Z6 iLjT- res en dergelijke deze mensen verschrikkelijk moeilijk zal vallen om weer aan de slag te komen ter wijl er hier 2 functieplaatsen beschikbaar zijn waarin dezel mensen zouden kunnen functioneren. Ik vind persoonlijk dus dat zij de aanbieding hadden moeten accepteren, per slot van rekening maakt niet de beroepswerker primair uit wat een instelling vertegenwoordigt, dat maakt het bestuur uit want dat bepaalt het beleid. De beroepswerker moet dat natuurlijk wel kunnen onderschrijven, maar men heeft mij niet duidelijk kunnen maken waarin het grote verschil ligt waardoor zij wel binnen de doel stellingen van Araloe maar niet binnen de doelstellingen van Krats kunnen functioneren. Het ging om zulke theoretische formules dat het voor mij een zaak was waar ik niet bij kon. (De heer De Greefr Waarom zijn de betrokken instellingen dan niet gefuseerd als dat zo gemakkelijk lag?) Wij hebben daar aanvankelijk ook op aangedrongen om dit zo geruisloos mogelijk te kunnen laten verlopen. (De heer De Greef:U verwijt de beroepskrachten dat zij niet voor Krats willen werken, ik heb de indruk dat wij een taxatiefout hebben gemaakt - de meerderheid van de raad heeft er toe besloten - die wij nu de beroepskrachten aanrekenen. Het is duidelijk dat de besturen niet tot overeenstemming zijn ge komen, want er is niet één club van gemaakt, dat wil zeggen dat er duidelijke verschillen zijn, en dat de mensen die bij Araloe werken zich niet kunnen vinden in de doelstellingen van Krats. Dan is het duidelijk dat wij een taxatiefout hebben gemaakt en dat wij dat niet weg kunnen masseren op dit moment; wij moeten dan ook voor de consequenties staan, dat lijkt mij een zinvolle zaak.) Het is heel gemakkelijk om het zo te stellen. Wij hebben geconstateerd door middel van het inschakelen van een onafhankelijke commissie dat Araloe niet functioneert op de wijze waarop wij menen dat het sociaal- culturele werk zou moeten functioneren. Op dat moment heeft de raad besloten het subsidie in te trek ken. Wij hebben getracht mogelijkheden aan te geven waardoor voor deze mensen zo geruisloos mo gelijk wegen zouden kunnen worden gevonden orYi over te gaan van de ene instelling naar de andere, men heeft zelfs ook nog een maand of wat in 1976 gezamenlijk programma's proberen op te bouwen. Al deze dingen hebben geen soelaas geboden, de besturen verschilden kennelijk zo van opvatting over hetgeen ze gezamenlijk hadden kunnen doen dat daarvoor geen openingen te vinden waren. Maar an ders ligt het met de medewerkers. Zij hebben natuurlijk het recht om te weigeren, dat ontken ik al lerminst, maar zij laten wel een baan schieten, zij hadden de kans gehad om door Krats in dienst te worden genomen. Afijn, dat is hun verantwoordelijkheid, daar zitten zij mee. Ik voel mij op dit stuk van zaken vanuit de gemeente allerminst geroepen om hier ook maar enigerlei verantwoordelijk voor op mij te nemen. De tweede zaak m.b.t deze kwestie is de accommodatie. Het is zo dat de Stichting Ruiterskwar- tier een 10-jarig contract heeft met de Doopsgezinde Gemeente, van die 10 jaar is de helft om. Wij hadden ook ten aanzien hiervan gehoopt dat een normale continuering zou plaats vinden, maar de Doopsgezinde Gemeente heeft, bij het zien van de wijze waarop het gebouw de afgelopen 5 jaar is gebruikt, weinig neiging om zich ten opzichte van het jeugdwerk dat daar gebeurd is en het jeugd werk dat er nog zou kunnen plaats vinden positief op te stellen. Men heeft grote twijfels of het huur contract Verlegd kan worden vaji Araloe naar Krats. Op 30 november a.s. zal hierover een beslissing genomen moeten worden waarbij de beleidsinstellingen binnen <3e Doopsgezinde Kerk gezamenlijk zul len vergaderen over deze kwestie. Ik hoop dat men inziet dat men met het couperen van dit huurcon tract een stuk jeugdwerk in Leeuwarden tenminste voor de eerstkomende tijd op de tocht zal zetten, want ik zie niet waar Krats zo gauw een andere ruimte zou kunnen vinden om zijn doelstellingen een onderbouw te geven; dat zie ik eenvoudig niet, want dat is niet zo gemakkelijk te realiseren. Wij moeten voorlopig afwachten wat de Doopsgezinde Gemeente op dit stuk van zaken beslist, ik blijf er op hopen dat men alsnog het jeugdwerk in Leeuwarden een kans zal willen geven, maar ik moet tot mijn spijt vaststellen dat men vindt dat het gebouw ernstig is verminkt onder de handen van het so ciaal-culturele jeugdwerk. Wij moeten maar eens qfwachten wat hier uit komt. Al met al moet ik con cluderen dat het een wat triest verhaal is dat ons duidelijk maakt dat een herschikken van middelen en mankracht in de praktijk niet een gemakkelijke procedure is. Dan ga ik nu naar Hippo. De heer De Pree is ernstig boos, heb ik begrepen, en de heer De Greef doet daarin, als ik de toonzetting beluister, niet voor onder. Het is een zaak die wij naar mijn gevoel zo objectief mogelijk moeten proberen te benaderen. Het is per se niet zo dat wij voor het werken van Hippo als sociaal-culturele instelling geen waardering hebben. Het is ontzettend jammer dat de in stelling huist waar ze huist. Het gebouw dat Hippo heeft is destijds niet onderzocht op zijn doelma tigheid m.b.t. de muziekuitvoeringen, men was al lang blij dat men een plaatsje in het centrum van de stad had. Het is een slecht gebouw. (De heer Van der Wal: De gemeente heeft het gebouw aan gewezen en aan Hippo verhuurd.) Hadden jullie een ander, beter gebouw geweten? (De heer Van der Wal: In die tijd zijn er wel een stuk of 2G gebouwen de revue gepasseerd.) Als wij toen geweten had den dat dit zoveel ellende en narigheid zou oproepen, zowel voor Hippo als voor de omwonenden, dan waren wij er nooit aan begonnen, dan hadden wij ons wel 100 keer bedacht. Wij zitten nu met 2? AA? het probleem van de geluidshinder dat steeds verder escaleert. Het is niet alleen zo dat Hippo daar met moeilijkheden zit, wij zijn ook nog in het bezit van een adres van omwonenden waarin er op aan gedrongen wordt de zaak mooi te laten zoals die is; men stelt dat er sinds het intrekken van de mu- ziekvergunning een aanmerkelijk beter woonklimaat is ontstaan. Dat is ook een lezing die opgeld doet. Ik vind het een trieste zaak, want ik kan mij best voorstellen dat de muziek die daar gemaakt wordt voor een bepaalde categorie jongeren een aantrekkelijke en een voor hun recreatieve genoegens ple zierige zaak is. Maar wij kunnen niet wegcijferen dat men daar door de slechte ligging van het ge bouw en de slechte kwaliteit van het gebouw met lekkages overal gewoon niet kan functioneren zoals men tot op een zeker moment heeft gedaan, tot op het moment dat via de politie de muziekvergun- ningsregeling is ingesteld die op dit moment nog functioneert. De heren De Pree en De Greef zeggen dat het een onaanvaardbare zaak is omdat het jeugd- en jongerencentrum Hippo hierdoor dreigt kapot te gaan; dat is een trieste constatering. M.b.t. de mogelijkheden om tot een verbetering te komen om de geluidshinder te beperken hebben wij het rapport dat door De Holle Poarte en door enkele leden van het bestuur van Hippo is uitgebracht; daarop hebben de medewerkers van de D.S.O. gezegd dat zij daar toch wel grote vraagtekens bij plaatsen, zij hadden niet de technische mogelijkheden om de zaak volledig te overzien. Wij hebben daarna contact gezocht met T.N.Q. De functionaris die dit zou bekijken is op een gegeven moment ziek geworden en is daardoor een tijdje uit de roulatie geweest. Wij hebben naderhand bericht gekregen dat zij ook twijfel hebben aan de uitkomsten van het rapport zoals dat door Hippo is overgelegd. Daarop hebben wij opdracht gegeven aan T.N.O. om te komen met een afgerond advies waarbij zij de inbreng van het eerste rapport becommentariëren en narekenen en waarbij ook eventuele alternatieve mogelijkheden worden aangedragen. Ik weet niet of de mensen van T.N.O. al in Leeuwarden geweest zijn, zij hebben ons zo'n 5 d 6 weken geleden beloofd dat omstreeks deze tijd het rapport tegemoet gezien zou kunnen worden. Wanneer zij er nog niet geweest zijn dan zijn zij er vermoedelijk nog niet mee klaar, want zij hebben gezegd dat zij de situatie ter plekke op zouden nemen. Wij moeten dit rapport afwachten omdat wij te enen male moeilijk af kunnen gaan op een raming van een ton waarbij wij niet weten of het werkelijk effect heeft. Als het juist is dat met dit bedrag de zaak gered zou zijn dan zouden wij als raad kunnen overwegen of het ons dit offer waard is voor dit oude gebouw. Als aan de effectiviteit getwijfeld moet worden dan geloof ik dat wij er on verstandig aan zouden doen om er zo'n groot bedrag in te steken, want dat zouden wij dan over de balk smijten. Als men bij T.N.O. zegt dat het niets oplost dan zullen wij met het bestuur van Hippo na moeten gaan of er eventueel andere accommodaties te vinden zijn want als de muziek werkelijk zo'n integrerend deel is van het programma van Hippo dan zal die muziek moeten worden gemaakt op een plaats waar het voor omwonenden niet een permanente ergernis is, want dat kan eenvoudig niet. Als wij elkaar op zo'n manier het leven zuur maken dan werkt dat weinig sociaal-cultureel vormend, dan werkt het alleen maar averechts en gaan wij gefrustreerde mensen kweken. Samenvattend zou ik willen zeggen dat het college t.o.v. Hippo sec positief staat, waardering heeft voor het werk dat Hip- po doet, maar dat het m.b.t. de accommodatie en de geluidshinder gewoon heeft moeten handelen zo als tot dit moment het geval is geweest. Ik hoop dat het rapport van T.N.O. ons in ieder geval een handvat geeft om verder te komen. Wij hebben inmiddels van het bestuur van Hippo een verzoek ge kregen voor een nader gesprek, wij zullen dat gesprek graag aangaan. Ik zal morgen laten informeren hoe lang T.N.O. nog op zich laat wachten, ik zou graag in relatie met het rapport uit Delft het pro bleem in het gesprek met Hippo aan de orde willen stellen. De heer De Greef: Ik wil graag de problematiek van de afbouw van Araloe en de start van Krats claimen voor de begrotingsvergadering omdat ik vind dat zich daar omheen problemen voordoen waar de raad een uitspraak over moet doen. In de tweede plaats claim ik de geluidshinder-problematiek met betrekking tot Hippo- (De heer De Pree: Bij die laatste claim sluit ik mij aan.) (De Voorzitter: Wij zul len deze claims noteren.) De Voorzitter: Wij zijn hiermee aan het eind van deze afdelingsvergadering gekomen. Ik dank u hartelijk voor uw medewerking. De Voorzitter sluit, om 22.55 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 73