De heer Buising: Het lijkt mij dat het college op deze manier bij voorbaat de kans loopt dat de onderhandelingen met de inspectie moeilijker worden. De Voorzitter: De wethouder zegt dat wij dit gaan bestuderen, waarna wij ermee in de raad ko men. Als u zegt dat wij dit niet moeten veranderen, dan zouden wij dat in feite ook niet moeten be studeren. Er wordt geen uitspraak gedaan in die zin dat de beide scholen er moeten komen. De logica van de discussie is dat u besluit tot de stichting van een schoolgebouw. Elk raadslid - dus ook uw hele fractie - behoudt zich elke vrijheid voor om straks, wanneer het plan volledig is uitgewerkt, te zeg gen: Nee, er moet maar één school komen en niet twee scholen. U machtigt ons nu alleen maar om studie te verrichten naar een openbare basisschoolIk begrijp echt waar niet waarom u daar plotseling bezwaar tegen maakt. Als u de uitspraak zou doen dat beide scholen er moeten komen, dan begreep ik het volledig. De wethouder zegt dat er vandaag gesprekken zijn gevoerd, er wordt dus in die richting gedacht. Wanneer u er om welke reden ook - b.v. de massa wordt ons te groot - bezwaar tegen hebt om op deze plaats een grote school neer te zetten, dan zegt u gewoon dat u die er niet wilt hebben. U doet daarmee geen enkele uitspraak naar aanleiding van deze discussie over het soort gebouw dat er komt. Daar moet een nader voorstel over komen. Ik vind dat de logica van het standpunt dat de wethouder namens het college verdedigt vereist dat de uitdrukking "een schoolgebouw" wordt gebruikt. Dan behoudt u alle vrijheid, het is uw recht om te zeggen dat u dat niet aanvaardt. (De heer Ten Hoeve: U hebt mijn argumenten gehoord.) Ja, ik vraag dus om de uitdrukking "een openbare basisschool" te ver anderen in "een schoolgebouw" en om het woord "verpleeghuis" tweemaal in het besluit te schrappen. De hear Miedema: Nou't yn it riedsbrief düdlik it protestansk-kristlik underwiis neamd wurdt, nou't de wethalder hjoed bisprekken fierd hat en hy yn de twadde ynstansje düdlik ütlein hat hwat dy ynhdl- den en nou't fanüt de ried gjin biswieren tsjin dy motivaesje kommen binne, untgiet it my hielendal hoe't de hear Ten Hoeve, sunder syn fraksje der yn to kennen, him forsette kin tsjin in foroaring fan it bislüt. As it dan wier oan it oerliz yn de fraksje leit, litte wy dan de stimming oer dit punt nei de pauze plak fine litte. De fraksje fan de P.v.d.A. kin der dan efkes oer prate, sa swierwichtich is dit probleem net. Wy krije alles werom yn de ried. Dit jowt allinne de optimale romte oan it kolleezje om dit to undersykjen. Sjoen de motivaesje fan de wethalder, haw ik der dochs in hiel protte muoite mei om bigripe to kinnen dat de P.v.d.A. hjirop tsjin is. Dan leau ik net dat it üt saeklike oerwegings giet, mar dat hja mear bisykje om de foarm fan underwiis De Voorzitter: Wil de P.v.d.A. hier in de pauze nog even over praten? Ja? Goed, dan komt de stemming over dit punt na de pauze. Dat vind ik redelijk, omdat dit een element is dat niet was voor zien Punt 16 (bijlage no. 398). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 17 (bijlagen nos. 353 en 353a). De Voorzitter: Dit punt is in de vorige raad aangehouden, omdat er toen bezwaren waren inge diend waarop wij niet tijdig een reactie konden geven. Er is nu wel gereageerd op deze bezwaren, zoals in bijlage 353a te lezen valt. Beide stukken zijn dus aan de orde. Dit betekent dat het besluit dat de vorige keer bij de raadsbrief was gevoegd is vervangen door het besluit dat nu bij de nieuwe raadsbrief is gevoegd. De heer Van der Wal: Mijn fractie heeft het nogal moeilijk met deze plannen. U zult zich her inneren dat ik in een vorige raadszitting nogal principiële bezwaren had tegen het inrichten van dit deelplan, nl. tegen een zo eenzijdige bestemming van het gebied dat nu Haven-Noord heet. Wij hebben destijds een motie ingediend met het doel om een gelijkmatige verdeling van de woningsec toren over de wijken tot stand te doen brengen en om in ieder geval te voorkomen dat zich een buurt als Haven-Noord zou ontwikkelen. Ik heb dit destijds uitvoerig gemotiveerd en ik kan dus volstaan met een verwijzing naar die motivering. Dit heeft tot consequentie dat wij het eigenlijk eens zijn met het bezwaar dat de heer Van der Zijl onder punt 11 noemt; het komt op hetzelfde neer. De raad heeft de motie, ondanks het feit dat die een naar ik meen sociale motie werd genoemd, afgestemd. Ik moet constateren dat dit ontwerp-uitwerkingsplan een goede uitwerking is van het globaal bestem mingsplan. Het neemt echter niet weg dat deze fractie geacht wil worden tegen punt lib, het ontwerp- 13 uitwerkingsplan Camminghaburen Haven-Noord, van het besluit te hebben gestemd. Dit vloeit voort uit onze eerdere stellingname en ook uit hetgeen wij namens P.A.L. in de verkiezingsstrijd naar voren hebben gebracht. Dan heb ik nog enkele punten die op de inhoud ingaan. Ik kan mij herinneren dat destijds in een publikatie van de gemeente over Camminghaburen ook werd gesproken over de mogelijkheden die er in Camminghaburen zouden komen met betrekking tot bijzondere woonvormen. Er hangen affiches in de stad dat er een initiatief is om tot zo'n bijzondere woonvorm te komen. Het gaat daarbij om zeven woningen in één gebouw met gemeenschappelijke voorzieningen. Nu is gebleken dat zowel in deel plan I als in deelplan II en waarschijnlijk ook in deelplan III deze bijzondere woonvormen eigenlijk niet in te passen zijn. Ik heb zowel bij dit bestemmingplan Haven-Noord als bij deelplan II de ver schillende bestemmingen erop nagelezen. Daarbij blijkt dat, wanneer wij dit voorstel gaan vaststel len, deze bijzondere woonvormen niet in dit bestemmingsplan passen, hoewel er initiatieven zijn ontplooid. Mijn vraag aan het college is dan: Is het college, zoals destijds is aangekondigd, er nog steeds voor dat deze woonvormen ook een kans moeten krijgen in Camminghaburen? Hoe denkt het college dit binnen het kader van deelplan II alsnog mogelijk te maken? Is daar nog weer een wijzi ging voor nodig? In dat geval zou ik zeggen dat wij beter drie weken kunnen wachten met dit plan, opdat dit soort plannen via een wijzigingsbevoegdheid van b. en w. alsnog mogelijk zijn. Indien het college hier tegen is, hoe denkt het college dit soort woonvormen dan toch een kans te kunnen geven in de eerste fase van Camminghaburen? Dan staat er in de toelichting op het globaal bestemmingsplan dat ongeveer 10% van het aantal woningen bestemd zou moeten zijn voor een- en tweepersoonshuishoudingen voor de leeftijdscatego rieën tot 65 jaar; dit exclusief de bejaardenwoningen. Ik heb in de deelplannen naar deze 10% ge zocht, ik heb die niet kunnen vinden. In zoverre voldoet het uitwerkingsplan niet aan het globaal bestemmingsplan zoals dat door de raad is vastgesteld, met daarbij een toelichting. Waarom zijn deze categorieën woningen niet in de uitwerkingsplannen opgenomen? Ik heb die tenminste niet kunnen vinden. Wanneer en waar worden deze categorieën geprojecteerd? Tien procent van het totaal van 4.000 woningen is natuurlijk niet niks. Waar zullen deze woningen gerealiseerd worden? Verder heb ik destijds bij de behandeling van het globaal bestemmingsplan Camminghaburen twee moties ingediend. De ene motie ging over het medebeslissingsrecht van de toekomstige bewoners. Ik heb in die motie b. en w. uitgenodigd om met een opzet te komen voor de manier waarop de in spraak voor de toekomstige bewoners gerealiseerd kan worden. Het college adviseerde om tegen deze motie te stemmen en de meerderheid van de raad heeft dit ook gedaan. De motivering die het college daarbij gaf, was dat het een en ander nog in een te vroeg stadium verkeerde en dat b. en w., wanneer men in een meer concreet stadium kwam, wel met voorstellen in die richting zouden komen. Onder punt 4 van de bezwaren die de heer Van der Zijl heeft ingediend, schrijft het college wat betreft het woonerfkarakter dat er overleg met de bewoners zal plaatsvinden. Met betrekking tot dit puntje is er blijkbaar wel overleg gepland, alleen, er zijn natuurlijk nog veel meer punten dan alleen de woonerven die bij het inrichten van Camminghaburen aan de orde komen. Tijdens een excursie van de Commissie voor het Grondbedrijf hebben wij ook kunnen vernemen dat bij voorbeeld in Utrecht heel serieuze pogingen in de richting van het geven van inspraak worden gedaan. Het lijkt alsof dit effect sorteert, wanneer bewoners in een vroegtijdig stadium bij de bouw worden betrokken. Mijn vraag is: Hoe denkt het college deze inspraak nog te regelen? Indien ik geen antwoord op deze vraag krijg, zal ik zeker bij de aanstaande behandeling van de begroting hierop terugkomen. Het is name lijk een meer algemeen probleem, terwijl het hier alleen om deelplannen gaat. Wanneer de heer Van der Zijl zegt dat de inspraak van de bewoners niet is geregeld, dan zijn wij het met een dergelijke uitspraak eens. Dan de kwestie van de beeldende kunstenaars. Destijds heb ik in een motie gevraagd om een vroegtijdige inschakeling van beeldende kunstenaars. Van het college kwam dezelfde motivering als bij de motie waar ik zojuist van sprak: dit was in dit stadium nog niet nodig c.q. mogelijk. Men zou er later op terugkomen. Ik heb op de diverse afdelingen eens terloops geïnformeerd, maar alle betrok ken ambtenaren keken of zij het in Keulen hoorden donderen. Van de toezegging van de zijde van het college dat dit punt duidelijk aangepakt zou gaan worden en in een later stadium ook ingevuld zou worden is, naar ik vrees, niets terecht gekomen. Nu wij in een veel concreter stadium zitten, is mijn vraag: Wanneer denkt het college uitvoering aan deze toezegging aan de raad te geven? Resumerend, wij steunen het bezwaar van de heer Van der Zijl onder punt 11 van de raadsbrief. Verder steunen wij ook punt 4, voor de rest zijn wij het met het standpunt van het college eens. Mijn fractie wil geacht worden tegen onderdeel lib van het besluit te hebben gestemd. De heer Rijpma (weth.): De heer Van der Wal heeft zelf al geconstateerd dat de uitwerking van het gebied Haven-Noord niet geheel conform het globale bestemmingsplan is. Wat dat betreft is zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 7