V£ !<oS
de gegevens voor ons uitgewerkt. Dat is niets duurder dan wanneer wij het dicht bij huis haalden. Er
zijn destijds prijzen en mogelijkheden vergeleken en dit was de beste mogelijkheid die er was. (De
heer Sterk: Duurt het niet lang?) Nee. (De heer Visser: Het gaat vlugger dan per Concorde.) Dit is he
lemaal niets uitzonderlijks, dit gebeurt vaker. Aanvankelijk kwamen de verwerkingen in cijfers uit de
computer en het kostte nogal wat moeite om dat cijferschrift om te zetten in tekst. Wij hebben het nu
zo ver gekregen dat de verwerkingen al in tekst uit de computer komen en dus hoeven de gegevens nu
niet meer bewerkt te worden. In feite gaat hier heel weinig mankracht in zitten. (De heer Sterk: Hier
niet, maar daar wel natuurlijk.) Ik dacht niet dat er daar veel mankracht meer in ging zitten dan voor
heen; de computers moeten natuurlijk wel gemaakt worden. Als je de kosten van de mankracht en de
huur van de computer bekijkt dan komen wij vrij gunstig uit. Wij hebben hiertoe indertijd besloten om
te kunnen besparen; dat klinkt een beetje vreemd maar het kon.
De heer Visser heeft gevraagd naar de regiovorming in het kader van het G.C.O. Dit is een moei
lijk punt. De taak van het bestuur van het G.C.O. is - dat hebt u ook gezegd - tot regiovorming over
te gaan. Anderen kunnen wel initiatieven nemen, maar dan moeten die door het bestuur van het G.C.O.
worden goedgekeurd; zo staat het in de gemeenschappelijke regeling. Het hele probleem van de regio
vorming ligt bij de partners in het G.C.O., m.n. bij de partners uit het prot. christelijk onderwijs, heel
moeilijk. Wij zijn al een aantal jaren in bespreking en wij spreken nog steeds. Uit deze besprekingen
is nog nooit één club weggelopen, in het bestuur van het G.C.O. is dat wel gebeurd. Zolang wij dit
zo houden stellen wij ons, dacht ik, nog redelijk op. Hoe het op den duur moet weet ik niet. Hier zit
ten natuurlijk ook nog andere vragen aan vast buiten onze eigen opzet. Het is b.v. nog steeds de vraag
hoe de rijkssubsidieregeling er uit zal gaan zien, die bekostigingsregeling komt er voorlopig niet, niet
omdat het kabinet demissionair is maar omdat er nog nader overleg moet komen met de gemeenten. De
minister heeft in zijn voortvarendheid een uitvoerig overleg gehad met de onderwijspartners, zoals hij
het noemt; er is hem toen in het kader van de V.N.G. duidelijk gemaakt dat de gemeenten nog een
heel aparte positie innemen, niet alleen als bestuurders van openbaar onderwijs maar ook als subsidiën-
tenomdat de gemeenten tot nu toe vrijwel voor 100% dit werk subsidiëren. Als de minister van plan
is om voorlopig b.v. met 10% te beginnen dan is het de gemeenten natuurlijk niet onverschillig welke
voorwaarden hij stelt; de gemeenten kunnen eigenlijk niet toelaten dat de minister alle voorwaarden
zou stellen - dat was zijn bedoeling - die de diensten in acht zouden moeten nemen terwijl de ge
meenten er 9 keer zoveel geld in zouden moeten steken. Nu zijn er een paar besprekingen over ge
weest met de minister. Ik heb begrepen dat op 6 december opnieuw een bespreking op dit punt met de
minister plaats zal vinden. Hoe ver wij dan zijn weet ik niet, het kan ook zijn dat hij dan geen mi
nister meer is, maar het gaat met de kabinetsformatie niet zo vlug dus zal dat wel meevallen. (De heer
Sterk: Ik heb ook nog gevraagd op welk niveau de S.A.D. functioneert in vergelijking met soortgelijke
instellingen.) Die vraag heb ik eerlijk gezegd niet goed begrepen. (De heer Sterk: Wat voor waarden
stopt men in de computer, wijken die af van andere soortgelijke onderzoeken van schoolkinderen?) U
doelt op de maatstaf van de tests enz. Men heeft een aantal tests uitgeprobeerd voor men er mee is be
gonnen; ik weet de namen niet precies. Men heeft ook geprobeerd om een Leeuwarder meetlat te vin
den, want je hebt natuurlijk niets aan een Amerikaanse meetlat. Wat in Amerika gebeurt is alleen de
verwerking van de gegevens. Hierover is ook overleg met andere diensten. Onze tests worden ook ge
bruikt - de uitkomsten worden over en weer verwisseld en verfijnd - door de dienst in Drente, de
dienst in Oost-Groningende dienst in Twente en er is op dit punt ook contact met de universiteit in
Nijmegen. Er is een internationale organisatie speciaal m.b.t. begaafde kinderen - er is zowel een
probleem m.b.t. niet-begaafde kinderen, maar er zijn ook duidelijk problemen bij begaafde kinderen -
waar één van de stafmensen van de S.A.D. in zit; hij heeft onlangs een bezoek gebracht aan Amerika
waar deze problemen aan de orde kwamen, daar zijn deze zaken opnieuw besproken. Men heeft daar
niet gezegd: Wij kunnen jullie nog wel meer gegevens geven, men heeft integendeel gezegd: Wij zou
den graag meer gegevens van jullie willen hebben. Wetenschappelijk zit het dus wel aardig goed hier.
De Voorzitter schorst, om 21 .00 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21 .20 uur, de vergadering.
PAR. 15. BELEIDSSECTOR OVERIGE UITGAVEN EN INKOMSTEN.
Mevr. Smit: Ik kan moeilijk bezwaar hebben tegen uw antwoord op vraag 389, hoewel ik het wel
een beetje een vreemde zaak vind. Ik ben blij dat er een nieuwe precarioverordening komt en ik hoop
dat dit soort problemen dan uit de wereld geholpen worden. Is er al enige indicatie wanneer die nieuwe
verordening er zal zijn? Het zou zo moeten zijn dat wij volgend jaar niet weer net zo zitten met de
heffingen.
13-
De heer Ten Brug (weth.): Het zou wel eens kunnen zijn dat wij nog dit jaar met een voorstel voor
een nieuwe precarioverordening in de raad komen; wij zijn er nog nooit zo dicht bij geweest als nu.
(De Voorzitter: U bedoelt nog dit kalenderjaar?) Ja, dat bedoel ik. (De Voorzitter: Dat is ook voor mij
een verrassing, want wij hebben er in b. en w. nog niets van gezien.) Volgens mij is het mogelijk.
De Voorzitter sluit, om 21 .25 uur, de vergadering.