30 keargaraezje foar 30 auto's bigrepen is dy't foar de iepenbiere parkeargelegenheit fan it stedhus is. (De heer Knol: Dat speelt geen rol staat in de stukken.) Dat spilet wol wis en wrachtich in rol. As men dat forjit en it yn in iepenbiere gearkomste sa simpel stelt, ƒ50,tsjinoer 2.000,dan is men dudlik dwaende mei legindefoarming en der haw ik greate biswieren tsjin. As men oer de priis praet dan moat men oer it totale pakket prate en der net ien ding ét helje, hwant dan wit net ien mear hwer't wy it oer hawwe De heer Van der Wal: Om maar even op het laatste in te haken, het percentage van 6 dat de wet houder noemde betreft het percentage dat gehanteerd wordt in de onderhandelingen van de minister met projectontwikkelaars m.b.t. woningbouw en ik neem aan dat dat bouw in de buitenwijken betreft. Het gaat daarbij om heel wat anders dan zakenpanden in de binnenstad. Als je daarbij zou praten over 6%, als je dat om zou slaan naar dit plan, dan zit je toch altijd nog - ik baseer mij op het rapport op grond waarvan b. en w. zeggen: Toe maar - op een exploitatiewinst van 940.000,zo maar even op het handje. U kunt dat narekenen. Bij 5% wordt het al 1 ,9 miljoen. (De heer Miedema: As de sifers oars bin- ne is de som ek oars.) Ik wil u die cijfers wel geven. Ik heb straks al gezegd dat wij deze grond weg doen tegen een weggeefpri jsjeEn dat staat dan los van berekeningen m.b.t. wat anderen voor binnenstads- grond betalen. Als ik mij baseer op het rapport waar b. en w. zelf om gevraagd hebben dan komt er al een klein miljoen uit en bij nog een procent lager al bijna 2 miljoen, dat is mijn motivering dat het een weggeefpri jsje is; de parkeergarage zit daar volledig in. Er zijn inderdaad wel degelijk alternatieven. Ook bij de wethouder zijn alternatieven ingediend die wel voldeden aan het gestelde in het structuurplan voor de binnenstad. Overigens ontkent hij ook helemaal niet - daar doet hij niet eens een poging toe - dat dit plan strijdig is met het structuurplan. Dat is nu eenmaal zo en dat moeten wij dan voor de zoveelste keer maar nemen. In dat verband wil ik de suggestie die de heer Buising heeft gedaan, n.l. dat het nodig tijd wordt voor een herbezinning over de inhoud en de functie van het structuurplan, graag onderschrijven. Kenne lijk heeft een groot deel van de raad zich nooit gerealiseerd welke consequenties het had toen wij het structuurplan aannamen. Dat dat zo is is gebleken bij de Prins Hendrikstraat en dat blijkt ook weer bij dit plan. Wij moeten nodig weer principieel over onze doelstellingen voor de binnenstad spreken. Hope lijk komt er dan meer duidelijkheid en misschien komt er dan ook wat vroegtijdiger inbreng van C.D.A.- en V.V.D.-kant zodat het een meer afgewogen plan wordt. Wij moeten bij de beoordeling van de bouwplannen blijven afgaan op suggesties. Wij hebben dan de koop al gesloten, de grond is dan al overgedragen. Ik ben geen rechtsgeleerde maar je kan natuurlijk op je vingers wel natellen dat dan de raad der gemeente Leeuwarden geen poot meer heeft om op te staan om eventueel in een rechtzaak te stellen: De bebouwing die nu gepleegd wordt voldoet niet aan de suggesties die destijds zijn gegeven, ledereen kan wel nagaan dat dat niets uit zal halen, een reden te meer om tegen deze grondoverdracht te stemmen. Overigens was ik wel erg benieuwd - dat gaat dan ook over middenstandszaken - hoe de wethouder en hoe het college de ontwikkeling van de winkelbanaan ziet, ook gezien in het licht van hét rapport dat nog niet zo lang geleden is verschenen en dat eigenlijk aangeeft dat het vloeroppervlak nu eigenlijk al te groot is. Hier wordt er even 1 .200 m2 aan toegevoegd, juist op een punt dat afbreuk doet aan de uiteinden van de winkelbanaan. Daar wil ik toch ook nog wel graag een visie van het college over horen. De Voorzitter: Ik stel de raad voor over te gaan tot stemming over dit voorstel; dat lijkt mij nu het meest verstandige. Er is duidelijk gebleken dat de stemming in de raad verdeeld is en daarom is het beter hoofdelijk te stemmen. Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 24 tegen 9 stemmen. Tegen stemmen de heren S. Bouma, C.G.H. Geerts, M.H.G. de Greef, A. Groenewoud, H. Ten Hoeve, J. Knol, A. Pronk, K. Spoelstra en P.D. van der Wal. De Voorzitter schorst, om 23.05 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.20 uur, de vergadering. De heer Klomp heeft inmiddels de vergadering verlaten. De Voorzitter: Ik zou de raad graag de vraag voor willen leggen - het is aan u dat te beslissen - of wij vanavond na twaalven doorgaan en de agenda afwerken of dat wij morgenavond om 8 uur weer ver gaderen. Er zijn nog veel punten en vele daarvan kunnen niet 3 weken blijven liggen. 31 De hear Miedema: Ik kin allinnich mar ut namme fan mysels prate, mar ik haw it idé dat ik ut namme fan de fraksje praet as ik siz: Wy geane nei tolven net fierder. MevrBrandenburg—Sjoerdsma: Als wij morgen toch weer moeten vergaderen dan lijkt het mij beter dat wij nu ophouden. Waarom zouden wij dan nu tot 12 uur doorgaan. De Voorzitter: Dat is een ander punt. Wij zouden nu nog één punt af kunnen handelen en dan de vergadering schorsen tot morgen. Als beslist wordt dat wij morgenavond doorgaan dan hoeven wij hier niet tot 12 uur te zitten, dat ben ik met u eens. Maar ik moet eerst een beslissing van de raad hebben. De heer Buising: Ik vind het moeilijk om op uw vraag te antwoorden. Ik heb er geen idee van wat mijn fractiegenoten op hun agenda hebben staan. De Voorzitter: Laten wij er maar over stemmen. Ik vraag wie er voor is om na twaalven door te ver gaderen. Ik zie dat dat maar 3 raadsleden zijn dus moet ik aannemen dat wij morgenavond om 8 uur - wij kunnen als college niet eerder - verder gaan met onze vergadering. Ik stel wel voor nu nog punt 1 3 af te handelen want daar moet weth. Rijpma morgen over praten. Punt 13 (bijlage no. 133). De heer De Beer: Het gaat vanavond niet om de inhoud van het plan maar alleen om de vraag of wij het studie voorstel van het bureau Dwars, Heederik en Verhey nemen als basis voor de opstelling van een verkeersstructuurplan en een uitwerkingsplan als eerste fase. De methode die dit verkeersbureau gebruikt en die ons bijzonder aanspreekt en ook vooral het feit dat wij, wanneer wij besluiten het wel te doen, over een jaar concreet plannen op papier hebben waarmee wij kunnen werken zijn voor ons aanleiding akkoord te gaan met uw voorstel. De heer Van der Wal: Dit is binnen korte tijd de derde of de vierde keer dat het college de raad voorstelt een krediet te voteren voor het opstellen van het een of andere verkeersplan. Mijn fractie heeft in het verleden tegen deze voorstellen gestemd en wel om de volgende reden. Ten eerste hadden deze plannen een zuiver kwantitatief karakter; op basis van tellingen en niet nader gemotiveerde extrapolatie factoren werd dan via berekeningen in dure computers aangetoond hoe groot in een bepaald jaar het te verwachten autoverkeer zou wezen, zodat dan tijdig het wegennet en de profielen aangepast zouden kunnen worden. Dat werd verkocht als beleid. De raad kon wat in de marges rommelen wat dan ook prompt tegenstrijdigheden opriep in het plan. Bij deze methode van plannenmakerij was er hoogstens sprake van dat de consequenties van het ongewijzigd beleid aangegeven werden voor het jaar 1990. Daarbij lag de nadruk zeer eenzijdig op de voorzieningen voor het autoverkeer, op meer, groter en sneller. De rest - langzaam verkeer en openbaar vervoer - was bijzaak. Deze grappenmakerij heeft de gemeente tot nu toe een klein miljoen gekost en mijn fractie heeft dit altijd weggegooid geld gevonden. De feiten zoals die er nu liggen hebben ons gelijk gegeven. Het I.B.V. heeft moeten afhaken en de produkfie in de vorm van prénota's en verkeersmodellen is tot illustratiemateriaal geworden. Zonde van het geld, maar een gelukkige zaak dat deze methode van plannen maken is vastgelopen. Hoe nu verder? Al eerder hebben wij gepleit voor het zelf inkopen van de know how bij de betreffende gemeentelijke dienst. De meerder heid van de raad besloot helaas deze oplossing niet te kiezen en men ging voorlopig in zee met het bu reau Dwars, Heederik en Verhey. Dit bureau heeft de gelegenheid gekregen in de materie te duiken en een methodiek te presenteren om te komen tot een gemeentelijk verkeersbeleid in de vorm van een ver keersstructuurplan en een uitwerkingsplan. De methodiek is aan de hand van nieuw kaartenmateriaal aan de Commissie R.O. uitgelegd. Hieruit bleek dat aan een aantal van onze bezwaren, m.n. voor wat betreft de gehanteerde methode en het eenzijdige autokarakter van het I.B.V.-plan, tegemoet is gekomen. De vraag rijst wel weer waarom wij als gemeente kennelijk zo'n bureau nodig hebben om b.v. een fijnmazig fietsplan te produceren compleet met fietsbruggetjes over de stadsgrachten. Dergelijke ideeën zijn jaren geleden keer op keer bij de raad ingediend door m.n. onze fractie, iedere keer werden ze weggestemd. Het is triest te constateren dat goede ideeé'n pas voet aan de grond kunnen krijgen bij deze raad als ze na jaren tegen tonnen duur geld door deskundigen worden naverteld. Dat kunnen deze deskundigen niet helpen, deze raad wilde kennelijk niet anders. Zoals gezegd hanteert dit bureau een methode die duide lijk meer recht doet aan de beleidsbepalende functie van de raad door voor iedere verkeerssoort een soort ideaal-plan te maken en daarna de conflicten tussen die verkeerssoorten duidelijk te maken. Het hangt dan van het beleid van de raad af naar welke verkeerssoort bij zo'n conflict de voorkeur uitgaat. Ik ben daar eerlijk gezegd niet zo gerust op, maar ook daar staat dit bureau buiten. Nu zullen er niet alleen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 16