zm
*10
groep die de problemen van de automatisering te lijf moet gaan. Het blijkt dat de automatisering zowel
bij de G.S.D. als daar buiten uit de hand loopt. In de raadsbrief gaat u op deze aanbeveling niet in. Ik
zou graag van u vernemen wat u met deze aanbeveling gaat doen.
De heer Bijkersma: In de raadsvergadering van 15 augustus - de heer Meijerhof merkte dit ook al op
hebben wij besloten dat de organisatie van de Gemeentelijke Sociale Dienst een structuur zal krijgen zo
als werd voorgesteld. Wij hebben daar toen in opgenomen dat de uitwerking moet geschieden op basis van
efficiency, doelmatige dienstverlening en personeelsvermindering. Het stemt ons tot grote voldoening dat
de realisatie van de nieuwe structuur thans met voortvarendheid ter hand kan worden genomen. Hierbij
mag gesteld worden dat optimale medewerking van vele personeelsleden van de Gemeentelijke Sociale
Dienst is verkregen. Deze medewerking is voor het welslagen van deze operatie van essentieel belang.
Mijn fractie kan zich dan ook gemakkelijk verenigen met het gestelde in de raadsbrief. Toch hebben wij
enkele vraagtekens, gedeeltelijk over punten die de heer Meijerhof ook al heeft opgemerkt, gedeelte
lijk over punten van andere aard.
In de raadsbrief wordt de stelling geponeerd dat een organisatiewijziging altijd extra mankracht vergt
gedurende de overgangssituatie. Dat is een stelling die door ons niet direct wordt onderschreven en wij
zullen een duidelijker motivering dan ook op prijs stellen.
In het beleidsplan werd destijds naar voren gebracht dat de personeelsbezetting van de Gemeente
lijke Sociale Dienst drastisch beperkt moest worden. Immers - en daar draait het om -, uit een landelijk
gehouden onderzoek bleek dat wij t.a.v. vergelijkbare gemeenten volledig uit de pas liepen, althans voor
wat betreft de personeelsbezetting. Wij onderkennen dat door de huidige economische omstandigheden
zich een aantal nieuwe taken hebben aangediend en het komt er op neer dat de dienst behoefte heeft aan
meer personeel. De heer Meijerhof zei ook al dat wij toen hebben vergeleken met andere gemeenten en
dat wij t.o.v..die andere gemeenten uit de pas liepen. Ik mag aannemen dat de economische situatie niet
alleen in Leeuwarden zo is, maar dat die over het hele land zo is en dat je ook nu weer zou kunnen ver
gelijken. Ik dacht dat het zinnig zou zijn om juist met de gemeenten waar wij de vorige keer mee heb
ben vergeleken nu weer de getallen te vergelijken, want als wij weer uit de pas lopen dan is deze hele
exercitie van nul en generlei waarde.
Verder merkt u op dat de financiële consequenties voor 1978 niet ongunstig zijn. Dat is echter naar
onze mening geen juist beeld omdat de voor latere jaren opgevoerde besparingen naar voren zijn gehaald.
Die verdwijnen dus in de toekomst. Financiële waakzaamheid is daarom geboden.
Tot slot willen wij opmerken dat de in te voeren interne controle ons bijzonder aanspreekt. Wij vra
gen ons eigenlijk af hoe zo'n grote dienst - dit heeft geen betrekking op deze raadsbrief - het zo lang
heeft kunnen stellen zonder een interne controle.
De heer De Jong is inmiddels ter vergadering gekomen.
Mevr. Visser—van den Bos: Als derde spreker kan ik waarschijnlijk met nog minder vragen volstaan.
Mijn eerste vraag is: Als wij nu nog in de artikel 12-situatie verkeerden of als wij daar onverhoopt over
een aantal jaren weer in zouden komen te verkeren, hoe zou dan de inspecteur van Binnenlandse Zaken
de omvang van de dienst beoordelen? Ik heb heel ijverig getracht al het gereken dat ongetwijfeld door
zeer deskundige mensen is uitgevoerd op de voet te volgen maar ik schaam mij niet te zeggen dat dat vol
komen uit de hand liep. Op blz. 3, om maar een voorbeeld te noemen - u zult verder wel merken dat ik
er niets meer van snapte -, staat: „in de nieuwe organisatiestructuur zal het huidige takenpakket uitge
voerd kunnen worden met 88 medewerkers. In vergelijking met de huidige situatie (96 medewerkers, waar
van 1 boventallig)" - ik begrijp ook niet waarom die ene boventallige er speciaal bij vermeld wordt,
maar dat zal wel een technische reden hebben - „levert dit, rekening houdend met de declaratiemoge
lijkheden bij het rijk een jaarlijkse bate op van 431 .900,Die mensen kosten dus 54.000,per
persoon. De nieuwe kosten voor de taken die door 13 medewerkers moeten worden uitgevoerd zijn gemid
deld maar 30.000,Het enige dat ik kon concluderen is dat die nieuwe medewerkers waarschijnlijk
beter gefinancierd of gesubsidieerd worden door de rijksoverheid. Het zou echter zo leuk geweest zijn als
dat in cijfertjes was uitgedrukt, want al mijn gereken bracht mij natuurlijk naar de begroting en naar de
stukken van de G.S.D. Toen probeerde ik eens uit te vinden wat nu eigenlijk precies door de rijksover
heid wordt bijgedragen aan de G.S.D., maar daar heb ik ongetwijfeld nog niet lang genoeg aan gewerkt
want ik ben er niet uit gekomen. Dit was dus een demonstratie van mijn ondeskundigheid. Ik vrees echter
dat veel mensen hier in de raadzaal net zo erg hebben geworsteld met deze cijfers, als ze tenminste ge
probeerd hebben het na te rekenen. Dan denk je: Wat hebben wij er eigenlijk aan als het voor leken zo
onduidelijk gespecificeerd wordt weergegeven? Ik ben toen naar de laatste bladzijde gegaan en ik heb
alleen maar eens gekeken naar: Wat kost het nu uiteindelijk of wat levert het nu uiteindelijk aan bespa-
ringen op. Dan sluit ik mij bij de heer Bijkersma aan en dan zeg ik: Het levert helemaal geen besparin
gen op, uiteindelijk kost het ons alleen geld want de dienst gaat nogal wat meer kosten. Ik kom dan weer
terug bij mijn eerste vraag: Hoe zouden wij nu beoordeeld worden door Binnenlandse Zaken, zou men
zeggen: Deze dienst kan er mee door, of: Deze dienst kost veel te veel geld? (De Voorzitter: Het eerste.)
Dat is natuurlijk erg fijn, want daar moeten wij het van hebben. Dit was mijn eerste probleem en ik wil
hier straks graag een antwoord op hebben.
In het midden van blz. 3 staat dat er teveel administratieve mensen zijn. Die zullen moeten worden
verplaatst of die zullen moeten afvloeien of zo, dat zal naar ik hoop wel prettig en soepel verlopen. On
deraan blz. 3 wordt echter vermeld dat wij nog 4 nieuwe mensen moeten aantrekken. Daar ben je dan wat
verbaasd over, want als er zoveel mensen teveel zijn hoe is het dan nog mogelijk dat er 3 maanden lang
een aantal mensen - dit zijn geen hoog gekwalificeerde mensen want daarvoor kosten ze niet genoeg -
moeten worden aangetrokken? Dit brengt mij op een nieuwe vraag, n.l. hoe zit het nu eigenlijk met de
kosten die wij momenteel moeten betalen of straks zullen moeten betalen voor de wel hoog gekwalifi
ceerde mensen die aangetrokken worden om de achterstand in de administratie te klaren? Een andere
vraag is: Was het niet beter geweest te wachten met het voorstel over de personele en financiële gevol
gen aan ons voor te leggen tot die mensen klaar waren? Het is toch zeer goed mogelijk dat dit nog ver
rassingen oplevert.
Ik heb diverse keren gemerkt dat er in dit stuk gesproken wordt over nieuwe taken. Over één nieu
we taak wil ik u wat vragen, want in een andere kwaliteit heb ik nogal eens van gedachten gewisseld
met mensen van uw dienst, de G.S.D(De heer Ten Brug (weth.)Het is ook uw dienst.) onze dienst,
pardon, over het probleem van het heronderzoek. Dat is toen een enorm moeilijk debat geweest. Het ging
er om waarom bij oude mensen één keer in het halfjaar een heronderzoek moest plaats vinden over de
vraag of ze niet een beetje meer voor de gezinszorg konden betalen. Wij zeiden dan altijd maar: Moet
dat nou en zo, enfin, u snapt het vervelende debat wel. Dan werd er gezegd: Dat is nu een keer een op
dracht en dat moeten we doen. Ik weet zelfs dat er toen verteld werd dat het rapport ieder keer 200,
kostte. De wethouder knikt, dus ik ga nu veronderstellen dat die taken wel werden uitgevoerd, maar mis
schien de laatste jaren niet meer. Ik begrijp van de wethouder dat dat zo is, dus dat is dan klaar. Dat had
dan eigenlijk wel in het stuk mogen staan, want dan is het niet echt een nieuwe taak maar een taak die
er bij is blijven zitten. Ik vind in dit stuk niets over de taken die men wil afstoten en waarvan men zegt
en verwacht dat die nogal wat bezuinigingen teweeg zullen brengen. Dat zijn juist de taken die mij met
grote zorg vervullen; u weet dat ook. Men meent bij de G.S.D. die taken aan anderen te moeten overla
ten. Hierover wordt met geen woord gesproken in dit stuk en dat verwondert mij. Ik meende daar in de
afdelingsvergadering over te zullen praten, maar ik dacht dat het niet zinvol is om op 17 november te
gaan praten over een stuk dat wij nu behandelen. Misschien kunt u er nu iets meer over vertellen.
Een andere heel belangrijke vraag is: Weten op dit moment de betrokken mensen dat ze moeten af
vloeien? Dat er mensen moeten afvloeien is natuurlijk officieel bekend. Ik wil dus graag weten of die
mensen dit weten.
Ik heb ook erg veel moeite met de interne controle. Ik meende juist dat de controle bij onze dienst
- ik zeg het nu goed - meer dan goed was, om het zo maar even te zeggen, want er is mij nogal eens om
de oren geslagen als ik opmerkingen hierover had. Er werd dan gezegd dat wij altijd zulke grote compli
menten krijgen van het ministerie over onze voortreffelijke administratie. Hoe is het ene nu met het an
dere te rijmen? Dit zijn toch echt wel een paar vragen die ik graag beantwoord wil hebben.
Dan heb ik iets misschien niet goed bekeken en kan ik daar heel eenvoudig een antwoord op krijgen.
Op blz. 1 wordt n.l. vermeld dat er ook nog een groepsleider afdeling I.M.Z. moet worden aangetrokken;
men vreest die persoon per 1 januari nog niet te hebben. Waar staat deze figuur in de zo prettig bijge
voegde tekening? Is dat de wnd. chef/praktijkbegeleider? Kunt u dat straks nog even nader toelichten?
De heer De Vries (weth.): De heer Meijerhof is begonnen met te constateren dat de zaak die van
avond aan de orde is een voortzetting is van de principe-beslissingen die in de vergadering van de raad
van 15 augustus j.l. zijn gevallen en dat het nu gaat om de personele en organisatorische structuur op
grond waarvan wij in 1978 hopelijk zullen komen tot een verdere stroomlijning, tot een efficiëntere werk
wijze bij de Gemeentelijke Sociale Dienst. Het is momenteel zo dat er binnen de Gemeentelijke Socia
le Dienst gewacht wordt op de beslissing van de raad die vanavond zal worden genomen. Er zijn natuur
lijk al een aanta I zaken onderweg, maar eigenl i jk is het zo dat wi j pas na vanavond met el kaar verder
kunnen omdat dan de formele beslissingen zijn genomen op grond waarvan de organisatie verder kan wor
den afgerond. De organisatie zelf is een proces geweest waar nogal wat tijd in is gaan zitten. Ik dacht
dat ik in de vergadering van 15 augustus daarover ook al een aantal opmerkingen heb gemaakt. Er is bij
zonder systematisch en methodisch gezocht naar de juiste invalshoeken bij de G.S.D. om te komen tot
een juiste beoordeling van de totale situatie en de neerslag daarvan vindt u terug in het rapport dat bij
de raadsstukken ter inzage is gelegd.