7
6
net tasein is mar dêr't wol nei stribbe wurde soe, is it mooglik dy datum to heljen? Ik leau dat dat yn
wezen it punt is. De biwenners wolle sekerheit hawwe en dêr hawwe hja ek rjocht op.
De heer Eijgelaar (weth.): De heer Singelsma vraagt: Wat voor beleid wordt hier gevoerd? Er wordt
op dit moment door het Gemeentelijk Woningbedrijf geen verhuurbeleid gevoerd voor de Simon de Vlie
gerstraat om de simpele reden dat dit complex woningen niet in het bezit was van de gemeente, dat is
pas sinds enkele dagen het geval. Ik neem aan dat de vragen die de heer Singelsma stelt niet recht
streeks voor het college zijn bedoeld maar voor de vorige eigenaar die dat beleid heeft gevoerd. Dat
geldt ook voor hetgeen de heer De Greef bedoelde. De heren De Greef en Janssen hebben gevraagd;
Wat gaat er nu gebeuren? Ik dacht dat dat veel concreter en zinvoller was, daar kunnen wij over van
gedachten wisselen. Is het college bereid deze zaak eventueel met de bewoners op te nemen, zowel
wat het verhuren van de woningen als wat het onderhoud betreft? Zolang er niet een uitspraak is wat er
met dit complex moet gaan gebeuren, zolang wij geen kennis hebben genomen van het rapport m.b.t.
het onderzoek dat daar wordt ingesteld, komen deze woningen bij het Gemeentelijk Woningbedrijf in
beheer. De Commissie voor het Woningbedrijf vergadert deze week en dan zal dit ongetwijfeld een punt
van bespreking zijn. Ik kan u wel toezeggen dat ik graag bereid ben om ook met de huidige bewoners
te overleggen en hen over de hele verdere gang van zaken, voor zover het Woningbedrijf daar iets aan
kan doen en er bij betrokken is, te informeren, zodat er wat dat betreft misschien meer begrip is en de
onrust voor zover mogelijk kan worden tegengegaan. Ik dacht dat ik hiermee wat mijn deel betreft heb
geantwoord op de vragen die er zijn gesteld. Misschien kan de heer Rijpma iets zeggen over de voort
gang van het onderzoek dat plaats vindt.
De heer Rijpma (weth.): Voor zover ik van de details op de hoogte ben is het zo dat het technisch
onderzoek zoals het technisch bureau Het Noorden dat uitvoert op schema ligt. Iemand knikt mij vrien
delijk toe, dus het is zo. Ik weet niet in hoeverre het overleg met de directie Volkshuisvesting ook het
tempo kan volgen. Wanneer dat tempo gelijk op gaat met het tempo van het technisch bureau Het Noor
den dan kan deze maand het rapport op tafel liggen.
De heer Janssen: Ik ben blij dat de wethouder toezegt dat hij overleg met de bewoners wil plegen,
maar ik zou ook graag willen dat dat in de brief aan de bewoners bekend wordt gemaakt. Ik zou dus
graag willen dat zij op schrift een uitnodiging krijgen om met de wethouder te spreken of eventueel met
de mensen van het Woningbedrijf.
De heer De Greef: Ik had dit misschien beter per interruptie kunnen doen, maar ik zou nog graag dit
willen zeggen: Als het rapport op tafel ligt dan staat het nog niet vast wanneer wij daar als raad een
besluit over nemen. Waar de bewoners benieuwd naar zijn - ik ben daar trouwens ook benieuwd naar en
mijn fractie ook - is wanneer wij daar als raad een beslissing over nemen en in welk kader. Gebeurt dat
in het kader van het totale structuurplan Huizum-west of wordt het een deelbeslissingKunt u een datum
noemen waarop wij iets kunnen verwachten?
De heer Eijgelaar (weth.): Ik heb er geen bezwaar tegen om te zeggen dat die mensen uitgenodigd
kunnen worden voor een gesprek. Ik vind het wel moeilijk om daar nu een datum voor te noemen, maar
wij kunnen natuurlijk best in de brief aan de bewoners meedelen dat zij een uitnodiging kunnen ver
wachten om daar in de nabije toekomst over te praten. (De heer Janssen: Dat laatste was de bedoeling.)
(De Voorzitter: Dat zal dus in de brief worden opgenomen.)
De heer Rijpma (weth.): Misschien kan ik de heer Eijgelaar een tip geven. Op 24 november worden
de bewoners van de Simon de Vliegerstraat door de D.S.O. en het Ingenieursbureau Het Noorden inge
licht over het resultaat van het bouw- en woningtechnisch onderzoek. Wat daarvan het resultaat is weet
ik niet, daar hangt ook de datum van behandeling in de raad mee van af. (De heer Knol: Wordt hierbij
ook nog het advies van het verhuurbedrijf, het Woningbedrijf, gevraagd?) Wie weet.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van
weth. Eijgelaar.
Sub O.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 3 (bijlage no. 428).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 3a (bijlage no. 436).
De Voorzitter: Voor de behandeling van dit punt is de heer Keuning in ons midden als voorzitter van
de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het advies van de Commissie van advies inzake beroepschrif
ten ingevolge de Bouwverordening.
De Voorzitter: De heer Keuning heeft het vandaag niet moeilijk gehad. Ik wil hem hartelijk dank
zeggen voor zijn bereidheid om in ons midden te komen voor het eventueel beantwoorden van vragen.
Punten 4 t.e.m. 7 (bijlagen nos. 408, 409, 410 en 411).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
De heer Keuning heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punt 8 (bijlage no. 419).
De heer Ten Hoeve: Bij de behandeling van dit punt gaat het eigenlijk om twee zaken, in de eerste
plaats om het rapport Inrichting voetgangersgebied Nieuwestad noordzijde en in de tweede plaats om de
raadsbrief die een fasering aangeeft.
Ik wil eerst een aantal opmerkingen maken over het rapport. Mijn fractie heeft veel waardering
voor dit rapport, wij vinden dat het een goed plan is. Wij zijn het er mee eens dat de lus die wij oor
spronkelijk in het verkeersplan hadden opgenomen in deze fase veranderd is in éénrichtingverkeer, ik
zeg er met nadruk bij "in deze fase". Wij moeten wat dit betreft gewoon inspelen op de nieuwe situatie
die zich daar kan ontwikkelen. Het terug brengen van het historische bruggetje tegenover het Heren-
waltje juichen wij van harte toe. M.b.t. het punt van de luifels - in het rapport wordt daar een opmer
king over gemaakt; ik heb gelezen dat daar nog een studiegroepje mee bezig is - zou ik op willen mer
ken dat wij op de Nieuwestad i.v.m. het water en vooral i.v.m. de bovenkant van verschillende huizen
die van grote schoonheid zijn ontzettend voorzichtig moeten zijn, wij moeten op de Nieuwestad niet
zoiets krijgen als wij op verschillende promenades in andere steden kunnen zien. Dan iets over het fiets—
verkeer. Het merendeel van mijn fractie is er niet voor - wij zijn dat dus met de opstellers van het rap
port eens - dat er tijdens de winkeltijd over de Nieuwestad noordzijde gefietst wordt. Het plan betrekt
ook de Weerd hierbij. Hier zouden wij nog de mogelijkheid open willen laten om eens te bekijken in
hoeverre de route Weerd, een belangrijke noord-zuid verbinding, toch door fietsers gebruikt zal kunnen
worden. In het rapport wordt voorgesteld om langs de gracht balusters aan te brengen. Hoewel dit niet his
torisch is - oorspronkelijk waren het laad- en loskaden - zijn wij het met het aanbrengen van deze balus
ters eens, het geeft een afsluiting van de straat, een zekere begrenzingen vei ligheiden bovendien
kunnen er, zoals opgemerkt is, ook fietsen tegen aan geplaatst worden. Overigens zal op een andere
manier nog voorzien moeten worden in bergingen voor fietsen, want op bepaalde punten is wat dat be
treft een toestand ontstaan die niet zo verheffend is. Wij gaan graag akkoord met het voorstel om, wan
neer er bomen geplant worden, er grotere bomen neer te zetten, wij hebben gezien dat dit op de Eewal
ook wat meer effect heeft gehad dan het plaatsen van kleine bomen. De verlichting vraagt een zorgvul
dige benadering. Naar ons gevoel moet er een karaktervolle lamp komen die niet te iel, niet te klein is,
die moet een behoorlijke omvang hebben. Tenslotte zou ik wat het rapport betreft nog graag willen on
derstrepen dat wij vooral ook iets moeten doen aan de inrichting van het gebied, mogelijk door het
plaatsen van verschillende beelden.
Ik wil dan nu ingaan op de raadsbrief. Het grootste deel van mijn fractie heeft veel minder waarde
ring voor de raadsbrief dan voor het rapport. Mijn eerste opmerking wat dit betreft is dat wij in de ge
meente op het ogenblik een plan hebben, het plan binnenstad Leeuwarden, structuurplan 1974, uitvoe
ring. Op basis van dat plan had de lus, nu dus het éénrichtingverkeer, al op 1 september 1977 ingevoerd
moeten worden. Dat is niet gebeurd, ik zeg er bij: Wij zijn al weer te laat. Nu komt u in de raadsbrief
ook nog met een fasering met daarbij een verdediging die de zaak helemaal op de kop zet. Er staat in
de raadsbrief dat een aantal ingrijpende verkeersmaatregelen moeten worden getroffen en dat wij af-