13. Aanwijzing Snakkerburen als rehabilitatiegebied (bijlage no. 335). 14. Bomenplan voor de ringweg (bijlage no. 342). 15. Aanleg van een wandelpad en bouw van twee houten bruggetjes te Goutum (bijlage no. 340). 16. Aanleggen hoofdriool en voet- en fietspad tussen de Canadezenlaan en het Vrijheidsplein (bijlage no. 339). 17. Kantorennota (bijlage no. 331). 18. Schetsontwerp voor een bestemmingsplan voor het gebied Tesselschadestraat (bijlage no. 325). 19. Preadvies inzake brief van de heer P. Aarnout d.d. 8 augustus 1976 betreffende een voorstel tot binnenisolatie van woningen aan de Valeriusstraat e.o. (bijlage no. 327). 20. Subsidiëring van een aantal stadsvernieuwingsactiviteiten in 1976 (bijlage no. 337). 21 Vaststelling van een verordening, regelende het vervoer van personen met taxi's (bijlage no. 341), 22. Uitbreiding aandelenkapitaal van de N.V. Stadsherstel Leeuwarden (bijlage no. 334). 23. Gemeentelijke herindeling (bijlage no. 347). 24. Nota inzake de territoriale begrenzing en de taakstelling van de samenwerkingsverbanden in Friesland (bijlage no. 348). 25. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Woningbedrijf en de Dienst Stadsontwikkeling voor het dienstjaar 1976 (bijlage no. 345). 26. Eervol ontslag mr. W.A.A. Aarts, directeur Gemeentelijke Sociale Dienst (bijlage no. 328). De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering van de raad. Ik stel voor dat wij meteen met onze werkzaamheden beginnen. Punt 1. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 2. De heer Reumer (secr.): De heer Ten Hoeve heeft meegedeeld dat hij vanavond niet aanwezig kan zijn. De Voorzitter: Ik zou voor de goede orde nog de volgende mededeling willen doen. Er zijn de laatste tijd 3 wijzigin'gen opgetreden in het Seniorenconvent. De heer Buising is de heer Ten Hoeve opgevolgd als fractievoorzitter van de P.v.d.A., de heer Miedema is de heer De Leeuw opgevolgd als fractievoorzitter van het C.D.A. en de heer J. de Jong is de heer Schaafsma opgevolgd als fractie voorzitter van de V.V.D. Rondgezonden mededelingen. Sub A t.e.m. C. De berichten en het rapport worden voor kennisgeving aangenomen. Sub D. De verzoeken worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies. 3 Sub E en F. De brieven worden voor kennisgeving aangenomen. Sub G. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub H. De heer De Greef: Ik geloof dat des poedels kern niet in de beantwoording die het college voor- s'telt naar voren gehaald wedt. Zoais ik uit de brief en ook uit gesprekken met de bewoners zelf begre pen heb bestaat er een vrij grote bezorgdheid over de toekomst van dat complex woningen, een be zorgdheid die kennelijk in de voorbereiding zoals die in de projectorganisatie functioneert niet goed uit de weg is geruimd. Wat is het probleem? Het complex is eigendom van één man. Er wordt over ge sproken dat complex af te breken. De bewoners hebben in het verleden zelf vrij veel geïnvesteerd in dat complex en zij vragen zich nu af wat de gemeente eigenlijk van plan is. Gaat de gemeente het complex in zijn geheel aankopen (dat zou natuurlijk aantrekkelijk zijn voor de eigenaar) of komt er iets anders uit de bus? Door de wijze waarop informatie is gegeven en de bewoners de gelegenheid is gegeven om duidelijk te maken wat zij willen is het probleem niet verdwenen maar eerder versterkt. Nog steeds bestaat het gerucht dat een deel van de straat wordt afgebroken en de bewoners willen nu het nog kan invloed hebben op het beleid dat gevoerd zal worden, op de beslissing die genomen zal worden. De vraag is dan ook of er bij de voorbereiding van de plannen voor dit gebied een goed over leg is geweest met de bewoners en of er mogelijkheden zijn geweest voor de bewoners om met het ge meentebestuur rechtstreeks te overleggen wat de haalbaarheid is voor deze groep mensen om zich in de toekomst een pand te verwerven; het zijn juist groepen bewoners die zich niet kunnen veroorloven een dure nieuwbouwwoning te kopen of in huurwoningen te gaan wonen die nog vrij kostbaar zijn. De vraag van onze kant is welk beleid de gemeente hierbij gaat voeren. Zal er, zoals gevraagd is, overleg ge voerd worden met de bewoners? Kan op korte termijn duidelijk zijn wat de gemeente van plan is? De heer Rijpma (weth.): Ik begrijp de vragen van de heer De Greef niet. Als hij vraagt: Wat is de gemeente van plan t.a.v. het te voeren beleid?, dan zou ik haast vragen: Welke invloed is de heer De Greef van plan om op dat beleid te gaan uitoefenen? Zoals de heer De Greef ongetwijfeld weet maakt hij deel uit van datgene wat "de gemeente" is. De gemeente heeft nog geen standpunt want de raad heeft nog geen standpunt bepaald. Wat er op het ogenblik gebeurt is een inventarisatie van het gebied. Die inventarisatie wordt gemaakt in overleg met de bewoners. Er zijn allerlei vormen van inspraak ont staan, via organisaties die er waren en via organisaties die in verband hiermee zijn ontstaan. Er zijn allerlei wijkbijeenkomsten geweest, er zijn allerlei discussiemodellen ter sprake geweest. Tweemaal is er een officiële hoorzitting geweest voor het hele gebied. Dat is inbegrepen in de normale procedure die voor een wijk in ontwikkeling wordt gevolgd. Dat sommige mensen zich daarbij afvragen wat er met hun omgeving of met hun woning gebeuren zal is gewoon inherent aan het feit dat de plannenmake rij in het openbaar in samenwerking met allen plaats vindt. Welnu, het rapport zal binnenkort afge rond worden - het is al in een verregaande staat van afronding - en zal dan b. en w. bereiken die het dan via de normale procedure aan de gemeenteraad ter beoordeling zullen aanbieden. Op het moment dat de gemeenteraad beslist heeft is het ook zinvol voor het dagelijks bestuur om met de betrokkenen van gedachten te gaan wisselen. Dat houdt natuurlijk niet in dat, als betrokkenen een keer met de wet houder en eventueel een aantal van diens medewerkers van gedachten willen wisselen, dat bij voor baat onmogelijk is. Ik moet zeggen, daar is vanuit die wijk op bepaalde wijze ook gebruik van ge maakt. Dat kan natuurlijk ook door de bewoners van de Simon de Vliegerstraat, maar de wethouder kan hen dan op dat moment niet op de hoogte stellen van het beleid, want dat beleid maakt u. De heer De Greef: Ik zou toch nog wel een opmerking willen maken. (De Voorzitter: De wethouder was anders, dacht ik, wel duidelijk.) Ja, hij was wel duidelijk, maar als ik over beleid spreek dan bedoel ik daar ook de beleidsvoorbereiding mee. De raad is niet rechtstreeks betrokken bij de beleids voorbereiding. Er worden volgens een bepaalde procedure plannen ontwikkeld. U spreekt over de hoor zittingen. Wat mij opvalt is dat hoorzittingen die een bepaalde functie hebben telkens leiden tot brie ven aan de raad waarin gevraagd wordt: Hoe zit het nu eigenlijk; wij worden in opperste verwarring gebracht. Ik denk dat dat ook een proces is dat moet worden ingezien als wij het in de openbaarheid brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 3