J&Z8 gaan, maar je zou natuurlijk wel degelijk een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen, ook, zij het tijdelijk, met verschillende eindbestemmingen voor het vuil. Ik hoop dat ik op dat punt duidelijk ben geweest. In dat kader zou ik ook iets willen zeggen - de heren Pronk en De Greef hebben daarover gespro ken - over de vraag wat er gebeurt als wij dit niet aanpakken; zou dat inderdaad betekenen dat de pro vincie dat gaat doen en is dit de directe aanleiding om het nu aan te pakken? Ik geloof niet dat dat het geval is. In de wet die pas in de Tweede Kamer is geweest - die is daar ook aangenomen - staat wel dat de provincies een plan op moeten maken, maar er staat ook in dat gemeenten dit gemeenschappelijk uit moeten voeren, er staat niet in die wet dat de provincies dit uit moeten voeren. Het provinciaal bestuur maakt dus straks een plan, daar zullen de gemeenten dan wel aan gehouden zijn; er moet inderdaad wor den toegegeven dat het wettelijk bestel straks zodanig is dat wij als gemeenten minder zelfstandig zijn dan voordat deze wet werd vastgesteld. De gemeenten zullen dus gehouden zijn aan dat provinciale plan, maar nogmaals, het is de bedoeling dat de gemeenten gemeenschappelijk zorg dragen voor het ophalen van het vuil en het verwerken daarvan. In deze wet staat ook - dat is echter daarin meer geschetst als een exceptionele situatie - dat gemeenten dit in bepaalde gevallen ook alleen kunnen doen; daarbij is kennelijk gedacht aan de heel grote gemeenten, waarbij ik dan buiten beschouwing wil laten of Leeu warden daar al dan niet onder zal vallen. Het is dus niet zo dat dit wordt geëntameerd omdat men bang is dat er anders iets van boven af komt, dit loopt toevallig parallel en dit hoeft ook niet met elkaar te confl icteren. De heer De Jong heeft gezegd dat dit voorstel nogal enige vragen oproept. Dat is terecht, ik moet zeggen dat dat ook het geval is bij degenen die hier vrij intensief mee bezig zijn. De eerste vraag is of het wel juist is dat wij met 6 gemeenten beginnen, de Regio bestaat niet uit 6 maar uit 1 1 gemeenten. Ik moet zeggen dat het inderdaad niet erg logisch is dat wij met 6 gemeenten starten. Maar wat is de si tuatie. Toen de besprekingen enkele jaren geleden werden geopend namen er nog maar 6 gemeenten deel aan dit overleg; dat is intussen in een stadium gekomen dat je tot een eerste stap zou kunnen komen. Wij stonden voor het dilemma de overeenstemming die in de Commissie Vuilverwerking van de Regio is bereikt in de regioraad aan de orde te stellen en daarna eventueel voor te leggen aan de gemeenteraden dan wel eerst verder te praten met de andere 5 gemeenten en te trachten tot een regeling te komen waar aan de overige 5 gemeenten ook meedoen. Wij moesten dus kiezen voor één van die twee mogelijkheden en er is, gelet op de toch wel intensieve wijze waarop gepraat is en de resultaten die in de commissie zijn geboekt, gekozen voor de eerste mogelijkheid. Er is besloten in ieder geval alvast een eerste stap te zetten; daarbij wilde men zich er wel van overtuigen dat de andere deelnemende gemeenten geen be zwaar hebben tegen deze stap en zo is het nu ook voorgesteld. Het betekent wel - dat is ook de bedoe ling als het nu doorgaat - dat onmiddellijk de besprekingen worden geopend met de andere gemeenten om die er in de loop van de komende één twee jaar ook bij te betrekken, want als het bij 6 gemeenten zou blijven zou dat een onlogische zaak zijn. Verschillende sprekers hebben gewezen op het contact met de vakbeweging; er is gevraagd of dat weer aan de orde komt. De heer De Jong heeft in dat verband ook de term vierde bestuurslaag laten val len. Ik zou daar nu liever niet al te diep op in willen gaan. Wij kunnen hele theorieën opzetten ovec-een vierde bestuurslaag, maar daar krijgen wij misschien later in een ander verband nog wel eens gelegenheid voor, ik zou dat nu niet willen doen. Ik zou alleen willen zeggen dat wij er van uitgaan dat het hier niet gaat om een vierde bestuurslaag; ik wil echter graag toegeven dat daar verschillend over gedacht kan wor den, men kan zeggen dat het echt een vierde bestuurslaag is, men kan ook zeggen dat het helemaal geen vierde bestuurslaag is, maar men kan ook zeggen dat het iets tussen een derde en een vierde bestuurslaag in is, ik dacht dat dat laatste het meest reëel was, maar dat is mijn persoonlijke mening. Wat dit punt als zodanig betreft, dit komt natuurlijk weer in de gemeenteraad, want de procedure is dat de regioraad een voorstel kan doen maar dat die niet kan beslissen zonder instemming van de gemeenteraden. Het is dus de bedoeling dat in de junivergadering van de regioraad, als de reacties van de gemeenteraden bekend zijn, balans wordt opgemaakt om na te gaan of gekomen kan worden met een definitief voorstel aan de gemeen teraden, dat kan dit ontwerp zijn, daar kan ook nog aan geschaafd worden, dat zal afhangen van de reac ties van de diverse gemeenten en van het beraad in de regioraad. Maar de regioraad kan niet anders dan een voorstel doen aan de verschillende gemeenteraden en die gemeenteraden zullen dan een beslissing moeten nemen. Ik ben dan meteen bij de vraag van verschillende sprekers wat de consequentie is als een van de ge meenten nee zegt. Het is natuurlijk mogelijk dat een gemeente nee zegt tegen het voorstel; wij hebben een regeling die dezelfde moeilijkheid kent als de E.E.G., om maar even een vergelijking te trekken, als één van de deelnemers nee zegt dan gaat het feest niet door, dat is bij de Regio ook het geval. Je zou je er dan nog op kunnen beraden of, als één van de 6 nee zegt, dan met 5 gemeenten begonnen zou kunnen worden; dat laat de regeling wel toe. Maar je kunt nooit de gemeente die niet mee wil doen dwingen om ook mee te doen. Elke gemeenteraad is straks volkomen autonoom om te beslissen nadat hij kennis heeft genomen van een voorstel van de regioraad. Dit komt dus terug in de gemeenteraden. Ik weet op dit moment niet of dit voorstel er definitief komt - ik kom daarmee op een andere vraag -, want er is nog niet bekend hoe de andere gemeenteraden gereageerd hebben. Ik weet de reactie van enkele gemeenten, ik weet dat nog niet één gemeente zonder meer ja heeft gezegd. Ik spreek dan niet over de 5 gemeenten die nog niet meedoen, daarvan heeft wel een aantal kenbaar gemaakt dat zij er geen be zwaar tegen hebben dat 6 van de deelnemende gemeenten starten met deze regeling. Deze zaak zit op dit moment in de molen, er is aan de gemeenteraden gevraagd om voor 15 april antwoord te geven aan de regioraad; het is bekend dat enkele gemeenteraden pas in de tweede helft van april hierover verga deren, het zal dus wel 1 mei worden voor wij weten hoe de 6 gemeenteraden waar het nu bij deze rege ling om gaat hebben gereageerd op dit voorlopige voorstel van het dagelijks bestuur aan de gemeentera den. Ik heb hiermee meteen ook een antwoord gegeven op de vraag van de heer Heere over het vetorecht; dat recht is er dus inderdaad. Sommigen vinden het erg goed dat dat er is en anderen vinden het erg ver velend; men moet toegeven dat dit impliceert dat één gemeente deze zaak op kan houden; dat is gewoon een gegeven in de huidige regeling. Er is gevraagd naar het belang van deze zaak; de heer Pronk heeft er iets over gezegd en de heer De Greef is er wat dieper op ingegaan. Ik moet u heel eerlijk zeggen dat, als wij het bekijken uit een oogpunt van zakelijk en financieel belang, de gemeente Leeuwarden bij deze stap geen belang heeft; laten wij daar heel duidelijk over zijn, het zou irreëel zijn om te trachten dat anders voor te schilderen. In het gunstigste geval maakt het voor ons financieel weinig uit. Ik wil graag toegeven dat de plus die er nu staat voor hetzelfde binnen een halfjaar op een ongeveer dezelfde min kan uitkomen als de feite lijke cijfers bekend zijn. Laten wij er globaal maar van uitgaan dat het voor de gemeente Leeuwarden op het ogenblik vanuit financieel oogpunt bekeken vrijwel op hetzelfde neerkomt of wij in deze regeling stappen ja of nee. Ik geloof dat wij dit moeten zien als een bereidheid om iets in regioverband gemeen schappelijk te doen, het is meer een bestuurlijk-psychologisch punt dan een direct zakelijk belang voor de gemeente Leeuwarden; dit is gewoon het constateren van een feit. Het is ook niet onlogisch bij een sector als deze. Uit de studie van de Commissie Vuilverwerking is wel gebleken dat het in de dunst be volkte gebieden waar je vrij grote afstanden moet rijden om hier en daar een zak vuil op te halen - ik stel het maar even heel populair - evident is dat dat een duurdere zaak is dan in Leeuwarden waar de zakken vuil veel dichter bij elkaar staan en waar om die reden veel efficiënter kan worden gewerkt. Onze dienst zal minder gemakkelijk met een al dan niet verborgen leegloop zitten dan een dienst als de ze in een plattelandsgemeente, waarmee ik niet wil zeggen dat het in een plattelandsgemeente altijd minder efficiënt draait dan hier, maar dat is bij een sector als deze wel degelijk het gevalHet finan ciële voordeel ligt wat dit punt betreft eerder bij de andere gemeenten dan bij Leeuwarden; men heeft, dacht ik, toch wel redelijk aangetoond dat, als je het op redelijk efficiënte wijze met elkaar doet, de totaliteit goedkoper is dan het gescheiden optrekken. Ik durf op grond van de studies toch ook te stellen dat het niet zo is dat wij moeten zeggen dat het voor ons een verlies zou betekenen, het komt financieel gezien ongeveer op hetzelfde neer. De heer De Greef heeft, als ik hem goed begrepen heb, gevraagd waarom er niet een eigen bestuurs orgaan komt, waarom het via de Regio moet. Ik moet zeggen dat daar nogal bewust op gekoerst wordt. Wat is iri het verleden het bezwaar geweest tegen al die gemeenschappelijke regelingen? Dat was dat het zowel technisch als bestuurlijk alleen werd bekeken in een bepaalde sector. Eén van de elementen van de bestuurlijke reorganisatie is - ik dacht dat dat ook tot uitdrukking zal komen in een wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen die op stapel staat - om daar toch wel in meer of minder sterke mate afstand van te nemen. Men wil af van die stukjes facet-bestuur, want men heeft geconsta teerd dat dat toch erg gevaarlijk is, dan is er geen plaats meer waar belangen tegen elkaar worden af gewogen en je krijgt - daar bedoel ik niets ten nadele mee wat betreft degenen die de beslissingen ne men - zowel op het technische vlak als meestal ook op het bestuurlijke vlak mensen die zich op dat mo ment alleen verantwoordelijk voelen en zich bezig houden met dat ene facet; die mensen zijn er bijna altijd voor om dat uit te breiden, te perfectioneren enz. Dat is één van de bezwaren die de Wet Gemeen schappelijke Regelingen heeft opgeroepen; wij willen daar, dacht ik, allemaal wel af en dan moet je dit niet meer bestuurlijk onderbrengen bij aparte regelingen, dan moet je dit onderbrengen bij hetzelfde bestuur, bij de mensen die bestuurlijk niet over één facet maar over verschillende problemen spreken. Dat is dus de reden dat hier bewust niet gezocht wordt naar een afzonderlijk bestuur voor dit facet maar dat dit ondergebracht wordt bij het bestuurlijk bestel van de Regio. De heer De Greef heeft in dit ver band een heel interessante vraag gesteld die ons steeds bezig houdt en die ons ook steeds bezig moet houden en waarover de meningen verdeeld zijn, n.l.: Hoe staat het dan met de verantwoordelijkheid, niet meer van dit zo sterke facet-bestuur maar van beslissingen die straks in regioverband worden geno men? Ik geloof dat het er in ieder geval aanzienlijk beter mee voorstaat dan bij de vroegere gemeen schappelijke regelingen. In de eerste plaats wordt er in het openbaar vergaderd, in de tweede plaats is

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 20