14 13 13) De heer Meijerhof: Ik wil alleen nog even zeggen dat ik het punt van de ijsbaan graag wil clai men. Het antwoord op de vragen 84 en 85 is vrij duidelijk, het is echter een antwoord dat mij niet aanstaat. Het antwoord van weth. De Vries is niet het tegenovergestelde, dat laat het allemaal wat in het midden. Ik wil wel een uitspraak van de raad vragen wat wij gaan doen als wij een keus moeten maken tussen de ijssport en de voetbalsport. De Voorzitter: Als u zegt dat u dit punt wilt claimen dan schrijven wij dat op. Ik moet u wel zeg gen dat er regelingen zijn getroffen voor het verplaatsen van de ijsbaan. Ook de raad heeft geen keus, het zou onbehoorlijk bestuur zijn om daarop terug te komen, tenzij wij het eens kunnen worden met het bestuur van Tjallinga. Daar is weth. De Vries duidelijk over geweest, hij heeft gezegd dat hij be reid is het overleg opnieuw te openen om te trachten tot een oplossing te komen. Ik geef u hef advies - u mag ons daaraan houden - hem eens naar het resultaat van die gesprekken te vragen. De wethou der zou het resultaat b.v. bekend kunnen maken in de Commissie voor de Dienst Sport en Recreatie. Als het resultaat u niet zint kunt u er altijd nog op terug komen, hef is echt niet zinvol om het in de plenaire zitting opnieuw aan de orde te stellen. Wij hebben van de kant van de gemeente niet de mo gelijkheid om eenzijdig een streep te halen door de regelingen die getroffen zijn. Ik geef u dus het advies dit punt niet te claimen maar ik voeg daar aan toe dat de wethouder gesprekken zal voeren en daar verslag van uit zal brengen. U kunt zich er dan altijd nog op beraden waf u wilt doen. De heer Meijerhof: Ik wil het punt toch voorlopig maar claimen. (De Voorzitter: Dat is uw recht, wij zullen hef noteren.) De Voorzitter schorst, om 21 .05 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.25 uur, de vergadering. B. Accommodaties. Punten 346 en 347. De heer De Beer: Enkele weken geleden hebben wij een brief gehad van de Stichting Cambuur over de accommodatie Cambuur. Daarin werd gevraagd of het mogelijk was om het verbeteren van de ac commodatie naar voren te halen. Ik heb toen gevraagd waf er op die brief geantwoord zou worden en ik neem aan dat de brief die toen verstuurd is nu in de discussie meegenomen kan worden. Mijn vraag is dan: Is het ook mogelijk om het Cambuurstadion eerder dan in 1980 te verbeteren? Wij zijn dat zo langzamerhand een beetje verplicht, ook door de afspraken waar u zopas op gedoeld heeft die in 1974 zijn gemaakt. Mijn concrete vraag is dus of het mogelijk is dit naar voren te halen. Dan heb ik nog een vraag. Wij zijn op het ogenblik bezig met de aanleg van een nieuwe verlichting in het Sportpark Cambuur. Nu is er vanavond een publikatie in de krant geweest dat de demissionaire minister van C.R.M. besloten heeft om 12 miljoen beschikbaar te stellen voor verbetering van de huisvesting van verenigingen die deelnemen aan hef betaald voetbalIs het ook mogelijk om dit voorlopig even uit te stellen en te bekijken of er een mogelijkheid is om van dat subsidie iets binnen te halen waardoor wij de verlichting gedeeltelijk gefinancierd kunnen krijgen vanuit de K.N.V.B.? De hear Jansma. Ek hwat oer punt 347Yn it anfwurd wurdt sein dat it kol leezje fan bitinken is dat us gemeente biskikke moat oer in sober opsef stadion. Myn fraech is dan: It moat neffens it kol- leezje in 6 miljoen kostje, soe it kolleezje miskien fortelle kinne hwaf if forstief under in sober opset stadion? Yn de Ried foar Sportoangelegenheden is dizze problematyk ek bisprutsen en dy ried wie ek fan bitinken dat dit wol in hiel heech bidrach is. Men stie, bihalven hwat dizze akkommodaesje oan- bilanget foar Cambuur, ek hwat kritysk tsjinoer de plannen dy't der binne mei it each op „De Over dekte mar dat stiet hjir even buten. Ik wol dus graech witte hwat it kolleezje forstiet under in so ber opset stadion foar ungefear 6 miljoen. De heer De Vries (weth.): Allereerst iets over de vraag van de heer De Beer die ook vervat is in de Drief van de Stichting Cambuur m.b.t. hef verzoek om eerder dan in 1980 op de renovatie van het Cambuurterrein in te spelen. Wij hebben dit schrijven geaccepteerd in de geest dat wij dit zouden be handelen bij hef beleidsplan. Ik dacht daarom dat wij er hef beste aan zouden doen deze zaak te be kijken op het moment dat in de plenaire zitting het beleidsplan aan de orde is. Misschien kan er voor die tijd ook nog een preadvies van de zijde van het college komen, maar op 1 3 en 14 december a.s. komen wij op deze zaak terug. (De heer De Beer: Dat impliceert dat ik het punt op dit moment claim, zodat ik er in ieder geval op terug kan komen.) Akkoord, maar ook als u het niet zou claimen zouden wij er op terug komen. (De Voorzitter: Claimen zou veilig kunnen zijn.) Ja. Wat de opmerking over het subsidie voor de lichtinstallatie betreft kan ik zeggen dat wij hier van wisten; ik heb nog geen krant gezien dus heb ik dat bewuste artikel niet gelezen. Wij hoorden juist een dezer dagen dat een dergelijke regeling onderweg was. Wij doen graag de toezegging dat wij hier op in zullen spelen. Ik ken de spelregels niet precies, ik weef alleen dat hef in eerste aanleg de be doeling was om de eredivisie in deze heerlijkheden te betrekken. Maar wanneer hef inderdaad zo is dat men ook voor de eerste divisie-accommodaties middelen ter beschikking stelt dan zouden wij na tuurlijk onverstandig handelen als wij niet probeerden ook een flinke greep in de buidel van minister Van Doorn te doen. Ik zeg u dus toe dat wij na zullen gaan hoe deze zaak ligt, wij zullen dat uiter aard nog voor de begrotingsziffing doen. Wanneer daartoe aanleiding bestaat dan hoop ik mededelin gen te doen in hoeverre wij in Leeuwarden gebruik kunnen maken van de extra middelen die het rijk ter beschikking stelt. Uit de opmerkingen van de heer Jansma begrijp ik dat hij 6 miljoen een hoog bedrag vindt; daar heeft hij gelijk aan, het is ook een hoog bedrag. Aan de andere kant is het zo dat dit nog maar een voorlopige raming is. Ik kan niet zeggen of dit bedrag exact nodig is. Wat ons voor ogen staat is een sobere opzet zonder marmer, pluche en verwarming. Hef moet een doelmatig maar toch wel knus stadion worden waar vooral ook hef publiek het plezierig toeven vindt en waar men niet bij slecht weer anderhalf uur in de regen hoeft te staan. Wij zullen moeten proberen te komen tof een situatie dat wij net als elders in den lande een accommodatie krijgen waar het publiek niet weg blijft als het een druilerige of regenachtige middag of avond is; het moet zo zijn dat men wel komt omdat men er droog kan staan en vertier kan vinden. (De hear Jansma: „Droog staan" sizze jo?) Ook droog zitten natuurlijk. Wij kunnen dus nog niet zeggen of het exact dit bedrag zou moeten worden. Wij streven er naar - daarbij doen wij ook een beroep op de ons adviserende instellingen en organisaties - een zo efficiënt, sober en doelmatig mogelijke accommodatie te krijgen zodat wij toch weer eniger mate in de pas kunnen gaan lopen met vergelijkbare steden, want wat wij hier op het ogenblik heb ben met een 40-jarige accommodatie die compleet verouderd is maakt dat wij ons als provinciehoofd stad toch wel een beetje op het achterbankje geplaatst moeten voelen. Ook dit is een stukje represen tatie van onze gemeente naar buiten. Punten 348 t.e.m. 351. De heer De Beer: Ik wil iets zeggen over de boerderij in het plan Kalverdijkje. Dit probleem is destijds in de Commissie voor de Dienst Sport en Recreatie behandeld en bij die behandeling hebben wij als uitgangspunt een brief van de D.S.O. gekregen waarin een overzicht wordt gegeven van de toestand waarin deze boerderij verkeert. Daarin wordt gesteld dat de boerderij zeer verwaarloosd en uitgeleefd is, het dak lekt op vele plaatsen, de constructie van het dak is aangetast door houtworm, het metselwerk vertoont scheuren, de vloeren zijn slecht enz. enz. Wij hebben toen geadviseerd om de boerderij vanwege de slechte situatie waarin hij zich bevond af te breken en in plaats daarvan een adequate ruimte te bouwen die misschien wel veel beter geschikt is voor de taak waarvoor hij bedoeld is. Nu lees ik in het antwoord op de vragen 348 t.e.m. 351 dat het in de bedoeling ligt de raad voor te stellen een krediet van 100.000,beschikbaar te stellen om de boerderij in redelijke staat te brengen. Gezien de opmerkingen van de D.S.O. zou ik graag van de wethouder willen weten wat men van plan is met die 100.000,te doen, hoe men komt tot dit bedrag en waarom de adviezen van de Commissie voor de Dienst Sport en Recreatie niet worden gehonoreerd. De hear Van der Veen: Ek even nei oanlieding fan dizze 4 fragen, sil ik mar sizze. It hat fansels in groeiproses west dy maneezje der yn it easten fan de stêd. Der is letter in sfikje bufenmaneezje by makke. It is yn elts gefal in hiel stik libben der yn it easten fan de stêd en it pleitet der ek foar dat wy hjir yn Ljouwert yn elts gefal permanint in goede maneezje krije. Myn fraech is nou: Hoe fier is if nou mei de stifting, is it hast sa fier dat wy as de hear Kreuze yn maerf der mei ophalde moat ötsjen kinne nei in akkommodaesje dêr'f men dan as forfanging hinne kin? It foarsjocht wol yn in bihoefte fansels. Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: In de Commissie R.O. is ook een advies gegeven over de boerderij, daar is gezegd: Probeer hem kwijt te raken in die zin dat wij hem onder voorwaarden te koop aanbie den. De leden van de Commissie R.O. vonden toch wel dat de boerderij eigenlijk behouden moest blij ven alhoewel dan niet voor de gemeente. Wij hebben daarbij verwezen naar boerderij Brandsma waar van wij eerst dachten dat het helemaal niet kon. Je weet nooit of er toch niet iemand is die er iets in ziet. Waarom bent u niet bereid dat te proberen?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 67