gevens beschikbaar van na 1973? U hebt betreffende de andere punten ook met aannames gewerkt, maar dat is onvermijdelijk en wij kunnen alleen maar zeggen "de tiid sil it leare". U komt dan op blz. 7 en blz. 8 tot een bepaalde behoefte aan nieuwe kantoorruimte, afgeleid van het aantal arbeidsplaatse-n van 6.800, waarbij u er van uitgaat dat 20 m2 vloeroppervlakte per werkne mer noodzakelijk is. Dit betekent omgerekend 136.000 m2 waarvan u zegt dat 52.000 m2 aan kantoren zal worden gerealiseerd o.a. door nieuwbouw in de binnenstad. Op blz. 9 staat onder 4b. dat op basis van vooronderstellingen ca 52.000 m2 bruto-vloeroppervlak aan kantoren zal worden gerealiseerd bin nen de stadsgrachten. U komt aan dit cijfer door de berekening op blz. 8. Als ik het goed begrijp zegt u daar dat minimaal 40% en maximaal 70% van de groei en de vervangingsbehoefte buiten de stads grachten zal worden gerealiseerd. Dat houdt dus in dat tussen 60% en 30% binnen de stadsgrachten zal moeten worden gerealiseerd. U gaat er tussenin zitten en komt zo op 52.000 m2. Ik heb mij afgevraagd hoe u aan deze ruimte voor kantoren binnen de stadsgrachten komt. Waar is dit op gebaseerd? Laat het structuurplan voor de binnenstad hiervoor zoveel ruimte? U schrijft op blz. 7 onderaan: "Het beleid van de gemeente op stedebouwkundig gebied zal deze percentages sterk kunnen beïnvloedenDat ben ik met u eens, maar past dat in het structuurplan voor de binnenstad? Ik kan dat niet bekijken. Heeft u dit berekend uit hoofde van de aanwijzingen tot gebruiksbestemmingen in het structuurplan? Dan zegt u in het midden van blz. 8 dat de gemiddelde vloerindex niet meer is gesteld op 1 1/4 maar op 1 Dat zou dus neerkomen op een lagere bouwhoogte. Waarom is deze index gewijzigd? Die was in de Commissie R.O. op 1 1/4 gesteld, staat er. U komt dan tenslotte op blz. 12 tot een inventarisatie van wat er op stapel staat en dan blijkt dat er nog 54.000 m2 aan kantooroppervlakte moet worden gerealiseerd buiten de stadsgrachten, een opper vlakte die, zoals blijkt uit de voetnoot op blz. 7, waarschijnlijk wel aan de heel ruime kant is, maar die inderdaad de mogelijkheid inhoudt dat een keuzemogelijkheid stimulerend kan werken voor de werkgelegenheid. Op blz. 13 komt u dan tot een overzicht van de mogelijke terreinen voor kantorenbouw. Wij zijn het hier in grote lijnen wel mee eens. Wat betreft de vloerindex op het Lijempfterrein van 2i - dit houdt dus in dat er vrij hoog gebouwd zal worden - willen wij opmerken dat er wel rekening gehouden moet worden met een gedeeltelijke woonbebouwing in het gebied Tulpenburg/Klanderij. U hebt met de opper vlakte van het Li jempfterrein de benodigde oppervlakte van 54.000 m2 reeds bereikt; u hebt daarmee dus eigenlijk al aan de behoefte voldaan. Alles wat verder zou worden gereserveerd voor kantorenbouw zou een keuzemogelijkheid scheppen. Een vloerindex van 2^ zal dus niet noodzakelijk zijn om de be nodigde capaciteit aan vloeroppervlakte te krijgen. U noemt dan de Tesselschadestraat, de Oude Vee markt, het station enz. Wij vragen ons wel af welke consequenties zo'n hele oost-west kantorenstrook zal hebben. Het zal zeer verkeersaantrekkend werken, er zal toch nog eens over gesproken moeten worden welke consequenties dit heeft, welke invloed dit gaat hebben op de omgeving en de aan- en afvoerwegen, eventuele sluiproutes e.d. U noemt ook nog als terreinen Camminghaburen en de Hemrik. Daar zouden deze verkeersproblemen veel minder spelen en daarom zou kantorenbouw daar zeer aan trekkelijk zijn. Als wij al deze terreinoppervlakten optellen, ook die voor minder omvangrijke kanto ren, is de planning toch wel zeer ruim. Wij vinden dat er verder overleg zou moeten zijn over de prio riteiten en dat wij dan een selectie zullen moeten toepassen. Wij vragen ons af of de overcapaciteit die deze nota aangeeft geen onnodige bestemming voor kantorenbouw legt op gebieden die dan niet voor iets anders kunnen worden benut. Wat de terreinen aan de toekomstige Oostergoweg en de Hollanderdijk betreft zouden wij de be slissing uit willen stellen. Gezien de beschikbare oppervlakte is er geen enkele noodzaak ons hier nu reeds over uit te spreken. De wijk Huizum-west komt binnenkort met een nota en wij zouden graag zien dat de gemeente intussen geen onderhandelingen aangaat over het bij de gemeente in eigendom zijnde gebied aan de Hollanderdijk. Wat betreft de kantoren aan de Oostergoweg in Huizum-Bornia, ook hier is de discussie nog in volle gang. Er liggen nu 5 plannetjes van de gemeente en ook hier willen wij de besl issing dus open houden. Dan kom ik nog even op de grondprijzen. Wij hebben al vaak aangedrongen op differentiatie van de grondprijzen en wij zijn blij dat u hier nu een aanzet toe geeft door de vloerindex aan de prijs te koppelen. Wij dachten dat nog andere factoren een rol zouden kunnen spelen, o.a. de meer of minder aantrekkelijke ligging. Wij stellen u voor hier nog eens met elkaar over te discussiëren in de Commis sie Grondbedrijf. Wij zijn het verder van harte eens met de punten op blz. 18 betreffende de kwalitatieve aspecten van kantoorvestigingen; deze zullen zwaar moeten wegen. Wij wensen de Welstandsadviescommissie veel wijsheid toe en verwachten dat zij de opmerkingen hier genoemd terdege meenemen in hun beoor deling. Uw conclusies en aanbevelingen op blz. 19 kunnen wij in grote lijnen wel onderschrijven. Bij 31 punt 3 merken wij nog op dat m.b.t. het gebied Tulpenburg/Klanderij in het structuurplan voor de bin nenstad ook aan woonbebouwing is gedacht. Vandaar ook de opmerking over de hoogte van de bebou wing van het Li jempfterreinVerder zijn wij wel gelukkig met de strekking van de-nota omdat ook aan de mogelijke stedebouwkundige gevolgen niet is voorbij gegaan. Als laatste heb ik nog een vraag. Wij ondersteunen punt 6 betreffende de koppeling van een bouw vergunning aan het aantal parkeerplaatsen. De opmerking over het instellen van een pankeerfonds is ons echter niet duidelijk. Zou de wethouder ons misschien uit kunnen leggen wat daarmee w6rdt bedoeld? De hear Miedema: Inkele opmerkingen ut namme fan myn fraksje oer de KantoarenotaIk bin bliid dat dy nota der is en dat wy der oer prate kinne. Der wurdt mei sifers oanjown hokker bihoefte der mis kien wêze sil. Wy wolle dat graech op dit momint, mei tank oan de opstellers, foar kennisjowing oan- nimme. Ik leau net dat it sin hat dêr op dit eagenblik in diskusje oer to bigjinnen. Yn de nota wurde forskil lende gebieten neamd en op inkele dêrfan wol ik even yngean. Hwat it gebiet oan de Hollanderdyk oanbilanget, ik leau dat wy dêrmei even wachtsje moatte oant de bisprek- kingen en de ynspraekproseduere yn dat gebiet öfroun binne. Ik leau dat wy dêr nou net in bisIut oer ni.mme moatte. Dan it gebiet yn de Himrik. Yn de nota stiet dat it meast noardlike diel fan de 50 ha yndustrygebiet dy't wy sapas „bouryp makke hawwe" oanwezen wurdt foar kantoarfêstigingen. Dêr hat us fraksje dochs wol bitinkingen tsjin. Wy binne fan miening dat dizze 50 ha perfoarst reservearre bliuwe moat foar yndustryfêstiging, ek al omt der in mooglikheit foar is spoorlijn nei dit gebiet oanwêzich is. Wy leauwe net dat it sin hat dêr in part of to nimmen foar kantoarfêstigingen. Wy hawwe op himsels gjin biswieren tsjin kantoarfêstiging yn de Himrik mar wy miene dat dat net op dat plak barre moat. Hwat üs bisunder ynteressearret is hwat der daliks to réalisearjen is en dat is yn wêzen de 1 ,8 ha fan it Lijempf- gebiet en de Aide Fémerk. Hwat us fraksje oangiet, wy soene it tige op priis stelle dat foar beide gebie ten of foar ien fan dy gebieten in ötwurke plan klear makke wurdt sadat, as der him in mooglikheit foar- docht in fêstiging fan ienige ymportansje to kri jennet mear al les bisjoen hoecht to wurdenmar dat der sein wurde kin: Hjir lizze de plannen, dit binne de bitingsten, jimme kinne hwat us oangiet flot starte. Ik leau dat dat in goed bilied wêze soe. As jo oer ft Lijempf-gebiet en de Aide Fémerk prate dan prate jo, tocht ik, oer greate, wichtige fêstigingen, mar sjoen de untjowingen yn dizze stêd is der ek in reéle bihoefte - it giet dan om kantoaren dy't ut de binnenstêd geane yn forban mei parkearproblemen ensfh. en ek om kantoaren fan buten Ljouwert dy't harren yn Ljouwert fêstigje wolle - oan romte foar it fêstig- jen fan lyfse kantoaren. It is my net bikend hoefolle mooglikheden wy binnen de bisteande bibouwing hjir en dêr noch hawwe; wy binne yn it Grounbidriuw nou al twa jier dwaende it léste plakje to forkeap- jen mar altyd is der noch wer in nij léste plakje. Wy binne der wol nijsgjirrich nei hwannear't dat op- haldt en hwat der noch is. Wy soene it yn dit ramt dochs tige op priis stelle dat ek it gebiet lans de Eastergowei hwat de proseduere oangiet safier brocht wurdt dat dêr ek in mooglikheit is foar de fêsti ging fan iytse kantoaren. Koartsein, us fraksje is bliid mei dizze nota, mar wy binne wol fan miening dat it gemeentebistjur safier komme moat dat der foar eltse kantoarfêstiging great of lyts "a la minute" in mooglikheit is en dan ek in keuzemooglikheit. Wy tinke dêrby dan binammen oan it Li jempf-gebiet, de Aide Fémerk en it gebiet lans de Eastergowei. As it kolleezje dat oernimme kin, dat fariede kin en de plannen safier klear meitsje kin dat wy sizze kinne tsjin eltse gadingmakker: Wy hawwe keuzemooglikheden, jimme hoege net to wachtsjen op alderhanne yngewikkelde prosedueres, hjir lizze de kaerten, dat en dat bin ne de mooglikheden, dat kostet it, dan tocht ik dat wy in bilied fiere koenen hwermei wy Ljouwert forkeapje kinne. De heer De Beer: Wat de cijfermatige opstelling in de nota betreft hebben wij er begrip voor dat de samenstellers van deze nota vanuit bekende gegevens van de laatste 10 jaar getracht hebben de toe komst zo reëel mogelijk te benaderen; dit geldt uiteraard ook voor de gehanteerde percentages. Wat het aantal m2 vloeroppervlak per werknemer betreft zijn wij het eens met de 20 m2 die door de samen stellers als gemiddelde is genomen. De gemiddelde jaarlijkse groei van plm. 400 arbeidsplaatsen is een uitkomst waarvan wij alleen maar hopen dat hij in de toekomst werkelijkheid gaat worden. Rekening houdende met datgene wat ik reeds gezegd heb is de conclusie: 6.800 arbeidsplaatsen voor de komende 10 jaar acceptabel en 136.000 m2 nieuwe kantoorruimte een gevolg van het accepteren van deze gege vens, te meer daar de samenstellers duidelijk stellen dat de uitkomsten alleen maar een indicatie zijn. Wat de gebieden betreft die genoemd worden als terreinen waarop grote kantorencomplexen kunnen verrijzen - dat zijn dus Huizum-Sixma, de Oude Veemarkt en het gebied tussen de Tesselschadestraat en de Harlingertrekweg - kan gezegd worden dat ze allemaal gunstig liggen t.o.v. het stadscentrum, gunstig liggen t.o.v. het openbaar vervoer en ook gemakkelijk bereikbaar zijn voor particulier vervoer. Wij zijn het met de samenstellers eens dat vooral voor het gebied van de Oude Veemarkt een gemengde

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 17