zonder veel waarde hechtte aan het in stand blijven van de wand die op de Westerplantage aanwezig is Het college heeft zich toen verzekerd van het recht van eerste koop van alle panden die de A.G.O. daar had en de A.G.O. heeft deze panden dan ook enige weken geleden aan het college aangeboden. Wij menen in de geest van de raad te handelen door u dit voorstel voor te leggen. Het is de bedoeling om aan het Woningbedrijf op te dragen een rehabilitatieplan voor deze panden te ontwerpen dat reke ning houdt met de ligging. Wij dachten dat een bestemming voor één- c.q. tweepersoonshuishoudens van de panden bijzonder geschikt was. De heer Eijgelaar (weth.): Ik wil best wat zeggen over het verhuren van de panden hoewel de heer Van der Wal best weet dat het niet zo is als hij stelt. Dit punt is herhaaldelijk in de raad aan de orde geweest. Het Woningbedrijf verhuurt alleen dan panden onder bijzonder contract als het panden zijn die aangekocht zijn in het kader van sanering en reconstructie. In gebieden waar dat niet aan de orde is worden de panden uiteraard niet onder bijzonder contract verhuurd. Dat weet de heer Van der Wal ook wel en daarom vind ik het eigenlijk een beetje overbodig om te antwoorden. De heer Heidinga: De wethouder staat ons hier wat wijs te maken. Verwerving van deze percelen is voor de gemeente van belang omdat ze zijn gelegen in te saneren of te rehabiliteren stadswijken, als jeblieft, daarvoor kopen wij ze aan. (De Voorzitter: Wat jokt de wethouder dan, wilt u dat ook even verklaren?) De wethouder zegt dat deze panden niet in zo'n wijk gelegen zijn. De h eer Eijgelaar (weth.): Ik heb gezegd dat wij alleen panden onder bijzonder contract verhuren in sanerings- en reconstructiegebieden. (De heer Heidinga: Ja, en wat is dit dan wel? Dit is een te sa neren of te rehabiliteren stadswijk. Is dat wat anders?) Ja. De Voorzitter: U moet natuurlijk wel onderscheid maken tussen de gebieden waar wij panden aan kopen. Weth. Eijgelaar heeft niet u maar de heer Van der Wal een antwoord gegeven. De heer Van der Wal vroeg onder welk contract de panden zouden worden verhuurd. Dat zijn op zich verschillende za ken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 5 t.e.m. 9 (bijlagen nos. 51 49, 50, 48 en 44). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van.b. en w. Punt 10 (bijlage no. 68). De heer Heidinga: U vraagt ons om 98.000,beschikbaar te stellen voor de aanstelling van een projectleider van het technisch adviesbureau Dwars, Heederik en Verhey ten behoeve van de begelei ding en ontwikkeling van het bestemmingsplan Camminghaburen. Op zichzelf ben ik daar niet op tegen. Als het een bekwame vent is dan verdient hij zelf dat geld met de bewaking van het plan en de mana ging, dat is voor mij een duidelijke zaak, als wij dan ook maar een vakman krijgen, maar daar zal het college, dacht ik, wel voor zorgen. Maar er staat meer in dit voorstel en dat is dat wij niet alleen klaar zijn met het aantrekken van deze projectleider maar dat bovendien de dienst met drie man moet uitbreiden, een man op het Grondbedrijf, een man bij de weg- en waterbouw en een man bij de admi nistratie. Ik neem aan - als ik deze brief tenminste goed begrijp - dat dit geen kosten met zich mee brengt. (De Voorzitter: Dat staat er niet.) Ik dacht dat omdat er zo nadrukkelijk om die 98.000,ge vraagd wordt; voor die andere drie wordt niets gevraagd. Dan mag, dacht ik, verondersteld worden dat dat geen extra kosten met zich mee brengt, dat het een overheveling is of zo. Daarom begin ik er ei genlijk ook over, want ik ben van mening dat, wil deze hele zaak slagen bij de D.S.O., dit alleen mo gelijk is bij een goede samenwerking, een elkaar willen helpen en aanvullen, anders gaat het nog niet. Ik geloof gaarne dat de dienst met drie ambtenaren versterkt zal moeten worden en ik geloof ook wel dat de zaak in een samenwerking tussen de projectleider en de D.S.O. op een goed niveau is te brengen maar de zaak kan alleen maar slagen als de dienst in al zijn geledingen doordrongen is van het feit dat er een goede samenwerking moet zijn en daar ook aan mee wil werken. De Voorzitter: Die kwestie van het geld komt de volgende keer in de raad aan de orde; dat is even een formeel punt, daar komt een begrotingswijziging voor. Het gaat om twee nieuwe mensen en een overplaatsing. Bent u zo voldoende geïnformeerd? (De heer Heidinga: In orde.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 9 Punt 11 (bijlage no. 53). De hear Miedema: Jo soenen eins sizze moatte: Wy binne tige lokkich mei dit ütstel. Nou, dat bin- ne wy dan ek. Ik leau dat it kolleezje fluch en goed gebrük makket fan de nije subsydzjeregelingen dy't der binne. Dat is allinne mar to priizgjen. Mar it is net allinne dêrom dat ik it wurd freegje. De rehabilitaesje fan de Kanaelstrjitte hawwe wy dochs hwat muoite mei. Wy soenen der hast foar wêze om dizze panden to forkeapjen, omt wy miene dat wy, as wy panden yn bisit hawwe dêr't wy gjin bilang mear by hawwe, dy kwyt moatte. As wy op dit momint dat foorstel net dogge dan is dat allinne mar omt wy der net gerest op binne dat wy dizze groun straks net noch ris nedich hawwe sille yn forban mei de wegenoplossing sa't dy der tocht is. Op dit momint binne de plannen sa dat wy de Kanaelstrjitte net hoege to bruken, mar hwa fan us kin bisjen hwat de ried mei 5 of 10 jier docht as wy dêr oan ta binne, hoe't de problemen dan lizze en hokker mooglikheden der dan binne. Dat alles byinoar makket dat it net forstannich is om dizze groun dy't yn hannen fan de oerheit is to forkeapjen. Dy oerweging haldt lykwols tagelyk yn dat wy der dochs ek op oan steane dat der foar de Kanaelstrjitte in foarsichtich re- habilitaesjeplan makke wurdt. Forskillende leden fan us fraksje leauwe net dat dizze strjitte der noch 25 jier stean sil sa't dy der stiet. As jo de hiele üntjowing dêr sjogge dan is de kans great dat wy dy strjitte straks dochs nedich hawwe. Dan soe it hwat to gek wêze de seak nou ut'e kunst op to knappen. Dat haldt net yn dat wy der net mei akkoart binne dat it sa makke wurdt dat de huzen oan ridlike wen- easken foldogge en yn elts gefal sa wurde dat de gemeente him net hoecht to skamjen dat it gemeente panden binne. Op ienige foarsichtichheit by de rehabilitaesje fan de Kanaelstrjitte soenen wy lykwols wol oandringe wolle. De heer Van der Wal: Een klein maar toch wel belangrijk puntje, deze panden zijn bewoond. Ik wilde vragen welke ideeën er bij het Woningbedrijf leven m.b.t. deze bewoners. Zijn ze ingelicht? Hoe worden ze er bij betrokken? Krijgen ze in principe ook het recht om, als ze er tenminste uit moe ten - dat is natuurlijk nog niet bekend -, weer in deze woningen te trekken? Dat wil ik graag even horen De heer Heidinga: Eén opmerking. Dit voorstel behelst toch niet meer dan dat wij 25.000,be schikbaar stellen? In de raadsbrief staat: "T.z.t. zal de dekking van de uit deze investering en uit de investering voor de rehabilitatie zelf voortvloeiende kapitaal lasten worden aangegeven." Voor de dui delijkheid vraag ik: U komt er dus mee terug? Want het kan best wezen dat het voor deze stuk of wat woningen 6 of 7 ton kost en dan vind ik dat wij dat dan op zijn eigen merites moeten bezien. De Voorzitter: U hebt gelijk, mijnheer Heidinga. Het is inderdaad zo als u het zegt. De heer Rijpma (weth.): Ik dacht dat wij op dit moment de Kanaalstraat niet nodig hebben. Ik ge loof dat wij moeten gaan speculeren als wij over langere termijnen gaan spreken. Op dit moment heb ben wij vastgesteld dat het profiel van de straat blijft bestaan, dat het tracé niet verbreed wordt t.b.v. welke wegverbreding dan ook. Ik dacht dat wij op dit moment van dat gegeven uit moeten gaan. Een eenvoudige rehabilitatie van deze panden is m.i. een duidelijke zaak gezien ook het feit dat de toilet ten die er zijn niet aan de allermodernste eisen voldoen. De heer Eijgelaar i(weth.): Wat de vragen van de heer Van der Wal betreft kan ik zeggen dat het inderdaad zo is dat, als het plan ontwikkeld is, dat met de bewoners wordt besproken en dat het plan eventueel wordt aangepast aan bepaalde wensen of verlangens. In het algemeen zal het zo zijn dat de huidige bewoners in de gerehabiliteerde woningen terug kunnen keren, in dezelfde woning of in een andere, dat wordt gewoon overlegd. Voor deze panden zal dezelfde onkostenvergoedingsregeling gelden die ook voor andere te rehabiliteren panden geldt; als men er uit moet enz. dan is daar een bepaald be drag voor beschikbaar. Dat geldt ook hiervoor. (De heer Rijpma (weth.): Vergist u zich niet? Dit zijn panden onder bijzonder contract.) Zijn dit woningen die onder bijzonder contract worden verhuurd? (De heer Rijpma (weth.): U moet niet meer zeggen dan u kunt waar maken.) Het maakt natuurlijk wel verschil als die woningen onder bijzonder contract verhuurd zijn. Ik wist niet dat deze woningen op die manier verhuurd werden. Het is in ieder geval zo dat wij met de huidige bewoners zeker rekening zul len houden, laat ik het daar dan bij laten. (De heer Van der Wal: Bijzonder contract vormt voor die an dere dingen dus geen belemmering?) Nee. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 5