14 omdat je daar dan ook weer een soort doorgaande route kunt krijgen. Het is dan mogelijk van de Groeneweg naar de Voorstreek te rijden omdat de Sacramentsstraat open is. U spreekt over de Sacramentsstraat in verband met de markt. Als u bedoelt dat de Sacramentsstraat alleen open zal zijn op zaterdag dan willen wij dat graag van u vernemen. Dan het fietsverkeer. Wij hechten veel waarde aan goede fietsroutes vanaf de woonwijken naar de binnenstad waarop de fietser zich veilig kan voelen, dus gescheiden banen. Er wordt een opzet voorgesteld waarbij de maaswijdte naar het centrum toe steeds kleiner wordt en waarbij tenslotte meerdere routes samenvallen. Ik ga niet alles opsommen waar wij het mee eens zijn, ik wil alleen een paar speciale punten noemen waar wij moeilijkheden verwachten en waar mevrouw Van Dijk ook al een paar van genoemd heeft. Het zijn de punten waar fietsers het nu ook erg moeilijk hebben, nl. het Zuiderplein, het stationskwartier, de Harlingersingel en het Hoeksterend. Ik denk dat op deze punten niet met strepen op de weg kan worden volstaan. Toen ik het hele fietsgebeuren in het rapport las kreeg ik het idee dat de fietser werkelijk een heleboel prioriteit zou krijgen, maar verder lezende kreeg ik toch langzamerhand het gevoel dat hij weer aardig tegen het trottoir werd gedrukt. Wij zullen als fractie de belangen van de fietser heel erg zwaar laten wegen. Dat kunnen wij, denk ik, pas wanneer allerlei uitvoeringsplannen op ons toekomen en wij zullen er dan rekening mee houden. Wij hebben één fietsroute gemist, nl. die langs de Potmarge eindigende ergens in de buurt van de Schrans. Wij hebben over die fietsroute gesproken bij het plan Huizum-Sixma, meen ik. Deze route was vooral bedoeld als een aantrekkelijke route voor de bewoners van Leeuwarden-zuid, de beide Aldlannen dus. Wat is de reden dat die niet op de kaart is ingetekend? Verder hebben wij nog een suggestie voor een fietsroute die vooral het gebied Achter de Hoven/Vegelin een betere verbinding met de binnenstad kan geven, nl. via een fietsbrug die, naar wij denken, aangelegd kan worden over de Zuidergracht en die dan eindigt op het terrein waar vroeger het oude Stadsziekenhuis stond. Er is daar in het kanaal geen doorvaarroute meer zodat met een vaste brug, voor zover wij dat kunnen bezien, kan worden volstaan. Dan nog even terug naar het centrum. Binnenkort komen er voorstellen over een uitbreiding van het voetgangersgebied aan de Nieuwestad in de raad aan de orde waar ook de Weerd bij betrokken wordt. Op de kaart is de Weerd alleen voetgangersgebied. Wij zouden graag willen dat wordt bekeken of de Weerd ook voor fietsers kan worden opengesteld. Wij menen nl. dat ook de looproutes naar het centrum niet te lang moeten zijn en wij vinden het eigenlijk geen bezwaar om fietsers toe te laten in de Weerd tot aan de Lange Pijp. Verder wilde ik graag weten of mijn opvatting - die leid ik af van de kaarten - dat op de Nieuwestad-zuidzijde de bromfiets verboden is - op de kaart staat nl. de streep ingetekend die alleen voor fietsverkeer geldt of er staat „fietser" - juist is en, als dat zo is, waarom. Ook wil ik graag weten waarom op de Nieuwestad - dat leid ik ook af van de kaart - fietsen alleen in de oost-west richting is toegestaan en niet in beide richtingen. Ik vind dat dit een te grote beperking oplevert voor het fietsverkeer; o.i. is dit niet nodig. Dan nog iets over het voetgangersverkeer. Wij menen dat de voorzieningen voor de voetganger eigenlijk pas beoordeeld kunnen worden bij de uitvoeringsplannen. U schrijft in de nota dat de voetganger de weggebruiker is met de oudste rechten. Wij vinden dat wel erg prachtig, maar het moet natuurlijk nog wel vertaald worden naar de hedendaagse praktijk. Op dit moment is de voetganger, dachten wij, de weggebruiker met de minste rechten. Over één ding wil ik nog mijn mening kwijt. De tijd die de voetganger meestal krijgt - ik hoef niet eens te zeggen „meestal", het is eigenlijk altijd - bij het oversteken bij verkeerslichten is te krap. Hij is de sluitpost in de omlooptijd van de installatie. Misschien kan men daarin, uitgaande van de genoemde oudste rechten, verbetering brengen. Wie nl. geen al te grote hardloper is heeft het gevoel dat hij als voetganger bij de stoplichten steeds in de startblokken moet staan. Dat is vooral voor de ouderen onder ons een hinderpaal om een bezoek te brengen aan de binnenstad. Ik wil nog een opmerking maken over het openbaar vervoer. In grote lijnen zijn wij het daarmee eens, maar ik zou graag willen dat wordt bekeken of de lijnen van de stadsdienst die nu over de Tweebaksmarkt lopen een beetje naar buiten kunnen worden verschoven naar de Oosterkade, dat is misschien een afstand van 80 a 100 meter oostelijker. De bereikbaarheid van de binnenstad wordt er niet veel minder om en de Tweebaksmarkt wordt er een stuk leefbaarder door. De heer Groenewoud: Mijn naam is Groenewoud en ik spreek namens de P.v.d.A. (De heer Bijkersma: Een vraag van orde. Is het de bedoeling dat de andere fracties ook een beurt krijgen of krijgt alleen de grootste fractie de kans vragen te stellen? De kleine fracties hebben nl. nog geen beurt gehad.) (De Voorzitter: Die krijgen ook een beurt.) (De heer Bijkersma: Ik vind de volgorde niet juist.) Mede namens mijn fractie wil ik u enkele vragen voorleggen, ondanks het weldoordachte plan van wegen, paden en bruggen. Om te beginnen heb ik mij afgevraagd waarom juist een straat, waarvan wij een tijdje terug meenden dat het goed zou zijn om die te bestemmen voor erf- en poort wonen, nu in fig. 4.11. staat genoteerd voor openbaar vervoer en brom- en fietsverkeer. Ik bedoel de voormalige Linnaeusstraat. In hetzelfde plan stonden langs de Marathonstraat nl. bushaltes ingetekend. Dan een facet uit het structuurplan dat al aardig wat pennen in beweging heeft gebracht de laatste tijd, de ontworpen brug over het Nieuwe Kanaal tegenover de Alma Tademastraat. Bewoners in de directe omgeving zouden gelukkig kunnen zijn met een verkorte route via deze brug, maar ze verwachten daar qua leefmilieu een ongunstige ontwikkeling als inderdaad het autoverkeer daar zijn weg zal moeten kunnen vinden. Ik vraag mij dan ook het volgende af: Als het gemotoriseerde verkeer afkomstig van de oostzijde binnenstadstangent - de Oosterbrug dus - nu eens niet de Wijbrand de Geeststraat wordt ingeleid, zoals de bedoeling van het Verkeersstructuurplan is, maar direct na de Oosterbrug de Oostergrachtswal in zuidwaartse richting zal kunnen gaan om daarna uit te komen op de Willem Lode wijkstraat? Indien na heroverweging zal blijken dat o.a. het verkeer van de bedrijvigheid aan het nu brede Vliet voldoende afgevoerd kan worden en deze hoek goed kan bereiken - te denken valt aan de ringweg-oost of de Bleeklaan; een extra vraagje is dan nog waarom wij destijds het Vliet hebben gedempt -, wanneer bovendien bekend zal zijn in hoeverre de bewoners van de Oranjewijk behoefte hebben aan een extra ontsluiting van hun vrij kleine wijk tussen Emmakade Z.Z. en Willem Lode wijkstraat, zoals een van uw argumenten is, en als dan na verdere uitwerking van het plan blijkt dat m.b.t. het afwikkelen van het verkeer naar de Willem Lodewijkstraat O.Z. richting Camminghaburen en m.b.t. een eventueel besluit om hierin de Kanaalweg te betrekken direct na de 2e Kanaalbrug nog een brug zal moeten worden gelegd, zijn er dan nog voldoende argumenten aan te voeren de genoemde brug in dit plan te handhaven? Zo ja, dan hoor ik die graag. Ik heb met belangstelling en eerlijk gezegd met bewondering gelezen hoe het leefmilieu - ik heb dit zonet ook al in mijn vorige vraag betrokken - in het Verkeersstructuurplan wordt betrokken. Volgens één van de drie hoofddoelstellingen zal er bij de uitvoering van de plannen voor gezorgd moeten worden dat milieuhinderlijke invloeden, zoals lawaai, luchtverontreiniging, trillingen enz., zoveel mogelijk beperkt worden. Ik kan dit streven van harte onderschrijven. Ondanks mijn positieve indruk t.a.v. de milieuvriendelijke woorden in één der rapporten zou ik u toch het volgende willen vragen. Mevrouw Brandenburg noemde al even de Sacramentsstraat, ik zou hier even een aanvulling op willen geven, nl. de Bredeplaats. Hier is ook een ontsluitingsweg gedacht. Wij vragen ons af waarom die nu ingebracht is terwijl die bij de behandeling van het Structuurplan voor de Binnenstad werd afgewezen. Ter ontlasting van het Vrijheidsplein en een verbeterde bereikbaarheid van het centrum vanuit de wijken Bilgaard en Lekkumerend wordt voorgesteld om de Goudenregenstraat vooralsnog een duidelijke verkeersfunctie te laten behouden. Is het niet verstandig om ook het plan voor deze straat, die een totaal verkeerspakket inclusief openbaar vervoer moet blijven verwerken, nog eens te herzien vanuit de derde hoofddoelstelling die ik zonet al noemde? Ik ben nl. van mening dat deze typische woonstraat tot op heden al erg zwaar belast is geweest. In het kader van de eventuele brug over het Nieuwe Kanaal noemde ik u reeds de Wijbrand de Geeststraat. Ook in deze straat waar nogal veel gewoond wordt is een zeer intensief verkeer, m.n. in de spitsuren, te constateren. Ik zou u willen vragen of nog eens bekeken kan worden op welke wijze een minder druk gebruik van deze straat verwezenlijkt kan worden. U zult het stellig met mij eens zijn dat het profiel van deze verkeersader nu niet bepaald van grote omvang is en zeker niet voor dat autoverkeer in twee richtingen. Met alle waardering voor de ontwerpers om een oplossing te zoeken om de entree tot de Nieuwestad W.Z. zo onaantrekkelijk mogelijk te maken zijn wij toch van mening dat de route gedacht over het Groot Schavernek t.a.v. de bebouwing aldaar en het vrij smalle wegdek wellicht anders zou moeten. Het intact houden van de kademuur en het gebruik van deze route door het overige verkeer waaronder m.n. voetgangers doet ons b.v. voorlopig niet juichen voor deze oplossing. Of ondanks het éénrichtingsverkeer de verkeersoverlast daar niet zal toenemen betwijfelen wij toch wel. Ik zou graag van u horen of de door mij genoemde bezwaren bij deze keuze hebben mee gespeeld en of zo mogelijk een andere oplossing binnen het streven om de Nieuwestad niet al te gemakkelijk te kunnen bereiken tot de mogelijkheden behoort. Tenslotte een geheel ander punt. Bij de ontwikkeling van de plannen voor Camminghaburen zijn wij geconfronteerd met problemen m.b.t. de ontsluiting van deze wijk. Een grote polder aan de rand van de stad leende zich prachtig voor de stadsuitbreiding, maar hoe gebrekkig bleken de bestaande aansluitende wegen. Mijn vraag is dan: Waar denkt u voor stadsuitbreiding na Cammingha buren een nieuw gebied te vinden? Als dit nu al enigszins bekend is, is het Verkeersstructuurplan dan zodanig opgezet dat een goede ontsluiting van dat gebied tot de mogelijkheden behoort? De Voorzitter: Nog even iets over het punt van orde. Ik begrijp dat, wie ik ook het woord geef, onder alle omstandigheden een groot deel van de raad nijdig is of het in ieder geval een minder juiste procedure vindt, behalve natuurlijk degene die aan het woord is. Als de grotere fracties één spreker hadden was het voor mij heel eenvoudig. De grotere fracties hebben echter niet één spreker, die hebben de onderwerpen gesplitst. Ik heb met opzet niet eerst de hele P.v.d.A.-fractie laten spreken, dan de hele C.D.A.-fractie en dan de hele V.V.D.-fractie, ik heb getracht wat te mengen. Nu is het dilemma: De kleine fracties eerst het woord geven die dan het hele patroon afwerken of eerst de grotere fracties afwerken. Dat is het maken van een keuze. Omdat men mij in de pauze heeft

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 8