24
begeleid en bekeken en worden meegedeeld aan de raad opdat wij, als wij eenmaal aan bouwen toe
zijn, niet worden geconfronteerd met cijfers die dan zeer zeker de pan uit zullen zijn gerezen.
De heer Van der Wal: Ik heb ook in de commissievergadering al mijn mening gegeven over deze
weg. Er wordt van uitgegaan dat dit een vrij lange weg moet worden met een rijstrook van totaal 7 me
ter breedte. Ik vind dat eerlijk gezegd te breed. In Aldlan hebben wij wegen aangelegd die 9 meter
breed zijn; de E10 is op sommige plaatsen niet eens zo breed. Dat zijn wegen waarop alle verkeerssoor-
ten zitten, snelverkeer, ventverkeer en langzaam verkeer. Dit wordt een weg waar alleen maar snel
verkeer op komt; ventverkeer en langzaam verkeer is van het snelverkeer gescheiden. Ook gezien het
kostenaspect dring ik er op aan die weg zo smal mogelijk te maken; harder dan 50 km per uur mag je er
toch niet op rijden en inhalen is niet nodig dus zie ik geen reden om die weg 7 meter breed te maken.
Ik wil graag dat u dit meeneemt in de voorbereiding, want daar praten wij hier nu over.
De hear Miedema: Us fraksje is wol gelokkich mei dit foorstel. Wy hawwe destiids yn it ramt fan it
wenningbouplan steld dat wy der uterlik yn 1978 bouwe moatte. As de stêddeboukundige tsjinst fierder
kinne sil mei de forkaveling dan sil men krekt witte moatte hwer't dy dyk rint en dan sil it nou dochs
tiid wurde dat wy it tariedingskredyt rame. Wy kinne dêrby dan allinnich mar hoopje dat de tekeners
net op dit kredyt wachte hawwe en dat hja al ris even oan'e gong west hawwe mei dizze saek. Hwat
de breedte fan de dyk oangiet moatte wy net ut it each forlieze dat dit de haeduntslutingswei is fan in
greate wenwyk hwer't frij folie forkear ek fan de Stedsautobustsjinst op komme sil mei de dêrby hear-
rende halteplakken foar de bussen. Ik tocht dus dat wy dy 7 meter mear as nedich hiene sil der ienige
trochstreaming wêze op dy dyk.
De heer Rijpma (weth.): Ik kan mij de zorg van de heer De Jong m.b.t. de kosten van het plan vol
ledig indenken. Er is een calculatie gemaakt. Op basis van die calculatie is aan het ministerie lokafie-
subsidie gevraagd. Deze weg wordt ontwikkeld binnen het financiële kader van de kosten die opgesomd
zijn in de aanvraag om lokatiesubsidieIk heb in de Commissie Grondbedrijf ook nader toegelicht hoe
de berekening van die calculatie is. Ik dacht dat de heer De Jong dit voorbereidingskrediet voor de
weg alleen maar kon toejuichen, want het betekent dat, naarmate de tekeningen vorderen, de exact
heid van de raming bij deze voorbereiding nauwgezetter wordt. Wanneer hier een weg ontworpen wordt
waar hier en daar ongelijkvloerse kruisingen, onderdoorgangen zijn dan betekent dat iets nieuws in de
ontwikkeling van een stadswijk. Dat brengt zijn kosten met zich mee. Hoe eerder wij weten welke con
sequenties dat mee brengt hoe eerder wij als dat nodig mocht zijn de zaak bij kunnen stellen.
De rijbreedte is behalve voor fiets- en voetpaden in het algemeen gedacht op 7 meter; het vent
verkeer wordt niet op afzonderlijke wegen geleid. Ik dacht dat wij bij die breedte van 7 meter moesten
bedenken dat hier autobusverkeer op zit, dat de bussen elkaar moeten passeren en dat op deze weg ook
verhuiswagens en ander vrachtverkeer zich moeten kunnen bewegen. Als wij deze weg smaller zouden
maken dan zouden wij op deze weg een stopverbod in moeten stellen want anders zou het betekenen
dat het verkeer bij stoppen of parkeren opgehouden wordt. Wanneer er snelheidsbeperkende maatrege
len moeten komen dan zullen wij het op een andere manier moeten doen dan door versmalling. Ik stel
u daarom wel voor geen bezwaar te maken tegen het ontwerpen van de weg met eèn rijbreedte van 7
meter.
De heer J. de Jong: Natuurlijk stem ik met de wethouder in dat wij verheugd mogen zijn dat wij
deze zaak kunnen ontwikkelen. Maar daar gaat het mij niet om. Het gaat er mij om dat u toezegt dat
wij een exacte begeleiding van de kosten krijgen bij de verdere ontwikkeling.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 13 (bijlage no. 335).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 14 (bijlage no. 342).
De heer Groenewoud: Bij het lanceren van dit voorstel op deze dag zult u misschien verondersteld
hebben dat de meeste aandacht op de dieren en vandaag ook uiteraard op de St. Jacobsstraat zou zijn
gericht en dat de bloemen zouden worden vergeten. Niets is echter minder waar, want mede namens
mijn fractie moet ik u zeggen dat wij moeite hebben met uw voorstel t.a.v. het verwijderen van de
25
rozenkrans. Gedurende 10 a 11 jaar hebben wij kunnen genieten van deze bloemenpracht langs de
rondweg en met "wij" doel ik tevens op de mensen uit andere gewesten die zeer positief reageerden op
de aankleding van onze rondweg. Het belangrijkste argument in uw raadsbrief, bezuinigen op de be
groting van de afdeling Plantsoenen van de D.S.O., spreekt mij persoonlijk ook wel aan; een vermin
dering van 75.000,per jaar is de moeite waard. Daar staat tegenover de door u voorgestelde in
vestering m.bit. het alternatief, heesters en bomen, van plm. 400.000, Dit zal de komende 5 jaar
toch nog een belasting vormen van 80.000,per jaar, als afschrijving dus. Wat de verdere cijfers
betreft neem ik aan dat uw informatiebron de meest juiste is geweest. Maar dan de concrete vraag:
Moet dit nu? Is het verwijderen van de rozenbeplanting de oplossing om tot een verdere bezuiniging
bij de afdeling Plantsoenen te komen? Velen - ik hoop in deze de meesten van de raad - zullen met
mij van mening zijn dat een zeer karakteristiek element van onze stad verloren zou moeten gaan als
uw voorstel aanvaard wordt. Door de kreet "nood breekt wet" te hanteren zou men met uw plan mee
kunnen gaan. Mijn fractie doet dat niet en wenst dat u deze zaak nog eens gaat bekijken en wel in die
zin dat het onderhoudswerk mogelijkerwijs in samenwerking met de Dienst Sociale Werkvoorziening
kan worden uitgevoerd. Het is mij daarbij overigens bekend dat meerdere steden met succes deze op
lossing hanteren. Vanuit deze visie wil ik u tenslotte een motie aanreiken die als volgt luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 4 oktober 1976, besluit agendapunt
14, bijlage 342, van de agenda af te voeren en over 3 weken opnieuw aan de orde te stellen; intussen
doet het college onderzoek naar mogelijkheden het onderhoud aan de rozenkrans goedkoper uit te voe
ren."
Deze motie is behalve door mij ondertekend door de heer Buising.
De heer J. de Jong: Monumenten jaar houdt in dat wij dit jaar ontzettend veel aandacht hebben be
steed aan alles wat in verval is. Nu krijgen wij hier dit stuk gepresenteerd. Natuurlijk moet er begrip
voor zijn dat het college op alle mogelijke manieren zoekt naar bezuinigingen. Is deze bezuiniging,
die een stuk presentatie betekent voor onze stad, juist? Wij zijn van mening - veel woorden wil ik er
niet aan besteden want de agenda is nog lang genoeg - dat wij hier niet in mee kunnen gaan. Een ver
zoek om een nader onderzoek als in de motie van de heer Groenewoud is vervat kunnen wij wel steu
nen, maar ik pleit voor het zoeken van bezuinigingen op een ander terrein. T.a.v. het stuk presentatie
dat hier aan de stad is gegeven zou ik willen zeggen: Laat het niet verdwijnen.
Mevr. Visser—van den Bos: Onze fractie heeft het toch ook wel erg moeilijk met dit voorstel. De
rozenkrans langs onze rondweg vinden wij een sieraad voor onze stad. De import-Leeuwarders - en
dat zijn er velen - laten aan hun gasten graag de rozenkrans zien en dan komen er vele bewonderende
opmerkingen. Voordat de voorgestelde nieuwe beplanting een sieraad voor onze stad zal zijn zal er ze
ker een aantal jaren moeten verlopen. Wij kunnen daarom op dit moment niet zo maar ja zeggen tegen
uw voorstel. Graag willen wij dat u op de eerste plaats laat onderzoeken of wij vanuit andere gemeen
ten - wij hebben n.l. van onze wethouder gehoord dat in onze gemeente geen d.s.w.-arbeiders voor
dit doel beschikbaar zouden zijn - niet de beschikking zouden kunnen krijgen over d.s.w .-arbeiders
die in onze stad in de gelegenheid gesteld kunnen worden hun dagen met zinvolle arbeid te vullen en
onze stad de rozenkrans te laten behouden. Dit betekent dat u het voorstel 3 weken zult moeten aan
houden. Inmiddels zullen een paar leden uit onze fractie zich over het beleidsplan 1977-1981 buigen
teneinde met hulp van uw ambtenaren te speuren naar posten waar de bezuiniging die toch zal moeten
plaats vinden kan worden gevonden.
De heer De Greef: De keuze tussen rozen en platanen is voor ons niet moeilijk. Als er gekozen
zou moeten worden dan kiest onze fractie de platanen. Dat is een afwijkend geluid, ook nu weer wij
ken wij af. Onze keuze wordt bepaald door de functie die de bomen zouden kunnen hebben in onze
stad, een functie die de rozen niet hebben. Rozen geven een mooi gezicht en mooie kleuren; het is
niet de esthetische functie die ons doet besluiten om, als dat nodig is, te kiezen voor bomen in plaats
van rozen, het gaat er om dat bomen en heesters ook een geluidisolerende functie hebben en ook een
functie hebben wat de spiegel van de weg betreft. Bomen zijn ook mooi, m.n. als ik aan platanen denk.
Wij zijn er niet tegen dat het college de motie van de P.v.d.A. overneemt om de zaak nog eens te be
kijken. Wat ons wel is opgevallen in de stukken, in het gemaakte bomenplan is dit. In het beleidsplan
is indicatief aangenomen dat het vervangen van rozen door bomen 75.000,bespaart; dat is niet
gebaseerd op een tijdberekening. Letterlijk staat er dan ook: "Het is ons als gevolg van het huidige
systeem van urenverantwoording bij de afdeling Plantsoenen van de Dienst Stadsontwikkeling niet mo
gelijk een.overzicht te geven van het aantal uren dat expliciet is besteed aan het onderhoud van de
rozenkrans." Mijn vraag is of het dan inderdaad wel 75.000,scheelt in het onderhoud. Ik weet