18 over de Westersingel bij het Ruiterskwartier nogal wat bezwaren heeft opgeroepen." Mijn vraag is: Bij wie dan? Verder staat er: „Niet alleen vanwege de lengte van deze brug, maar tevens de noodzaak om deze in een beweegbare constructie uit te voeren heeft tot het schrappen van deze verbinding althans voor de korte termijn geleid." Mijn vraag is: Wordt op de langere termijn de lengte van die brug kleiner of wordt op de langere termijn de bevaarbaarheid - ik denk dan aan de recreatievaart - kleiner of wordt de noodzaak van een beweegbare constructie minder? Nee, die wordt niet minder. Kortom, wat er in de wensstructuren genoemd staat als een daadwerkelijke bevordering van het langzaam verkeer t.o.v. het autoverkeer vervalt op de korte termijn. Zo vervalt ook de verbinding nabij het Diakonessenhuis in het verlengde van de Transvaalstraat omdat deze bij nadere beschouwing minder haalbaar is gebleken, zo staat in het Uitwerkingsplan te lezen. Verder wordt er nog gezegd: „Het is m.n. de ondoordringbaarheid van het gebied tussen Nieuwestad en Ruiterskwartier die aan deze verbinding zoveel afbreuk doet." Met „deze verbinding" wordt bedoeld de verbinding over de stadsgracht in het verlengde van het Ruiterskwartier. Die zinsnede begrijp ik eerlijk gezegd niet. Als je op de kaart kijkt en je stelt je daar in gedachten een fiets-voetgangersbrug voor dan komt die rechtstreeks op het Schavernek uit. In het Uitwerkingsplan staat een fietsroute over het Schavernek aangegeven. Ik neem aan dat ook een voetgangersroute daar mogelijk blijft. Als dat al gepland is dan begrijp ik de zinsnede niet waarin wordt gesteld dat zo'n bruggetje geen aansluiting heeft. De ver binding onder het stationsemplacement door zou ook een enorme bevordering van het langzaam verkeer betekenen. Deze verbinding wordt echter als minder haalbaar beschouwd en in ieder geval op de korte termijn afgeschreven. Daarentegen houdt u roerende verhalen over de bevordering van het langzaam verkeer en het openbaar vervoer t.o.v. het snelverkeer. Dit noemt u ook het eerste uitgangspunt. De binnenstad moet wel, zij het beperkt, bereikbaar blijven voor het autoverkeer. Nu hebben wij bij de stukken een breed uitgewerkt rapport gevonden, nl. het rapport over de kruising van de Oostergoweg met de spoorlijn Leeuwarden-Groningen. Dit uitgebreide rapport komt op twee duidelijke alternatieven neer. In dit verband ga ik er maar even van uit dat de Oostergoweg doorgaat; wij zijn er geen voorstanders van maar ik kom daar direct nog wel op terug. Ik noem de twee alter natieven als voorbeeld hoe dit bureau daadwerkelijk haar uitgangspunt waar maakt. Het ene alter natief is dat je de nieuwe Oostergoweg via Tulpenburg aansluit op de zuidtangent door een tunnel onder de spoorlijn door, zo staat het ook op de kaarten vermeld. Dat zal betekenen dat de spoorweg overgangen bij Achter de Hoven en bij de Schrans blijven bestaan, zij het in de toekomst met ahobs. Het tweede alternatief is dat de spoorwegovergangen bij Achter de Hoven en bij de Schrans worden ingeleverd en een ahob-overweg bij de kruising van de spoorlijn met de Oostergoweg wordt gemaakt. Dit zal betekenen dat voor het langzaam verkeer tunneltjes bij Achter de hoven en bij de Schrans zullen moeten worden gebouwd. Als je de voor- en nadelen eens op een rijtje zet dan is de oplossing zoals die uiteindelijk in de plannen is gezet alleen maar nadelig. Zo'n tunnel werkt immers bevor derend voor het autoverkeer, dat dan niet meer voor de grote barrière van Leeuwarden, nl. de spoorwegovergang bij de Schrans, hoeft te wachten. Het autoverkeer kan zonder meer vanaf de zuidtangent vrij gemakkelijk in de binnenstad komen. De barrières voor het langzaam verkeer blijven echter bestaan, want de spoorwegovergangen zullen blijven bestaan en de tunnel zal niet gebruikt mogen worden door het langzaam verkeer. Daarnaast neemt deze oplossing enorm veel ruimte in beslag, want bijna het hele gebied rond Tulpenburg wordt bepaald door de op- en afritten voor de tunnel van de Oostergoweg die daar nodig zijn. Bovendien is deze oplossing volgens het rapport bijna twee keer zo duur als de oplossing met de fietstunneltjes bij Achter de Hoven en bij de Schrans. De tunnel bij de Oostergoweg kost 8 miljoen gulden en de fietstunneltjes kosten 4 miljoen gulden. De laatstgenoemde oplossing betekent een daadwerkelijke bevordering van het langzaam verkeer. Dat is, zoals u ook vanavond weer heeft gezegd, de hoofddoelstelling van dit plan. De oplossing met de fietstunneltjes vergt veel minder grond. Deze grond is kostbaar omdat die vlak tegen de binnenstad aan ligt. Wij horen het college altijd zeggen dat die grond zo kostbaar is omdat er verder geen grond is voor kantorenbouw. Nu, dan betekent zo'n eenvoudig kruisinkje met een ahob- installatie dat ook nog goedkoper is toch alleen maar voordeel? Overigens staat in het rapport dat een ahob voor het autoverkeer amper een belemmering vormt, dus telt dat bezwaar ook nauwelijks. Al met al kom je dan toch tot de keuze voor een normale spoorwegovergang bij de Oostergoweg omdat die goedkoper is en ook beantwoordt aan de doelstelling. Maar dat gebeurt niet, er wordt gekozen voor de dure oplossing, die wel het autoverkeer naar de binnenstad bevordert en de barrière voor het langzaam verkeer laat bestaan. Ik ben hier wat uitvoerig op ingegaan omdat dit op korte termijn wordt voorgesteld. Voor mij is het een toetssteen of het bureau, het college en de raad werkelijk menen wat zij zeggen als zij de bevordering van het langzaam verkeer een hoofddoel stelling noemen. Ondanks de mooie verhalen in de hoofdstukken bij de wensstructuren is mijn wantrouwen bepaald niet weggenomen, eerder nog versterkt. Overigens blijven wij van mening dat de Oostergoweg voor de oplossing van de verkeersproblematiek bepaald niet nodig is. Als je de voor- en nadelen en de enorme kosten die die weg met zich meebrengt tegen elkaar afweegt, dan zien wij de noodzaak van de Oostergoweg niet. De aansluiting op de rondweg kan evengoed via de Verlengde 19 Schrans met bajonetaansluitingen geschieden. Dan heb ik nog een opmerking over het fietsverkeer. Als er vanuit de raad - dat is jaren achtereen gebeurd - gevraagd werd waar het fietspadenplan bleef dan werd er gezegd dat dat bij het Verkeersstructuurplan zou worden gegeven. Nu hebben wij een Verkeersstructuurplan maar geen fietspadenplan. Er zijn wel allemaal faseringskaarten van autowegen, maar geen faseringskaarten of wat ook maar van fietspaden. Het is kennelijk de bedoeling dat de geplande fietspaden alleen maar worden aangelegd als het zo uitkomt bij de reconstructie t.b.v. het autoverkeer. Iets anders kan ik tenminste niet uit het rapport lezen. Er ligt niet een beleid aan het rapport ten grondslag om de doorgaande fietsroutes inderdaad te plannen. Ik hoop dat die conclusie onjuist is, maar dat hoor ik dan wel. Ook de conflictanalyse in het rapport vind ik nogal aan de magere kant. Als het langzaam verkeer de rondweg en de aanvoerwegen van de binnenstad kruist komen er verkeerslichten installaties, zo wordt er gezegd. Dat levert echter alleen maar extra stremmingen voor het langzaam verkeer op. Vandaar dat ik het gevoel heb dat de uitgangspunten niet erg ver in het plan doorwerken en dat ondanks alle mooie bedoelingen de hoogste prioriteit aan het autoverkeer wordt gegeven. Dat zou inhouden dat de prognoses van het I.B.V. als het zo doorgaat steeds blijken uit te komen en de doelstellingen van dit plan niet gehaald worden. Dit kan nooit de bedoeling zijn. Deze plannen tot 1990 zullen de gemeenschap 150 miljoen kosten, de heer Geerts is hierop ook al ingegaan. Dat bedrag staat ergens genoemd. Bij het faseringsschema dat achterin het rapport zit mis ik een financiële fasering, waar de planfasering erg van afhangt. Dat in het faseringsschema wel de volgorde van de plannen maar niet de data waarop die gepland zijn staan aangegeven komt doordat dat erg afhangt van de financiën. Ik vraag mij af hoe het college in twaalf jaar tijd 150 miljoen tevoorschijn kan halen. Dat zal voor een groot deel uit de rijkskas moeten komen. Wij hebben echter allen de regeringsverklaring gehoord waarin gezegd werd dat er bezuinigd moet worden. Het gaat om miljarden en er mag niet bezuinigd worden op sociale voorzieningen, niet op Defensie, kortom, op bijna niets. Het moet toch ergens vandaan komen dus zal Verkeer en Waterstaat er volgens mij ook een steentje aan moeten bijdragen. Als ik 's morgens de fileberichten hoor uit het westen van het land, dan geloof ik niet erg dat die 150 miljoen binnen twaalf jaar naar Leeuwarden toe zal stromen. Bovendien zal een bepaald percentage, ik schat dat tussen 10% en 20%, altijd nog op de begroting van Leeuwarden zelf blijven drukken. Hoe ziet het college die financiële aderlating t.o.v. de andere beleidssectoren zoals welzijn, onderwijs, sport? Moeten die sectoren voor de realisering van dit plan veren laten? Ik wilde graag horen hoe het college dit ziet en wanneer wij die heel belang rijke afweging kunnen gaan maken. Wij kunnen direct wel een mooi plan gaan vaststellen, maar als straks blijkt dat dat alleen maar ten koste van sport- en welzijnsvoorzieningen kan worden uitgevoerd dan kan het hele plan daardoor alweer in duigen vallen en daar hebben wij weinig aan. Nog een opmerking over de interne autoverbindingen in de binnenstad. Ik ben het van harte eens met mevrouw Brandenburg als zij zegt dat zij niet begrijpt dat die doorgaande verbindingen van het autoverkeer de binnenstad verlevendigen. Het bevoorradingsverkeer komt buiten die routes toch al in de binnenstad en als je dat een verlevendiging wilt noemen hebben wij onze portie verlevendiging al wel. Ik ben het met mevrouw Brandenburg eens dat dat alleen maar een onrustige toestand wordt, met name in het wandelgebied van de Nieuwestad Z.Z. Het is ook in afwijking met het lussensysteem zoals wij dat bij het Structuurplan voor de Binnenstad hebben aanvaard. Ik begrijp dan ook niet dat de motivering achter deze voorstellen afwijkt van het door de raad vastgestelde structuurplan. Dat lussensysteem werd ook nog eens onderstreept met een motie om het maar snel uit te voeren. Die snelheid zit er al lang niet meer in, het is inmiddels al vijf jaar geleden. Wat betreft de noordtangent hebben wij ergens in de motivering gelezen dat 15% van de belasting van die weg bestaat uit doorgaand verkeer, d.w.z. verkeer van buiten de gemeente met ook een bestemming buiten de gemeente. 85% van het buiten de gemeente komend verkeer heeft een bestemming binnen de gemeente. Terecht stelt het plan dan ook dat de noordtangent gezien moet worden als een stadsverdeelweg. Ik dacht dat mevrouw Visscher-Bouwer daar ook al het nodige over heeft gezegd. Als de noordtangent een stadsverdeelweg wordt, de Harlingerstraatweg van het Europaplein wordt afgekoppeld - dat is de bedoeling - en tevens een weg ten zuiden van de Frieslandhal en het eerste stuk van de noordtangent tot aan de Troelstraweg wordt aangelegd dan wordt daarmee bereikt dat het grootste knelpunt, de Valeriusstraat, wordt ontlast. Hierover wil ik graag een uitspraak horen. In hoeverre zou een dergelijke wegenaanleg de problemen kunnen oplossen? Het weggedeelte Dammelaan-Eebrug-prof. mr. Gerbrandyweg komt dan daarvoor in de plaats. Het Vrijheidsplein staat hoog op de prioriteitenlijst, ik geloof op de tweede of derde plaats. Ik dacht dat je met veel geringere kosten die weg - de Dammelaan zijn wij toch al van plan te reconstrueren - wel geschikt kunt maken als stadsverdeelweg. Dan heb je de hele noordtangent, die Lekkum en Snakkerburen doorsnijdt, niet nodig. Zuiver wat het aspect van de verkeersverdeling betreft zal de noordtangent wel een positieve invloed hebben, alleen, gezien de nadelige effecten is die het niet waard. Nadelige effecten zijn b.v. het doorsnijden van het landelijk gebied en het doorsnijden van Lekkum en Snakkerburen. Het geld dat je daarmee overspaart zou je kunnen gebruiken om de kruisingen tussen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 10