12 lichting in de grond zoveel bezwaren zijn - dit is ook wel eens in een commissie aan de orde geweest - dat het zeer de vraag is of voor die oplossing gekozen moet worden. Ik dacht dat het een heel normale bovengrondse verlichting zal worden. In grote lijnen is er m.b.t. de ornamenten al een gesprek geweest, maar de afronding hiervan ontbreekt nog. Er is wat navraag gedaan in den lande en een en ander komt binnenkort tot een afronding. De heer Van der Wal: ;Komt dat dan in de Commissie Openbare Werken aan de orde? (De heer Rijp— ma (weth.): Monumentenzorg.) Wij stellen hier nu het laatste krediet vast en normaliter zou dit punt niet terug komen in de raad. Uit de stukken die ter inzage lagen bleek wel dat er gekozen is voor een bepaalde manier van verlichting. Er wordt m.n. gesproken over zonlampen, dat zijn lampen die een ge lig licht, een gloeilampachtig licht geven. Ik heb echter van Frigas gehoord dat dat niet doorgaat. Nu is mijn vraag: Wat voor verlichting komt er dan wel? Ik zou er niet voor voelen om ook dat plein met dat koude kwiklicht te verlichten. Kennelijk is er nog geen beslissing. Ik wil graag weten wanneer die beslissing wel wordt genomen. De heer Visser: Het is inderdaad zo dat - ik dacht dat het een paar jaar geleden was - dit plan in de Commissie Electriciteitsbedrijf aan de orde geweest is wat betreft de verlichting. Er zijn een paar plannetjes besproken en ik weet niet of die nu ingebracht zijn, maar er is inderdaad over gesproken. Er is geen sprake geweest van verlichting in de grond. Die plannen gingen uit van verlichting bovengronds. De heer Rijpma (weth.): Op zichzelf is het geen probleem om dit, als de raadsleden dat willen, nog een keer in de Commissie Openbare Werken te behandelen. Ik dacht dat de Commissie Monumen tenzorg een goede commissie was om voor deze facetten van dit openbare werk als deskundige commis sie, als adviescommissie van b. en w. ingeschakeld te worden. Met deze commissie zal in ieder geval overlegd worden hoe de afronding van de besluitvorming t.a.v. de verlichting is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 10 (bijlage no. 122) De heer Ten Hoeve: Ik wil beginnen met mijn dank uit te spreken aan de samenstellers van dit rap port. Wij hebben, dacht ik, een uitstekend rapport gekregen. Het is ook verheugend dat bij dit plan de projectgroep en de contactgroep op een bijzonder prettige manier hebben samengewerkt. Dat heeft er in geresulteerd dat er weinig confIictpunten waren. Het enige punt dat naar voren komt is het bouwen van een woning op de hoek van de Bagijnestraat en de Kleine Kerkstraat. Mijn fractie is er voor dat dit wel weer gebeurt, dat het gat in de straatwand gevuld wordt. Problematisch is ook - dit komt in het rapport naar voren - de kaalslag die gepleegd is aan de Bollemanssteeg. Zou daar weer iets moeten komen? Daar zijn bezwaren tegen aan te voeren omdat eventueel te bouwen woningen daar weer op een plaats zouden komen te staan waar weinig zonlicht en misschien wat minder woongerief aanwezig zou zijn. Aan de andere kant is de situatie die op het moment de tweede Leeuwarder veemarkt genoemd wordt n.a.v. alle paaltjes die daar staan ook niet zo florissant. Misschien kan nog eens bekeken worden of daar wat aan te doen is. Een ander punt dat duidelijk uit de stukken naar voren komt betreft een verkeerslus die wij als raad hebben vastgesteld bij het structuurplan voor de binnenstad. Uit praktijkervaringen van gebruikers is gebleken dat het wenselijk is om die verkeerslus andersom te leggen. Wat dat betreft wil ik hier nog het voorstel dat de projectgroep doet aan vast koppelen om de verkeersmaatregelen die voorgesteld worden zo snel mogelijk uit te voeren. Ik zou dit graag willen onderstrepen. Dit zal, dacht ik, ook zeker moe ten omdat er in het kader van de herbestrating en het aanleggen van een wandelgebied aan de Nieuwe- stad andere mogelijkheden gevonden moeten worden om de Bagi jnestraat toegankelijk te krijgen. Een belangrijk aspect, niet alleen in dit gebied, is het probleem van de openbare school die daar staat. Die openbare school zit in een oud gebouw en beschikt over een bijzonder slecht geoutilleerd gymnastieklokaal. Eigenlijk was iedereen wel van oordeel dat het wenselijk zou zijn die gymnastiek zaal af te breken, maar de openbare school zou dan zonder gymnastieklokaal komen te zitten. Ik zou het college willen verzoeken of hef mogelijk is na te gaan of de openbare school in de toekomst ge huisvest kan worden in de voormalige M.M.S. Dit komt vrij wanneer ons nieuwe stedelijk scholenge meenschapgebouw klaar komt en misschien is er een mogelijkheid om daar deze binnenstadsschool in onder te brengen. Bovendien is hef dan ook mogelijk om van de tegenover liggende gymnastiekzaal ge bruik te maken. Ik kan mij overigens ook nog een andere oplossing voorstellen. Wanneer het niet moge lijk blijkt om de M.M.S. in handen te krijgen - het is een rijksgebouw - dan is hef altijd nog mogelijk 13 om het gymnastieklokaal dat er tegenover staaf wel door de St. Anthonyschool te laten gebruiken. Ik zou graag zien dat dat onderzocht wordt. In het rapport wordt verder nog gesproken over het bestaan van 60 vrije parkeerplaatsen. Wij heb ben hier op andere plaatsen ook wel eens over gesproken, het is natuurlijk een onverantwoorde zaak dat er in het hart van de stad nog 60 vrije parkeerplaatsen zijn die de hele dag door lang-parkeerders worden bezet. Hier moet gewoon snel wat aan gedaan worden. Een moeilijkheid is de uitbouw van Berg- sma, het houfsfek, een binnenstad-gebonden winkel die toch wel enige overlast veroorzaakt in het ge bied dat bedoeld is als een groengebied. Ook daar zouden onderhandelingen misschien tot een betere oplossing kunnen leiden. Een laatste opmerking die ik zou willen maken is deze. Wanneer wij het wonen in de binnenstad willen bevorderen zullen wij ook de bewoners met een auto een mogelijkheid moeten geven om de auto daar kwijt te kunnen. Ik heb hef al een paar keer gezegd, wij zijn op de excursie met de Commissie Ruimtelijke Ordening in Haarlem tegen een soort stickeractie aangelopen. Men was daar nogal enthou siast over. Misschien kan een dergelijk systeem hier ook ingevoerd worden. Ik zou in ieder geval willen pleiten voor een onderzoek naar deze zaak. De heer De Jong: Wij willen graag beginnen met een compliment te maken aan de mensen van de projectgroep en die van de contactgroep die op zo'n voortreffelijke wijze dit rapport hebben samenge steld. De initiatieven die van beide kanten zijn aangedragen en soms zijn overgenomen geven blijk van een goed samenspel in dit team hetgeen zijn weerslag vindt in de voorstellen die op een enkele uitzon dering na eensluidend zijn ingebracht en goed zijn terug te vinden in dit rapport. In grote trekken kun nen wij ons verenigen met het voorstel van de projectgroep zoals di^ op voorkeurskaart no. 15 staaf aangegeven. Ook kunnen wij instemmen met een eensluidend advies betreffende de rijrichting van de verkeerslus hetgeen voor het verkeer duidelijk voordelen moet bieden. Wat wij willen overnemen van de contactgroep is hun zienswijze t.a.v. hef gymnastieklokaal in de Sf. Anthonystraaf dat door hen een lelijk obstakel wordt genoemd en derhalve niet gehandhaafd dient te worden. Het argument dat de projectgroep aanvoert om dit voorstel niet over te nemen is ons niet sterk genoeg daar er in de directe omgeving voldoende accommodatie voor handen is hetgeen volgens de in formatie ook duidelijk gesteld kan worden. Vandaar dat wij van mening zijn dat dit gebrek aan ruimte duidelijk opgevangen kan worden. Dit lokaal mag qua vorm, qua hoogte, zonder douches, zonder een enkele wasgelegenheid, zonder kleedkamers en zonder enige ruimte voor toestelberging geen bestaans recht meer hebben als gymnastieklokaal naar de huidige begrippen van zo'n lokaliteit, ook niet meer voor leerlingen van de St. Anthonyschool. Het tweede argument om dit gebouw te handhaven, dat anders de beslotenheid van dit pleintje aangetast zal worden, geeft o.i. niet voldoende gewicht om dit te vol gen. Wij dienen derhalve bij deze een motie in, daar wij het voorstel van de contactgroep willen over nemen. Overigens gaan wij volledig akkoord met het voorgestelde besluit en hopen dat het Ministerie van V.R.O. dit gebied in de binnenstad spoedig zal aanmerken voor rehabilitatie. De motie, ondertekend door de heer Heidinga en mij, luidt: „De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 4 april 1977, besluit het gymnastieklokaal in de St. Anthonystraaf niet te handhaven en verzoekt het college deze wijziging aan te brengen op de voor keurskaart no.15." De heer De Beer: Ook ik zou willen beginnen met onze dank uit te spreken aan de samenstellers van dit uitstekende rapport. Vooral verheugend vinden wij dat wij hebben kunnen constateren dat er een goede samenwerking is geweest tussen projectgroep en contactgroep. Wij zijn met u van mening dat wij voor hef maken van een bestemmingsplan voor dit gebied kaart 15 als uitgangspunt moeten nemen, dus met bebouwing van de hoek Bagijnestraat/Kleine Kerkstraat. Het in tegengestelde richting laten verlopen van hef verkeer in dit gebied lijkt ons een goede oplossing. Voor het zoeken naar oplossingen voor het parkeerprobleem zou ik u aanraden dit niet per gebied te doen maar b.v. voor de hele binnenstad of voor, indien mogelijk, een nog groter gebied. Ik denk dan b.v. aan - de heer Ten Hoeve heeft dit ook genoemd - het vignetsysteem of iets dergelijks. In de Commissie Ruimtelijke Ordening is bij de behandeling van dit rapport gesuggereerd om de doe-het-zelf-winkel met houtstek te verplaatsen. Wanneer dat zou moeten dan zou ik u willen verzoe ken om tijdig met betrokkene in overleg te treden. De hear Singelsma: Hwa't de kaert fan Eekhoff fan 1603 bisjocht sil konstatearje dat der yn it sfrjit- fepatroan net folie foroare is by de hjoeddeiske situaesje. It mei jin allinne spite dat der fan it aide Ba- ginekleaster sa'n bytsje oerbleaun is. Dat der lykwols troch dit rapport en troch dizze manier fan wurk- jen «/er in begjin makke wurdt mei in nije yndieling kin us allinne mar forhugje. Harmen Stalmeester,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 7