2 Bij de beoordeling van de aanvraag is behalve met de door de vragenstellers genoemde aspecten re kening gehouden met het feit dat in het verleden diepgaand beraad en overleg met het provinciaal be stuur heeft plaats gevonden over de wenselijkheid van handhaving van de zetel van dit bestuur in de binnenstad dan wel vestiging daarvan in de schil rondom de binnenstad. Toentertijd was er sprake van mogelijkheden in het IJsbaankwartier. Na ampele overweging is toen mede met het oog op het risico dat vertrek uit de binnenstad functieverlies en mogelijk achteruitgang van het gebied Tweebaksmarkt en omgeving met zich mee zou kunnen brengen gekozen voor handhaving van het Provinciehuis in dit gebied. Daarbij is destijds het risico aanvaard dat deze handhaving consequenties met zich zou brengen voor het uiterlijk aanzien van het onderhavige gebied. Een aantal panden aldaar leent zich nu eenmaal niet voor gebruik als kantoorruimte. Verder zij er op gewezen dat de aanwijzing tot monument of tot beschermd stadsgezicht niet automatisch tot gevolg heeft dat het volkomen verboden is bepaalde panden te veranderen of af te breken. In de Monumentenwet is een procedure vastgelegd die waarborgt dat in geval van voornemens als die van de provincie eerst een beslissing over verandering of afbraak wordt genomen nadat een behoorlijke afweging van alle daarbij betrokken belangen heeft plaats gevonden. Alleen wanneer deze afweging zich, maar dan o.i. ten onrechte, zou hebben beperkt tot toetsing aan het structuurplan voor de binnenstad en de Nota Monumentenzorg zou geconcludeerd kunnen worden dat medewerking aan de afbraak van het pand Tweebaksmarkt 58 met de genoemde beleidsbeslissingen in strijd zou kunnen zijn. Op grond van de zojuist door mij uiteen gezette ovewegingen hebben wij m.b.t. het pand Tweebaksmarkt 58 de behoefte aan doelmatige kantoorruimte van het provinciaal be stuur laten prevaleren boven de andere in dit verband genoemde belangen. Om die reden hebben wij de minister geadviseerd zoals hiervoor is uiteen gezet. Wij zijn het met de vragenstellers eens dat in het kader van de monumentenzorg ook aan de over heid zware eisen mogen worden gesteld en vertrouwen er op dat het provinciaal bestuur zich er van be wust is dat het zijn taak is een bouwplan te realiseren dat kan gelden als een goed voorbeeld van ge deeltelijk herstel en gedeeltelijke vernieuwing van een historische gevelwand. De heer Buising is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Ten Hoeve: Ik wil beginnen met op te merken dat het mij heeft bevreemd dat een deel van de brief die ik heb toegezonden en waarin o.a. de toelichting stond waarop de vragen stoelden niet mee verzonden is naar de raadsleden. Hoe het ook zij, de wethouder heeft al duidelijk gemaakt dat de pro vincie van plan is om - ik zeg dat met nadruk - een groot gedeelte van het bouwblok begrensd door Tweebaksmarkt, Korfmakersstraat, Herestraat en Oosterstraat af te breken. Het gaat niet alleen om de monumenten, maar daar praten wij op het moment wel over. Het gaat hier om de sloop en/of aantasting van 5 monumentale panden waarbij o.a. naast het belangrijke pand van de Openbare Bibliotheek ook het belangrijke pand no. 58 een rol speelt. De Monumentenwet geeft de mogelijkheid aan b. en w. om te reageren. Onze fractie is Van mening dat reageren moet geschieden door toetsing aan de beleidsuit spraken die wij in deze raad hebben gedaan. Ik heb ze genoemd in de brief: 'toetsing aan het structuur plan, toetsing aan de Monumentennota en toetsing aan de intentie die de raad heeft uitgesproken om Leeuwarden tot beschermd stadsgezicht te verklaren. De wethouder is al even op die toetsing ingegaan. Met zijn antwoord kunnen wij eigenlijk die kant uit dat wij m.b.t. elk plan dat in de binnenstad aange meld wordt de criteria aan kant kunnen schuiven omdat andere zwaarder wegende factoren door het college worden gehanteerd en bij deze zaken kan de raad er verder niet op inspelen. Dat is een be treurenswaardige zaak, maar het ligt nu een keer zo. Teleurgesteld en boos was ik over wat ik las in het besluitenlijstje van b. en w. De meerderheid van het college steunt de plannen van de provincie. Hoewel de wethouder daar al met een paar zinnen op in is gegaan zou ik graag van de meerderheid van het college willen horen waarom de toetsing op deze manier is uitgevallen. Waarom zijn allerlei uitgangspunten die wij hebben neergelegd in beleidsuitspra ken die de raad heeft uitgesproken door het college ter zijde gelegd? Overigens mag het niet zo zijn - wij moeten daar als gemeente ook alles aan doen - dat de provincie als grote vernieler van de bin nenstad van Leeuwarden optreedt. De voorbeelden zijn overduidelijk. Wij hebben het kantoor van de Provinciale Waterstaat, waarvoor de hele Gal I i leërkerkstraat bestaande uit 4 monumentale panden is afgebroken, wij hebben het bouwwerk aan de Herestraat en wij hebben het bouwwerk aan de Ooster- grachtswal dat op het moment verrijst. Wanneer er dan gesproken wordt over zorgvuldige keuze van ar chitecten en wij naar deze voorbeelden uit het verleden kijken, dan rijzen er bij mij vragen. Overigens is het ook een vreemde zaak dat bij de indiening van deze plannen helemaal geen bouwplan aanwezig is, dat er nog geen architect is gevraagd en dat de aanvraag om tot afvoering over te gaan helemaal niet stoelt op een bouwplan. Ik zou graag van het college willen weten of er overleg met de provincie is geweest over een bouwplan, dus niet over de vestiging van de provincie als zodanig in dat gebied maar over een bouwplan. 3 Een paar keer is genoemd - ook op andere plaatsen - de bestaande situatie van de garages. Duide lijk moet hier gezegd worden dat de bestaande situatie natuurlijk niet normatief is voor wat zou kunnen worden. De mensen die met de Commissie Ruimtelijke Ordening mee geweest zijn naar Den Bosch heb ben daar kunnen zien dat een hele straatwand gespaard is waarachter nieuwbouw is gepleegd. Er is daar een heel acceptabele oplossing gevonden om een monumentale wand te handhaven. Wij spreken hier duidelijk over een monumentale grachtwand. Vreemd is ook dat de provincie in de brief die het college heeft gekregen schrijft dat er na 20 jaar wel weer ruimtenood zal zijn. Dan moeten wij maar zoeken naar alternatieven, schrijven ze. Ik vind het een vreemde zaak dat je, wanneer er nu een knelpunt ligt, dat zoeken naar alternatieven voor je uitschuift en dat je dat pas over 20 jaar doet. Waarom wordt er nu niet naar die alternatieven gezocht? Een ander punt bij deze zaak is iets dat bij de burger heel slecht over komt. Wij stellen aan de burger op allerlei punten zware eisen middels de Bouwverordening en middels de Monumentenwet. In de Monumentencommissie maken wij het regelmatig mee dat er roeden moeten worden geplaatst en dat er kleine herstellingen - soms grotere - moeten worden verricht, waardoor particulieren voor grote kos ten komen te staan. Hier zien wij dat een overheidsorgaan er al een keer in is geslaagd om een hele straatwand afgevoerd te krijgen en opnieuw bezig is dat voor nog een monumentale wand te doen. Het is onbegrijpelijk dat garage Huizinga aan de overkant van het Provinciehuis te horen krijgt dat een schoorsteenbord op zijn schoorsteen aangebracht moet worden, terwijl aan de overkant een hele straat wand weggeslagen kan worden. Deze hele zaak - het is jammer dat het zo is - berust bij b. en w., die mogen hierover beslissen. Gelukkig hebben wij voor dit gebied een voorbereidingsbesluit en dat gaat niet aan de raad voorbij. Wij zullen, wanneer het bestemmingsplan voor dit gebied aan de orde komt, dan ook zeker op deze zaak terug komen. Overigens zou ik graag van het college willen weten of de brief met het standpunt van het college al verstuurd is. Wanneer dat het geval is dan zou ik dat zeer betreuren, want dan staan wij hier in we zen vanavond voor koefertjenoe te praten. Ik hoop dat, wanneer de Rijksdienst voor de Monumenten zorg de brief van de gemeente heeft ontvangen, die verstandiger zal zijn dan de meerderheid van het college van b. en w. is. De heer Spoelstra is inmiddels ter vergadering gekomen. De Voorzitter: Heeft mevr. Visscher nog behoefte om hier iets aan toe te voegen? (Mevr. Visscher- Bouwer: Ik sluit mij hier bij aan.) Dan geef ik nu de gelegenheid aan de andere leden van de raad om het woord te voeren. De hear Singelsma: It measte dat sein wurde moast is, tinkt my, al sein. Doe't dit punt yn de Pro- vinsiale Steaten oan de oarder wie doe wie de bitrutsen deputearre al sa wis fan syn saek dat hy dit wol roaije soe mei it kolleezje fan b. en w. dat ik hie direkt al in bytsje in formoeden dat dit al bikokstove wie. Ik wit net oft myn formoeden just is, mar it jowt my in unoangename smaek yn'e mule dat, hwan- near't wy hjir sitte to praten oer struktuerplannen en oer biskermde stedsgebieten en oer monumintel is- ten, in oerheit nei willekeur mar dwaen en litte kin hwat hy wolDe boarger dy't hwat wol wurdt oan alle kanten hifke oft syn forbouwing wol oan de easken foldocht, mar de oerheit docht mar. Ik kin my foarstelle dat it Provinsjehus mear romte nedich hat. By de provinsje-ni je sty I sil hwat mear romte wêze moatte. Mar ik leau wol dat men dan earst mei in bouplan komme moat foar't men mar op greate skael gebouwen bigjint óf to brekken. It is fansels in min to forkeapjen saek dat, as dit yn de krante komt en as de boarger dit gewaer wurdt, in oerheit net it goede foarbyld jowt. Ik wit wol dat wy hjir om'e nocht prate, it is sa knipt en it sil ek wol sa naeid wurde. Mar dit soarte dingen docht mear kwea oan de demokrasy as allerhanne aksjegroepen dy't it wol ris mei rare wurden bisykje en allerhanne dieden dogge dy't miskien ek net troch de bugel kinne. Dit fyn ik yn wêzen in folie greater oantaesting fan de rjochtssekerheit fan de boarger. De heer Van der Wal: Wij zijn uiteraard zeer teleurgesteld en ik kan wel zeggen kwaad dat b. en w. zo reageren m.b.t. deze kwestie. De heer Ten Hoeve heeft de materie al zeer uitvoerig behandeld. Hij heeft m.nook gewezen op het structuurplan, de Leeuwarder Monumentennota en het beschermd stadsgezicht, allemaal zaken waar wij hier uren over hebben gesproken, ik kan achteraf haast wel zeg gen geouwehoerd, want het heeft allemaal bijzonder weinig zin gehad. (De Voorzitter: Moet dat woord in het verslag?) Ja, dat woord mag wel in het verslag, het staat waarschijnlijk wel in Van Dale. Zo dra er zware belangen aan bod komen wordt het beleid van de gemeente - de gemeenteraad, het ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 16