vont hebt u uit mijn opmerkingen wel begrepen. Ik zou u ook willen vragen: Kunt u een indicatie geven van de opkomsttijd van de tweede ploeg als die opgeroepen wordt; ik denk daarbij aan de praktijkerva ring, wat is die tijd ongeveer? Het komt daarbij echt niet op een minuut aan, maar is dat 15 minuten of 20 minuten? Dat wil ik wel graag weten. Misschien kunt u ook eens een indicatie geven uit erva ringscijfers van de brandweer van de keren dat het bijna raak was. Ik zou ook van u willen weten: Hoe worden op dit moment de bewakingsdiensten uitgevoerd? Een andere vraag is: Moeten de 6 centralis ten die ondergebracht zijn bij de Brandweerhulpverleningsdienst aan de sterkte van het Leeuwarder korps worden toegevoegd? Ik maak n.l. uit de stukken op dat ze er wel bij geteld zijn. De heer Eijgelaar (weth.): Ik zal proberen het verhaal van de heer Pronk te volgen. Hij is begon nen met het kostenaspect van onze brandweer en dan m.n. in vergelijking met Groningen. Hij heeft gezegd dat de algemene kosten directie en administratie in Leeuwarden aanmerkelijk hoger liggen dan in Groningen. Dat is inderdaad zo. In Groningen is dat begrepen in de personele lasten. Groningen heeft een volledige beroepsbrandweer met een administratie die daaraan toegerekend wordt, dus ook een beroepsbrandweeradministratie. Dat is bij ons niet het geval, wij hebben de Dienst voor Reiniging en Brandweer, die dienst heeft zijn directie en administratie en van die directie en administratie wordt dat deel dat besteed wordt aan tijd toegerekend aan de afd. brandweer; daarom is er bij ons een apar te post voor algemene kosten directie en administratie die vrij hoog is; deze post zit in de opstelling van de kosten van Groningen in de post personeel in vaste dienst. Ik dacht dat daarmee het misverstand wel uit de weg geruimd is. Dan heeft de heer Pronk gesproken over de uitbreiding van het personeel en gezegd: Het is ei genlijk nog maar niets, jullie gaan nu een zeker lapmiddel gebruiken, jullie gaan een paar man be- roepspersoneel aanstellen en verder het tekort opvullen met vrijwilligers; uit de rapporten van de in spectie is echter toch wel gebleken - het blijkt ook uit de brief van de directeur en uit de notulen van de medezeggenschapscommissie - dat uitbreiding eigenlijk driemaal 7 man zou moeten zijn, een uit breiding met 21 man beroepspersoneelwil je op goede wijze kunnen functioneren. Dat betekent na tuurlijk wel - dat is in deze raad bij herhaling aan de orde geweest - een verhoging van de uitgaven met circa 1 miljoen. Je moet op een gegeven ogenblik prioriteiten stellen. Je kunt wel stellen dat een uitbreiding met 21 man een ideale situatie is; wie zal dat ook ontkennen, dat is duidelijk zo. Maar het is de vraag hoe ver je moet gaan en hoe ver je wilt gaan en misschien ook wel hoe ver je kunt gaan. Het is duidelijk een kwestie van prioriteiten. Als wij een voorstel gedaan hebben n.a.v. de „rel" die er is geweest i.v.m. de consignatieregeling om een uitbreiding van het beroepspersoneel met 2 man per ploeg - gefaseerd, 1 man in 1978 en 1 man in 1979 - en dan het eventuele tekort - ik zeg „even tuele" tekort - aan te vullen met vrijwilligers dan is dat een concessie die wij gedaan hebben en die ons toch nog ruim 4 ton gaat kosten. Wij menen dat wij daarmee - dat staat ook in het antwoord op de vraag - op een verantwoorde wijze - daarin verschillen wij dan van mening met de heer Pronk - de dienst kunnen laten functioneren. Het is zo dat de directie en het personeel de voorkeur blijven ge ven aan die uitbreiding met 21 man beroepspersoneel, maar dit voorstel van ons acceptabel vinden. De heer Pronk heeft met name de tweede uitruk genoemd en heeft gezegd: Hoe lang duurt het want je moet binnen 3 minuten die tweede ploeg klaar hebben om in geval van nood te kunnen uitrukken. Als de raad akkoord gaat met ons voorstel dan betekent dat dat Leeuwarden de beschikking krijgt over 3 ploegen van 16 man. Nu moet je rekening houden met ziekte en vakantie zodat er effectief steeds ze ker 14 man in de kazerne aanwezig zijn. De eerste uitruk bestaat uit 7 man op de eerste wagen en 2 man op de hoogwerker, dat is dus totaal maximaal 9 man, het kan ook met 6 man plus 2 man, dus to taal 8 man. De tweede uitruk bestaat uit 6 man. Als wij een ploeg hebben die uit 16 mensen bestaat waarvan 14 effectief aanwezig zijn dan betekent dat dat dat wij ook de tweede uitruk direct kunnen bemannen; bij wijze van spreken kan binnen 3 minuten na de eerste uitruk de tweede uitruk starten. Daarmee is dan de kazerne leeg, maar - en daar heeft de heer Pronk ook naar gevraagd - de alarm centrale wordt bemand door de B.H.D. boven de sterkte van het Leeuwarder korps; dat personeel wordt dus niet aan de dienst onttrokken. De meldkamer is permanent bezet en van daaruit kan het comman do gevoerd worden. Dan hebben wij de vrijwilligers die in die situatie op moeten komen. Dat betekent dan dat wij niet beslist deze mensen binnen 3 minuten in de kazerne moeten hebben; er is wel iets meer speling zodat deze mensen niet beslist in de onmiddellijke omgeving van de kazerne behoeven te wonen. Wij menen dat wij door deze oplossing toch op een verantwoorde wijze de dienst kunnen laten functioneren. Ik dacht dat ik hiermee de vragen van de heer Pronk wel ongeveer had beantwoord. De heer Pronk: Uit mijn betoog hebt u wel begrepen dat ik het niet eens ben met de voorgestel de oplossing. Ik heb geen tweede instantie en daarom behoud ik mij het recht voor om deze zaak bij de begrotingsbehandeling opnieuw aan de orde stellen. (De Voorzitter: Wij zullen het noteren.) 113 PAR. 8. BELEIDSSECTOR MARKTEN, HAVENS EN SLACHTHUIS. A. Veemarkt. De heer De Jong: In punt 269 gaat het om de huurprijs van de café's in de Frieslandhal. In de on derhandelingen is men tot een jaarlijkse verhoging gekomen van 2%. Nu is mijn vraag: Welke motie ven hebben er toe geleid om deze 2% te handhaven terwijl u elders in de begroting heel duidelijk op 5% aan stuurt? Punt 270 betreft artikel 10 van de MarktverordeningAls wij dat artikel niet willen laten verval len dan vraag ik mij af op welke wijze en hoe vaak wij dat artikel dan hebben toegepast. De heer Eijgelaar (weth.): De 2% verhoging is in de raad aan de orde geweest; de raad heeft daar toen een beslissing over genomen. De heer De Jong heeft er toen kennelijk niet aan gedacht om hier een vraag over te stellen. Het is zo dat er steeds per periode van 5 jaar een huurverhoging plaats vindt; dat zal ook dit jaar gebeuren. In overleg met de exploitanten is toen besloten om af te zien van een verhoging van 10% ineens, maar het gefaseerd te doen met 2% per jaar. Dat is de reden dat de huur verhoging op 2% gesteld is. Dan punt 270. Als blijkt dat op welke manier dan ook opgetreden moet worden dan hebben wij artikel 10 nodig, als optreden niet nodig is dan hoeven wij het artikel niet toe te passen. Ter gerust stelling van de heer De Jong zou ik nog kunnen zeggen dat op dit moment op de wijkmarkten proeven worden genomen met containers. Als die proeven slagen - ze worden genomen in overleg met de am bulante handel - dan zal dat ook geprobeerd worden op de Nieuweburenmarkt en waarschijnlijk ook op het Zaailand, zodat wij op deze wijze de kosten van de vuilinzameling en -opruiming kunnen druk ken. B. Evenementenhal. De heer De Jong: In de laatste zin van het antwoord op vraag 271 staat dat er een .werkgroep is die zal onderzoeken voor welke evenementen de Frieslandhal geschikt kan worden gemaakt. Nu is mijn vraag: Wie zitten er in die werkgroep en wanneer is het rapport van de werkgroep bespreekbaar? De heer Knol: Ik ben benieuwd of u al enig idee hebt van de aard van de evenementen die u in de hal wilt laten plaats vinden. Ik heb begrepen dat de werkgroep zich inmiddels in Parijs op de hoog te heeft gesteld van dergelijke hallen. Misschien kunt u daar het resultaat van meedelen. De heer Eijgelaar (weth.): Er is een ambtelijke werkgroep ingesteld die bestaat uit de directeur van de Frieslandhal, iemand van de D.S.O., de directeur Dienst Sport en Recreatie, de directeur Cul turele Centra en de directeur V.V.V. De werkgroep zal half december met een interim-rapport komen in de Commissie voor de Markt- en Havendienst; daarna zal men de werkzaamheden voortzetten. Ik kan op dit moment niet zeggen wanneer er een afgerond rapport zal zijn waaruit zal blijken in welke richting verder gekoerst moet worden. De heer Knol vraagt wat er in de evenementenhal zal gaan ge beuren, hij wil weten wat de bedoeling is. Het gaat m.n. om tentoonstellingen, verkoopbeurzen, con certen. (De Voorzitter: Sprekers van politieke partijen die veel publiek krijgen.) Ja, je kunt ver wachten dat het C.D.A. zo nu en dan die zaal vol krijgt. Wij zijn de Beurs kwijt, dus activiteiten die voorheen in de Beurs plaats vonden zullen ook naar de Frieslandhal verplaatst moeten worden, massa bijeenkomsten dus. Ook bepaalde sportwedstrijden zullen er misschien plaats kunnen vinden, de hal zou als centrale sporthal gebruikt kunnen worden. (De heer Knol: Een zesdaagse?) Misschien is dat ook mogelijk op een vlakke vloer, maar dat zou dan wel wat nieuws zijn. Dit was het wel zo onge veer. (De Voorzitter: Deze zaak komt in ieder geval terug in de raad.) C. Ligplaatsen. Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Wij hebben nogal wat gei'nvesteerd in de aanlegplaatsen en het toi letgebouw bij de Prinsentuin. Wij plaatsen daar ook containers. Nu heb ik uitgerekend dat het onge veer 8.000,opbrengt, dus het kan eigenlijk nooit kostendekkend zijn. Zou het niet verstandig zijn het tarief te verhogen? Een rijksdaalder per boot is wel erg weinig als je het bekijkt in het licht van tarieven op kampeerterreinen. Je kan het niet helemaal vergelijken, maar een rijksdaalder is toch wel erg weinig. Ze hebben ons al gevonden, dus.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 58