W llol
want als er ergens vraagtekens worden gezet achter absolute waarden van dit soort onderzoeken dan is
het juist wel binnen de wetenschap van de psychologie en de testpsychologie zelf. Ik hoop dat u mij
goed begrijpt, ik beweer niet dat deze tests onbelangrijk zijn of niet zouden moeten gebeuren, het gaat
er mij om dat datgene wat de ouders merken van de Schooladviesdienst nu juist de resultaten zijn van de
ze tests, dat die toch een soort absoluut gezag vertegenwoordigen waarvan ik bang ben dat je wel eens
brokken zou kunnen maken die je liever niet zou maken. Ik denk dan ook - ik kom dan nog even terug
op de beantwoording van vraag 219 - dat dit ook niet alleen op te lossen is door de Schooladviesdienst
te koppelen aan een aantal projectgroepen die zich met die twee andere fasen bezig houden en dan met
name met de derde fase van gezin en buurt. Op zichzelf is het niet onterecht, denk ik, maar het is te
weinig. Ik heb een beetje het gevoel dat waar het eigenlijk om gaat is: Vanuit welke optiek, vanuit
welke benaderingswijze functioneert de Schooladviesdienst. Het feit dat, als het gaat om die andere
problemen, projectgroepen worden samengesteld waarin mensen van de S.A.D. participeren naast op
bouwwerkers, maatschappelijk werkers enz. zou op zichzelf wel eens symptomatisch kunnen zijn voor
het feit dat de S.A.D. als zodanig nog steeds zit op de lijn die ik als eerste heb genoemd. Er wordt wel
onderkend dat dat eenzijdig is en er wordt geprobeerd dat te corrigeren door de oriëntatie te verbreden,
maar ik denk niet dat dat de oplossing is. De hele optiek van de S.A.D. zal misschien een keer op
nieuw ter discussie gesteld moeten worden. Mijn vraag is - ik mag alleen maar vragen stellen -
(De Voorzitter: U maakt ze dan wel erg lang.) Ja, maar vragen stellen heeft alleen maar zin als duide
lijk is waar het om gaat. Mijn vraag is of het probleem dat ik geprobeerd heb te formuleren door de
wethouder onderkend wordt, of dat ook in het college leeft en of en hoe er wat aan gedaan kan worden.
Ik heb mijn opmerkingen niet sarcastisch bedoeld, zo van: Weg met de huidige S.A.D.; dat is helemaal
mijn bedoeling niet.
De heer Sterk: Ik wil ook even iets zeggen over punt 219. Ik heb uit het verhaal van de heer De
Pree vernomen dat de S.A.D. nu eigenlijk een achterhaalde zaak begint te worden; er zou een heel
andere benadering moeten komen. Wat mij interesseert is op welk niveau de S.A.D. functioneert t.o.v.
andere soortgelijke instellingen; ik doel hierbij dan met name op de uitwerkingen van de tests als zo
danig. Zijn mijn informaties juist als ik zeg dat de resultaten uit San Francisco komen, dat de tests
daar bekeken worden en dat de resultaten dan naar Nederland komen? Kan dat, als dat zo is, niet
dichter bij huis gebeuren? Wordt het op deze manier niet onnodig duur?
De heer Visser: Punt 218 gaat ook over de S.A.D. Hoe zit het op dit moment met de verhouding tus
sen G.C.O. en S.A.D. tegen de achtergrond van de gemeenschappelijke regeling die wij destijds heb
ben aanvaard? Ik denk dan m.n. aan de regiovorming, de vorming van 3 of 4 regio's in Friesland. Wor
den er op het ogenblik helemaal geen vorderingen gemaakt? Ik heb al eens eerder gevraagd - ik meen
vorig jaar in de afdelingsvergadering - of het niet mogelijk is dat met het oog op de regiovorming
Leeuwarden dan het initiatief neemt, hoewel dat initiatief toekomt aan het G.C.O., want die zou dat
formeel moeten doen. Zou het erg zijn wanneer Leeuwarden enige stappen ondernam?
De heer Ten Brug (weth.): De heer De Pree heeft geen nieuw discussiepunt aangedragen over de
aanpak van de S.A.D., dat heeft hij ook niet bedoeld; er is een jaar of 5 geleden, trouwens in een heel
andere situatie, ook uitvoerig over de S.A.D. gesproken in de raad. De geschiedenis die hij schetst van
dit soort diensten is juist, de eerste diensten zijn inderdaad begonnen met een individuele benadering.
De eerste diensten, m.n. gemeentelijke diensten, kwamen voort - dat geldt ook voor de Leeuwarder
dienst - uit de G.G.D. De missing link die bij het schoolartsenwerk werd gevoeld was de schoolpsycho
loog; er is met een kind meer aan de hand dan somatische afwijkingen, het kind hoort goed, ziet goed,
is lichamelijk gezond, maar toch gaat het niet goed met het kind. Dat is eigenlijk, eenvoudig gezegd,
de reden geweest dat er ook schoolpsychologen binnen kwamen en dan krijg je duidelijk een individuele
benadering. De latere diensten zijn - dat was een soort reactie - niet met individuele benadering be
gonnen; die zijn ook niet met psychologen begonnen, die zijn begonnen met de totale benadering,
daar kwamen het eerst de pedagogen aan bod. Daarbij kwamen nieuwe leermethoden, zoals o.a. niveau-
lezen, aan bod. Bij beide methoden is duidelijk gebleken dat je er alleen niet komt. Een kind is niet
los te pellen uit het totaal van de school en daarom is een individuele benadering niet voldoende; ook
een school die niet veel met opvallende kinderen te maken heeft heeft er in deze tijd met zijn vele ver
anderingen - ook als dat laatste niet het geval zou zijn heeft men er behoefte aan - behoefte aan te
weten wat voor kinderen er op school zijn, wat voor klassen er zijn en daar is dus een totaal-aanpak
voor nodig. Nu doen wij wel veel aan testen, maar het is toch een foute conclusie dat dat het voor
naamste zou zijn. Als je kijkt naar de mensen die wij in dienst hebben, 4 psychologen en 8 pedagogen,
dan zegt dat toch wel iets; pedagogen testen niet, die werken voor een deel wel met testen en die zijn
wel bij het testen betrokken, maar voor hen gaat het om het totaal, om de vraag: Welke klas is dit?
Wij hebben heel duidelijk situaties waarbij je tegen de juffrouw van de eerste klas moet zeggen: Denk
er om, u hebt een heel andere eerste klas dan vorig jaar. U weet dat wij maar drie onderzoeken hebben
na het onderzoek op de kleuterschool, n.l. een keer in de eerste klas, een keer in de vierde klas en een
keer in de zesde klas. Dat die tegenstelling er in de Leeuwarder dienst is geloof ik dus niet. Dit soort
testen is natuurlijk maar 2 jaar geldig, dat is in vakkringen ook wel degelijk bekend. Als je zegt dat
een kind labiel is dan is het op het betreffende moment labiel, dat kan nooit voor langer dan 2 jaar op
gaan. Het wordt natuurlijk ook alleen maar heel compact doorgegeven aan de scholen en aan de ouders.
Het is echter ook wel duidelijk dat de ouders als zij meer willen weten op het spreekuur van de S.A.D.
kunnen komen en daarvan wordt behoorlijk gebruik gemaakt. Dit is deze week ook nog aan de orde ge
weest bij de bespreking van de moeilijke situaties die zich min of meer gaan voordoen bij het voortge
zet onderwijs; m.n. bij de mavo's blijkt dat er toch wel behoefte bestaat aan gegevens over de kinde
ren. Toen is er van de zijde van de S.A.D. gezegd: Wij zijn wel bereid jullie wat meer inzicht te ge
ven in de papieren die wij hebben want wij weten iets van de loopbaan van zo'n kind en dat levert
meer gegevens op dan je krijgt uit het advies van het hoofd van de school; wij willen dat echter alleen
doen als de ouders daar toestemming voor geven, terwijl de gegevens ook niet ouder mogen zijn dan 2
jaar, omdat wij vinden dat wij er anders niet meer over kunnen praten. U ziet dus hoe voorzichtig men
met die gegevens is. Bij beide soorten diensten, de aanvankelijke diensten met een individuele benade
ring en de latere diensten met een totaal-benadering, komt men nu in een situatie waarvan in punt
219 sprake is: de school verkeert niet in een geïsoleerde situatie, de ene school heeft veel meer be
hoefte aan steun dan de andere, een strikt rechtvaardige verdeling is niet juist, de ene school kan je
misschien met een timmermansoog bekijken, terwijl andere scholen duidelijk meer steun nodig hebben.
Dat ligt niet alleen aan het team, dat ligt ook aan de situatie waarin die school zich bevindt. Ik dacht
dat de mensen van de Leeuwarder S.A.D. voldoende betrokken zijn bij de projectgroep; dit antwoord
is een tijdje geleden geschreven en daarin is niet vermeld dat de projectgroep al een heel stuk verder
is. De heer De Pree spreekt van een vrij formeel antwoord. De projectgroep - dat woord is eigenlijk
onjuist, het gaat om een werkgroep die iets voorbereidt - is een heel stuk verder, die is tot de con
clusie gekomen dat er een gezamenlijke aanpak van de S.A.D. en het sociaal-cultureel werk zou kun
nen komen in twee wijken, men denkt daarbij aan de Vegelinwijk en aan Schieringen. Over niet te
lange tijd is er een bespreking bij de S.A ,D. met alle betrokkenen, m.n. ook met de andere schoolbe
sturen; het was een werkgroep waar ik als wethouder van Onderwijs voorzitter van was, dus niet in de
zin van schoolbestuurder. Wij vinden dat het nu aan de schoolbesturen is. Er is overleg over gepleegd
met de hoofden van de kleuterscholen en de lagere scholen en ik heb het idee dat wij met die proef-
polder zullen kunnen starten en dat wij dan gelukkig een keer behoorlijk voor zijn. Er is wel meer ge
daan aan dit werk maar dan vaak alleen vanuit de sociale sector, het schoolmaatschappelijk werk heeft
jaren geleden ook in deze sfeer gewerkt, maar dat werd dan ook gesubsidieerd door C.R.M., er was wel
een contact met de school als instituut, maar er was niet een over en weer contact waardoor onderwijs
programma's en buurtprogramma's zoveel mogelijk op elkaar ingesteld zouden kunnen zijn. Wij zijn
hier ook al een klein beetje op vooruit gelopen. Ik meende dat het in de vorige raadsvergadering was
dat er een verzoek was tot het verlenen van medewerking aan een prot. christelijke kleuterschool voor
bepaald ontwikkelingsmateriaal waarvan de inspectie zei: Wij vinden eigenlijk dar hier de normale
eisen worden overschreden. Wij hebben toch gemeend de raad voor te moeten stellen de medewerking
te verlenen, want de aanschaf van het materiaal was nodig voor het project dat wij in Schieringen en
in de Vegelinwijk aan willen pakken. Ik geloof dat het goed is - dat hebben wij tot nu toe elk jaar
gedaan - om eens weer een gesprek met de Schooladviesdienst te hebben als Onderwijscommissie; nu
krijgt u de informatie uit de tweede hand en dan heel duidelijk uit de eerste hand. Ik wil nog eens on
derstrepen dat wij tweemaal zoveel pedagogen als psychologen in dienst hebben en dat wij de laatste
jaren de pedagogen nog onderscheiden in didactici en schoolbegeleiders. Wij hebben nu 3 schoolbege-
leiders waarvan 1 aangetrokken in een vacature-psycholoog en wij zullen nu komen tot 4 schoolbege
leiders; daaruit blijkt toch heel duidelijk de ommezwaai naar de kant van de totaalaanpakWij willen
echter de individuele kant zeker niet missen; dat wij die niet kunnen missen blijkt ook duidelijk uit de
ervaringen van de schoolbegeleiders die uit een heel andere "school" komen. Waarschijnlijk is het erg
interessant om m.n. de ervaringen van de schoolbegeleiders nu eens te horen in een vergadering van de
Commissie Onderwijs. Daarmee komt u ook verder dan met een verhaal van mij op dit moment.
De heer Sterk vraagt of de testresultaten helemaal uit San Francisco moeten komen. Wij werken
met een computer, de Honeywell BulI-computer; hier staat dan zo'n typemachine op een poot, hoe
dat apparaat precies heet weet ik niet. Ik wordt net gesouffleerd, het is een terminal. Aanvankelijk
waren de verbindingen met Den Haag, maar als het ingewikkelder wordt dan gaat het via Den Haag
met de sateliet naar Cleveland. (De Voorzitter: De heer Sterk zat al aardig in de richting.) Daar worden