30 dat er hier rekening mee gehouden moet worden. Ik geef toe dat het best zo kan zijn dat straks de standpuntbepaling over het rapport van de regiovorming zodanig is dat wij er hier nog op terug moeten komen. De moeilijkheid is dat wij die rapporten niet tegelijk konden behandelen, dat was beter ge weest. Juist nu wij het hebben over een voorlopige standpuntbepaling adviseer ik u: Houd dit als voor lopig standpunt even vast en laten wij de discussie in de regioraad afwachten. Op 4 oktober - wij we ten dan ook hoe de andere gemeenten er over denken - kan de raad dan, gehoord de meningsvorming in de regioraad, definitief vaststellen wat wij doen. U zou ook wel een voorbehoud kunnen maken. U zou kunnen zeggen: Wij stellen nu een voorlopig standpunt vast, maar wij willen ons definitieve stand punt pas bepalen op 4 oktober. Ik doe ook maar een poging om er uit te komen. Mevr. Willemsma—de Jong: Ik wil via u, mijnheer de voorzitter, wel graag aan het adres van de heer Meijerhof zeggen dat ik niet een pleidooi heb gevoerd om iets te verbloemen. De Voorzitter: U stelt duidelijk namens uw fractie dat dit een voorlopig standpunt is en u behoudt zich het recht voor, ongeacht de discussie in de regioraad, om 4 oktober een definitief standpunt te bepalen. Zo zijn wij toch echt duidelijk. U kunt dit van uw zijde ook kenbaar maken in de regioraads vergadering, maar dat is aan u, niet aan mij. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de monde ling door de voorzitter daaraan gegeven interpretatie. Punt 24a (bijlage no. 301 De Voorzitter: De raadsbrief m.b.t. dit aanvullende agendapunt is op uw tafel gelegd. Wij moesten deze zaak nu wel aan u voorleggen want het speelt de komende week al. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 25. De heer Heidinga: Het rapport, aan de raad uitgebracht door de commissie belast met de geloofs brieven, luidt: "Krachtens aanwijzing van de voorzitter van uw vergadering hebben ondergetekenden, O. Hei dinga, H. ten Hoeve en J. de Jong, de geloofsbrief onderzocht van het nieuw benoemde raadslid A. Groenewoud. De heer Groenewoud is bij besluit van 1 0 augustus 1976 van de voorzitter van het Cen traal Stembureau ter verkiezing van de leden van de gemeenteraad benoemd verklaard tot lid van de raad. De geloofsbrief met bijbehorende stukken is door de benoemd verklaarde binnen de door de wet gestelde termijn ingezonden. Uit de ingezonden verklaring of op andere wijze is ons niet gebleken dat de benoemd verklaarde op het tijdstip waarop over de toelating moet worden beslist een met het raads lidmaatschap onverenigbare betrekking bekleedt. Voorts heeft de burgemeester aan uw raad een uit treksel uit het bevolkingsregister overgelegd waaruit blijkt dat de benoemd verklaarde zijn werkelijke woonplaats in de gemeente heeft. Wij kunnen uw vergadering derhalve rapporteren dat wij de geloofs brief met bijbehorende stukken in orde hebben bevonden. Daar overigens geen omstandigheden bekend zijn op grond waarvan de benoemde niet zou kunnen worden toegelaten mogen wij u adviseren de heer A. Groenewoud toe te laten als lid van de raad der gemeente Leeuwarden." De brief is ondertekend door de in de aanhef genoemden. De raad besluit overeenkomstig het voorstel van de commissie. Punt 26 (bijlage no. 299). Voordracht van de Raad voor Culturele Aangelegenheden: 1 .a. de heer H. Plantinga; b. de heer J. ter Horst. 2.a. mejuffrouw M. Holleman; b. mevrouw T. Wijdeveld. 3.a. de heer E. van der Schaaf; b. de heer P. van der Zee. Voordracht van burgemeester en wethouders: 1.a. de heer J. Tiekstra; b. mevrouw G. Bakker-van Diermen. 2.a. mevrouw G. Massolt-Jurgens; b. mevrouw H.P. Sjol lema-Hensums. 3.a. de heer R. Burg; b. de heer J.S. van Gelder. 4.a. de heer W. Braaksma; b. de heer J. Glastra. De hear Miedema: Us fraksje hat altyd fan miening west dat, as der deskundigen yn us eigen ge meente binne, wy dêr de foarkar oan jaen moatte. Hwat de earste foardracht oanbilanget, de hear Plantinga üt Grou en de hear Ter Horst ut Ljouwert, miene wy dat der foldwaende deskundigheit yn de eigen gemeente is en us fraksje sil dus syn stim jaen oan de hear Ter Horst. Benoemd worden de heer J. ter Horst met 17 stemmen (de heer H. Plantinga 13 stemmen), mejuf frouw M. Holleman met algemene stemmen, de heer E. van der Schaaf met 28 stemmen (de heer P. van der Zee 2 stemmen), de heer J. Tiekstra 26 stemmen (mevrouw G. Bakker-van Diermen 4 stemmen), mevrouw G. Massolt-Jurgens met algemene stemmen, de heer R. Burg met 29 stemmen (de heer J.S. van Gelder 1 stem) en de heer W. Braaksma met algemene stemmen. Benoeming van de voorzitter van de stichting: Aanbeveling van burgemeester en wethouders: de heer J. Tiekstra. Benoemd wordt de heer J. Tiekstra met 27 stemmen (3 stemmen blanco). De dames G. Visscher—Bouwer en M.M.Th. Visser—van den Bos vormden met de voorzitter het stembureau De Voorzitter sluit, om 0.10 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 16