A lob 2/07 ook wat betreft het Gemeentelijk Woningbedrijf: Wanneer gaat dit vrij nieuwe gewijzigde besluit ook voor het Gemeentelijk Woningbedrijf werken? De heer Eijgelaar Veth-): Het is inderdaad zo dat de rechtspersoonlijkheid van een woningcorpora tie een belangrijke rol speelt. Als je een vereniging hebt dan ligt het gemakkelijker, dan zijn er inder daad reeds een aantal bepalingen ingebakken. Van de kant van het ministerie wordt dan ook duidelijk de voorkeur gegeven aan de verenigingsvorm als rechtspersoon; daarna is als tweede de meest gewenste vorm de stichting. De heer Knol vraagt zich af hoe je nu controleert wat wel goed functioneert en wat niet en wat voor sancties kunnen worden toegepast en op welk moment die kunnen worden toegepast als het niet goed functioneert. De gemeente kan geen sancties toepassen; daarin wordt in de nieuwe rege ling niet voorzien. Het is zelfs zo dat het hele toezicht van overheidswege gebeurt door het ministerie; wat dat betreft heeft de gemeente in directe zin geen mogelijkheden. Wel is het natuurlijk zo dat de ge meente kan adviseren en ook, zou ik zeggen, moet adviseren wanneer wij van mening zijn dat een be paalde woningbouwcorporatie of woningbouwvereniging niet goed functioneert. Ik meen dat het dan on ze taak is om in eerste instantie een gesprek met deze corporatie aan te gaan en te trachten de zaak te verbeteren. Als dat niet lukt dan zullen wij de minister moeten adviseren om bepaalde stappen te doen om te bewerkstelligen dat de zaak verbeterd wordt. In directe zin kan de gemeente echter geen sancties toepassen. Wat het Gemeentelijk Woningbedrijf betreft is het zo dat dat valt onder dezelfde richtlijnen en bepalingen. Het is vanzelfsprekend dat die door het Gemeentelijk Woningbedrijf zo snel mogelijk zullen worden toegepast voor zover wij daarin dan op dit moment nog tekort schieten. De heer Knol: Nog even een aanvullende opmerking. Dat de gemeente geen sancties kan toepassen is natuurlijk niet helemaal waar. Via een omwegje, via leningsvoorwaarden, kan de gemeente het nodi ge inbouwen. De heer Eijgelaar {weth.): Dat is juist door de nieuwe richtlijnen en bepalingen veel minder moge lijk dan voorheen. Het is duidelijk de bedoeling van de minister om de zelfstandigheid van de woning bouwcorporaties te vergroten, de zeggenschap en de mogelijkheden van de gemeente, met name m.b.t. de leningsvoorwaarden, zijn veel minder dan voorheen. (De Voorzitter: Dat is het decentralisatiebeleid van de regering. Dat is bitter, wij zitten daar ook mee.) (De heer Knol: Ik kom er nog wel eens op te rug.) C. Woningbedrijf. De heer Groenewoud: Punt 241 gaat over isolatie m.n. van oude woningen. In uw antwoord stelt u dat er nog geen isolatieplan is m.b.t de oude woningcomplexen die behoren tot het gemeentelijk woning- bezit. Is het echter wel de bedoeling om een dergelijk plan te maken? Dan zou ik graag van u willen weten wanneer dat eventueel zou gaan gebeuren en wanneer het klaar kan zijn. Mijn tweede vraag die ergens wel aansluit bij dit punt m.b.t. de energiebesparing is in hoeverre in de gemeentelijke gebouwen bewust met energie wordt omgegaan. Is er in dat kader voor het personeel misschien een gedragslijn aan wezig? Zo niet, kan dat dan misschien ook eens de aandacht krijgen? Bij mijn eigen werkgever is dat wel zo, daar worden wij dagelijks met de neus gedrukt op de bepalingen die er zijn. (De Voorzitter: Jul lie zitten de hele dag in de kou.) Nee, integendeel. (De heer Pronk: In de lange onderbroek.) Het gaat om besparing van energie in de ruimste zin van het woord. De heer Spoelstra: Ik wil iets zeggen over punt 242. U schrijft in het antwoord t.a.v. de huizen die de gemeente in het IJsbaankwartier aankoopt: „De verhuur dient in ieder geval plaats te vinden door het Woningbedrijf." Ik kan mij voorstellen dat het Woningbedrijf deze woningen verhuurt, maar het is mij bekend dat de Woningstichting Leeuwarden woningen verhuurt aan de Stichting Jongerenhuisvesting en dat die stichting beslist wie in de woningen komen. Waarom is dit bij het Gemeentelijk Woningbedrijf niet mogelijk? De heer Van der Wal: Ook iets over punt 242. De vraag begint met: „In de gemeenteraad is afge sproken dat de huizen die de gemeente aankoopt in het IJsbaankwartier zouden worden gebruikt voor jongerenhuisvesting." Toen wij het besluit namen de panden in dat gebied te gaan aankopen is er heel duidelijk van meerdere zijden uit de raad gezegd: Denk er nou om dat wij er voor zorgen dat die huizen onmiddellijk weer in gebruik komen. Uit de vraag en uit het antwoord blijkt in tegenstelling daartoe dat het kennelijk niet gelukt is dat te doen. Mijn vraag is waarom het ondanks vrij vergaande toezeggingen in de raad niet gelukt is om de huizen voor vernieling te behouden tijdens de leegstandperiode. De hear Miedema: Yn it antwurd op fraech 238 wurdt in opsomming jown fan forskillende buerten yn de stêd hwer't it Wenningbidriuw bisit hat. Der wurdt steld dat 40% fan dizze panden forhierd wurdt as bidriuwsromte. It stiet der net by mar ik nim oan dat de oare 60% as wenning forhierd wurdt. It hie wol nijsgjirrich west as hjir by stien hie hoe great op dizze pear hundert panden it eksploitaesjetokoart is; ik haw it idé dat dat tokoart net sa lyts wêze sil. (De hear Rijpma (weth.): Dat stiet fansels wol yn de stik ken.) Jawol, mar om dy panden yn de stikken to finen moatte jo mear tiid hawwe as in riedslid biskikber hat. (De hear Van der Knoop: It rint yn'e tonnen.) (De Foarsitter: De forgoeding fan in riedslid is der wol op ofstimd, hear!) Ik jow ta dat it net maklik is om it untromjen en ofbrekken fan de wenningen to réa- lisearjen, der wurdt sein dat it bifoardere wurde sil. Dochs mien ik dat der mei dizze tokoarten op dit type wenningen miskien mear oan dien wurde moat. Ik leau dochs dat it, as wy fan jier ta jier mei dit pakket wenningen yn it Wenningbidriuw sitten bliuwe, dochs wol in slimme saek wurdt. Ik tink dan net allinnich oan dy 40% dy't as bidriuwsromte forhierd is, mar wy sille ös wenningboubiIied ek foar de nije wenningen sadanich ófstimme moatte dat wy foar dizze aide wenninkjes dy't wy op dit stuit noch bruke moatte wenningen bouwe moatte dy't dizze wenninkjes forfange kinne, sadat der hjir in kear rjochtdei halden wurde kin yn dit spul. Mevr. Van Dijk—van Terwisga: Ik wil ook graag iets zeggen over punt 238. Ik heb geconstateerd dat daar de woningen van de Simon de Vliegerstraat niet bij genoemd zijn. Ik had de indruk dat die ook bij deze opsomming hoorden. (De Voorzitter: Die waren toen nog niet van ons.) Waren die nog niet van de gemeente toen u dit antwoord opstelde? Dan is het in orde. Mevr. Brandenburg— Sjoerdsma: Ik wil even ingaan op punt 142, de kwestie van de woningen in het IJsbaankwartier die ons allemaal wat zwaar op de maag ligt. Ik heb gevraagd of de ambtenaar van het Grondbedrijf gemachtigd kon worden om in overleg te treden met huurders, niet omdat het niet via het Woningbedrijf verhuurd zou moeten worden, maar om de logheid van ons apparaat - daar bedoel ik niets onvriendelijks mee, maar dat is nu eenmaal zo - wat te ondervangen. Wanneer wij wat aankopen dan duurt het nog een hele poos voordat het door ged. staten is goedgekeurd en dat zijn allemaal dingen die in de particuliere sector niet spelen. Daarom kunnen wij vaak niet snel inspelen op dit soort zaken. Mis schien kan de wethouder bij Jongerenhuisvesting zijn licht eens opsteken hoe men het hofje Fribourg aan Achter de Hoven voor afbraak heeft behoed. Er zijn best methoden te bedenken dat je dat wat omzeilt. De heer Eijgelaar (weth.): Eerst iets wat betreft de vraag van de heer Groenewoud over de isolatie van gemeentelijke woningen. Het is zo dat alleen subsidiëring van isolatie verkregen kan worden als in dezelfde woningen ook een centrale verwarming wordt aangebracht. Dat betekent dus eigenlijk in con- creto dat zo'n woning werkelijk een goede opknapbeurt moet hebben voordat je over isolatie kunt gaan denken, behalve dan wat betreft die woningen waarin op dit moment al centrale verwarming is. Wij den ken dit m.b.t. bepaalde complexen woningen binnen niet al te lange tijd in het Woningbedrijf eens aan de orde te stellen om te zien wat financieel een haalbare zaak is, want het moet natuurlijk zo zijn dat de huurders hier niet de dupe van worden en zeker niet de huurders van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Er moet iets tegenover kunnen staan. Wanneer die isolatie kan plaats vinden met een bepaalde subsidië ring en een huurverhoging die voor de huurder terug verdiend kan worden in de uitgaven voor energie dan is dat een mogelijkheid die wij beslist aan zullen grijpen. (De heer Knol: U bedoelt de balansisola tie?) Dat is zowel de beglazing, dacht ik, als de spouwmuurisolatie. (De heer Knol: Ik sprak over ba lansisolatie, financieel gezien.) Als u zo wilt, mag het ook. (De heer Knol: Het is een ingeburgerd be grip.) (De heer Ten Brug (weth.): Blijkbaar niet algemeen.) (De heer Rijpma (weth.): Alleen bij banken.) (De Voorzitter: Dus is het geen algemeen ingeburgerd begrip.) Wij zullen binnenkort - er is al een af spraak gemaakt met Frigas - overleg voeren over deze zaak; Frigas zal ons daarover de nodige informa tie kunnen verstrekken. Een aantal raadsleden hebben gesproken over punt 242 dat handelt over de woningen in het IJsbaan kwartier. Dit punt is hier vorig jaar ook aan de orde geweest en ik heb toen toegezegd al het mogelijke te zullen doen om die wijk voor verkrotting te behoeden en te zullen bevorderen dat de woningen die daar leeg komen ook voor jongerenhuisvesting beschikbaar gesteld zullen worden. Het blijkt echter dat wij daar maar een enkel pand in ons bezit hebben. Afgelopen zomer hebben wij getracht één van die panden voor slöop te behoeden; het was echter niet mogelijk om deze woning toen behoorlijk aan te pak ken, op te knappen en beschikbaar te stellen voor bewoning, omdat de belendende percelen niet van de gemeente waren. Die panden waren op een dusdanige wijze toegetakeld dat het op dat moment niet of nauwelijks verantwoord was voor ons om in dat ene pand dat er ergens tussenin stond een dergelijke in vestering te doen als op dat moment noodzakelijk was om dat pand bewoonbaar te houden. Eigenlijk was het zo dat er voordat de bewoner dat pand verliet al zoveel moest worden opgeknapt dat het na het ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 55