26 Ik wil besluiten met u te zeggen dat dat deel van onze fractie namens wie ik nu het woord heb ge voerd ongeveer even veel moeite heeft met het stemmen voor dit voorstel als het andere gedeelte met het er tegen stemmen, omdat iedereen zich terdege bewust is van het feit dat er vermoedelijk voorlopig niet geoouwd zal worden als dit voorstel niet door deze raad wordt aangenomen. De hear Miedema: Wy hawwe hjir in healjier lyn ek oer praet. De miening fan de C.D.A.-fraksje is yn dit healjier net foroare. Wy wienen der doe foar en dat binne wy noch. Wy binne allinnich mar tank- ber dat it undersyk dat frege is troch de P.v.d.A. nei de priis en sa oantoand hat dat de priis reéel wie. Fan de oare kant stelt men nou dat de priis to leech is. -As men de birekkeningen sjocht dy't de tsjinst opsteld hat, dy binne sadanich gunstich birekkene dat dat wierskynlik net in reéle saek wurdt. Der hoege wy lykwols op dit momint net fierder op yn to gean. Us fraksje is fan bitinken dat de priis goed is en dat it plan goed is. It muoit us allinnich dat it undersyk nei dizze twa punten in healjier yn bislach nimme moast; wy hawwe bigryp foar de personele situaesje der11 ek it stedhus op dit momint mei to krij- en hat en wy wolle der op dit stuit net tofolle drokte oer meitsje; wy hawwe allinnich de biwenners en de sakelju fan de St. Jacobsstrjitte in healjier yn it ungewisse litte moatten. Wy hoopje dat nou op koarte termyn saken dien wurde kinne en dat mei de bou fan dit projekt bigoun wurde kin, sadat der yn in stikje fan us stêd wier hwat barf. De heer Bijkersma: Met vreugde heb ik de woorden van de heer Buising aangehoord wat betreft de verdeeldheid die in zijn fractie heerst. Ik kan wel begrip opbrengen, zowel voor de voorstanders als voor de tegenstanders. Er is vanavond al over historie gesproken en nu wil ik een misschien niet histo risch maar toch wel oud gezegde aanhalen dat misschien bij de burgers van Leeuwarden is opgekomen bij het zien van deze raadsvoorstellen, n.L: Ze dronken een glas, ze deden een plas en ze lieten de zaak zoals die was. Want als je nu ziet naar het raadsbesluit dan is er niet zoveel veranderd. De heer Miede ma heeft het al gezegd, wij hebben de bewoners van de St. Jacobsstraat dan toch maar een halfjaar overlast bezorgd. Nu heeft de heer Geerts wel gezegd dat stedebouw niet het vullen van gaten is - daar heeft hij ook wel gelijk aan -, maar besturen wil natuurlijk ook zeggen dat je met daadkracht de pro blemen op moet lossen. Ik dacht, heel voorzichtig gezegd, dat wij hier dan toch wel een beetje gefaald hadden, alhoewel ik mij wei de zorgen over de prijs van de grond voor kan stellen, dat dat eigenlijk maar een schijntje is. Maar u bent er gelukkig in de raadsbrief op ingegaan en u hebt gezegd dat de oorspronkelijke plannen geen doorgang konden vinden. Dan is hef altijd nog een goed koopmansgebruik dat je op een gegeven moment het verlies neemt. Ik begrijp wel dat u ook wat moeite hebt met dat koop mansgebruik, dat u het veel liever vanuit een andere gedachte ziet, maar ik dacht dan toch dat het college het hier juist heeft gezien. Wij nemen dit verlies en wij bezorgen dan toch de binnenstad een nieuw gedeelte dat beter is dan de krotten die wij daar nu hebben en daar zijn wij - dat wil ik duide lijk stellen - met zijn allen verantwoordelijk voor. Ik weet ook best dat je kunt zeggen: Had dan een alternatief gegeven. Nou, daar zijn wij allemaal in gefaald, dat wil ik wel zien. Maar als je dan op een gegeven moment door krijgt dat je geen goed alternatief kunt geven, geef dan sneller de toestem ming voor de oplossing. Een ogenblik heb ik gedacht - dat is een gedachte die ik niet helemaal waar kan maken, maar ik kan mij voorstellen dat de burgers van Leeuwarden dat zullen zeggen -: Was deze motie eigenlijk niet een rookgordijn om op een gegeven moment het tegen stemmen te kunnen verande ren in een ja. Dat is een gedachte die misschien bij burgers in Leeuwarden leeft; dat zal iedereen voor zichzelf waar moeten maken. Ik ben blij dat wij dan toch vanavond hopelijk door de aanname van dit raadsvoorstel - ik zeg hopelijk want je moet altijd voorzichtig zijn - de daadkracht opbrengen die wij eigenlijk - daar zult u het toch wel mee eens zijn - een halfjaar geleden al hadden moeten hebben. De heer Van der Wal: De waardering die ik namens mijn fractie heb kunnen uitspreken over de twee hiervoor behandelde rapporten aangaande de binnenstad kan helaas - u weet dat - niet gelden voor de plannen die het college bij dit punt voorstelt. Waren de plannen van de projectgroepen voor de gebie den Bagijnestraat en Eewal/Schoenmakersperk goede vertalingen van de beleidsvoornemens van de raad m.b.t. de binnenstad zoals die zijn neergelegd in het structuurplan voor de binnenstad, de plannen voor het gebied St. Jacobssfraat/Grote Hoogstraat zijn strijdig met dat zelfde structuurplan voor de binnen stad. Deze plannen zijn dan ook niet zoals de vorige twee afkomstig van een ambtelijke projectgroep maar van een projectontwikkelaar. En wat voor boodschap heeft een projectontwikkelaar aan een struc tuurplan dat is vastgesteld door een gemeenteraad, geen enkele, dat blijkt. Voorop wil ik stellen dat in dit gebied zeker iets moet gebeuren. Er heeft een spandoek op één van de panden gehangen met zoveel jaar gemeentelijk wanbeleid er op en ik kan het daarmee eens zijn. Ik heb uit den treure betoogd dat de gemeente ook panden waarvan niet zeker is waf er mee gedaan moet worden tenminste waterdicht moet houden. Dat is in dit geval niet gebeurd en nu blijft er geen andere 27 Keus over dan deze panden af te breken. Wie moet dat doen en op welke termijn? Dat was de vraag. Toen is er een projectontwikkelaar die ook al een paar panden aan de Grote Hoogstraat had op komen dagen. Die heeft aanvankelijk voor een klein gebiedje een plan gemaakt dat uitging van sloop van twee krotten en hef hoekpand; dat plan is later, ook op suggestie van de Commissie R.O., uitgebreid met het parkeerterrein. Er moet iets gebeuren maar dat wil niet zeggen dat dan ook ieder plan dat maar gereali seerd kan worden daar ook voor in aanmerking komt, daarvoor heeft de gemeente een structuurplan. De heer Geerts heeft uitvoerig - ik heb dat de vorige keer ook al gedaan - aangehaald waar zo'n plan aan getoetst moet worden; wij hebben daar n.l. uitspraken over gedaan in het structuurplan voor de binnen stad. Hij heeft in dat verband ook gesproken over drie fasen, n.l. doelstelling, planvorming en uitvoe ring, en hij heeft gezegd dat die fasen niet gemengd mogen worden. Nou, hier is eigenlijk alles door elkaar gelopen wat maar door elkaar kon lopen, alle fasen zijn verward. Er is eerst over prijzen gepraat en daarna pas over plannen, er is eigenlijk geen touw aan vast te knopen. Dat dit plan strijdig is met de beleidsuitspraken die de raad gedaan heeft is al duidelijk uitgesproken. Er is ook nergens een inventari satie per pand en ook niet van het hele gebied, er ligt geen inventarisatie aan hef plan ten grondslag. Er wordt gewoon geredeneerd: Dat is beschikbaar, dat heeft de gemeente toevallig in bezit, pandje St. Jacobsstraat 20 ook maar plat, zij hebben ook nog Grote Hoogstraat 33, dat hadden wij eerder moeten weten, ook maar plat. Zo creëren wij een steeds groter kaalslaggebied in hef hartje van de stad boven op onze historische terp. En dat gaat dan maar zonder meer door en kennelijk slikt de meerderheid van de raad deze ontwikkelingen. (De heer Bijkersma: Die juicht het toe.) Nog erger. En dat terwijl er bij de behandeling van het plan Bagi jnestraat en dat van het Schoenmakersperk door op een na alle sprekers dierbare woorden zijn gesproken over historische structuur en weet ik wat allemaal. Hier wordt gezegd: Nou ja, goed, op deze plaats is het niet zo erg, terwijl het hierbij nu juist gaat om een historische terp. De heer Geerts heeft ook al gesproken over de strijdigheid met de uitspraak over de handhaving van de lange winkelbanaan; dat hoef ik niet te herhalen. Intussen is er ook nog een rapport verschenen waarin staat dat het vloeroppervlak van het binnenstadswinkelapparaat eigenlijk te groot is en dat dat eigenlijk ingekrompen zou moeten worden, wat op zich al een bedreiging voor de winkelbanaan is. Waar werkt deze raad, mag ik aannemen, aan mee? Aan juist een vergroting van het oppervlak op een plaats die nog meer afbreuk doet aan de uiteinden van de banaan waardoor looproutes worden vergroot enz. Dat is in het kort herhaald de reden waarom wij tegen dit plan van deze maatschappij, van deze archi tect, op deze plaats zijn. Wij hebben de vorige keer een motie ingediend die het helaas niet gehaald heeft. Daarna is er wel een motie aangenomen die ging over de kosten. (De heer Knol: Die motie is niet aangenomen.) Die mo tie werd inderdaad niet aangenomen, de stemmenverhouding was 18-18. Daarop is wel een rapport ge volgd waarvan bijlage A het belangrijkste onderdeel is. In een soort vreemde cirkelredenering sluit het praktisch op 0, een bedrag van 2.800,is op 4 miljoen praktisch niets. Er wordt een rendements percentage gehanteerd van 7,5. En dan komt het inderdaad, als je de stichtingskosten en de verkoop waarde van elkaar aftrekt, op praktisch 0 uit. Dus de grondprijs van 76.000,-- is reeel, is de con clusie van het rapport. Maar net als de heer Geerts heb ik ook de informatie gekregen dat het gehan teerde percentage gewoon erg gunstig is. Hij heeft ook al een percentage van 5 genoemd. Ik heb even een rekensommetje gemaakt op basis van de gegevens uit dit rapport en dan kom ik bij een rendement van 5% op een exploitatiewinst bij verkoop - en dat doe ik helemaal op basis van het rapport - van bijna 2 miljoen. Dat werpt toch wel een heel vreemd licht op de prijs die wij voor deze grond gaan vragen. Het wordt gewoon een weggeefprijsje. Wij spelen hier een projectontwikkelaar gewoon een plan in de hand dat wij - mijn fractie wil het althans niet - niet willen. Dan wil ik ook nog even ingaan op de verkoopvoorwaarden, het gaat dan m.n. over de artikelen 3 en 4. Het begin van artikel 3 luidt: „De koopster is verplicht er voor te zorgen dat de verkochte grond wordt bebouwd op basis van het ingediende schetsontwerp." Nou bestaan de schetsontwerpen voor het grootste gedeelte uit suggesties van gevelwanden; schetsontwerpen zijn op zich al voor de meest wijde interpretaties vatbaar, laat staan suggesties. Op grond daarvan - en dan ga ik naar artikel 4 - staat er: "Bij niet nakoming van het gestelde onder 3, zulks ter beoordeling van de raad der gemeente, is de koopster verplicht tof terugoverdracht" enz. Mijn concrete vraag is: Hoe wordt de raad in de gelegen heid gesteld deze plannen te beoordelen? Komen de definitieve ontwerpen eerst in de gemeenteraad voordat er definitief tot verkoop van de grond over wordt gegaan? Dat lijkt mij wel het allerminste dat geëist kan worden gezien de ervaringen die wij gehad hebben bij de O.T.O.S. aan de Willemskade. Ik wil daar graag een antwoord op hebben. De conclusie is: B. en w. durven het kennelijk aan de raad een voorstel te doen dat strijdig is met het structuurplan voor de binnenstad en dat de verkoop aan een projectontwikkelaar behelst van een stuk hoogwaardige binnenstadsgrond, ook nog een historisch stuk grond, voor een weggeefpri jsje. Hef is dui delijk dat Axies zich niet voor dit karretje zal laten spannen, wij zullen dan ook, ondanks alles, tegen stemmen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 14