32 Frysk Orkest yn stan to halden. Dat de gemeente Ljouwerf it goed foar it forstan hie om soks to stypjen blykt wol ut it feit dat de gemeente eartiids 40% fan de lésten drage woe, in part lyk as ek de provinsje bitelle. Dat mei de nije regeling de klam mear komt to lizzen by de provinsje is in goed bisIut. It Frysk Orkest is in provinsiale ynstelling mei it fêstigingsplak yn Ljouwert. Dat dizze wiziging yn fasen giet, hat us ynstimming. Foar de "Noorder Compagnie" jildt itselde as hwat ik by myn oanhef sei. Hoe- wol't de opset fan dit selskip nea in echt Fryske saek west hat mei in sulveren toanieImasker of sokssa- hwat as wikselpriis, is dit selskip uzes en wy meije tige bliid wêze mei dat selskip. Dit selskip is ós min ofte mear dochs opdrongen. Ik haw it al earder sein, hjir hat Ljouwert syn stientsje oan bydroegen troch mei j i Id I i ke stipe it selskip ut de ympasse to heljen. It soe foar de regio in forearming wêze as dit sel skip hjir gjin bisteansrjocht mear hie. It léste part fan it tri je I ukTryater, is in echt Fryske oangelegen- heit en hat binammen yn de Ljouwerter Kulturele Ried nochal in hjit hangizer west. Wy binne bliid dat men ek dér wol ynsjocht dat it stribjen fan Tryater nei frysktalich biropstoaniel in goede saek is. Nou't Den Haech Tryater byset hat yn de rige fan de subsidiearre selskippen, is men ek dér kaem ta in erkenning fan dit selskip as biropstoaniel, alteast dat is in utdragen saek wurden. De finansiéle konsekwin- sjes dér oan forboun kinne net fan hjoed op moarn réalisearre wurde. Wol is my bikend dat it bistjur fan Tryater regelmjittich kontakt hat mei it ministearje sadat wy op'en dur dochs hoopje dat dit selskip ek fanut Den Haech wei folslein subsidiearre wurdt lyk as dat foarsteld is. De bitingsten dêr't Tryater oan foldwaen moat - yn tsjinstelling mei de oare subsydzjefregers - wol ik graech in pear opmerkings by meitsje. Wy léze dat 5% fan de 10% troch Ljouwert bitelle wurde sil hwat de eksploi taesje-tokoar- ten oanbilanget. Mei ik oannimme dat dér it fêstigingssubsydzje by ynbigrepen is? Under a. stiet dat alle gemeenten 500, de foorstel ling dy't yn harren gemeente spi Ie wurdt subsidiearje moatte. Hcldt dat yn dat Ljouwert, Smellingerlan, Snits en It Fean dat ek bitelje? It tal utfieringen dat Try ater jowt is mear as 60 yn it jier. It binne meast ütkeapen troch kulturele forienings of oare ynstansjes dy't oer it algemien iepenbier fan karakter binne. As dat bidoeld wurdt mei iepenbiere foorstellingen sil it selskip grif oan de noarmen foldwaen. As Onder c. as waernimmer bidoeld wurdt de troch de yn stansjes oanstelde bistjursledendan foldocht it bistjur dér oan. Foar de gemeente Ljouwert hawwe 2 minsken in sit yn it bistjur, foar de oare gemeenten is der in fortsjintwurdiger fan de gemeenten Snits en Smellingerlan, foar de provinsje sit der in fortsjintwurdiger yn fan de deputearren en fierders is de gearstalling fan it bistjur oansteld troch de Fryske Kultuerried. It sprekt fansels dat by de iepenbiere algemiene gearkomste bygelyks ek amtners fan de gemeente oanwêzich wêze meije. Yn it ramt fan it hiele muzikale en toanielistyske kulturele libben yn Fryslan sprekke wy de hope ut dat mei dizze subsydzjeregeling in ein kaem is oan in soad unwissens en argewaesje by de bitreffende selskippen sadat men him nou folslein ynsette kin foar de artistike prestaesjes dy't fan elk fan harren forwachte wurde mei. De heer Heere: In verband met de tijd wil ik een paar vragen en één opmerking maken. In de eerste plaats treft het mij dat hier gemeenschappelijke regelingen worden getroffen in een samenwerkingsver band dat nogal afwijkt van de wijze waarop die samenwerkingsverbanden blijkens de ook door ons aan vaarde nota Territoriale begrenzingen en samenwerkingsverbanden worden aangegeven. Dat brengt mij tot de vraag waarom hier per se een gemeenschappelijke regeling als vorm voor dit samenwerkings verband is gekozen. Is dat niet wat zwaar? Als het moet, waarom houdt het college zich dan niet aan het gestelde in hoofdstuk 6 van die door mij zo even al genoemde regeling? Wat de bijzondere regeling voor het gezelschap Tryater betreft - ik doei dan vooral op de bepalingen onder f. en g. van het be sluit, n.l. de aanwezigheid van een waarnemer die inspraak moet hebben in de budgettering -, vraag ik mij af waarom dat moet. Is er twijfel omtrent een goede budgettering? Wat wil men nu nog verder weten? Wat betreft het gestelde onder g.waarin gezegd wordt dat na 2 jaar zal worden nagegaan of Tryater nog in aanmerking komt voor subsidieverlening, wil ik graag het volgende weten: Wat staat het college daarbij voor ogen en welke criteria wil het college nu aanleggen om te beoordelen of die continuering al of niet plaats vindt? Dat is mij onduidelijk. Dat zijn mijn vragen en als slot nog een opmerking. Deze opmerking heeft ook betrekking op het laatstgenoemde gezelschap. Tryater is opge richt en wordt gebruikt om in toneelverbond de Friese taal te gebruiken. Tegen het gebruik van deze taal bestaat geen enkel bezwaar, integendeel, het moet toegejuicht worden want het is een goede zaak. Een van onze fractieleden is enige dagen geleden bij de première van "De Fuke" geweest. Hij heeft zich toen niet verbaasd over het feit dat de taal die gebruikt werd de Friese taal was, maar hij heeft zich wel geërgerd aan het gebruik van een ander soort taal; er werd n.l. bovenmatig en artistiek volstrekt onverantwoord - als dat überhaupt op een verantwoorde wijze kan - in gevloekt. Dat wilde ik bij deze opmerken. De heer Schaafsma (weth.): Om met de vragen en de opmerkingen van de heer Van der Veen te beginnen, ik dacht dat vooral wat de Noorder Compagnie betreft tot een grotere zekerheid gekomen is. 33 Met het Frysk Orkest is een nieuwe gemeenschappelijke subsidieregeling aangegaan, die zekerheid was er. Zoals u zich nog weet te herinneren waren er in het verleden nog wel eens gemeenten, waaronder de onze, die t.o.v. de Noorder Compagnie in gebreke bleven. Voor de Noorder Compagnie is die ze kerheid op deze wijze dus ook ontstaan. Voor Tryater is dat voorlopig nog wat minder het geval omdat men zich na 2 jaar nog wil herbezinnen op de waarde die Tryater voor het friestalig beroepstoneel heeft. Ik dacht dat de Culturele Raad het ook iets anders had gezegd. De Culturele Raad heeft zich er bij neergelegd dat de provincie ons dit als een soort drieëenheid heeft verkocht. Deze raad heeft met een geaccepteerd dat Tryater het friestalig beroepstoneel zou zijn. Ik dacht dat dat een iets gewijzig de versie was t.o.v. de versie zoals die door de heer Van der Veen werd gegeven. Wat de Noorder Compagnie betreft dacht ik niet dat dat gezelschap ons was opgedrongen. Wij hebben de vrijheid ge had om nee te kunnen zeggen. Met deze regeling met de drie noordelijke provincies doen wij, ook ge zien de spreiding die door het rijk m.b.t. het beroepstoneel wordt aangehouden, niets anders dan een stuk cultuur binnen de 3 noordelijke provincies houden. Als wij het hebben over leefbaarheid, doen wij niet anders dan wat de spreiding volgens die nota voor ogen staat, n.l. dat ook het Noorden een eigen beroepsgezelschap heeft. Wat Tryater zelf betreft ben ik van mening dat de regeling die tot stand gekomen was ons in feite meer was opgedrongen dan de Noorder Compagnie zelf, omdat m.n. de laatste regeling toch wel iets ongunstiger voor m.n. de gemeente Leeuwarden is uitgevallen dan in eerste instantie de bedoeling was. Juist om Tryater de voortgang te garanderen hebben wij uiteindelijk als gemeente Leeuwarden aan de raad het voorstel menen te moeten voorleggen om tot 5% van de kos ten te gaan, zodat de andere 3 gemeenten - Heerenveen, Sneek en Smallingerland - de overige 5% zouden accepteren. In eerste instantie zijn alle Friese gemeenten gevraagd om die 10% bij elkaar te brengen. Het merkwaardige daarvan is echter dat Leeuwarden, een gemeente die wat friestaligheid betreft niet uitblinkt, 5% voor zijn rekening neemt terwijl heel wat buitengemeenten met een fries taligheid van over de 90% dit luttele bedrag niet bij elkaar menen te kunnen brengen. Dat wilde ik toch wel even kwijt. Dan is nog de hoop geuit dat Den Haag meer subsidie zal geven. De laatste 4 jaar zijn wij wat de friestaligheid betreft niet overdreven bedeeld. Misschien wordt dat anders, maar gezien de bezuini gingen die op allerlei gebied worden toegepast verwacht ik dat niet. Ik ben niet tweetalig en wat dat betreft ben ik van onverdachte huize, want het enige Fries dat ik ooit heb gesproken was ten tijde van de Fryske Boekewike waarbij ik het Fries als een papegaai heb leren nazeggen. Wel accepteer ik de tweetaligheid als behorende bij het wonen in de provincie en de consequenties die daaruit voortvloeien. Hiermee kom ik terecht bij de opmerking die de heer Heere heeft gemaakt. Het is m.i. een zaak van het bestuur van Tryater om wat de keuze van de stukken betreft op een gegeven ogenblik beleids bepalend te zijn. De overheid kan zich volgens mij niet in zodanige zin met de keuze van de toneel stukken gaan bemoeien dat aan die stukken richting kan worden gegeven. Ik vind dat de overheid de voorwaarde moet scheppen waaronder iets gebeurt. Als het na verloop van tijd zo ver komt dat wij het hier principieel niet mee eens kunnen zijn, zou om die reden de subsidieverlening kunnen worden be ëindigd. Ik vind echter wel dat een Frysk Orkest, een Noorder Compagnie en een Tryater volledig zelfstandig moeten kunnen opereren. Wanneer er dus klachten zijn zoals de heer Heere die heeft ge noemd, vind ik dat een zaak die bij het bestuur van Tryater naar voren moet worden gebracht. Het be stuur kan dan de zaak op zijn merites beoordelen. De heer Heere heeft de vraag gesteld of een gemeenschappelijke regeling niet wat zwaar is. U moet duidelijk inzien dat het m.b.t. steun aan de Noorder Compagnie zoals die zowel door de provin cie als door de gemeenten gezamenlijk werd gegeven - bij het Frysk Orkest is dat door de verdeling al zeer duidelijk en bij de Noorder Compagnie is dat vanuit de historie duidelijk - vreselijk moeilijk is om de kikkers in de kruiwagen te houden. Dat heeft geleid tot de ernstige tekorten die bij de Noor der Compagnie ontstonden door het in gebreke blijven van gemeenten. Zuiver op grond van praktische overwegingen hebben wij gekozen voor een gemeenschappelijke regeling, waarbij de provincie duide lijk de koepel was waaronder de gemeenten functioneren; u vindt dat terug in de artikelen. Dit betekent dus dat de gemeenten niet meer direct als gemeente met de begrotingen van de Noorder Compagnie en het Frysk Orkest worden geconfronteerd, omdat die begrotingen nu door de provincie worden gecontro leerd. De V.N.G. is uiteindelijk de tweede controleur namens de gemeenten. Enerzijds levert dit een besparing van werk op - er werd een boel dubbel werk verricht -, anderzijds is het een logisch gevolg van het verleden van m.n. de Noorder Compagnie. Als gevraagd wordt waarom de regeling is opgesteld zoals die is opgesteld, kan ik echt niet zeggen of deze regeling wel conform de regelingen die u noemt is. De bijzondere regeling van een waarnemer voor de budgettering is volgens mij normaal gebruik. Het is volgens mij verstandig als de overheid bij het maken van een budgettering een waarnemer heeft. Op een gegeven ogenblik kan dan immers worden afgechecked of de budgettering conform het beleid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1977 | | pagina 17