6 de Sint Jacobsstraat komen. Er is verder nog een aantal stallingsvoorzieningen geprojecteerd en die vindt u op die plaatsen waar de (brom)fietsroutes het voetgangersgebied raken. Het openbaar vervoer is wat de lijnvoering betreft onverkort gehandhaafd t.o.v. de wens- structuur. U herkent in de plankaart dezelfde lijnen zoals die voor het openbaar vervoer zijn voor gesteld en wel een centraal tracé via de binnenstad langs de Voorstreek, de Tuinen Z.Z., de Tweebaks- markt, het Blokhuisplein en de Nieuweweg in de richting van het Wilhelminaplein en zo richting station. Dit hebben wij het centrale binnenstadstracé genoemd. In tegenstelling tot het Structuurplan voor de Binnenstad zijn beide richtingen langs deze route geprojecteerd. De heen-richting is nu niet meer via de Sint Jacobsstraat gedacht maar is verlegd naar de route via de Tweebaksmarkt, waardoor (in de Sint Jacobsstraat, toelichting achteraf van de heer Van Ammers) ruimte vrij gemaakt wordt voor de bromfietser. Bovendien betekent de bus een zodanige inbreuk op het binnenstadsmilieu dat dit in de toekomst m.n. in de Sint Jacobsstraat tot grote problemen zal leiden. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat ook het streekvervoer van dit tracé gebruik zou maken. Op de korte termijn zou dit ook wel mogelijk zijn, maar op de langere termijn vrezen wij dat er problemen kunnen ontstaan. Het streekvervoer zou wat zijn karakter betreft een lijnvoering moeten krijgen via het hoofdwegensysteem zoals dat in het Verkeersstructuurplan is vastgelegd. Dat zijn immers de routes waar uiteindelijk de beste voorzieningen komen, ze worden geasfalteerd en er kan een vlotte verkeers afwikkeling op worden verkregen. Voorgesteld wordt om in afwijking van alle stadsbussen, die wel in de binnenstad komen, de streekbussen vanuit de richting Groningen langs de Groeneweg naar het Ruiterskwartier te leiden. Dat geeft nl. een goede aanvulling op het stadsvervoer zelf, omdat de route via de Sint Jacobsstraat en de bediening van het Stadhuis en directe omgeving volgens dit plan minder goed is geworden wat de stadsdienst betreft. Door een lijnvoering van de streekbussen via de Groeneweg wordt de bediening evenwichtiger over de binnenstad verdeeld. Het leidt ook tot een stuk duidelijkheid: Alle streekbussen komen via het Ruiterskwartier binnen, alle stadsbussen via de Nieuweweg richting Wilhelminaplein. Haltes voor de stadsdienst kunnen op de Tuinen, op het Blokhuisplein en op het Wilhelminaplein worden geplaatst en de haltes voor het streekvervoer op de Nieuweburen - voor de zaterdagmarkt belangrijk - en ter hoogte van het Oldehoofsterkerkhof, waar ook de aanlooproutes gunstig zijn gelegen. De belangrijkste halte voor het openbaar vervoer zal ontstaan op het Wilhelminaplein, want daar komen alle stads- en streekbussen samen; men kan daar in allerlei richtingen overstappen. Gezamenlijk gaan de stads- en streekbussen dan verder in de richting van het station via de Prins Hendrikstraat. Dit is in grote lijnen de opzet van het Uitwerkings plan voor het centrumgebied. Op een aantal punten is een nog gedetailleerder uitwerking van de verkeerssituatie gegeven, nl. op die punten waar verwacht mag worden dat het verkeer er de komende jaren erg zal toenemen en op die punten waar het langzaam verkeer enigszins in de knel dreigt te raken. Hoe de problemen op die plaatsen opgelost moeten worden dient gedetailleerd te worden bekeken en eveneens hoe dat vorm moet krijgen. Om twee voorbeelden eruit te lichten is hier een kaart (fig. 4.5. van het Uitwerkingsplan) opgehangen van de toekomstige situatie vanaf de Groningerstraatweg richting Hoeksterend en Noorderweg. In het Verkeersstructuurplan hebben wij gezegd dat op die plekken het verkeer toch nog wel aanzienlijk zal toenemen vanwege Camminghaburen. Wij hebben het idee dat voor het verkeer komend vanaf de Groningerstraatweg op de Hoeksterpoortbrug een verdubbeling van het aantal rijstroken zal moeten plaats vinden. De vormgeving van deze aansluiting is zodanig gekozen dat de ruimte die op het ingesloten binnenterrein ontstaat zo groot mogelijk zal zijn om die op korte termijn voor het parkeren te kunnen gebruiken. Hier kunnen meer parkeerplaatsen worden aangelegd dan nu al het geval is. De consequentie is wel dat je het verlengde van de Oosterkade zo dicht mogelijk langs het water moet traceren. Een tweede aspect van deze oplossing is dat, door hier slechts verkeer in de noordelijke rijrichting mogelijk te maken, de verbinding Groningerstraatweg- Oosterkade via een omweg tot stand komt. Dat is bewust zo gekozen, omdat die omweg het richtings systeem ondersteunt zoals dat voor het verdeelwegennet rond de binnenstad is gekozen. Een tweede uitwerking is gegeven voor de situatie rond het Stationsplein (fig. 4.2a. en 4.2b. van het Uitwerkings plan). Dit plein is voornamelijk een knelpunt voor het openbaar vervoer. De wens om daar een zeker verkeersluw verblijfskarakter voor de voetganger te realiseren is duidelijk te kennen gegeven. Dat is mogelijk gemaakt door wat de verkeersafwikkeling betreft een doorgaande richting via een doorbraak vanaf het Zuiderplein naar de Baljeestraat in het verlengde van de Van Swietenstraat te creëren. Deze richting zou verder gevolgd kunnen worden via het bestaande profiel van de Van Swietenstraat naar de Lange Marktstraat. De tegenrichting zou dan gerealiseerd kunnen worden via de Stationsweg, wat de mogelijkheid geeft om de verkeersafwikkeling een beetje afzijdig van het Stationsplein te laten plaats vinden. Dat kan in de luwte van dat plein plaats vinden waardoor direct voor het station een aanzienlijke ruimte vrijgemaakt wordt voor de voetganger en ook een goede mogelijkheid voor de instap van het openbaar vervoer geboden wordt. De „looplijnen" voor de voetganger moeten dan geaccentueerd worden in de vormgeving. Wat de uitwerking betreft kun je dan nog kiezen voor een systeem waarbij het verkeer tegensteld aan de huidige rijrichting het plein kan omdraaien. Een andere 7 mogelijkheid kan in de tegenrichting worden gerealiseerd. Beide oplossingen zijn nader uitgewerkt en de voor- en nadelen zijn ook aangegeven waarbij onzerzijds een lichte voorkeur bestaat voor de oplossing zoals die op fig. 4.2a. staat aangegeven. Het zal echter een kwestie van nadere uitwerking en vooral van overleg met de N.S. blijven in welke vorm dat uiteindelijk gestalte kan worden gegeven. Een andere uitwerking op dit punt is belangrijk voor het Zuiderplein. Daar ontstaat een compleet andere situatie doordat de verlengde Willem Lodewijkstraat en de Oostergoweg hierop worden aan gesloten. In de huidige vormgeving is de verkeersveiligheid m.b.t. de (brom)fietser hier een belangrijk probleem. Wij hebben gestreefd naar een oplossing waarbij vooral het zuidelijk gedeelte van het Zuiderplein zoveel mogelijk blijft gehandhaafd. De hele vormgeving, de inrichting en de bomen kunnen blijven bestaan, alleen aan de noordzijde van het plein hebben wij getracht een duidelijker en overzichtelijker verkeerssituatie te creëren. De stroomlijnen voor het autoverkeer zijn wat dui delijker neergelegd, waarmee wij hopen dat de veiligheid van m.n. de fietser aanzienlijk wordt bevorderd. De wenslijnen van de fietser zijn in deze oplossing zeer gedetailleerd naar het straatbeeld op het plein vertaald omdat de fietser anders de lijnen van het autoverkeer zou moeten volgen wat tot erg veel omrijden zou leiden en bovendien extra onveiligheid zou opleveren. Wat het Verkeersstructuurplan en de uitwerking daarvan betreft zou ik het hierbij willen laten. De Voorzitter: De beurt is nu aan de raadsleden. Ik zou u willen vragen om vanachter het spreekgestoelte te spreken, dat is ook voor u zelf gemakkelijker wanneer u papieren hebt. U hebt ook geen microloons op de tafels waardoor de zaal u uitermate moeilijk zou kunnen volgen als u vanaf uw plaats zou spreken. Mevrouw Visscher-Bouwer: Om te beginnen wil ik graag enige opmerkingen over de procedure maken. Ik.heb de heer Rijpma hierover dit weekend gebeld en daarna overleg gepleegd met enige fractiegenoten. Wij denken dat het de bedoeling van het college is dat aan de raad op 6 februari wordt gevraagd in algemene zin akkoord te gaan met het plan als vertaling van door ons gestelde normen. Wij stellen ons voor dat wij dan een duidelijke uitspraak zullen doen over datgene wat wij niet willen. Op 6 februari wordt dan dus duidelijk het inspraakmodel vastgelegd. Wat de vaststelling van de rest van het plan betreft willen wij die laten afhangen van de hearing, dus van de inspraak, waaraan wij duidelijk veel belang hechten. Dat zullen wij bij onze eindbeslissing op 29 mei mee laten wegen. Is het college met ons van mening dat dit de opzet is van de procedure? Daar wilden wij graag antwoord op hebben. Dan nog even het volgende. Het kaartje dat in de krant stond was niet het juiste kaartje, mis schien kan dat later gerectificeerd worden. Verder zouden wij het zeer op prijs stellen dat er goede voorlichting aan de pers en aan de bewoners van de wijken zal worden verstrekt. Hierdoor kunnen voor hen nauwelijks te accepteren zaken duidelijk worden, zij kunnen hun eigen voorkeuren kenbaar maken zodat daaraan door ons tijdig aandacht kan worden geschonken en wij kunnen die dan bij de besluitvorming betrekken. Misschien zouden de pagina's van Aan de Grote Klok in het blad Huis aan Huis voor deze voorlichting kunnen worden benut. Is het zo dat het college eerst een antwoord op mijn vraag over de procedure wil geven omdat het een ander onderwerp is en de rest door het bureau wordt beantwoord? (De Voorzitter: Ik zou maar achter elkaar doorgaan.) Het is maar net wat u wilt. Uit naam van mijn fractie wil ik even ingaan op het tangentenstelsel. Wanneer ik begin bij de faseringskaart achter in het boek dan valt mij op dat het oostelijke stuk van de zuidtangent tussen de Overijsselsestraatweg en de Drachtsterweg is vervallen. Dit is in tegenstelling tot een indertijd door de raad aangenomen motie. Het is dus een afwijking van het standpunt dat wij toen hebben ingenomen. Verder is een verbinding gemaakt vanaf de westelijke zuidtangent langs de Spoorbrug naar het industrieterrein. Deze verbinding staat wel op een kaart aangegeven, maar niet op de confrontatie- kaart. Ook in de krant kon je dat niet zien en het zou misschien plezierig zijn wanneer dat op een andere kaart nog eens duidelijk werd aangegeven, waarbij dan tevens de insteek op het industrie terrein moet worden aangegeven; op de confrontatiekaart (fig. 4.11.) staat die nl. niet. U heeft verder een westtangent gepland naar de Heliconweg, terwijl u tegelijkertijd de verbinding van de Harlinger- straatweg naar het centrum bij het Europaplein afsluit. Deze verbinding heeft in uw visie dus geen status van bereikbaarheidsroute naar het centrum. Mijn vraag is dan: Wat gebeurt er met het westelijk verlengde van de Harlingerstraatweg, het stukje dat langs het Westeinde loopt? U heeft daar nl. lijnen ingetekend waaruit je zou kunnen concluderen dat dat alleen voor fietsers en openbaar vervoer bestemd zou zijn. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn? Daar wilde ik graag een antwoord op hebben, omdat de zwarte lijn daar ontbreekt terwijl die wel bij de Groningerstraatweg aangegeven is. Als ik verder naar het noorden ga kom ik bij de noordtangent. In tegenstelling tot de uitspraken van de raad geeft u in par. 4.1.3. van het Verkeersstructuurplan deze tangent een grote prioriteit. Wij hebben indertijd de noordtangent niet afgewezen hoewel, naar ik meen, 13 raadsleden wel bezwaren hadden. Het andere deel van de raad heeft de noordtangent aanvaard, zij het met pijn. De raad heeft de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 4