag uit - misschien komen er nog bepaalde wijzigingen, misschien ook niet - en 4 oktober stelt u uw eindoordeel vast, rekening houdende met de discussies in de regioraad. Dat kan, want wij hoeven pas voor 1 november het provinciaal bestuur mee te delen hoe onze gemeenteraad hierover denkt. Kunt u met deze procedure instemmen De Raad stemt hiermee in. De Voorzitter: Dan geef ik nu een antwoord op de vragen die gesteld zijn; dat is dan dus voor de voorlopige standpuntbepaling. Allereerst iets over hetgeen de heer Meijerhof zei. Ik ben het eens met zijn interpretatie. Wij hebben gemeend om ons voorlopig te moeten beperken tot de algemene lijn. Wij willen straks wel degelijk, ook bij deze gemeentelijke herindeling, de technische grenscorrecties in discussie brengen. Wij zouden ons echter eerst willen beperken tot de algemene lijn. Met de interpre tatie van de heer Meijerhof zijn wij het echter eens, misschien moet dit bij de eindrapportage aan g.s. nog wat duidelijker naar voren komen. Wij zullen nog even bekijken hoe wij dit iets duidelijker kun nen maken; dat komt dan wel weer aan de orde in de raad van 4 oktober. In ieder geval hebben wij het zo bedoeld. Dan nog iets over de kwestie die mevr. Willemsma aanhaalde. Wij praten hier inderdaad over een probleem dat eigenlijk heel nauw samenhangt met het probleem dat wij binnenkort aan de orde krijgen, n.l. de regiovorming in de provincie. Ik waag te betwijfelen of wij aan het reeds verschenen rapport - ik geef toe dat het nog in discussie moet komen - voorbij kunnen gaan. Omdat het nu gaat om een voorlopige standpuntbepaling lijkt het mij ook voor de discussie die straks in de regioraad moet worden gehouden beter dat wij even uitgaan van de vooronderstelling dat de regiovorming zal plaats vinden zoals in het rapport staat. Als wij daarvan uitgaan, moeten wij zeggen: De samenhangen zijn zo nauw

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 15