mm 8 problematiek ook zover mogelijk weggeschoven omdat men graag eerst wilde weten welke uitwerking de andere te nemen verkeersmaatregelen zouden hebben. U komt dan met kaart 4.4., variant 2, waarin u aantoont dat bij weglating van de noordtangent de noordelijke rondweg heel zwaar belast zal worden. U laat in dit model tegelijk met de noordtangent ook de westtangent weg en sluit de Harlingerstraatweg af. Dit lijkt ons niet reëel, want waar zul je anders nog heen kunnen dan naar de noordtangent. Wij krijgen sterk de indruk dat u dan het verkeer ook naar de noordelijke rondweg toe dwingt. Duidelijk is steeds gesteld dat eerst de westtangent moet worden aangelegd om te zien hoe de belasting op de noordelijke rondweg wordt. Ook de verbinding van het industrieterrein met de zuidelijke tangent zou een bepaalde ontlasting voor de noordtangent kunnen veroorzaken. In par. 4.1.3. schrijft u dat deze noordelijke tangent als een belangrijke verbinding in het stedelijk hoofdwegennet moet worden beschouwd. Ik kom daar straks op terug. Eerder is al gesteld in par. 3.1.1. dat de rijksoverheid m.b.t. het Structuurschema verkeer en vervoer 1977 de noordtangent niet meer ziet als een noodzakelijke verbinding in het autosnelwegennet. Het lange-afstandverkeer richting Groningen zal zich in aansluiting op de nieuwe provinciale weg richting Drachten naar een meer zuidelijk gelegen route verplaatsen. Wanneer de doortrekking van de Bolswarderweg tot de Overijsselsestraatweg en de verbinding Marssum-Boksum - weliswaar ver weg liggend, maar wel degelijk een westtangent t.a.v. Leeuwarden - evenals de verbinding Werpsterhoek-Drachtsterweg gereed zullen zijn, dan wordt toch ook door u verwacht dat zich minder doorgaand verkeer dan thans op de noordelijke rondweg zal bevinden. Ook de prénota noemt dit reeds. U schrijft dat de noordtangent een veel belangrijker functie in het stedelijk verkeer zelf zal kunnen vervullen. Daarmee beaamt u eigenlijk wat ik net beweerde, nl. dat deze tangent voor een doorgaande verbinding niet een belangrijke functie vervult. Uw uitgangspunt dat de noordtangent voor het stedelijk verkeer zelf een belangrijke functie kan vervullen, is ons niet duidelijk. Hoe zou m.n. de noordtangent een functie kunnen vervullen in het stedelijk hoofdwegennet om de noordelijke rondweg te ontlasten? Dan moet dus verkeer dat van buiten komt met bestemming stad de noordtangent nemen i.p.v. de rondweg. De noordtangent heeft echter tussen Troelstraweg en Vrijheidsplein geen verbinding met de rondweg en kan dus niet de functie van een verdeelweg krijgen. Niemand die van Franeker of Hardegarijp komt en de stad als bestemming heeft zal de noordtangent nemen. Als je er nl. eenmaal op zit kun je er niet eerder af dan via de Troelstraweg of via het Vrijheidsplein. Vanaf de noordtangent kan men de stad niet meer bereiken. Graag willen wij van u een antwoord hebben op hoe u dit ziet en waarom u denkt dat de noord tangent wel een functie kan hebben in het stedelijk wegenpatroon. Natuurlijk zal in de toekomst de huidige rondweg wel drukker worden door de toeneming van het autoverkeer sec. Zoals u echter zelf schrijft - de nota duidt dit ook aan - veroorzaakt een vermeerdering van de verkeersintensiteit niet een evenredige vermeerdering van het aantal decibels. Een nieuwe verkeersstroom op een andere plaats vermeerdert de geluidsoverlast in veel grotere mate, schrijft u. Het is bovendien zo dat toe neming van het geluid juist ontstaat door hogere rijsnelheden. Die zullen op de noordelijke rondweg niet plaatsvinden maar op de noordtangent wel. Voor wat Bilgaard betreft zou er dus een nieuwe geluidsbron bij komen aan de noordkant, voor Snakkerburen en Lekkum zou deze weg een inbreuk betekenen op de sociale structuur van het dorpsleven. Last but not least zou een uniek stiltegebied, een nog nauwelijks aangetaste ruimte bij die plaatsen verloren gaan. Dit gebied, zoals je dat nergens meer vindt, is dan wel toevallig ontstaan door toedoen van de vliegbasis, maar het is er en het lijkt ons bijzonder waardevol. Wat ik nog niet genoemd heb is dat de noordtangent heel lang zal worden, veel obstakels zal ontmoeten en daardoor ook heel duur zal worden. Deze tangent krijgt moeilijk aansluiting op de verschillende wegen en moet bovendien over de Dokkumer Ee worden aangelegd. Wanneer wij dit even vergelijken met een eventuele doortrekking van de westtangent naar de zuid tangent, ook deze verbinding zou erg duur worden, maar toch is dit een punt dat overweging verdient. Wij vinden dat wij, wanneer de noordtangent er ooit zal moeten komen, toch eerst de effecten van een andere verkeersoplossing zouden moeten zien. Dan heb ik nog een paar vragen aan u. Denkt u dat de noordtangent gebruikt zal worden voor extern verkeer? Dat heb ik ook al gevraagd, maar ik zou graag willen weten hoe u dat ziet. In welke mate denkt u dat de noordtangent gebruikt zal worden door het doorgaand verkeer? Hoe zwaar zal een kortere rijtijd wegen t.o.v. andere factoren die wij ook niet kennen? Hierbij spelen nl. ook psychologische factoren een rol. U begrijpt hieruit dat wij de noordtangent in de fasering na de westtangent zouden willen plaatsen. Dat zijn enkele opmerkingen en vragen t.a.v. de noordtangent. Dan heb ik nog een paar vragen over het Hoeksterend. Het is niet de eerste keer dat wij een verkeersoplossing voor het Hoeksterend ter beoordeling voorgelegd krijgen. Ongeveer zes jaar terug - er was reeds geld toegezegd door het rijk - zou het Hoeksterend evenals nu deel gaan uitmaken van een wegentangent om de binnenstad. Toen hebben wij nee gezegd, ondanks het toegezegde geld van het rijk, omdat wij ook geschrokken waren van de Groeneweg, de eerste noordtangent rond de binnenstad. Nog steeds rijden de auto's zonder een geweldig verkeersplein vanaf de Groningerstraatweg onbelemmerd de stad in, dit schrijft u zelf ook in uw rapport, 's Avonds, wanneer het verkeer de stad uit gaat, ontstaat er inderdaad een opstopping. Wij zullen deze situaties waar BMW 9 schijnlijk moeten accepteren. De thans voorgestelde oplossing Goudenregenstraat-Hoeksterend-Noor- derweg lijkt ons niet te accepteren. U heeft van deze oplossing een kaartje gemaakt waarbij u in uw rapport schrijft dat bij de verwachte verkeerstoename een uitbreiding van deze oplossing zich zal moeten uitstrekken van de Goudenregenstraat tot aan de Noorderweg. Daar zullen wij volgens u zes opstelstroken moeten aanleggen, als wij een optimale afwikkeling van het verkeer wensen. Wij denken dat een dergelijke grootschaligheid nooit de bedoeling kan zijn als wij denken aan het leefbaar houden van onze stad. Wij vragen ons ook af wat wij de aangrenzende wijken hiermee aan doen. Wij willen graag van u weten wat u denkt dat de consequenties zullen zijn van het niet aanleggen van deze verbinding en welke alternatieven kunnen worden ontwikkeld. U had het zojuist over aanlooproutes voor voetgangers en aanrijroutes voor fietsers, maar als ik dan denk aan de voetganger en de fietser die vanuit het noord-oosten de stad binnen gaan en ik zie die grote vlakte, dan vraag ik mij af of dat nu wel zo'n aantrekkelijke route wordt. Men zal zich daar als voetganger of fietser verloren voelen, waardoor deze vervoerswijzen niet bevorderd zullen worden. Verder betekent deze oplossing een los laten van ons standpunt zoals wij dat hebben ingenomen bij de vaststelling van het Structuurplan voor de Binnenstad, nl. dat wij de bestaande wegenstructuur handhaven. U haalt nl. een stuk van de Voorstreek af, wat een heel ander aanzien van de stad zal veroorzaken. Wij zouden in de fasering het Hoeksterend willen verschuiven tot na punt 9. De heer Miedema: Namens de C.D.A.-fractie zou ik graag enige opmerkingen willen maken over het wegennet zoals dat ons in het kader van het Verkeersstructuurplan is aangeboden. Voor ik dat echter doe zou ik graag onze dank willen uitspreken aan de ontwerpers van dit plan, niet alleen vanwege de inhoud maar meer nog voor de leesbaarheid en de duidelijkheid. Ik dacht dat u erin geslaagd was duidelijk te laten overkomen wat uw bedoelingen zijn. Of wij het ermee eens zijn of niet komt in de verdere behandeling wel naar voren, maar ik vind dat u een bijzonder leesbaar stuk geproduceerd heeft en daarvoor onze dank. Een tweede algemene opmerking is of het mogelijk is dat er een register aan wordt toegevoegd en een nummering van de bladzijden wordt aangebracht, zodat men in korte tijd een bepaald onderwerp kan opzoeken. Dit zou, dacht ik, een verbetering in kunnen houden t.o.v. wat wij nu hebben. Een derde algemene opmerking - mevr. Visscher- Bouwer heeft het ook al genoemd - is dat wij gelukkig zijn met de planning van twee inspraak avonden. Wij dachten dat het een goede zaak zou zijn als u de rubricering die u nu voor de uit nodigingen heeft aangebracht iets ruimer zou stellen. Iemand die op de eerste avond uitgenodigd wordt maar niet kan komen heeft daardoor de volle vrijheid om de tweede avond wel aanwezig te zijn. Ik zou nu graag enkele vragen willen stellen n.a.v. de kaarten en de beschrijving die u ons heeft doen toekomen. De indruk bestaat dat dit plan alleen kan functioneren bij een totale realisering van de buitentangenten. Mijn collega, mevr. Visscher-Bouwer, heeft reeds de aandacht gevestigd op de noordtangent. Deze noordtangent is, dachten wij, een fraaie oplossing om het Europaplein te ontlasten, maar toch blijven er nog wel enkele bezwaren t.o.v. deze weg. Een vraag daarover is: U gaat met uw tracé tussen het dorp Lekkum en de buurtschap Snakkerburen door, kan dan een ongelijkvloerse kruising worden gerealiseerd bij de verbindingsweg naar deze plaatsen? Ik dacht dat het voor de leefgemeenschap van Lekkum en Snakkerburen een eerste vereiste was dat die plaatsen, zij het gescheiden door deze toekomstige weg, toch zonder een gelijkvloerse kruising bereikbaar blijven. Hierop zou ik graag een antwoord van u willen hebben. Hoewel uw beschrijving er een heel eind aan tegemoet komt, zou ik exact van u willen weten hoever u denkt te moeten gaan met de verbreding van het noordelijk stuk van de bestaande rondweg bij het niet aanleggen van de noordtangent. Bij alle overwegingen en vragen over deze tangent realiseren wij ons dat Leeuwarden gelukkig nog Frieslands hoofdstad is en dat m.n. het noorden van Friesland aangewezen is op een route langs Leeuwarden. Voor dat gebied is Leeuwarden ook het koopcentrum en er komt dus veel verkeer, ook vrachtverkeer, vanuit het noorden. Uit dien hoofde zou een noordtangent misschien acceptabel kunnen zijn. Vervolgens zou ik een algemene opmerking willen maken over de bajonetaansluitingen. De heer Van Ammers heeft daar in zijn verklaring al enkele woorden over gezegd. Zijn motivatie voor het veelvuldig toepassen van deze bajonetaansluitingen is dat hij verwacht het verkeer dat de rondweg kruist te kunnen dwingen de rondweg te volgen. Ook meent hij te kunnen voorkomen dat dat verkeer te gemakkelijk de binnenstad ingaat. Als deze veronderstelling juist is dan heeft hij op dat moment een grote pré gegeven aan deze constructie. Ik dacht dat er ook bezwaren waren. Bij het realiseren van een bajonetaansluiting moet men, dacht ik, altijd gaan werken met een extra stel verkeerslichten. Dit belemmert de doorstroomsnelheid van het verkeer en dus de capaciteit van de rondweg. Aansluitend op deze opmerking over de verkeerslichten zou ik graag vernemen of in de totale opzet van dit plan het instellen van een zgn. groene golf van alle verkeerslichteninstallaties op de rondweg inbegrepen is. Ik dacht dat wij van de regelinstallaties die wij nu hebben - in de volksmond

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 5