vtSL/ 3. Grondkosten en -transacties. Punten 98 t.e.m. 100. De heer Groenewoud: Ik wil u een vraag stellen n.a.v. punt 100. Met het antwoord kan ik mij wel verenigen, maar mijn vraag is of het eventueel ook de bedoeling is bejaardenwoningen te bouwen in meer dere bouwlagen. Ik heb dat wel eens horen zeggen, maar of dat nu werkelijk zo is weet ik niet. Als het wel zo is dan vraag ik mij af of er in dit kader al een mogelijke situering gepland is m.b.t. deze bejaar denwoningen in Camminghaburen; in de nieuwste tekeningen die ik heb gezien - die waren gevoegd bij de Randvoorwaarden en Richtlijnen van deelgebied II - stonden twee aanduidingen voor meerlagige bouw. Mijn vraag is of dat hier enigszins mee te maken heeft ja of nee. Ik zie de wethouder al nee schudden. De hear Miedema: Punt 98 giet oer de kantoarebou. Wy hawwe fan it kolleezje in kantoarenota hawn, der is op forskillende plakken oer praet. Yn wezen is myn iennige fraech op dit momint: Hoe giet it mei de oanfragenhoe great is de needsaek, hwat is de yndruk fan it kolleezje, is hjir in Ontwikkeling gean- de? Der geane hwat bidriuwen ut de binnenstêd wei nei yndustrygebieten, it bidriuw wurdt wol forpleatst, mar de bihoefte om in kantoar yn de binnenstêd to halden is wol great by dizze minsken. Hoe leit it mei de fraech yn dizze sektor? Der kinne jo dan ek üt helje hoe't it mei us oanbod wêze moat. As der noch neijere ynformaesje oer is soe ik dy graech hawwe wol Ie. De hear Buising: As de hear Miedema him mei syn fraech biheind ta de binnenstêd dan soe ik der graech it fraechje oan fêst knoopje wolle: Hoe great is op't heden yn it algemien it forlet oan romte foar kantoaren? (De hear Miedema: Sa hawwe wy togearre dan dochs mar in knappe fraech steld.) De heer Knol: Vraag 99 bestaat eigenlijk uit 2 delen. Op het eerste deel wordt antwoord gegeven, maar aan het tweede deel wordt helemaal voorbij gegaan. Ik vraag het omdat het kennelijk in de bedoe ling van b. en w. ligt om aan Bouwbedrijf Kats een prijsaanbieding te doen voor het gebied Willemska de/Lange Marktstraat/Snekerkadehierbij al vooruit lopend op het programma van eisen dat daarvoor op gesteld wordt, ook vooruit lopend op het ontwerp-bestemmingsplan en met voorbij gaan aan de andere liefhebbers die er via brieven of anderszins kennis van hebben gegeven dat zij belangstelling hebben voor de gemeentelijke eigendommen daar. Er werd aan de Commissie voor het Woningbedrijf een prijs gevraagd; meestal was het zo dat de prijs een eenvoudige rekeneenheid was bij de gemeente, 100, dat is nu wat gewijzigd in het kwadrateren van 100, Ik dacht dat je een andere uitgangsstelling moest nemen, je moet volgens mij gaan kijken naar o.a. de hoogte van het gebouw dat er op het terrein komt, naar het aantal arbeidsplaatsen dat er gerealiseerd kan worden bij kantorenbouw en naar de bebouwingsdichtheid. Ik dacht dat je daar eens over na zou moeten gaan denken en dat als uitgangspunt bij een pri jsaanbieding moest nemen. De heer Rijpma (weth.): De heer Groenewoud heeft gevraagd naar de bejaardenwoningen in Cam- minghaburèn. Er heeft een voorlopig gesprek plaats gehad met de N.C.H.B. Het volgende gesprek vindt plaats over enkele weken. Dat heeft m.n. te maken met het centrumgebied en niet met de deelplannen I t.e.m. IV. Dan iets over kantorenbouw. Er komen regelmatig vragen naar de mogelijkheden van kantorenbouw; die gaan soms over een personeelsbehoefte van 200 a 300 en die gaan er zo tussen door ook over bedrij ven met een kleinere personeelsbehoefte. Wanneer ik een indicatie mag geven over de vraag naar kan toren - over het algemeen is het niet mogelijk om belanghebbenden te noemen, dat stellen zij in dit sta dium niet op prijs - dan is in de afgelopen weken met belanghebbenden gepraat over een kantorenbehoef te die wat het aantal arbeidsplaatsen betreft ergens in de buurt zit tussen de 500 en de 700. Geen van deze kantoren is zo groot dat daarvoor het terrein dat straks beschikbaar komt, het terrein van de Lijempf, speciaal geschikt zou zijn. Sommigen van deze vragers zijn op het ogenblik in gesprek met anderen, want er worden ook door anderen kantoren gebouwd, dus er is zo nu en dan een uitwijk voor een kleiner kan toor, op het ogenblik meer in de rand van de binnenstad buiten de stadsgrachten dan binnen de stads grachten. Dat is een wat voorzichtig geformuleerde indicatie over de behoefte aan kantoren. Het is niet plezierig om, wanneer er mogelijkheden zijn van concentratie van vestigingen uit het noorden of de mo gelijkheid van nieuwe vestigingen vanuit het zuiden, zo behoedzaam te moeten reageren, maar zoals u uit de vraag ziet is de situatie niet anders. Er is indertijd een afspraak gemaakt met Bouwbedrijf Kats dat zij op het ontwerp-bestemmingsplan Lange Marktstraat een variant aan zullen bieden. Ten behoeve van die variant en ook ten behoeve van de economische onderbouw van die variant zal aan Bouwbedrijf Kats indicatief een prijs genoemd worden VS 8 S voor de realisering in het project van een aantal woningen. (De heer Heidinga: Is de Snekerkade daar ook bij betrokken?) Ja, dat is de enige grond die wij hebben. (De heer P.D. van der Wal: Schept dat geen morele verplichtingen?) Nee. (De heer Knol: Wordt er nu ook een aanbieding gedaan aan de orthodon- tisten die wij al eerder op grond van het feit dat er geen bestemmingsplan was in de wachtkamer hebben gezet, om even in tandartstermen te blijven?) Aan Kats wordt geen aanbieding gedaan in de zin: Hier heeft u een aanbieding voor een prijs, tegen die prijs kunt u beschikken over de grond. Er is aan Kats de toezegging gedaan dat hij een alternatief voor het project Lange Marktstraat kan indienen op basis van een indicatief gestelde prijs voor het gebied Snekerkade. Dus het is geen aanbieding, het is het noemen van een indicatieve prijs ten behoeve van de financiële onderbouw van zijn project. (Mevr. Brandenburg- Sjoerdsma: Dan hebt u daarbij dus geen rekening kunnen houden met de hoogte van het gebouw, want u kent het plan niet.) Bouwbedrijf Kats zal in het plan de financiële consequenties van zijn aankopen ver werken. Een van de dingen die aan Kats gevraagd zijn is om, als hij af wil wijken van datgene wat de projectgroep voorstelt, dat dan ook met redenen omkleed - dat zijn ook financiële redenen - te doen. En dat betekent dat de raad kan beoordelen of hij meent dat er redenen zijn om van het voorstel van de pro jectgroep af te wijken ten behoeve van de realisering van het project ja dan nee. Dat is dus het enige, het is geen aanbieding, het is een prijsindicatie ten behoeve van het indienen van een alternatief plan. (De heer P.D. van der Wal: Is dat een eenmalige gedragsregel of wordt dat in de toekomst regel bij soort gelijke gevallen? Ik denk daarbij aan de Oosterkade, de Emmakade, het P.E.B. bijvoorbeeld; kunnen die bedrijven dan allemaal prijzen vragen van de gemeente om hun alternatieven beter te onderbouwen?) In de eerste plaats is het zo dat wij maar op weinig plekken beschikken over grond en daardoor is elke si tuatie verschillend. Op deze plek is het zo dat de gemeente een betrekkelijk klein aantal panden heeft en dat een ondernemer beschikt over een in verhouding daartoe relatief groot stuk grond. Wanneer de raad wil beoordelen of hij het ene plan of het andere wil waar maken dan zal het ook gaan over de vraag of het financieel haalbaar is en of de raad het risico „er komt niets of het duurt heel lang voordat er iets komt" wil afwegen tegen het feit dat er een afwijking is; ik weet niet hoe groot die afwijking zal zijn, daar zal de raad t.z.t. kennis van kunnen nemen. De raad zal daar op zijn wijze op kunnen reageren en dat zal hij ongetwijfeld doen. De heer Buising: Ik geloof dat de wethouder de heer Knol nog een antwoord schuldig is over zijn vraag t.a.v. de orthodontisten. De heer Rijpma (weth.): Ik heb die vraag al indirect beantwoord, wij hebben geen aanbieding ge daan, wij hebben een prijsindicatie genoemd ten behoeve van het indienen van een plan. De Voorzitter: De vraag zou eigenlijk moeten zijn of wij het, als deze mensen ook zo'n vraag zou den stellen, dan ook zouden moeten doen. Maar dat is op het ogenblik niet relevant, want zij hebben die vraag niet gesteld. De heer Heidinga: De raad heeft al eens een keer uitgesproken - ook vrij uitdrukkelijk - dat het op prijs gesteld wordt dat de gevelwand aan de Snekerkade behouden zal worden. Dit is in zo flagrante te genstelling met wat de raad heeft uitgesproken, ik vind het toch wel bijzonder gevaarlijk wat het colle ge hier doet. (De heer P.D. van der Wal: Ik sluit mij hier van harte bij aan.) (De heer Rijpma (weth.): U bent het samen nogal eens.) De Voorzitter: Goed, wij hebben kennis genomen van deze standpunten, ik stel voor nu van dit on derdeel af te stappen. Punten 101 t.e.m 105. De heer Rijpma (weth.): In het antwoord op vraag 102 zit een „slip of the pen". Er staat: „De taak van de secretarie-afdelingen strekt zich formeel niet zo ver uit dat daaronder zou vallen het toetsen van de adviezen van de Commissie voor het Grondbedrijf" enz. Ik dacht dat dat zou moeten zijn: „het toet sen van de adviezen van het Grondbedrijf" enz. De Voorzitter: U hebt dus kennis kunnen nemen van deze correctie. De heer Knol: Punt 103 sluit wel aan op hetgeen ik zopas al gesteld heb bij punt 99. Hier wordt n.l. ook weer een prijs gehanteerd los van de bestemming van het industrieterrein. Ik ken verschillende ge meenten waar de prijs wordt vastgesteld mede naar aanleiding van de bestemming van de grond; ik ken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 44