Punt 10 (bijlage no. 351 De heer Geerts: Ik heb eigenlijk niets op te merken over het besluit, want wij besluiten niets an ders dan dat de boerderij met erf ter openbare veiling wordt aangeboden. Een ander punt is dat in de raadsbrief staat dat het Ministerie van C.R.M. als voorwaarde heeft gesteld dat 50% van de verkoop prijs naar dat ministerie zal moeten gaan. Nu heb ik de voorgeschiedenis eens even nagegaan. Het is een boerderij die is gekocht voor een bedrag in de orde van grootte van 16.000, aan exploitatie verliezen zijn er 4.300,en dan kom je op een totale boekwaarde van ruim 20.000, Hierin heeft C.R.M. 8.000,gesubsidieerd. U weet hoe het op het ogenblik is met de ontwikkeling van de prijzen van onroerend goed, hier zal ondanks de voorwaarden die er gesteld worden een heel ander soortig bedrag uit komen. Nu is het inderdaad zo dat het rijk indertijd bij het geven van het subsidie gezegd heeft: Wij willen toestemming verlenen. Maar ik dacht dat de achtergrond van die toestemming was dat het rijk wilde verhinderen dat er bestemmingen aan zouden worden gegeven die niet in de sfeer van deze aankoop lagen en nergens anders om. Nu is het zo dat u contact hebt gehad met de ge meente Tietjerksteradeel en met It Fryske Gea over de bestemming; dat heeft geresulteerd in een aan tal bestemmingsbepalingen, ook in deze akte opgenomen als bedingen, en ik dacht dat C.R.M. wat dat betreft dan volledig aan zijn trekken is gekomen. Ik zie niet in dat C.R.M. als speculant zou moeten opereren, want dat doen ze dan naar mijn gevoel, zij zeggen: Wij hebben een zeker risico genomen door daar geld in te stoppen en nu willen wij het geld er ook uit hebben. Ik geloof niet dat dat een juist optreden is, ik geloof ook niet dat, als wij uit bestemmingsoverwegingen deze boerderij hadden moeten afbreken, C.R.M. gezegd had: Nu geven jullie ons ook de helft van het verlies dat jullie ex tra hebben. Het is een flauwe kul-verhaal dat ik nu houd, maar wat C.R.M. zegt is ook flauwe kul, C.R.M. heeft n.l. gewoon recht op het subsidie dat zij er in gestopt hebben. Eventueel kan je zeggen dat je dat dan zou moeten aanvullen met de wettelijke rente over die jaren en dan hebben ze precies wat ze er in gestopt hebben. Al het andere is naar mijn gevoel oneigenlijk gebruik van het goedkeu- ringsbeleid dat zij indertijd geclaimd hebben bij het geven van het subsidie. Ik zou dan ook bij u wil len bepleiten dat u nog een keer deze zaak met C.R.M. opneemt onder de motieven die ik u nu net geschetst heb. De heer Rijpma (weth.): Ik wil dat best doen. Ik moet er alleen bij zeggen dat C.R.M. op het standpunt staat dat de gemeente van de eventuele extra inkomsten niet meer hoeft te profiteren dan C.R.M. De heer Geerts: Dit is gemeente-eigendom en de gemeente verkoopt. C.R.M. heeft er geld in ge stoken en dat geld kunnen ze terug krijgen. C.R.M. heeft voorwaarden gesteld en aan die voorwaarden wordt voldaan. Verder heeft C.R.M. niet recht op gelden. Ik zou er toch wel ten sterkste op aan willen dringen dat u dit serieus neemt. De heer Rijpma (weth.): Ik heb al gezegd dat ik bereid ben dit nog eens te bespreken. Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Er zou de indruk kunnen ontstaan dat de heer Geerts namens de fractie spreekt, al heeft hij dat niet gezegd, maar ik deel het standpunt van de heer Rijpma. (De heer Ten Brug (weth.): De meningen lopen, dacht ik, helemaal niet uit elkaar.) Ik dacht van wel. De Voorzitter: De wethouder heeft aan de heer Geerts toegezegd dat hij dit nog een keer bespreekt, Dit staat overigens niet in het besluit en daarom kunnen wij nu wel een beslissing nemen over het voor stel. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van weth. Rijpma. Punten 11, 12 en 13 (bijlagen nos. 341 350 en 369). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 14 (bijlage no. 368). Mevr. Visscher—Bouwer:Voor de zomervakantie namen wij als raad een besluit t.a.v. de aanpassing van het voorkeursmodel Mariahof ten behoeve van nieuwbouw en verstrekten wij een krediet voor hef 7 aanleggen van een ontsluitingsweg. U sneed in de raadsbrief van toen tevens de onzekerheden aan t.a.v. de vast te stellen grondprijzen ten behoeve van de hier te realiseren nieuwbouw, o.a. de onzekerheid t.a.v. de lokatiesubsidies. Aan ons verzoek om snel met dit probleem in de raad terug te komen heeft u gelukkig voldaan. De mensen weten dan nu tenminste waar ze aan toe zijn. Wij zijn teleurgesteld dat toch nog deze prijzen naar voren zijn gekomen. Het is ons bekend dat voor veel mensen nu het bouwen daar toch zeer moeilijk zal worden en dat er waarschijnlijk verschil lenden zullen moeten afhaken. Je vraagt je dan ook af of wij met de stadsvernieuwing zo ons doel niet voorbij schieten omdat toch het doel moet zijn dat wij de wijken leefbaar houden of maken juist voor de mensen die er nu wonen. Wij zijn bang dat dat op deze manier maar voor een deel zal lukken. De prijzen zijn dus aan de hoge kant, dit geldt vooral voor de hoekwoningen, daarbij wordt de zaak nog ongunstig bei'nvloed omdat men daar een totaalprijs krijgt van grond plus woning die boven het bedrag komt waarop een maximale premie van het rijk binnen kan worden gehaald; dat scheelt die mensen dus ook al weer zoveel. Wij willen u vragen of u geïnformeerd heeft naar de mogelijkheid om uit het Ter- lingenfonds een tegemoetkoming te krijgen in architectenkosten. Dat fonds is er en ik zie nergens staan dat geprobeerd is daaruit een bijdrage te krijgen. Wij hebben net het raadsvoorstel gehad waar in aan het Zenegroen een kavel wordt verkocht en dan vinden wij het heel schrijnend dat op een plek aan het Zenegroen - een heel mooie plek - dezelfde grondprijs per m2 wordt gevraagd als in het Ma riahof. Je ziet dat de kosten die zo'n stadsvernieuwing met zich brengt wel heel zwaar gaan drukken op zulke kavels. Je vraagt je dan af of dit wel een goede zaak is. Wij willen dan ook het col lege vra gen of nog niet eens in overleg met de aspirant-kopers de haalbaarheid van het bouwen daar kan wor den bekeken zodat niet een deel van de mensen zal moeten afhaken omdat zij het financieel niet op kunnen brengen. Is het nog niet eens mogelijk om per kavel, per aspirant-bouwer deze zaak eens ern stig te bekijken. Wij weten dat de gemeente hier twee ton in stopt uit het Stadsvernieuwingsfonds en dat wij misschien het lokatiesubsidie van 263.000,voor onze rekening zullen moeten nemen, maar desondanks vind ik dat wij toch alles moeten doen om te voorkomen dat er mensen daar niet kun nen verwezenlijken waar zij zo op hopen en wat eigenlijk ook ons einddoel met de stadsvernieuwing moet zijn, n.l. dat de mensen uit de wijk daar ook kunnen blijven. De hear Miedema: Wy hawwe hjir fan't simmer ek al ris oer praet en doe wienen der hwat swier- richheden oer it tiidstip dat it wer yn de ried komme soe, ik tocht dat it, neffens wy doe praet hawwe, net óffallen is dat it der joun is, dêrfoar üs tank. Der binne nou lykwols noch wol in pear fragen. Yn it foarste plak is it sa, wy biede hjir preemje kavels oan foar in priis fan gemiddeld ungefear 14.000,--. Jo kinne jo óffreegje oft dit in reéle priis is, is dit in priis dy't yn üs hiele bilied hwat prizen fan groun oanbilanget past, is dit ek to leech? Josoenen, as in wenningwetkavel yn de gemeente Ljouwert 12.000,kostje mei, sizze dat in preemjekavel fan 14.000, al hoe graech wy it dizze minsken ek gunne, miskien net to heljen is yn forban mei de gefolgen dy't dit yn oare gebieten hawwe kin. Mar as jo der dan djipper op yngeane en jo bisjogge hwat jo eins forkeapje dan blykt dat dizze kavels sa lyts binne dat it feitlik allinnich om it stik je groun giet hwer't it hüs op komt to stean en net folie mear; ik praet dan net oer de hoek- kavels. En dan foroaret de saek dochs wol hwat, men komt dan op in kantemeterpriis fan krap 100, men haf dat yn Aldegleijen seis ek al ütrekkene. As jo dy priis forgelykje - dat hat mefr. Visscher ek dien - mei de priis oan it Zenegroen dan binne dy prizen gelyk, mar dan binne jo nei myn bifinken dochs mis hwant as jo oan it Zenegroen in kavel keapje dan is dy miskien foar 30% to bibouwen; as jo dêr 300 m2 foar it hüs keapje dan keapje jo der ek noch in kear 600 m2 by hwer't de forplichting op Ieit dat it tün wurde moat. Foar de groun foar tün en hüs bitelje jo dan 100,de m2. Dat leit dus oars as hjir en dêrom is forgelykjen eins net mooglik. Hoewol 't dizze priis - dêr bliuw ik by - foar in preemjekavel net heech is gunne wy it dizze minsken bisünder graech, wy miene dat dit ek gjin ge folgen hat foar de grounpolityk binnen üs gemeentlik bistel omt dit ekstra lytse kavels binne. Der is ek noch in brief kommen fan it opbou-orgaen fan de wyk; dêr wurdt yn frege: Hoe sit dat nou, wy moatte 100,de m2 jaen en der is in ündernimmer dy't in stik bidriuwsterrein keapet en dy man hoecht mar 85,de m2 to jaen, hwerom moatte wy mear jaen? It hat oant nou ta sa west binnen de ge meente Ljouwert dat men yn de wenningwetgebieten üngefear op dizze priis sit, wylst men yn de yn- dustryterreinen op 36,de m2 sit, wy hawwe niis seis in gefal hawn fan 26,de m2. As de priis foar dit bidriuwsterrein dan 85,de m2 is dan is dat allinnich mar omt dit in terrein is dat tige gunstich yn de binnenstêd leit. Der is sein: As dy man dêr bouwe wol op dat tige gunstich lizzende terrein dat forkocht wurde kin dan moat dat ek ekstra opbringe; dêr is de priis fan 85,de m2 wei kommen. Dizze minsken hawwe in brief oan de ried skreaun en dêrom is it goed dat wy der hjir even op yngeane, hwant ik leau dat hja de saek forkeard sjogge; hja tinke dat hja tofolle bitelje moatte, mar myn fraksje is fan bifinken dat dat perfoarst net it gefal is. Dat hwat de priis oanbilanget.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 4