HJ yrj# De Voorzitter: Ik begin bij de vraag die mevr. Brandenburg heeft gesteld. De algemene lijn is inder daad dat de politie het opsporen van illegale zenders niet alleen doet in samenwerking met deskundige mensen van de P.T.T. maar ook met behulp van apparatuur waarover wij niet beschikken en de P.T.T. wel. Dat is de bottleneck waar wij mee zitten. Ik geloof dat die algemene lijn ook de beste is, maar dat be tekent niet dat de politie, wanneer mensen erg veel hinder hebben van illegale zenders en dat rapporte ren aan de politie, daar niets aan doet. Er zijn bepaalde gevallen duidelijk zo hinderlijk dat men daar ook zonder de apparatuur wel iets tegen kan doen. Ik geef dan ook het advies dat de mensen die daar werkelijk hinder van hebben dat zo concreet mogelijk aan de politie moeten melden. Algemeen gerichte controles moeten wel plaats hebben in samenwerking met de P.T.T.; dat is niet uitsluitend, ik wil zelfs stellen niet in de eerste plaats een personeelsprobleem maar vooral een kwestie van apparatuur. Ook bij andere politiekorpsen - misschien wel bij heel grote korpsen, maar dat weet ik niet zeker - is die appa ratuur niet aanwezig. De politie verleent wel de helpende hand, want die is plaatselijk bekend. Er zijn van tijd tot tijd gerichte controles. Ik moet heiaas erkennen dat het euvel dat mevr. Brandenburg signa leert toeneemt, ik wil niet zeggen dat het onrustbarend toeneemt want dat is overdreven, maar het neemt wel toe. Daarom is het probleem ook moeilijker geworden, als dergelijke dingen incidenteel plaats vin den kan je er meer aan doen dan wanneer die veelvuldig voorkomen, want dan moet je meer mensen be schikbaar hebben. Het is mij bekend dat de P.T.T. - ik spreek nu over het landelijke probleem, want het is niet alleen een Leeuwarder probleem - dit soort dingen onvoldoende kan nakomen op het ogenblik. Ik wil u graag toezeggen - ik ben op dit technische gebied niet deskundig - dat ik dit nog eens met de com missaris zal doorspreken om te kijken of wij er toch zelf niet wat meer aan kunnen doen. (Mevr. Branden- burg-Sjoerdsma: Ik geloof dat burgers vaak niet weten dat de storing op hun t.v. of radio veroorzaakt wordt door de illegale zenders. Men zoekt het dan in de eigen apparatuur.) Ik zal dit nog eens met de commis saris bespreken en ik zeg u toe dat ik zal nagaan of wij hier iets meer aan kunnen doen. Mevr. Willemsma heeft gezegd dat zij graag akkoord gaat met het gestelde in punt 43; ik hoef daar dus verder niet op in te gaan. Zij heeft ook gesproken over de uitbreiding van de politie en gezegd dat haar fractie overweegt des noods personeel uit eigen middelen aan te trekken. Dit is ook weer geen Leeuwarder probleem, het is een nationaal probleem dat er toch wel behoefte is aan versterking van de politie in mankracht. Ik wil daar toch wel bij zeggen dat wij er voor moeten oppassen dat wij dit niet overdrijven. Ik zeg met nadruk dat er behoefte is aan meer mensen bij de politie, ik heb ook de indruk dat een volgend kabinet, hoe het ook is samengesteld, daar echt iets aan gaat doen, want de plannen liggen klaar, ik heb daar wel vertrou wen in. Nogmaals, ik zeg er met nadruk bij dat wij het, minstens in dezelfde mate, moeten zoeken in een verbetering van de wijze waarop de politie werkt. Ik bedoel hier niet mee dat onze politie niet goed werkt, maar ik zeg dit in zijn algemeenheid. Wij moeten dit ook zoeken in technische middelen en in meer gerichte surveillance. Daar worden studies over gemaakt en deze dingen horen minstens evenveel aandacht te hebben als de aantallen. Dit is dus in het algemeen gesteld. Wat de Leeuwarder situatie be treft, een aantal uwer hebben mij ook horen spreken bij de opening van het politiebureau. Ik kom dan meteen ook bij de vraag van de heer De Beer: Hoe komt u tot een getal van 4? Op het totaal maakt het niets uit, maar als symptoom ergerde ik mij er toch aan. Wij hebben als Friese hoofdstad op een motive ring die ik toen heb gegeven een aantal jaren toestemming gehad om 3 mensen boven de sterkte te heb ben. Later is de sterkte wat uitgebreid en hebben ze dat ingetrokken, 3 op 2, 2 op 1 Ik had bericht ge kregen dat die ene in 1978 ook ingetrokken zou worden. Wij hadden in Leeuwarden ook een aantal men sen boven de sterkte die wij zelf betaalden, dat zijn zelfs 9 mensen geweest. Ten tijde van de artikel 12- situatie waren wij gedwongen om te beslissen dat die 9 naar 0 zouden worden afgebouwd, wij hadden geen keus, wij moesten saneren, ook op dit punt. Wij hebben die 9 ondertussen naar 3 afgebouwd. Wij hadden dus zelf 9 boven de sterkte, dat is 3 geworden, wij mochten 3 extra van het rijk hebben, dat is 1 geworden, er zijn dus 6 plus 2 is 8 af gegaan. Hoewel er de afgelopen jaren zo nu en dan wel een paar bij kwamen betekent deze afbouw dat er daadwerkelijk in Leeuwarden geen mens bij gekomen is. Met die handicap hebben wij gewoon de afgelopen paar jaar gezeten. Om deze reden heb ik er in het college met klem op aangedrongen om die laatste 3 voorlopig toch nog een paar jaar te handhaven. Het college heeft dat aanvaard en u vindt dat ook in het beleidsplan terug. In het beleidsplan doen wij een voorstel aan de raad om - het hoort niet dat wij mensen boventallig hebben, ze horen in de sterkte te zitten - in afwach ting van de verdere stappen die de regering zet die 3 nog enkele jaren aan te houden. Mede op grond hiervan heb ik op het departement voorgesteld: Gaan jullie ook iets doen en handhaaf die ene; ik ben daarover toen nogal wat te keer gegaan, ik heb het wel wat ingepakt maar ik heb het toch wel duidelijk laten blijken. Ik kan tot mijn genoegen zeggen dat ik ondertussen een brief gekregen heb van de direc teur-generaal dat wij tot nader order die ene mogen houden. Dan ben ik dus bij die 4, die willen wij in ieder geval graag houden. Dat houdt niet in dat het met die 4 is opgelost, maar dit is dus de verklaring van die 4. Er zijn dus 4 boven de sterkte, 3 betalen wij zelf en 1 betaalt het rijk voor ons. Zo is op het ogenblik de situatie. Mevr. Willemsma wil het punt m.b.t. de personeelsuitbreiding onder voorbehoud claimen. Als u naar de gemeenten met rijkspolitie kijkt, die betalen geen cent voor de politie maar dan ook geen cent. Als u onze begroting bekijkt dan ziet u dat wij er een bedrag in de orde van grootte van 5 6 ton voor uit trekken. Wij betalen dat dus uit onze middelen al boven de norm, daar zitten die 3 man in. Tijdelijk - maar dat is erg tijdelijk - komen wij nog even met meer dan die 3 man boven de sterkte te zitten, om dat het afvloeien wat minder is geweest dan wij gedacht hadden, je moet een en ander al een paar jaar van te voren programmeren; van tijd tot tijd komen er jongens van de school. Daarom zitten wij zelfs tij delijk iets meer dan 3 boven de sterkte. Dat kost ons wat extra geld, maar dat wordt wel weer ingelopen want wij sturen nu niet meer mensen naar de school totdat dat weer ingelopen is. Ik ben van mening dat niemand in Leeuwarden wat dit punt betreft kan zeggen dat wij met elkaar, ook als raad, geen begrip voor deze problematiek hebben. Wij betalen op het ogenblik uit de eigen middelen een 5 ton extra. Als ik dit dan zie in het kader van de prioriteiten die wij moeten stellen zou ik het toch wel onverantwoord vinden dat wij uit de eigen middelen nog meer extra betalen, hoe belangrijk ik dit probleem overigens ook vind, daar sta ik volledig achter, daar wil ik geen misverstand over laten bestaan. In dit kader zou ik het echter geen juiste beslissing vinden - ik zeg dit als hoofd van de politie maar ook als lid van het college, ik stel dit duidelijk - om hier nog meer voor uit te trekken. Wij moeten er wel naar blijven stre ven dat er landelijk in het kader van de V.N.G. in zijn totaliteit iets aan gebeurt. Dat doen wij ook. Ik hoop dat ik hiermee de vraag van mevr. Willemsma voldoende heb beantwoord. (Mevr. Willemsma-de Jong: Betekent dit dat mijn claim niet doorgaat?) Dat ligt aan u, ik zeg dat ik hoop dat ik u voldoende heb beantwoord. Of u dit punt toch wilt claimen is uw zaak. (Mevr. Willemsma—de Jong: Hetgeen u gezegd hebt zullen wij zeker in onze overwegingen meenemen.) U hebt gezegd dat u dit punt onder voorbehoud wilt claimen. Misschien wilt u zo vriendelijk zijn om in de komende weken nog even mee te delen of u die claim handhaaft, ja of nee. Als u dat zou willen doen zo tegen de tijd dat de laatste afdelingsverga dering gehouden wordt zou ik dat prettig vinden. (Mevr. Willemsma—de Jong: Akkoord.) Dan moet ik nog op één punt ingaan waar enkele sprekers over gesproken hebben, n.l. de kwestie van de hinder in de binnenstad. Ik moet u zeggen dat ik niet weet wat ik daar nog meer over moet ver tellen. Ik heb bij herhaling mijn standpunt hierover gegeven en ik wil daar graag naar verwijzen. Ik er ken het probleem en wij doen ons best - dat zeg ik niet om er maar af te zijn -, maar er zijn wel gren zen aan de mogelijkheden. Een algemene opmerking moet mij van het hart, want hiervan behoren wij ons, zowel het college als de raad, wel bewust te zijn. Wij moeten de consequenties aanvaarden van bepaal de maatregelen die wij treffen. Ik noem 2 voorbeelden. Als wij bewust de sector horecabedrijven in sa menhang met nachtvergunningen e.d. trachten zoveel mogelijk te concentreren om niet overal last te heb ben - dat beleid hebben wij de afgelopen 10 jaar gevoerd, die concentratie vindt hier plaats - dan mag u niet aan mij of aan de politie of aan b. en w. vragen er voor te zorgen dat er geen overlast plaats heeft. Dat is niet juist; ik stel dit zwart-wit. Ik moet u dan bij deze zeggen: Dat kunnen wij niet. Wij kunnen wel tegen excessen optreden en dat doen wij dan ook, misschien niet altijd in de mate waarin men het graag zou zien, maar dat is dan een kwestie van het op dat moment niet hebben van de mankracht. Wij houden wat betreft de bezetting rekening met de avonden waarop de meeste overlast kan worden bezorgd - dat is met name op vrijdag- en zaterdagnacht - en wij doen zoveel als mogelijk is. Maar ik zeg hier in alle duidelijkheid: Wij moeten de consequenties van een beleid aanvaarden. Dat zelfde geldt voor de controverse tussen Hippo en enkele omwonenden daar. Wij hebben als gemeenteraad aanvaard dat Hippo in de Schoolstraat zit en wij geven daar ook nogal wat subsidie aan. Wij doen ons best om ook daar ex cessen te vermijden, maar ik verklaar bij deze - ik heb er ook behoefte aan om dit te verklaren, want ik word erg lastig gevallen door mensen en zelfs erg onaangenaam bejegend omdat ik daar niet meer aan doe -: Ik kan er niet meer aan doen. Daar zit nu eenmaal een jeugdcentrum en een jeugdcentrum zonder muziek kan je morgen wel opheffen want het betekent in feite al dat je het opheft. Wij doen ons best, er mogen geen excessen plaats hebben. Ze moeten nalaten om daar muziek te maken na sluitingstijd, dat is deze zomer een keer gebeurd, toen hebben wij het centrum ontruimd. Ze waren toen bezig na sluitings tijd, dat moeten ze nalaten, want ze weten best tot hoe laat ze muziek mogen maken. Ik zeg echter bij deze: Het is niet mogelijk dat wij maatregelen kunnen treffen - ik vind dat jammer voor de mensen die er dichtbij wonen, daar heb ik ook begrip voor - om hier iets aan te doen, want wij zijn aan het eind van ons latijn. Het enige dat wij kunnen doen om te zorgen dat er nooit weer overlast is is morgen be sluiten om het subsidie aan Hippo te stoppen, zodat Hippo ophoudt. Het is niet juist om mij de muziek- vergunning in te laten trekken, want dat betekent indirect sluiten, want een jeugdcentrum zonder mu ziek is onzin, dan is het geen jeugdcentrum meer. Dit is de problematiek en ik had er wel behoefte aan deze 2 kanttekeningen te maken. U mag hier niet uit concluderen dat wij dit aan onze laars lappen want dat is echt niet het gevalWij letten hier op maar dan met de beperkingen die ik duidelijk heb geschil derd. Dat is niet alleen mijn verantwoordelijkheid, dat is de verantwoordelijkheid van ons met elkaar, waarbij ik met een stukje uitvoering belast ben. (De heer De Jong: Ik zou graag even willen interrumpe-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 35