tier cap is dat de diensten ergens anders zitten en er zit geen enkele dienst meer dicht bij de secretarie. Dat heeft dus op zich geen enkele rol gespeeld, dat stel ik met nadruk voorop. Dan de kwestie van de Westersingel, daar hebben wij natuurlijk ook bij herhaling over gepraat. Het college is van mening - het klinkt ook wel door in wat de heer Van der Veen opmerkte - dat die dienst niet gevestigd kan blij ven op de Westersingel; natuurlijk zou dat met wat oplappen nog wel een tijdje kunnen, dat geef ik zonder meer toe, maar wij zijn wel van mening dat deze dienst een betere huisvesting en ook een meer permanente huisvesting moet hebben. Ik moet u ook zeggen dat het college op een bepaald moment toch wel duidelijk de uitspraak heeft gedaan - wij dachten ook dat dat een goede en permanente op lossing was - dat die dienst gehuisvest zou worden bij de nieuwe sporthal en het nieuwe zwembad in het Kalverdijkje, want dan zouden al twee belangrijke objecten vlak bij zijn, het is dicht bij de Groe ne Ster - ook een heel belangrijk object van deze dienst -, dus als dienst zouden zij dan gunstig zit ten en je zou daar meteen een outillage kunnen krijgen waardoor die dienst goed gehuisvest zou zijn. Dat is maar om één reden niet doorgegaan - de heren Van der Veen en Klomp zitten in de commissie van de dienst en daar is het besproken -, het geld. Op een bepaald moment hebben wij moeten con cluderen dat het een te zware last zou worden die dienst daar te huisvesten. Ik vraag mij wel af - dit is geen suggestie, maar het is m.i. toch goed het te noemen in een gesprek als dit - of wij daar toch nog niet eens met elkaar naar moeten kijken en dan misschien niet alleen voor onze dienst; ik zou er op dit moment niet dieper op in willen gaan, maar het zou wel eens kunnen zijn dat daar samen met anderen die ook nogal dicht bij de sport e.d. staan naar een definitieve oplossing gestreefd zou kunnen worden, maar dan is het wel zo dat wij bereid moeten zijn in het totaalpakket iets uit te trekken en dat zal meer zijn dan wanneer de dienst in een oud pand blijft zitten. (De heer De Beer: U maakt mij nieuwsgierig. U praat over anderen, bedoelt u daar sportorganen mee?) Op het terrein van de sport. Er zijn ook bepaalde gesprekken gaande maar die zijn nog zo pril dat ik het onverstandig vind daar op dit moment in het openbaar meer mededelingen over te doen. Ik weet niet in hoeverre die andere in stanties het plezierig of onplezierig zouden vinden dat ik er hier in het openbaar over spreek. Nog maals, ik weet niet of het mogelijk is, maar als wij het nu echt hebben over een goede voorziening dan zou dat zonder meer de beste oplossing zijn. Ik geloof ook dat wij die mogelijkheid goed onder ogen moeten zien. En zo kom ik dan bij het pand in de St. Jacobsstraat, dat pand komt binnenkort leeg; het is een vrij royaal pand en dat is op dit moment van ons. Ik wil toch wel zeggen dat de suggestie die is gedaan niet als de beste en meest ideale oplossing wordt gezien, maar het is wel een veel betere op lossing dan op de Westersingel blijven. Wij hebben gemeend dat wij, nu dat pand in de loop van 1978 leeg komt, daar de Dienst voor Sport en Recreatie in zouden kunnen huisvesten; dat pand zou er als zo danig wel geschikt voor zijn. Het heeft één duidelijke handicap en dat is - enkele sprekers hebben het genoemd - het gebrek aan parkeerruimte. Ik geef zonder meer toe dat dat een probleem is. Deze handicap is voor deze dienst nog een beetje groter dan voor de secretarie omdat er bij deze dienst re latief meer mensen zijn die er op uit moeten. Wat dat punt betreft is het beter dat deze dienst hier niet komt. Hiermee ben ik ingegaan op een groot aantal vragen en opmerkingen. Wij zagen dit, alle facto ren op een rij zettend, als een niet onlogische oplossing. Ik geloof echter wel dat het beter zou zijn dat wij dat pand afstoten en dat dat weer een winkelfunctie krijgt. Daar zijn wij principieel ook niet op terug gekomen. Als wij een goede oplossing kunnen vinden voor de Dienst voor Sport en Recreatie dan geloof ik dat wij die koers ook zouden moeten varen. Dan is er ook geen principieel meningsverschil met een aantal raadsleden die net hebben gevraagd waarom wij op ons standpunt van indertijd terug zijn gekomen. Het enige is dat wij het onder de gegeven omstandigheden als de wellicht de beste op lossing zagen voor de huisvesting van de Dienst voor Sport en Recreatie. Ik zou hier op dit moment mee willen volstaan. Het college is zich hierover aan het beraden. Ik dacht dat dit ook nog een keer be sproken zou moeten worden in de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie. Wij moeten wel in de komende tijd tot een beslissing komen over de huisvesting van deze dienst. De heer De Jong: Ik wil dit punt graag claimen voor de plenaire zitting.(De Voorzitter: U wilt terug komen op de bestemming van het pand in de St. Jacobsstraat?) Ja. De heer De Beer: Ik wil graag het punt van de huisvesting van de Dienst voor Sport en Recreatie claimen. De Voorzitter: Wij kunnen deze twee claims wel combineren. Het gaat dus om de bestemming van het pand St. Jacobsstraat 25 en de huisvesting van de Dienst voor Sport en Recreatie. Het is goed dat er nog eens over gesproken wordt. U kunt er eerst nog eens in de fracties over praten. Dit is een probleem en wij moeten met elkaar tot bepaalde uitspraken komen. Misschien kunnen wij in de begrotingszitting een stapje verder komen. De heer De Jong: Vraag 124 is hiermee dan meteen afgedaan. De Voorzitter: Dan nu iets over de kwestie van de voorlichting die in punt 19 aan de orde is ge steld. Er is duidelijk het idee geweest om voor de afdeling Voorlichting, die op dit moment echt wel goed gehuisvest is op een vrij centrale plaats in de huisvesting van de secretarie, meer ruimte te cre- eren. Toen de eerste plannen er waren en wij een grotere verbouwing van plan waren dan nu het geval is - de Hofschool zou er ook bij betrokken worden - lag het in de bedoeling een soort zijvleugel te creëren aan het gebouw voor de afdelingen Bevolking en Volkshuisvesting, afdelingen die beide door nogal veel mensen bezocht worden. Die zijvleugel zou dan in de Hofschool komen. Iets dergelijks vind je ook in Den Haag, in Assen en in diverse andere gemeenten. Dat zou een vrij interessante oplossing zijn geweest, want wij moesten zoeken naar een oplossing waarbij voor de voorlichtingsruimte geen af zonderlijk personeel aangetrokken zou hoeven te worden, want dat zou niet te betalen zijn. Het inte ressante van de genoemde oplossing was dat een informatrice die er toch bij de afdeling Bevolking zou moeten zijn ook een oogje in het zeil had kunnen houden m.b.t. de voorlichtingsruimte; voor groepen zou de afdeling Voorlichting hebben kunnen zorgen, die afdeling zit er ook vlak bij. Dat was dus een vrij ideale oplossing. Toen wij de beslissing moesten nemen was het simpel zo dat er niet genoeg geld was om de Hofschool bij het verbouwingsplan te betrekken. Dat plan is niet weg, het is gewoon in de ijskast gestopt. Als wij in de toekomst weer eens wat meer geld hebben dan kan dat plan opnieuw aan de orde komen. Op het ogenblik is het tamboerkorps in de Hofschool gehuisvest; dat is een tijdelijk onderkomen, zij zullen er op den duur weer uit moeten en dat is een zorg voor hen en voor ons. Later zullen wij nog eens moeten bekijken of wij met een partiële verbouwing dat oorspronkelijke plan zou den kunnen verwezenlijken; misschien zullen wij moeten wachten op een totale verbouwing van de Hofschool. Het plan is dus alleen uit financiële overwegingen voorlopig in de ijskast gestopt, Wij vin den het niet juist dat de afdeling Voorlichting uit het centrum zou verdwijnen en b.v. naar de St. Ja cobsstraat zou gaan; die afdeling moet hier echt centraal gehuisvest blijven. Dit is onze visie t.a.v. de afdeling Voorlichting, nogmaals, het plan is niet weg, deze zaak houdt onze aandacht en ik hoop dat het ook uw aandacht houdt. Even doorgaand op de afdeling Voorlichting kom ik nu op een vraag van de heer Jansma, de vraag of onze afdeling Voorlichting zich ook meer bezig kan houden met de sector sociale zaken, de maatschappelijke sector en dergelijke. Weth. Schaafsma, die voorzitter is van de commissie die de voorlichtingspagina in Huis aan Huis verzorgt, fluistert mij net in dat kort geleden - daar heeft de afdeling Voorlichting een belangrijke bijdrage aan geleverd - in Aan de Grote Klok uit voerige voorlichting is gegeven m.b.t. de problematiek die de heer Jansma noemde. Ik geloof dat onze afdeling Voorlichting nooit zo ver kan komen dat die dieper op de materie als zodanig in kan gaan; dat geldt niet alleen voor deze sector maar ook voor andere sectoren, ledereen moet op die afdeling kunnen komen om informatie, maar als er te diep op een bepaalde materie wordt ingegaan dan verwijst de afdeling de mensen naar de betreffende functionele afdeling, die verwijstaak heeft de afdeling wel. De mensen kunnen op de afdeling Voorlichting informatiemateriaal en globale informaties krijgen, maar wil men dieper op een bepaalde materie ingaan dan wordt men verwezen naar de afdelingen S.Z.W., V.O.W., Onderwijs enz. en zorgt men ook dat de mensen op de goede plaats terecht komen. (De hear Jansma: Paedwizer wêze dus.) Ja, sa sjogge wy dy taek en sa wurdt dy ek utfierd. Dan nog het punt van de centrale post voor het ambulancevervoer. Dat punt - u hebt het in de krant kunnen lezen - is net aan de orde geweest in de vergadering van het algemeen bestuur van de B.H.D., onze hulpverleningsorganisatie. Men is in dat kader overleg aan het plegen en daar is een heel duidelijke uitspraak gedaan. Alle gemeenten behorende tot de B.H.D. - dat zijn alle gemeenten in Noord-Friesland en niet alleen de gemeenten van de Regio Leeuwarden - hebben heel duidelijk de uitspraak gedaan dat wij alles zullen doen wat in ons vermogen ligt om te bevorderen dat wij één cen trale post krijgen en dat ambulancevervoer en hulpverlening wat dat betreft worden gecombineerd. Daar zijn verschillende overwegingen voor. Bij deze combinatie kan op één centrale plaats snel worden ge handeld, kunnen ook in goede samenhang op een goed tijdstip de verschillende disciplines worden ge waarschuwd en - dat is erg belangrijk - kan ge d worden bespaard want een centrale post is razend duur. Veel mensen hebben er geen flauw benul var om hoeveel geld het daarbij gaat, maar het gaat om tonnen, het zit dicht bij een miljoen, als je een centrale post goed wilt laten functioneren. Er zijn minstens 9 of 10 mensen voor nodig, de post moet dag en nacht bezet zijn door min of meer gekwalifi ceerde mensen. Het zou toch eigenlijk onverantwoord zijn er naar te streven een aantal centrale meid- posten in het leven te roepen, want zo'n meldpost heeft niets te maken met de verdere uitvoering; van uit de meldpost kan er gedirigeerd worden naar ambulancevervoer, naar brandweer en naar andere hulpverleningsorganisaties. Dus alle gemeenten deelnemende aan de B.H.D., waaronder de gemeente Leeuwarden, hebben uitgesproken dat zij dit zullen stimuleren. Wij zullen ook trachten in wat breder

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 32