6
7
vraagd worden - en dat is al vaker gebeurd - om commentaar op dit ontwerp in voorbereiding te leve
ren. Op 20 december is er dus voor alle burgers in de Schil gelegenheid om mondeling commentaar te
geven; dat wordt daar genoteerd, er zal zo uitvoerig mogelijk worden genotuleerd. Ook anderen krij
gen de gelegenheid om zich over alle bezwaren die zij hebben tegen het plan en tegen de procedure
die bij het plan is gevolgd te uiten. Op die gegevens wordt uiteraard als laatste door de projectgroep
gereageerd. Deze procedure is precies dezelfde als bij alle andere plannen in voorbereiding. De werk
stukken, de commentaren en het antwoord van de projectgroep op die commentaren worden via de nor
male procedure bij de raad aangekaart; dat betekent dat alle commissies die hiermee annex zijn ge
raadpleegd worden om hun visie hierop te geven. Ik zou mij kunnen voorstellen - maar die procedure
zal nog nader vastgesteld moeten worden - dat de raad dan in eerste instantie reageert op wat dan het
ontwerp-structuurplan is. De raad kan op dat moment bepaalde aanwi jzigingen geven m.b.t. dingen
die hij wel en dingen die hij niet wil. Tot dusverre is alle contact met de bevolking gegaan over de
vraag hoe de bevolking in wil spelen op de gedachten van de projectgroep en omgekeerd. Pas nadat
de raad over het ontwerp-structuurplan gesproken heeft wordt het mogelijk om de mensen te confron
teren met datgene wat de raad als visie voor ogen staat. Ik heb ook in de afdelingsvergadering al ge
zegd: Op dat moment zullen wij er naar mijn gevoel net als bij het structuurplan voor de binnenstad
gebeurd is goed aan doen om de bewoners te confronteren met de voorlopige visie van de raad. Pas als
de confrontatie van de bevolking met het door de raad aanvaarde ontwerp-plan plaats gevonden heeft
kan de vaststelling door de raad plaats vinden. Dit alles betekent dat er ook voor de schrijvers van
brieven die tussentijds binnenkomen nog alle gelegenheid is met de raad van gedachten te wisselen.
Er is dus geen sprake van voldongen feiten, de inspraakprocedure ontstaat pas nadat de raad zijn vi
sie op het ontwerp heeft gegeven.
Dat op het ogenblik het ontwerp in voorbereiding al hier en daar ter sprake wordt gebracht is na
tuurlijk niet zo verwonderlijk, wij zijn in de Schil begonnen met de bevolking bij de stadsvernieu
wing te betrekken en wij hebben niet kunnen wachten op de rapporten over de Schil. Daar plukken
wij tot op zekere hoogte ook de vruchten van en die zijn niet altijd even smakelijk. Maar wij zijn be
zig zonder structuurplan. In Oldegalileën - ik dacht niet dat u daar had willen wachten - zijn wij
zonder structuurplan bezig, in het Cambuursterpad ook op aandringen van de raad; hetzelfde geldt
voor het Molenpad, de Vegelinbuurt en Huizum-Bornia waarvoor ook geen structuurplannen zijn. Wij
hebben gekozen voor een snelle voortgang ondanks het afwezig zijn van structuurplannen die zich over
het gehele gebied uitstrekken. Het enige gebied waarvoor een structuurplan bestaat is de binnenstad.
(De hear Singelsma: Mar der wurdt hyltiten praet oer „it struktuerplan"Niet door het college. Het is
echter zo - dat is een praktische zaak - dat de projectgroepen die in bepaalde deelgebieden werken
de studies die zij zelf verrichten ook inbrengen in de groepen die daar bezig zijn. Dat kan niet an
ders dan als model, als hulpmiddel bij het maken van de plannen en het opstellen van de uitgangspun
ten voor de diverse gebieden. Als zij dat niet doen dan hebben zij helemaal geen houvast, maar het
zijn geen zaken die al zijn vastgesteld. Ik moet er nog bij zeggen dat er noch in het Molenpad noch
in het Cambuursterpad tegenstellingen aanwezig zijn die de samenwerking tussen projectgroep en buurt
bewoners moeilijk maken. Het gaat daar in een goede sfeer en in een goede harmonie; hetzelfde geldt,
dacht ik, ook voor de Vegelinbuurt.
Er is gesproken over de brief die op 5 maart binnengekomen is. Ik moet zeggen dat ik mij niets van die
brief herinner, als ik hem gezien heb dan is hij in mijn gedachten volkomen weggezonken. Het is de gewoo
te dat brieven die binnen komen n.a.v. bestemmingsplannen in voorbereiding behandeld worden bij het be
stemmingsplan. Zo is t.a.v. deze brief ook besloten, of dat helemaal terecht geweest is is discutabel omdat
het moment van behandeling van het structuurplan nog ver af was. Het was toen echter nog niet bekend dat
dat moment zo ver af zou zijn. Intussen is door Dwars, Heederik en Verhey een nieuw verkeersonderzoek
opgezet en dat onderdeel is ook weer onderwerp van discussie geweest met de wijk- en buurtbewoners van
het betrokken gebied; dat heeft tijd gevraagd. Ik kan op het ogenblik onmogelijk inhoudelijk op de door
de heer Van der Zijl geschreven brieven ingaan. Ik wil graag met het college bekijken of het inderdaad
zinvol is om die brieven nog voor de bezwaarschriften van andere bewoners te behandelen; ik dacht dat
hier dan wel van een voorkeurspositie van de betrokken briefschrijver gesproken zou kunnen worden. Ik
kan dus op dit moment niet ingaan op de betreffende brieven, ik weet niet precies wat er in staat. Wij
zullen uw opmerkingen echter zeker ter harte nemen. Mocht het zo zijn dat wij menen dat wij niet kunnen
doen waar u om vraagt dan zullen wij daarover berichten, anders zullen wij proberen op een termijn van
een week of zes de zaak, voor zover relevant, in de raad aan de orde te stellen.
De heer Ten Hoeve: Ik zou inhoudelijk met de wethouder in debat kunnen gaan over een aantal
zaken, maar dat wil ik nu niet doen, ik vind dat het daar op het ogenblik niet het juiste tijdstip voor
is. De wethouder heeft een vrij duidelijke uiteenzetting gegeven over de procedure, hij heeft gezegd
wat voor ons de normale gang van zaken is. Nou, ik wil daar de opmerking bij maken dat wat voor
ons normaal is nog niet voor iedere burger begrijpelijk is. Omdat duidelijk blijkt dat er onrust, on
duidelijkheid en ontevredenheid is in de Schil wil ik er nogmaals op aandringen dat de hele zaak nog
eens duidelijk op een rij wordt gezet wat deze zaak aangaat.
En dan het volgende punt. Mijn fractie is duidelijk van mening dat er op deze brieven een ant
woord moet komen. Ik wil daarover graag een toezegging hebben van het college. Wanneer het col
lege niet met een duidelijke toezegging komt zal ik met een motie komen over dit punt.
De heer Rijpma (weth.): Ik dacht dat ik al een toezegging had gedaan. Ik heb gezegd: Als wij
menen dat de dingen relevant zijn dan komen wij. (De heer Ten Hoeve: Wij vinden ze relevant.)
U merkt dat dan bij het preadvies wel. (De heer Ten Hoeve: Kunt u toezeggen dat u in ieder geval over
zes weken in de raad terugkomt? Wanneer u niet een duidelijke toe. Wij komen inderdaad over
zes weken bij de raad terug. Als wij tot de conclusie zouden komen dat het toch geen goede zaak zou
zijn dan kunnen wij zelfs al over drie weken met dat standpunt bij u komen. (De heer Ten Hoeve:
Akkoord
De Voorzitter: Deze zaak komt dus in ieder geval in de raad terug.
Sub L.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub M.
Mevr. Van Dijk—van Terwisga: Onze fractie zou willen vragen waarom over dit punt niet wat eer
der overleg is gepleegd en of dit eventueel nog in de plannen zou kunnen worden meegenomen. Wij
hebben uit de algemene opmerkingen die zijn gemaakt bij de samenvatting van de antwoorden op de
enquête onder de bevolking over de vier plannen van de vier architecten omtrent het Zamenhofgebied
geconstateerd dat ook toen reeds de aandacht is gevestigd op het parkeerprobleem bij de Parkschool,
omdat er door een ander gebruik van deze school meer leerlingen zijn die met een auto of een brom
mer komen dan toen het nog een lagere school was. Er is ook nog gewezen op het verdwijnen van een
speelgelegenheid door de bouw van 4 woningen in de Frederik Ruyschstraat en op de verkeerssituatie
in het aangrenzende woongebied van de Linnaeusstraat. Wij zouden dus willen vragen waarom u n.a.v.
deze commentaren niet eerder overleg hebt gepleegd en of dat alsnog zou kunnen gebeuren.
De heer Rijpma (weth.): U ziet dat er staat: Wij stellen u voor deze brief om preadvies in handen
te stellen van b. en w. Ik hoop dat u ons toestaat om uw opmerkingen tot ons te nemen en bij het pre
advies te betrekken. (Mevr. Van Dijk—van Terwisga: Akkoord.)
De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub N.
De hear Miedema: Dit giet oer de folie bisprutsen De Kamp yn Wurdum en it kolleezje seit: Wy
komme hjir straks wol wer op werom by de bihanneling fan it rapport. Myn fraech is: Is der ienich sicht
op yn hokker ramt dat bart? Soe ik to optimistyk wêze as ik frege oft dit foar 1 april fan takomme jier
kin? (De hear Heidinga: Foar 1 jannewaris!) Né, foar 1 april fan takomme jier. Soe it kolleezje ta-
sizze kinne dat dizze saek dan bihannele wurdt? (De heer Rijpma (weth.): Er is geen overeenstemming
in uw fractie over de datum.) Mar ik hie it wurd. (De Foarsitter: Ik soe sizze: Hald allinne rekken mei
de fraechstelIer.)
De heer Rijpma (weth.): Wij hebben het rapport om advies gestuurd naar de projectgroep die in
dertijd hiermee annex is geweest. Ik verwacht dat zij ondanks de overbezetting die er op dit moment
op de dienst is in staat zullen zijn om zo tijdig te adviseren dat het geen 1 april hoeft te worden voor
dat de raad hierover geïnformeerd wordt.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.