38
Punt 35 (bijlage no. 377).
De heer Meijerhof: Namens mijn fractie wil ik zeggen dat wij akkoord gaan met deze aanmelding.
Dit met name om de redenen zoals die zijn genoemd op bladzijde 2 onder de letters b en c. Bij hetgeen
wordt vermeld onder letter d - een tegemoetkoming in de kosten van 50.000,moet ik persoon
lijk een kanttekening zetten. Ik verwacht dat de meerkosten, als wij al worden uitverkoren om in deze
proeftuin mee te draaien, de 50.000,weieens zouden kunnen overschrijden. Dit is dus geen reden
om daaraan mee te doen.
Ook hierbij is dus in feite een noodprocedure gevolgd, omdat een van de voorwaarden voor aan
melding is dat het particulier initiatief wordt geraadpleegd. Ook nu is het wat dat betreft kort dag,
want voor 1 november moet een besluit worden genomen. Nu bleek in de bijeenkomst op 28 september,
waarbij diverse instellingen waren uitgenodigd, dat enig misverstand was ontstaan over de z.g. Olde-
hove-nota. Men meende namelijk dat deze nota op dat moment definitief zou worden vastgesteld. Uit
het verslag van die bijeenkomst blijkt dat dit niet het geval was en dat de hele zaak toen ook is recht
gezet. Slechts 30% van de uitgenodigden was op de bijeenkomst aanwezig. Daarom zou ik u willen
verzoeken om tegelijk met de verzending van het verslag, waarvan is toegezegd dat het naar de ver
schillende instellingen wordt gezonden, er nog eens nadrukkelijk op te wijzen dat de procedure met
betrekking tot de reacties op de OIdehove-nota gewoon doorgaat.
Mevrouw De Jong: Ik vind de voorwaarde om een inspraakronde met betrokkenen te voeren en de
wel erg korte tijd die de gemeente daarvoor gelaten werd met elkaar in tegenspraak en niet in over
eenstemming met de democratische doelstellingen die het bewuste ontwikkelingsproject beoogt. Mijn
complimenten aan het college dat het ondanks de tijdnood toch nog een soort inspraakronde wist te
improviseren. Ik stem van harte in met de aanmelding voor deelname, omdat het ons in de gelegenheid
stelt bij aanwijzing als proefgebied praktijkervaring op te doen bij het functioneren van gedecentra
liseerd welzijnsbeleid.
De heer De Pree (weth.): Ik kan kort zijn. Ik ben erg blij met de woorden van mevrouw De Jong,
want dit was weer haastwerk. Wij hadden daar echter geen enkele schuld aan, het werd ons opgedron
gen dcor de korte termijn die wij hadden om tot een definitieve aanmelding te komen.
Een opmerking dient wel gemaakt te worden naar aanleiding van hetgeen de heer Meijerhof heeft
gezegd over het raadplegen van de instellingen. Slechts een klein aantal kon op genoemde bijeen
komst aanwezig zijn, dat was begrijpelijk gezien de korte termijn van voorbereiding. Wel weten alle
instellingen ervan af. Een aantal instellingen heeft gereageerd. Wat betreft de instellingen die niet
hebben gereageerd zal misschien moeten worden gezegd dat zij het ermee eens zullen zijn dat wij de
aanvraag doen. Er was een misverstand bij de instellingen - ik dacht echter dat het misverstand was
opgeheven - alsof het zo zou zijn dat deze aanmelding van Leeuwarden als ontwikkelingsproject be
tekende dat daarmee de O Idehove-nota die nog ter discussie staat al vastgesteld zou zijn. Dit is ech
ter niet waar. In de raadsbrief staat ook heel duidelijk dat de O Idehove-nota nog in discussie komt.
Voor 1 november kan iedereen reageren en daarna komen de discussies wel los. Niemand slikt de Ol-
dehove-nota ongezien of onbecommentarieerd door voor aanmelding te zijn voor deelname aan dit
ontwikke lingsproject.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 36 en 37 (bijlagen nos393 en 397).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 38 (bijlage no. 374).
De Voorzitter: In het midden van de eerste pagina van de raadsbrief staat: "in verband daarmede
dient in artikel 20, lid 1,enz." Dat "artikel 20" dient te zijn "het ontwerp".
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gecorrigeerde voorstel
van b. en w.
Punt 39 (bijlage no. 365).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
39
Punt 40 (bijlage no. 399).
Gemeentebegroting.
De Voorzitter: Op pagina 5, punt 8 van de gemeentebegroting, zal het daar vermelde krediet
met 135.000,moeten worden verhoogd, als gevolg van hetgeen u bij een eerder agendapunt hebt
besloten.
De heer Knol: Een opmerking bij punt 2 van de gemeentebegroting, onderzoek forma Idehydecon-
centratie in woningen in Aldlan-oost.
Er wordt een aanvullend krediet gevraagd in verband met de tweede meting die moet plaatsvinden.
Dit gebeurt enigszins stilletjes - "op kousevoetjes" - via een wijziging van de gemeentebegroting.
Met betrekking tot dit probleem liggen er nog een groot aantal vragen die nog steeds niet beantwoord
zijn. Er moet nog altijd een preadvies worden beantwoord over enkele brieven die bewoners al in april
hebben ingestuurd. Er moet nog iets geregeld worden met betrekking tot een eventuele verhuiskosten
regeling indien op medische gronden tot verhuizing wordt geadviseerd. Een groot vraagteken vormt
nog de informatie naar de wijk toe en zo is er nog een heel stel vragen te noemen. Het accent komt
bij mijn fractie echter wel te liggen op de informatie naar de raad toe middels het preadvies en op de
informatie naar de wijk toe. Ik heb de indruk dat de wijk in grote onzekerheid leeft ten aanzien van
wat er allemaal gaat gebeuren en van wat er al heeft plaatsgevonden. Ik wilde graag op deze twee
punten enige concrete toezeggingen van het college. Wat gaat er gebeuren en hoe gaat dat gebeuren?
De heer De Pree (weth.): Aan de forma Idehyde-problematiek zitten twee kanten. Beide kanten
zijn door de heer Knol reeds aangeroerd. De ene kant is meer formeel, nl. de informatie naar de raad
maar vooral ook naar de betrokken bewoners toe. Verder is er dan de zaak zelf. De heer Knol heeft
daar een paar punten van genoemd, zoals o.a. de verhuiskosten. Ik wil graag over beide aspecten een
paar opmerkingen maken, in de hoop daarmee de gestelde vragen beantwoord te hebben.
Het is inderdaad lang geleden dat de brieven aan de raad zijn geschreven. Deze brieven zijn toen
in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Tussentijds hebben de briefschrijvers een reactie gekre
gen, omdat een en ander te lang ging duren. Verder ligt het in de bedoeling - dit weer ter informatie
aan de bewoners - om in de eerstkomende aflevering van Aan de Grote Klok die informatie te geven
die er op het ogenblik is. Als wij vanavond dit punt wat vroeger hadden kunnen behandelen en als de
persmensen nog aanwezig waren geweest, dan zou het feit dat dit punt vanavond aan de orde was ge
komen ook al weer informatie betekenen.
Nu echter de inhoudelijke kant. Op 13 maart heeft de raad 30.000,beschikbaar gesteld voor
het verrichten van een aantal metingen in een paar woningen in Aldlan. Deze metingen zijn verricht,
de uitkomst daarvan wees uit dat het gehalte aan formaldehyde hoger was dan wat intussen bekend
was geworden als de norm die het rijk op het ogenblik hanteert als maximaal toelaatbare grens, nl.
120 microgram per kubieke meter. Er zijn toen als proef vier woningen geverfd met een verf v/aarvan
kon worden aangenomen dat daarmee het vrijkomen van dit gas verminderd zou kunnen worden. Eén
woning is ingrijpender behandeld door de spaanplaten voor zover mogelijk te vervangen door gipspla
ten. Dit is allemaal gebeurd in de week van 7 tot 11 augustus. Daarna was een nieuwe meting nood
zakelijk om er achter te komen of deze maatregelen al dan niet effectief waren. Vandaar het verzoek
om dit krediet beschikbaar te stellen. Pas daarna is er enige duidelijkheid over de vraag of wij met
deze behandeling op de goede weg zijn. Intussen is er een medisch onderzoek gepleegd door de G.G.D.
in samenwerking met de rijksuniversiteit in Groningen onder bewoners van woningen in Aldlan. Dit
is een medisch onderzoek geweest naar de relatie tussen de concentratie formaldehyde en de medische
gevolgen, met name naar de klachten die optraden. Er is een enquête gehouden met een respons van
40%. Het rapport is in zoverre klaar dat allerlei gedetailleerde gegevens nog uit de computer moeten
rollen. Het deel van het rapport dat ik heb ingezien, leidt mij ertoe om te zeggen dat het inderdaad
aannemelijk lijkt - ik zeg dit echter met het nodige voorbehoud omdat nog niet alle gegevens beschik
baar zijn - dat er een correlatie bestaat tussen de gemeten hoeveelheid formaldehyde en de aard en
de intensiteit van de klachten. Dit gaat evenwel niet in elke onderzochte woning op. Ik zeg dat er
meteen bij, want ook dat bleek al weer uit het rapport. Er zijn zoveel variabelen in zo'n onderzoek
dat het meer tijd vergt om nauwgezette conclusies te trekken.
Voorts is mij één geval bekend van iemand voor wie het medisch onverantwoord zou zijn om in een
woning met een dergelijke concentratie aan formaIdehydegas te blijven wonen. Het is duidelijk dat
er geen enkele regeling in het kader van de volkshuisvesting bestaat in de zin van een verhuiskosten
vergoeding. Wel is er een Beschikking geldelijke steun huisvesting gehandicapten. Het klinkt misschien
L,