52. Verslag van de vergadering op dinsdag, 8 november 1977 van de afdeling I van de Gemeenteraad ter voorbe reiding van de behandeling van de ontwerp—begrotingen voor 1978 en het ontwerp—beleidsplan 1978—1982 (aanvang 21.20 uur). Aanwezig van de afdeling: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma en A. WiIlemsma-de Jong en de heren G. Buising (tot 23.20 uur), J.R. Bijkersma en J.B. Singelsma. Aanwezige overige raadsleden: de dames M.A. van Dijk-van Terwisga (tot 22.35 uur), mr. E.N.J. Smit (tot 22.15 uur), G. Visscher-Bouwer en M.M.Th. Visser-van den Bos en de heren J. de Beer, J. ten Brug (weth.), G.F. Eijgelaar (weth.), D.E. Heere (tot 22.15 uur), H. Jansma (tot 22.55 uur), C. de Jong, A. Klomp (tot 22.30 uur), H. Meijerhof, dr. W.A. de Pree (tot 22.15 uur), A. Pronk, J. Schaafsma (weth.) (van 22.00 uur tot 22.45 uur), K. Spoelstra, N. Sterk (tot 22.30 uur), P. van der Veen (tot 22.30 uur) en L. Visser. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Voorts zijn aanwezig: de heren G. Fuijkschot, hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplan ning en Organisatie, mr. W.L. van Flarinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris, N. Kolenbrander, hoofd van de afdeling Personeelszaken, en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen. Te behandelen Par. 1 Beleidssector Algemeen Beheer. Par, 2. Beleidssector Openbare Veiligheid. De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op de vergadering van afdeling I van de raad. De afdeling is compleet en ik stel voor meteen maar met onze werkzaamheden te beginnen. PAR. 1. BELEIDSSECTOR ALGEMEEN BEHEER. A. Raden en Commissies. De heer De Pree: Ik moet zeggen dat ik t.a.v. de antwoorden op de vragen onder de rubriek A, Ra den en Commissies, het gevoel heb dat wij als raadsleden in de situatie zitten van indertijd het volk Israël in de woestijn met allerlei beloftes over het beloofde land. Dat beloofde land is dan de nota die binnenkort moet komen van de commissie die voor de herstructurering van de functionele raden is inge steld. Ik heb het gevoel dat ik zelf een beetje lijk op Mozes - hoewel ik mij niet aan hem wil meten - die een uitzondering was in het volk Israël omdat hij een blik heeft mogen slaan op dat beloofde land Dan houdt echter de vergelijking op omdat Mozes toen een land zag - al heeft hij het niet mogen be reiken - overvloeiende van melk en honing Ik heb het gevoel dat ik uit wat ik weet wat ons te wach ten staat niet mag concluderen dat dat een land is overvloeiende van melk en honing. Ik wil een paar concrete voorbeelden noemen. In het beleidsplan staat ongeveer in het midden van blz. 11-1-5: "Mo menteel vindt opnieuw een evaluatie plaats van het functioneren van de gemeentelijke commissies en raden. Daarbij speelt de vraag welke maatregelen in de welzijnssector moeten worden getroffen in ver band met de extra taken welke de gemeentebesturen in deze sector vrij zeker zullen krijgen een be langrijke rol." Mijn concrete vraag is dan: Waar blijft die evaluatie van de raden en de commissies? Ik stel deze vraag - u kunt natuurlijk zeggen: Wacht nu ook nog maar de nota af - omdat ik wat zorg heb over het feit of we in Leeuwarden wel op de goede weg zijn in die zin dat wij inspelen op de situa tie die ons te wachten staat. Je leest zo her en der over een aantal andere gemeenten die met dezelfde dingen bezig zijn en die modelletjes op papier hebben staan over hoe men daar de zaak denkt te or ganiseren. Dat wijkt dan zo sterk af van wat ik denk dat er bij ons binnenkort in de gemeenteraad aan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 27