32
De heer De Greet: Ik blijf de motie van de P.v.d.A. ondersteunen. Ik zou tegen de wethouder wil
len zeggen dat er niet sprake is van het totale plan, dat weet de wethouder natuurlijk ook wel, maar
hij selecteert voor. (De heer Rijpma (weth.): Wat is dat voor insinuatie.) Het totale plan is het totale
plangebied. U moet mij in dit geval letterlijk nemen en niet alleen serieus, wat ik heb bedoeld is het
totale plangebied, de hele bebouwing. Wat er nu gebeurt is een bepaalde voorselectie die wordt ge
daan op grond van maatstaven waarvan wij zeggen: Die zijn voor ons en ook voor de bewoners vaag
en onduidelijk.
De Voorzitter: Wij kunnen hiermee de discussie wel afsluiten. Ik stel voor dat wij over de motie
bij handopsteken stemmen.
De motie van de heren Janssen en Bouma wordt bij handopsteken verworpen met 18 tegen 11 stem
men.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 16, 17 en 18 (bijlagen nos. 250, 261 en 263).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 19 (bijlage no. 259).
Mevr. Visser-van den Bos: Wij menen eigenlijk dat wij, voordat wij een besluit kunnen nemen
over dit voorstel, een stuk zouden moeten hebben over de plannen die er met De Kamp in Wirdum be
staan. De vorige keer toen er over gesproken is heeft de heer Heidinga uitdrukkelijk gevraagd dat er
nog een kans gegeven werd aan de bewoners om met een plan te komen. Wij hebben dat plan nog
nooit gezien en wij menen dat wij dan terug moeten vallen op het rechtsgeldige bestemmingsplan dat
er is en dat niet verdraagt dat wij nu riolering aan gaan leggen die op de bestaande toestand aansluit
en niet op het rechtsgeldige bestemmingsplan. Maar misschien kunt u mij er opheldering over geven
wanneer nu eigenlijk het bewuste plan voor De Kamp komt.
De heer Rijpma (weth.): Ik ben het voor een groot deel met mevr. Visser eens. Er is een rechts
geldig bestemmingsplan voor De Kamp. Dat betekent dat wij wel een voorbereidingsbesluit zullen
moeten nemen om deze werkzaamheden uit te kunnen voeren. Wij zullen bij ged. staten, willen wij
het voorstel goedgekeurd krijgen, ook met een aanduiding moeten komen wat de bedoeling van de
raad met dit gebied is. Wij hebben toch gemeend om met dit voorstel te moeten komen want het bete
kent dat het in ieder geval in procedure is. Ik neem aan dat op heel korte termijn het plan van de be
woners van Wirdum door b. en w. ontvangen zal worden. Ik moet er wel bij zeggen dat, als het zou
blijven hangen, wij in ieder geval voorzieningen moeten treffen die wij dan als tijdelijke voorzienin
gen aan zullen moeten merken. De ophaaldienst voor de privaattonnen eindigt nog wel niet op 31 de
cember 1977 maar wel op 31 december 1978. Dat betekent dat, als de discussie over wat er in De
Kamp moet gebeuren zou blijven hangen, wij er niet omheen kunnen dat wij een noodvoorziening
treffen. Het voornemen ligt bij u op tafel, wij zijn in dit geval dus vlugger dan de bewoners, maar ik
neem aan dat de bewoners door een sprint de achterstand snel in zullen lopen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 20 (bijlage no. 237).
De heer Van der Wal: Wij kunnen wel instemmen met dit voorstel. U stelt echter voor een bepaald
bezwaarschrift gegrond te verklaren en u voegt daaraan toe: "Wij geven u dan ook in overweging dit
bezwaarschrift gegrond te verklaren onder aantekening evenwel dat wij opnieuw een onteigening van
deze percelen zullen voorstellen indien blijkt dat thans aanhangige bouwplannen niet tot uitvoering
zullen worden gebracht." Ik neem aan dat dat de bouwplannen zijn met de begeleidende brief van de
makelaardij die ter inzage lagen. Mij is ondertussen bekend dat de eigenaren die daarin vermeld
staan op het ogenblik al geen eigenaren meer zijn, de zaak is doorverkocht aan een andere makelaar
dij die het weer doorverkocht heeft. Er is totaal geen zekerheid over te krijgen of de bouwplannen ook
mee doorverkocht zijn. Het zit er dus dik in dat wij van deze clausule gebruik zullen moeten maken.
33
Ik vraag mij zelfs af of het gezien deze situatie niet beter is om dit gedeelte uit de raadsbrief te ha len
en alsnog te bekijken wat er eigenlijk aan de hand is met die bouwplannen en deze bezwaren. Ik vraag
de wethouder ook of hem deze kwestie bekend is.
De heer Rijpma (weth.): Wij zullen nauwgezet volgen of het bouwplan ingediend is en wij zullen
daarvoor in onze planning een datum aanhouden. Wanneer er dan niets gebeurd is dan zullen wij op
nieuw bij de raad komen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 20a t.e.m. 28 (bijlagen nos. 271247, 243, 264, 254, 270, 252, 246 en 248).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 29 (bijlage no. 258).
De hear Jansma: Goed oardeljier lyn frege de keatsforiening Het Plein de gemeente om in hek-
wurk om harren keatsterrein to pleatsen. Hja hawwe dat terrein 47 jier brukt en neame it dêrom harren
terrein hoewol't it eigendom fan de gemeente is. De foriening hat der in klaeiromte op boud, der hat
altyd al in stikeltriedófsetting west en fierder forskate struken en beamkes. Nou is stikeltried net al-
linnich in raer gesicht midden yn de stêd, mar de tiid hat leard - foaral de leste jierren - dat it hyI—
titen stikken makke wurdt. Men sjocht nou roastige tried en nije tried trochinoar en hyltiten binne der
guon dy't de boel wer forniele. Tusken de struken sjocht men paedtsjes hwer't men lans glupt. Keatsen
is by utstek in Fryske sport, it wurdt yn Fryslans haedstêd mar op twa plakken dien, ntl. by Sinne-
boarch en hjir Efter de Hoven. It keatsfjild moat flak wêze, hast to forgelykjen mei in biljartlekken,
feit is nou dat binammen de aldere jeugd der faek oan it fuotbaljen is omt der gjin fuotbalfjild is, der
wurde gatten yn de groun skopt en dat makket it keatsfjild foar keatsen unbrükber. Der wurde hwat
langer hwat mear hounen op it fjild litten om dêr harren bihoeften to dwaen, de keatsers rinne meas-
tentiids op sokken - dat wol it beste by it keatsen - en dan witte jimme wol hwat de gefolgen binne.
De Kommisje foar de Tsjinst foar Sport en Rekréaesje wie der dêrom ek foar dat der in hekwurk pleatst
waerd, logysk neffens my. De wethalder dy't doe de bitrutsen portefeuiIlehalder wie hat dat de mins-
ken ek forteld. De Ried foar Sportoangelegenheden wie yn mearderheit tsjin it pleatsen fan in hek
wurk, neffens my net logysk. Ek de Kommisje foar de Forsykskriften wie fordield, hoewol yn mearder
heit foar it pleatsen fan in hekwurk. Men seit dat de rekréative sport dêr ek bidreaun wurde moat. Dêr
hat Het Plein gjin biswier tsjin, dat blykt dudlik wer ut harren brief fan twa moanne lyn oan de leden
fan de gemeenteried. De foriening wol net dat harren fjild fornield wurdt en dat bart nou al as it sa
troch giet. De rekréaesjesport moat der wêze, dêr sille wy allegearre wol foar wêze, mar ik siz: Dat
mei hjir net to'n koste gean fan de organisearre sport. Hjir giet in keatsforiening mei 225 leden dy't
47 jier bistien hat en yn de wyk noch altyd in bilangrike sportive en sosiale funksje hat nei de knoppen
en dat moat foorkommen wurde. De leden wol Ie seis it hekwurk wol pleatse, it is dan goedkeap; der
stiet nou wol in great tagongshek en dat is op himsels eins ek gjin gesicht. It is net om'e nocht dat de
foarsitter fan de buert- en boarterstunforiening en de haden fan de beide skoal len yn de buert it for-
syk fan de foriening folslein underskriuwe, sawol letterlik as figuerlik. Jo sille bigripe, ik bin it lang
net iens mei it kolleezjefoarstel, ik haw ek in moasje klear lizzen. Ik wol graech de fierdere diskusje
ófwachtsje om to sjen oft de moasje al of net yntsjinne wurde moat.
De heer De Beer: Ik ben het helemaal eens met wat de heer Jansma gezegd heeft. Ook wij zijn
voor het plaatsen van een hek.
De heer MeijerhofIk wil een ander geluid laten horen. Ik geloof dat ik namens mijn fractie wel
kan zeggen dat wij akkoord gaan met het voorstel zoals b. en w. dat doen. Wij weten dat de Commis
sie voor de Dienst voor Sport en Recreatie voor het hek was en dat de Sportraad er in meerderheid te
gen was. In de Sportraad zijn de elementen bekeken van de openbare speel voorzieningen en een af
geschermd sportveld. Een aantal mensen hebben zich laten leiden door de argumenten m.b.t. de open
bare speelvoorzieningen en daarvoor gekozen. Als je kiest voor een afgeschermd sportveld dan komt
er, dacht ik, nog een element bij en dat is dat men het hek wel open wil zetten. In afwijking van
andere sportaccommodaties is hier ter plekke dagelijks geen toezicht op deze velden en bij het plaat
sen van een hek krijgen wij, dacht ik, een zelfde situatie als bij Sonneborgh waar ook een hek om-
been is; daar werd veel schade veroorzaakt waarna men besloot de hekken open te zetten waardoor de