X7V
gebruiken voor de spelevarende jeugd, terwijl toch het hele gebied grenst aan een vaarwa ei ,/aar,
gezien de hoogte van de brug over het Ouddeel, bescheiden watersportboten kunnen komen maar dat
toch een verbinding met de Grote Wielen en via het Van Harinxmakanaal met het watersportgebied
van Friesland heeft. Het zou dus een bijzonder positief punt zijn als het water in de wijk - ik bedoel
dan de grote waterpartijen - bevaarbaar werden voor wat grotere schepen - ik denk dan aan een diep
gang van 80 a 90 cm - die dan door middel van een sluisje in het Ouddeel terecht zouden kunnen ko
men en dan van daaruit verder het watersportgebied in. Wij hebben dit al eerder voorgesteld en daar is
een reactie op gekomen van de dienst. Er wordt o.m. gezegd: "Op plaatsen waar thans in de vijvers
met dammen en duikers kan worden volstaan zouden dan bruggen over de vijvers moeten worden ge
maakt." Nu dacht ik juist dat wij de bruggen die wij over de vijvers hebben gemaakt op een behoor
lijke hoogte hebben gebracht, in ieder geval zo hoog dat je er onderdoor kunt schaatsen; die uitdruk
king is tenminste gebruikt. Ik weet niet precies hoe hoog ze gepland staan, maar wel vrij hoog. Dat
valt dus mee. Het is ook niet de bedoeling dat je dan overal met je boot kunt komen, maar toch wel
op die grote waterpartijen. Dan wordt er nog gewezen op het gevaar dat, als je de waterpartijen die
per maakt dan 90 cm, je kans loopt van het openbarsten van de bodem; dat schijnt iets met de grond
mechanica te maken te hebben. Die kans is er, maar ik kan mij nauwelijks voorstellen - ik kan dat
natuurlijk niet helemaal beoordelen - dat dat op de tientallen centimeters waar wij hier over praten
zo'n groot effect zou hebben. Bovendien staat verderop: Bij waterdiepten kleiner dan 1 ,25 meter heb
je een aangroei van de bodem van 5 d 10 cm. Bij een 90 cm diepte zou je dan dus ook om de 9 jaar
moeten gaan baggeren; dat zou op zich al pleiten voor het iets dieper maken van die vaarten, laten
w'i zeggen I ,25 meter diep. Dan het punt dat het een zelfbedieningssluisje zou moeten worden; een
bedieningsman er bij te zetten zou te duur worden, tenzij het via de D.S.W. te regelen valt, maar
daar mogen wij niet van uitgaan heb ik begrepen, hoewel onze pontvaarder wel bij de D.S.W. in dienst
is voor zover ik weet. Ik heb bij Prov. Waterstaat naar de mogelijkheid van zo'n zelfbedieningssluisje
geïnformeerd; ze bestaan inderdaad, tenminste van een niet al te groot formaat, en ze zijn ook bevei
ligd. In de informatieve vergadering zei de wethouder: Als kwajongens twee deuren tegen elkaar open
zetten dan loopt heel Camminghaburen onder water. Zo is het natuurlijk niet. Ik ben zelf elektrotech
nicus en het is een vrij eenvoudig uit te voeren beveiliging. Een elektrische beveiliging kan maken
dat ais de ene deur open is de andere deur gewoon niet open kan; dat zijn technische kwesties die ge
makkelijk op te lossen zijn. Wat dat betreft is het jammer dat de heer De Jong uit de raad is, want die
zou dat kunnen beamen. Ik heb het volgende voorstel gemaakt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 14 december 1976, overwegende
cat, met het oog op het z.g. wervende karakter van het toekomstige stadsdeel Camminghaburen, het
zeer aantrekkelijk zou zijn dat de uitgebreide waterpartijen in het plan ook bevaarbaar worden voor
wat grotere schepen en door middel van een beveiligd zelfbedieningssluisje een verbinding mogelijk
te maken met het Ouddeel, overwegende dat het hierdoor mogelijk zou worden alle toekomstige be
woners te laten profiteren van deze aantrekkelijke mogelijkheden en niet alleen, zoals nu wordt voor
gesteld, de mensen die zich een woning in de vrije sector kunnen veroorloven, besluit: het college op
te dragen een uitwerkingsplan met kostenbegroting bij de raad in te dienen voor het maken van een
beveiligd zelfbedieningssluisje en het bevaarbaar maken van de waterpartijen voor wat grotere schepen."
Hier zit ook nog in dat dat een extra mogelijkheid geeft de insteekhavens te laten vervallen en
die gewoon onder te brengen in het plan waardoor niet alleen de mensen die zich een woning in de
vrije sector kunnen veroorloven maar alle bewoners van die aantrekkelijkheid gebruik kunnen maken.
De heer Geerts: In het verlengde van het verhaal dat ik zopas gehouden heb zou de suggestie van
de heer Van der Wal op zich een aantrekkelijke zaak zijn. Je zou vermijden dat er groepen mensen
zijn die wel mogelijkheden hebben om naar buiten te gaan met de boot terwijl andere mensen die mo
gelijkheden niet hebben. Op zich zou het dus een aantrekkelijke zaak zijn. Ik dacht echter dat je dan
de moeilijkheden wel onder ogen zou moeten zien. De eerste moeilijkheid is wat je met dat sluisje
gaat doen. Wat een zelfbedieningssluis betreft geloof ik dat de heer Van der Wal zich geen illusies
moet maken, het is duidelijk dat een dergelijk sluisje, al of niet elektrisch beveiligd, het mooiste
speelgoed gaat worden dat men zich maar kan voorstellen; nu zal zo'n sluisje niet een grote capaci
teit hebben, maar als het de hele dag open en dicht gaat dan is zo'n plan ook zo maar vol. Ik dacht
dat het enige redelijke alternatief dan ook zou zijn dat je denkt aan een sluis waarbij bedienend per
soneel aanwezig is. Dan zal je waarschijnlijk wel met twee ploegen moeten gaan werken, want dat
ding moet dan ook de hele dag open en dicht kunnen. Ik zou mij voor kunnen stellen dat je zegt: Ik
vind dit zo aantrekkelijk, dit moeten wij overwegen, wij moeten onderzoeken of deze mogelijkheid
aanwezig is en of dit op de exploitatie van het plan kan drukken. Ik heb voor mij zelf het idee dat het
antwoord wel eens negatief zou kunnen zijn, maar ik dacht dat dit de enige reële mogelijkheid zou
H5 7S
zijn. Er zitten inderdaad voordelen aan. Je kan een deel van de ophoging van de drie eilanden wegla
ten en dat kan je dan als baat bij de exploitatie tellen. Ik zou willen vragen: Is het mogelijk dat dat
nog eens onderzocht wordt?
De hear Miedema: De hear Van der Wal hat it sluske wer nei foaren helle en hy hat derby allinnich
de positive kanten neamd; ik kin him dat ek net kwea óf nimme, hwant hy wol it der troch hawwe. Ik
tocht dat it greatste probleem buten it sluske - der hat de hear Geerts it al oer hawn - waerd dat, as
wy de fivers allegearre farber meitsje wol Ie foar boaten fan pakwei 1 meter, de taluds oars moatte. Wy
hawwe nou de taluds sa dat it oan beide kanten fanóf de berm hiel ündjip is sadat, as der bern yn falie,
dy net fuort fordrinke. As jo dy taluds hólde en jo bigjinne der mei skippen yn to farren mei in djip—
gong fan 1 meter dan komt it punt dat dy ek oan de wal moatte, men moat op en fan de boat komme
kinne; dus moatte de taluds foroare wurde. Ik tocht dat it fordrinkingsgefaer yn de wyk dan oanmerklik
greater waerd. Dat is ós haedbiswier. Wy kinne as fraksje dan ek folslein akkoart gean mei it foorstel
fan b. en w.: Binnen de wyk kin mei roeiboatsjes en kano's fard wurde, fia in "overtoom" kinne se der
ut komme, mar in sluske en skippen greater as roeiboaten moatte net.
De heer De Beer: Gezien de reeds zeer hoge grondkosten vinden wij het niet juist deze kosten nog
eens extra te verhogen door dit gebied bevaarbaar te maken voor grotere schepen. Wij wachten met be
langstelling uw voorstel af m.b.t. het aanleggen van een overtoom.
De heer Rijpma (weth.): Wij zouden er geen enkel bezwaar tegen hebben als het niet zoveel pro
blemen opriep om het gebied bevaarbaar te maken voor iedereen die dat maar wilde. Er zitten echter
problemen aan. Het gebied ligt beneden polderpeil en dat betekent dat er een sluis moet komen. Wan
neer je een zelfbedieningssluis hebt die ergens in het wijde veld ligt, waar praktisch alleen de water
sporter toegang heeft en waar misschien eens iemand met een polsstok vanuit een andere richting arri
veert, dan is dat misschien wel te doen. Maar hier - de heer Geerts heeft dat ook aangeduid - zitten
wij in een zeer drukke wijk met veel mensen die allemaal hun eigen doeleinden hebben; jongelui heb
ben de neiging in zich om te gaan onderzoeken en als iets mooi gaaf te herhalen enz. enz. Ik geloof
dat het element van de elektronische beveiliging goed kan zijn; op ons gasfornuis zit ook een dergelij
ke beveiliging, maar zo nu en dan hoor ik mijn vrouw toch mopperen want dan doet dat ding het niet.
Geen enkel elektronisch systeem is volmaakt en wij kunnen het risico gewoon niet nemen dat er ergens
een schuif open blijft staan of dat een sluisdeur niet helemaal sluit en 's nachts het water, zij het waar
schijnlijk niet met kolkende stromen want helemaal open staan zal die deur niet, het gebied in loopt;
als de sluisdeuren niet helemaal klemmen is het leed niet te overzien. Wanneer het hele gebied be
vaarbaar wordt dan betekent dat een diepere uitgraving, dan betekent dat andere taluds en die andere
taluds gaan gepaard met een duidelijk andere beschoeiing. In een normale vijver wordt een heel ondie
pe beschoeiing aangebracht die slechts enkele centimeters in de grondlaag steekt. Wanneer er boten
varen die grond opwoeien en er is ergens een gat, een gleuf of een sleuf waar de stroom vat op kan
krijgen, dan vreet dat door. Dat betekent gewoon dat er een ondergraving komt van de betuining en
dat betekent dat er heel andere betuiningen moeten worden aangebracht. Verder vindt u in de raads-
brief ook nog een aantal argumenten; de hoeveelheid baggerwerken zal aanmerkelijk uitgebreid moe
ten worden, waarschijnlijk zal er eenmaal per jaar gebaggerd moeten worden door het hele gebied
heen. Al deze bezwaren optellende geloof ik niet dat het zinvol is om ons met illusies bezig te houden.
Ik geloof dat het reëel is om te zeggen: Niet alles kan. In dit geval is er een veilige oplossing en die
zouden wij op zijn beste kwaliteiten willen onderzoeken; dat is een soort rolbaan te maken die het
mogelijk maakt om in ieder geval bepaalde vaartuigen van niet te grote afmetingen van het water aan
de ene kant naar het water aan de andere kant te brengen. Dat betekent dat wij heel wat mensen een
genoegen doen, want laten wij ons toch ook niets wijs maken, van de 10.000 mensen die er wonen heb
ben er geen 10.000 een boot, en van de 4.000 gezinnen hebben ook niet 4.000 gezinnen een boot; er
zijn heel wat mensen die blij zijn dat zij behalve hun huis voor zichzelf of voor hun kinderen nog een
vaartuig hebben en ik geloof dat wij met zo'n overtoom aan heel wat wensen tegemoet komen. Ik zou
zeggen: Laten wij alsjeblieft met beide benen op de grond blijven.
De Voorzitter: Handhaaft u de motie, mijnheer Van der Wal?
De heer P.D. van der Wal: Ik wil graag nog even kort reageren. Er zullen natuurlijk wel allerlei
technische problemen zijn, maar technische problemen zijn er om opgelost te worden. (De heer Rijpma
(weth.): Daar zijn de technocraten voor, dat weet ik.) Inderdaad, daar hebben wij onze hele techni
sche staf voor. Wat het falen van de elektronica betreft, als dat gebeurt dan blijft alles dicht, daar-
■K>!
HM ■■M*