35 38 De heer De Vries (weth.): Als de rijksbijdrageregeling straks van kracht wordt verschijnt er natuur lijk een totaal nieuwe situatie. In het licht van de situatie van dan zijn wij bereid - ik wil dat in ie der geval van mijn kant graag toezeggen - de hele zaak nog eens onder ogen te zien, maar dan "ge lijke monniken gelijke kappen", dat zal mevr. Visser wel aanspreken, dacht ik. De Voorzitter: Ik breng nu de motie in stemming, ik stel voor dat wij bij handopsteken stemmen. De motie van mevr. Visser-vari den Bos en de heer Bouma wordt bij handopsteken verworpen met 34 tegen 3 stemmen. De Voorzitter: Dan moeten wij nu een beslissing nemen over de motie van de heren De Greef en Van der Wal; die motie betreft de kwestie van de bewuste 60.000, als ik het zo even mag zeggen, De motie van de heren De Greef en Van der Wal wordt bij handopsteken verworpen met 33 tegen 4 stemmen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter schorst, om 0.15 uur, de vergadering tot 8 november 1977, 19.30 uur. Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag, 8 november 1977. RAADSVERGADERING van dinsdag, 8 november 1977. (voortzetting van de raadsvergadering van maandag, 7 november 1977) Aanwezig 29 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma (vanaf 19.40 uur), M.A. van Dijk-van Terwisga, mr. E.N.J. Smit, G. Visscher-Bouwer, M.M.Th. Visser-van den Bos, A.J. de Vos en A. Willemsma-de Jong en de heren Jde Beer (vanaf 20.05 uur)Jten Brug (wethGBuising, J .R. Bi jkersmaG .F. Ei j- gelaar (weth.), A. Groenewoud, D.E. Heere, H. Jansma, C. de Jong (vanaf 19.35 uur), A. Klomp, H. Meijerhof, W. Miedema (tot 20.50 uur), dr. W.A. de Pree, A. Pronk, ir. C.L. Rijpma (weth.), J. Schaaf- sma (weth.), J.B. Singelsma, K. Spoelsfra, N. Sterk, P. van der Veen, L. Visser en G. de Vries (weth.). Afwezig: de heren S. Bouma, ir. C.G.H. Geerts, drs. M.H.G. de Greef, O. Heidinga, H. ten Hoeve, J.F. Janssen, J. Knol en P.D. van der Wal. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer. Voorts zijn aanwezig: de heren mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris, en drs. E.J. Overkamp, ambtenaar van de afde ling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie. De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor dat wij onze werkzaamheden hervatten. Het quorum is aanwezig en het is half 8 geweest, twee punten waaraan voldaan moet worden om te kunnen starten. Punt 25 (bijlage no. 430). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 26 (bijlage no. 432). De heer Meijerhof: Een uitgebreide beschouwing over het organisatierapport is, dacht ik, weinig zin vol. Zoals u in de aanhef van de raadsbrief al stelt is op 15 augustus het rapport al onderwerp van dis cussie geweest. Het besluit dat in die vergadering is genomen impliceert dat de raad de voorgestelde struc tuur heeft aanvaard; de titel van de raadsbrief geeft dat ook al aan: De personele en financiële gevolgen van de nieuwe organisatiestructuur van de Gemeentelijke Sociale Dienst. Ik wil mij dan ook beperken tot een aantal vragen. In het kader van de artikel 12-situatie en bekend met een vergelijkend onderzoek in Divosa-verband is in 1974 het voornemen geweest de personeelssterkte terug te brengen van 98 naar 81 personen. Het voorstel van vanavond laat zien dat wij naar het aantal 101 toe moeten. Nu is bekend - dat geeft u in de raadsbrief ook aan - dat het takenpakket en het aantal cliënten sterk zijn toegenomen. Mijn vraag is: Is er een kwantitatief onderzoek geweest en is er ook vergelijkingsmateriaal zoals dat in 1974 het geval was? Op blz. 3 geeft u aan dat er voor een aantal medewerkers geen emplooi meer zal zijn. Kunt u mee delen wat u verstaat onder „elders emplooi vinden"? Denkt u hierbij aan andere takken van dienst? Uit het onderzoek blijkt dat de administratie veel werkzaamheden verrichtte die ook reeds op ande re afdelingen plaats vonden. Het hoofd van de administratie bij een tak van dienst heeft een zelfstandi ge verantwoordelijkheid aan b. en w. wat betreft de boekhouding en het geldelijk beheer van die tak van dienst. B. en w. kunnen nadere voorschriften geven omtrent het inrichten en het bijhouden van de admi nistratie. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, gelet ook op de teneur van het rapport, dat deze voorschriften onvoldoende of niet aanwezig zijn geweest. Mijn vraag is: Heeft het college de voorschrif ten reeds herzien of is hef voornemens dit alsnog te doen? Dan een laatste punt. Een van de aanbevelingen in het rapport is: het instellen van een aparte werk-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 20