16 Er is nog één ding waarvan ik graag wil dat u daar bijzondere aandacht aan besteedt. Bij de be steding van zo'n krediet is het mogelijk dat een bureau - in dit geval is dat dus Dwars, Heederik en Verhey - tijdens de werkzaamheden tot de conclusie komt dat er eigenlijk iets anders zou moeten ge beuren, dat ze dit en dat en dat eigenlijk nog moeten weten en dat ze dat doen uit dit krediet. Dat zou dan tot gevolg kunnen hebben dat er voor andere onderdelen te weinig geld is. Dat kan heel ge makkelijk gebeuren. Ik weet niet hoe het college daar in zou moeten voorzien, maar ik zou het bij zonder op prijs stellen dat u indringend met de mensen van dit bureau bespreekt dat de raad er bijzon der op gesteld is dat dat niet gebeurt. In zekere zin zijn dat verschrijvingen en die kunnen heel gemak kelijk plaats vinden omdat je het vrijwel niet kunt controleren. Maar je krijgt het op je brood zodra er gezegd wordt: Het krediet is overschreden, of: Wij zijn aan de limiet. Als wij vanavond deze limiet van 480.000,stellen dan neem ik direct aan dat b. en w. zodra die limiet genaderd is onderzoeken hoe de zaken liggen. Als het krediet dan mede besteed is voor andere dingen die ook noodzakelijk zijn is het verbazend moeilijk want je wilt toch graag alle werkzaamheden waarvoor het krediet uitgetrok ken is af gemaakt hebben. Dat is dus iets dat ik bijzonder in uw aandacht aanbeveel; daar moet de no dige aandacht aan worden besteed. Nogmaals, mijn fractie is voor de volle 100% van mening dat dit op het ogenblik in het belang van de gemeente is; wij moeten dit wel doen. De heer J. de Jong: Je zou, als je er gevoelig voor bent, wel onder de indruk komen van het be toog van de heer Heidinga en het pleidooi dat hij heeft gehouden. Ik wil beslist niet zeggen dat de aan de orde zijnde zaak niet erg belangrijk is en dat wij die zouden moeten kappen of onnodig zouden moeten ophouden. U hebt zelf straks gememoreerd dat wij hier onderhand al ongeveer 10 jaar mee be zig zijn en in die tijd is er het een en ander gebeurd, ook met het I.B.V. Ik zou toch wel in herinne ring willen roepen dat vanuit de raad - ik heb dat straks ook gezegd - verschillende keren de vinger opgeheven is en dat er toen hosanna is geroepen over dit bureau. Het is toch nog niet zo heel lang ge leden dat hier het verkeers- en vervoersplan op tafel kwam en dat er eigenlijk geen betere was dan de man die deze zaak verdedigde. Nog geen halfjaar later is de zaak ter ziele en wordt daar niet meer over gesproken; het bureau is nu veel te klein en er zijn alle mogelijke andere narigheden. Ik heb daar best begrip voor, maar ik vraag er ook begrip voor - de heer Geerts heeft het, dacht ik, duidelijk aangeduid - dat er toch een zekere huiver is om zo maar zonder meer over te stappen naar een ander bureau, hoewel ik wel wil stellen dat wij hier te maken hebben met een goed bureau. Ik vraag er be grip voor dat er gevraagd wordt om wat meer informatie, om wat meer mogelijkheden op tafel te krijgen. De heer Geerts heeft de mogelijkheid geopperd dat het ministerie misschien genoegen zal willen ne men met een "lichter" plan. Ik weet niet of dat zo is, maar ik neem wel aan dat, als u er zo van over tuigd bent - ik ben dat ook wel - dat wij hier met het beste bureau te maken hebben dat er op dit terrein in Nederland is, dit bureau daar inlichtingen over zal kunnen verstrekken. Ik blijf van mening dat het een juiste zaak is om eerst meer informatie te hebben. Het hoeft niet zo verschrikkelijk lang te duren. Ik ben er niet voor zo zonder meer te zeggen: Wij zitten in de narigheid en nu moet het maar zo. U krijgt mij op dit moment niet mee. De heer Van der Wal: Even iets naar aanleiding van hetgeen de heer Heidinga aan mijn adres heeft gezegd. Ik heb niet gezegd dat hij in de Commissie R.O. gezegd heeft dat hij tegen dit plan is. Hij heeft in navolging van de heer J. de Jong geroepen: Ik snap er niets meer van, ik weet alleen dat het veel geld kost. En daarom verwondert het mij dat de hele C.D.A.-fractie, terwijl één van de twee men sen van hun fractie die in de Commissie R.O. zitten zegt er niets van te snappen, toch voor het krediet van een half miljoen is. Dat gaat mij ietwat ver, maar het is hun eigen verantwoordelijkheid. De heer Heidinga heeft mij verweten dat ik de stukken niet goed heb gelezen. Ik kan in het tijd schema - ik neem aan dat hij op bijlage 1 duidde - nergens een inspraakprocedure ontdekken, maar dat kunnen wij na de raad misschien nog wel uitvechten want dat heeft hier weinig zin. Overigens duurt de hele procedure minimaal 16 maanden en daar staat dan ook nog een restrictie bij, n.l.: "b. de uitvoering van het onderzoek moet in een geschikte tijd gebeuren." Elders in het rapport staat dat het óf in het voorjaar óf in het najaar moet. Als het wat slecht uit komt dan traineert dat op zich het hele tijdschema al en schuift dat zo 2 of 3 maanden op. Dan zit je al op anderhalf jaar. Daar moet de in spraak dan nog achteraan. Ik kom dan al gauw op 2 a 2^ jaar voor een plan met een geldigheidsduur van 5 jaar. Ik. ben het met de heer Heidinga eens dat dit een continu proces is of in ieder geval dreigt te wor den Ik ben blij met de principe-toezegging van b. en w., via de voorzitter gedaan, dat de afdeling Verkeer zal worden versterkt. Er is meer behoefte aan een up to date-informatieverstrekking. Wij on 17 dersteunen dat. Wij hebben ook behoefte aan een ander soort verkeersdeskundigenWij hebben behoef te aan deskundigen die niet alleen kijken of een weg wel breed, licht en snel genoeg is, maar die ook de andere aspecten die bij de verkeerskunde aan bod komen - ik doel dan vooral op de kwalitatieve aspecten en de aspecten die betrekking hebben op de leefomgeving - er sterk bij betrekken. Ik heb gevraagd waarom wij zo laat geïnformeerd zijn over de problemen m.b.t. het I.B.V. Waarom is dat niet gebeurd voor 15 maart 1976 toen over de prénota werd gediscussieerd? De voorzitter zegt doodgewoon: Wij wisten het niet eerder. Ik heb het in eerste instantie niet willen doen maar nu doe ik het toch maar. Er ligt een nota - die is volgens mij in b. en w. geweest en daar aangenomen, want daarop is het kappen met het I.B.V. gebaseerd - waarin staat op blz. 3: "Het valt te betreuren dat het I.B.V. er de gemeente pas in januari 1976 van op de hoogte stelde dat er indertijd met de heer Dirk zwager was afgesproken dat zijn dienstverband slechts van tijdelijke aard was." Dat gebeurde dus in januari 1976. Even verder staat er: "Inmiddels heeft de heer Dirkzwager in de loop van december 1975 aan weth. Rijpma meegedeeld dat het I.B.V. van plan was het dienstverband met hem te beëindigen." De heer Dirkzwager was de man die de uitvoering verzorgde. Er is toen allerlei overleg op gang geko men dat zorgvuldig geheim is gehouden. Men kan op grond van deze nota niet waar maken dat de schrijver van de nota en weth. Rijpma niets geweten hebben van de moeilijkheden die zich bij het I.B.V. voordeden. Ik kan geen andere conclusie trekken uit wat hier staat dan dat willens en wetens informatie achter is gehouden voor de raad op het moment dat de concept-nota en de positie van het I.B.V. aan de orde kwamen. Ik vraag dus alsnog naar de reden waarom de raad niet geïnformeerd is. Als dat ge beurd is om de inhoudelijke kant van de zaak niet te vertroebelen dan vind ik dat een onaanvaardbare zaak; dat zou betutteling van de raad zijn en een vorm van eenzijdige informatieverstrekking. Alle informatie die bij de gemeente als apparaat binnenkomt hoort de raad als het to the point is - en dat is dit - te krijgen en wel zo snel mogelijk en niet nadat wij een discussie hebben gehouden over de inhoud van zoiets. Nu blijkt achteraf dat het hele I.B.V. eigenlijk niet meer bestaat. Ik wil dus alsnog graag antwoord op de vraag: Waarom is die informatie die er wel was niet vroegtijdig aan de raad mee gedeeld? Het had moeten gebeuren voor 15 maart j.l. toen wij hier de concept-nota ter discussie hadden. U hebt gezegd dat wij nu in een fase zitten dat het vrij gemakkelijk is met het I.B.V. te kappen en met een nieuwe werkwijze te beginnen. U hebt ook gezegd dat de afdeling Verkeer versterkt moet wor den; daar zijn wij het mee eens. Het is dus nu kennelijk het goede moment om veranderingen aan te brengen. De heer Heidinga heeft net nog weer eens gezegd dat dit een continu proces is. Ik vraag mij af waarom wij dan nu die know how niet zelf inkopen. Het is echt niet zo dat wij over een jaar kunnen beschikken over een verkeerscirculatieplan ook al kiezen wij het beste bureau dat er te krijgen is; het zal minstens 2 jaar duren voordat dat er zijn kan. Waarom doen wij het niet nu, nu hebben wij de kans. Ik ondersteun het voorstel van de P.v.d.A. en wil graag onderzocht hebben of het mogelijk is de know how zelf te kopen, hoe dat te verwezenlijken zou zijn en hoe dat op wat langere termijn ook gezien het beleidsplan uitwerkt. De hear Singelsma: Jo suchtsje al ris, mynhear de foarsitter, ik suchte ek al efkes hwant (De Foarsitter: Ik suchtsje wol ris faker; dêr hoege jo jo neat fan oan to luken.) Né, it jowt yn elts ge- fal lucht, nou. (Laitsjen) Ik bin it folslein iens mei de wize en reéle wurden dy't jo sprutsen hawwe. Dat komplimint mei ik jo wol jaen. It wie in dudlike utiensetting hoe't de situaesje der hinne leit. Mar as ik it untwerp-bislut sjoch dan untbrekt dêroan in tredde punt; it is ntl. sa dat it buro dat de wurksumheden ütfiere sil der net yn stiet, dat is dus noch iepen. Dat joech my de frijheit in pleit to fieren foar in tal regionale bu- ro's. Men moat ut myn wurden net de yndruk krije as soe ik in tsjinsin hawwe tsjin it buro Dwars, Hee derik en Verhey ut Amersfoort; men soe allinne sizze kinne dat se op greatskalige manier allerhanne plannen meitsje en dan bin ik altyd al in bytsje erchtinkend. Men kin ek sizze: Se keapje op greate skael allerhanne gemeentlike en provinsiale funktionarissen op dy't se by it buro ynliivje om sa foet oan'e groun to krijen, men soe sizze kinne dat dat in minder fraeije taktyk is mar dat sil wol hearre by it keappenskip fan sokke buro's. Mar it giet der my om dat, hwannear't de ried hjir ien buro foar- steld krijt en oars neat en wer yn tiidneed is - men sit altyd yn tiidneed, it moat altyd fluch fluch -, jo jo offreegje: Hwat dogge wy hjir yn fredesnamme. Dizze gong fan saken ropt by my ek altyd tsjin sin op. In great buro seit ek neat hwant ek by it I.B.V. dat in great buro wie - der hat in eksodus pleats hawn doe't de idéalistyske meiwurkers opstapten - is it mis gien. It giet by in buro altyd om in- kele minsken dêr't wy mei to meitsjen hawwe. Dat wiene yn dit gefal de hear Dirkzwager en inkele meiwurkers. De greatte fan it buro seit neat, it binne altyd inkelingen dy't de plannen meitsje. Dan gean ik noch even yn op eat dêr't jo net op yngean woene, ntl. dat Dwars, Heederik en Ver hey üntslach krigen hat yn Grins en dat dêr in regionael buro foar yn't plak kommen is omt men dat buro better by steat achte om Grins meidwaen to litten oan dat wraldomfiemjende idéaelplan foar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 9