16 doeleinden, zoals ook het rijk die voorstaat, in Friesland verwezenlijkt willen worden zij ons op dit punt zal moeten volgen, vooral ook omdat dit plan in volkomen harmonie voorbereid is met de mensen die samen de commissie ex artikel 8 vormen en waar het rijk ook royaal in is vertegenwoordigd. Dit plan is ook in overeenstemming met de visie die ged. staten op de ontwikkeling van deze stadswijk in het Leeuwarder gebied hebben. Ik kan wat de planning betreft aansluiten bij hetgeen de heer Miedema ge vraagd heeft. Hij heeft in het rapport kunnen lezen dat er inmiddels al een verkavelingsschets voor de vrije sector in de "waterbuurt" aanwezig is. Die staat ook op een van de tekeningen aangegeven. Deze verkaveling is ook al een keer ter informatie aan de Commissie Ruimtelijke Ordening getoond en de be doeling is dat de raad in de eerste weken van 1978 gevraagd zal worden om dit detail-bestemmingsplan vast te stellen, zodat in ieder geval aan het eind van het eerste halfjaar van 1978, uiterlijk in het be gin van het tweede halfjaar van 1978, aan betrokkenen aanbiedingen van grond gedaan kunnen worden. De prijs hiervoor is niet 100.000, er is een enkele bij die 100.000,kost. Er zijn ook andere prijzen mogelijk, dat wil ik nadrukkelijk zeggen, want wij hebben er geen enkel belang bij om te doen alsof hier alleen maar kavels voor 100.000,te koop zijn. Dat is niet waar en dat moet ook niet door raadsleden gesuggereerd worden omdat die weten, althans kunnen weten dat het niet zo is. Ik dacht dus dat de hele planning bevredigend verloopt. U hebt nu deelplan II voor u en het is zo dat deelplan III en deelplan IV inmiddels wat de laatste hoofdstukken betreft - de eerste hoofdstukken zijn weer ge lijk - klaar zijn. Ze moeten nog in het net getikt worden en dan zullen ook deze deelplannen op zeer korte termijn aan de raad worden aangeboden. De vrije sectorwoningen kunnen door ondernemers in kleine hoeveelheden worden gebouwd. Zeer binnenkort zal de raad een voorstel bereiken over wie die kleine ondernemers zullen kunnen zijn en in welke combinatie, b.v. met makelaars, zij die woningen aan de man zullen kunnen brengen. Dat betekent dat een heleboel zaken wat de planning betreft in de komende weken, maanden aan u zullen worden voorgelegd. Wij hopen dat wij in staat zijn om begin april te komen met het eindresultaat van deelplan I. In april zullen dan voor deelplan I de beslissingen over de groncfverkoop genomen kunnen worden, zodat in juni/juli de palen geheid kunnen zijn. Nog maals, over lokatiesubsidie kan ik verder niets zeggen. Wij zitten met elkaar voor het blok en wij zul len bij het rijk er uit moeten slepen wat er uit te slepen is. Als de huren te optimistisch zijn, mijn excuus, maar daar weet ik geen zinnig woord over te zeggen. Wanneer u daar prijs op stelt wil ik u wel in contact brengen met iemand die wat dat betreft bijzonder goed kan rekenen, maar ik durf hier geen antwoord op te geven. (De heer Van der Wal: B. en w. zijn goed van vertrouwen.) Ja, b. en w. hebben soms vertrouwen waar raadsleden dat vertrouwen niet hebben. Wij hebben op dit moment nog geen afgerond voorstel over hoe de informatie moet gebeuren. Wij hopen dat ook binnen een termijn van enkele weken op tafel te leggen. U mag er begrip voor hebben - u hoeft dat niet te hebben - maar er is aan dit project door alle mensen op een bijzondere manier ge werkt. Dat u op dit moment niet alles kunt krijgen wat u wilt hebben kunt u jammer vinden - u kunt dat misschien ook nog sterker uitdrukken -, maar ik durf het nu niet bij de opdracht die de mensen hebben te doen. Ze hebben hard gewerkt, ze werken nog hard en wij hopen ook het punt betreffende de infor matie binnenkort bij b. en w. en daarna bij de raad op tafel te leggen. De heer Knol heeft gezegd: Er is ambtelijke twijfel over het bestrijden van de geluidshinder. Ik moet u zeggen dat ik dit hier voor het eerst hoor. In de stuurgroep en in de werkgroep die dit voorbe reiden heb ik van die twijfel niets gemerkt. In tegenstelling daarmee is men van mening dat men met de eisen die aan de afstand en aan de beplanting alsmede met de eisen die aan de woningen gesteld worden de geluidshinder ruimschoots de baas kan worden. De garantieverklaring is, dacht ik, nog niet bij de participanten op tafel gelegd. Het is echter zeer wel mogelijk dat dat binnenkort aan de orde komt. Het lijkt mij een nuttige zaak. De heer Knol vraagt of de uitbreidbaarheid van huizen gerealiseerd kan worden zonder bouwver gunning. Dat lijkt mij een erg moeilijke zaak, want voor iedere verbouwing is een bouwvergunning no dig. Ook als je na verloop van tijd - hoe kort die tijd ook mag zijn - uit wilt breiden en die uitbrei ding is op dit moment niet bij je huis inbegrepen dan zul je daar een afzonderlijke bouwvergunning voor moeten vragen. Daar ontkom je niet aan. Een ander ding zou zijn dat in het detaiI-bestemmingsplan de voorschriften zodanig geredigeerd worden dat in ieder geval uitbouw van een aantal huizen of speciaal gegroepeerde huizen mogelijk is zonder dat het plan opnieuw gewijzigd moet worden. In andere woon wijken is het wel voorgekomen dat men, wanneer de wijk een paar jaar oud was, vroeg naar uitbouw en dat het bestemmingsplan in die uitbouw niet voorzag. Er moeten dan planwijzigingen doorgevoerd wor den, ik denk maar aan de lange tijd die het heeft gekost om in het Nijlan toestemming te geven om daar wat bijkeukens en hokken en weet ik wat te bouwen. De heer Miedema heeft gezegd dat de Leeuwarder Courant wel wat negatief reageert op de bouw mogelijkheden die er zijn. In de eerste plaats is het zo dat in Camminghaburen de aanbiedingen voor grond niet zo verschrikkelijk lang meer duren. Ik zou er aan toe willen voegen dat er op het ogenblik 17 een kleine 400 woningen in de premie koopsector en in de vrije sector in aanbouw zijn. Dat betekent dat wij niet een bouwstroom hebben van 700, zoals wij dat een aantal jaren hadden, het aantal lag daar zelfs nog boven, maar dat wij op het ogenblik meer woningen in aanbouw hebben in de premie koopsector en in de vrije sector dan sinds jaren het geval is geweest. In het komende jaar volgen er in clusief het Linnaeusproject nog een 300 tot 400 woningen in de woningwetsector alsmede ruim 300 wo ningen in de premie koopsector en vrije sector. Om het zo voor te stellen alsof er in dit jaar en het vol gend jaar, tot aan Camminghaburen, in Leeuwarden geen huis meer te koop c.q. te huur zou zijn is een onjuist beeld. Er wordt niet meer zo hard gebouwd als in de jaren van onze bouwstroom, maar onze bouwvoorraad is op dit moment nog vrij aanzienlijk en in bepaalde sectoren waarschijnlijk groter dan in het verleden ooit het geval is geweest. Er is gesproken over een fijnmazig voetpadennet. Ik geloof ook dat er een aangepast fietspadennet is, ik zal dat nog eens afchecken. Ik neem echter aan, hoewel dit niet zo expliciet in de voorschriften is vermeld, dat dit toch zeker de bedoeling is geweest. Ik zal het als notitie naar de eerstvolgende stuurgroepvergadering meenemen. De heer Van der Wal heeft nog iets over de inspraak gezegd. Zoals ik al gezegd heb, de informa tiemogelijkheden komen binnenkort aan de orde. Aan de andere kant is het zo, de architecten hebben op het ogenblik een belangrijke inbreng in de eerste vormgeving van de woonomgeving. Wat wij ons voorstellen is dat er zo snel mogelijk op basis van deze detail-bestemmingsplannen bouwstraten worden aangelegd, maar dat er enige marge over blijft om met de bewoners van gedachten te wisselen over de laatste detaillering van de woonomgeving. Meer te doen is nauwelijks mogelijk, omdat op het ogenblik geen enkele toekomstige bewoner bekend is. Er moeten nu nog de grote lijnen ingevuld worden, maar wij hopen dat het mogelijk is om in het laatste stadium de bewoners inspraak te geven m.b.t. de accen ten die in hun toekomstige woonbuurt aangebracht moeten worden. De Voorzitter schorst, om 21 .10 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21.35 uur, de vergadering. De heer Bijkersma is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Knol: Ik ben blij te vernemen dat de voortgang van de werkzaamheden zodanig is dat de planning die gesteld is op dit moment gehaald kan worden. Ik heb ook wel de indruk dat er bij de ont wikkeling door het ambtelijk korps hard gewerkt wordt. Nog iets over het lokatiesubsidie. Het college uit wat stoere taal, naar mijn idee. Ik hoop dat het in dit geval niet het deksel op de neus krijgt. (De heer Rijpma (weth.): Wij durven beslissingen te ne men.) (De heer Ten Brug (weth.): Wij moeten wel.) Bij punt 8 was het wel even anders, maar goed. Wat het punt van de geluidshinder betreft verbaast het mij wat te horen dat de wethouder daar niets van weet. Ik wil even het volgende citeren: "Naar aanleiding van het binnendringen van de groenstrook langs de Groningerstraatweg en de breedte waarin dit zal gebeuren merkt de heer Oude Vrielink" - de projectleider, zoals u wel zult weten - "op dat in de ad hoe commissie voor het overleg ex artikel 8 de vrees is uitgesproken dat de huidige beplanting langs de rijksweg niet afdoende zal zijn om de norm van 55 dba te halen. Hier zal dus nog wat moeten gebeuren. Naar aanleiding hiervan ontspint zich een discussie waaruit het volgende gedistilleerd kan worden. De heer Van Reijendam twijfelt of de regelbe- planting wel het gewenste effect zal hebben in het kader van de geluidswering. Er zijn ook andere over wegingen die mede bepalend zijn voor een iets andere inrichting van de groenstrook dan nu het geval is. Aan de andere kant zitten aan deze zaak ook psychologische aspecten." De heer Rijpma (weth.): Het is bekend - dat staat ook in het vraag- en antwoordspel dat deze week gaat beginnen - dat er een brief is gekomen van de Inspecteur voor de Volksgezondheid uit Gro ningen die belast is met het milieubeleid. Hij heeft een formele brief gestuurd met enige zeer voorzich tige opmerkingen er in. Waarom zou hij dat ook niet doen, want dan heeft hij het in ieder geval op tijd gezegd. Die brief is ter kennis gebracht van b. en w. en die is ook voor een belangrijk deel geciteerd in het door mij genoemde stuk. Dat is echter niet de kwalificatie van de commissie ex artikel 8, het is de persoonlijke visie van de inspecteur die schriftelijk om commentaar gevraagd is en die voorzichtig heidshalve deze voorzichtige brief heeft gestuurd. Bij degenen die dit plan verder moeten voorbereiden bestaat de twijfel of men met geschikte maatregelen tot het gewenste resultaat kan komen niet. Ik moet er wel bij zeggen dat de heer Van Reijendam niet gelukkig is met het feit dat een door hem opgesteld groenvoorzieningsplan zodanig gewijzigd moet worden dat het in de eerste plaats bestemd is voor het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 9