18
Punten 13, 14 en 15 (bijlagen nos. 2126 en 13).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 16 (bijlage no. 31).
Mejuffrouw De Vos: Voor de rij woningen aan de Keizerskroon nos. 60 tot en met 72 lag eens een
wijd open terrein. De bewoners wisten echter dat er een bijzondere bestemming op het gebied lag,
er zou n.l. te zijner tijd een uitbreiding komen van de openbare lagere school en van de kleuterschool.
Op 16 mei van het vorig jaar besloot de gemeenteraad de openbare lagere school en de openbare
kleuterschool uit te breiden met respectievelijk een leslokaal en een werklokaal. Het genoemde gebied
aan de Keizerskroon werd aangewezen en men maakte een situatietekening voor dit terrein waarbij
men rekening hield met 7 noodlokalen. De 2 geplande noodlokalen staan er en de situatie is zeker
voor de bewoners van 2 huizen aldaar afschuwelijk te noemen. Voorheen kon men volop open lucht
zien en in de verte huizen. Nu ziet men 10 meter uit de tuin een houten bouwsel met een gesloten
wand van onbestemde kleur. Door het houten lokaaltje heeft men minder licht in de woonkamer ge
kregen. Het woongenot is dan ook zeker voor deze mensen sterk afgenomen. De huurdersvereniging
Aldlan stelt in haar brief van 12 december dat er geen sprake meer is van vrije bewoning. Ik deel
deze mening en ik zou het college willen vragen of er nu werkelijk geen andere oplossing mogelijk
is. Voor iemand die niet zo doorgewinterd is in de problematiek van de ruimtelijke ordening is het
onduidelijk waarom de houten barakken niet meer in de richting van het Van Harinxmakanaal zijn
geplaatst. Daar ligt n.l. nog een heel stuk vrij terrein. De noodlokalen zijn daarbij ook nog zo le
lijk van vorm dat de Welstandsadviescommissie maar liever geen advies gaf over deze bouwsels. Waar
om kunnen de lokalen niet verplaatst worden? Ze zijn er in anderhalve dag neergezet, dus het lijkt
een kleine moeite. Het ligt in de bedoeling het niet bij deze 2 lokalen te laten. Men wil op dit ge
bied nog 5 van deze noodvoorzieningen neerzetten, weliswaar verspringend, maar dat neemt niet
weg dat mensen die nu vrij uitzicht hebben straks vlak voor hun neus ook zo'n vormloos bouwsel krij
gen. Zijn deze 5 lokalen nu eigenlijk wel zo nodig? Zo ja, kunnen ze dan niet anders gegroepeerd
worden dan de ter inzage gelegde tekening aangeeft? Een noodlokaal is iets tijdelijks, maar wij
weten allemaal dat dit soort gebouwen die volgens de regeling maar 5 jaar meegaan meestal veel lan
ger staan, zodat er nu het nog kan wel iets gebeuren moet.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: De raad heeft in mei 1 977 besloten tot de bouw van noodlokalen
en de Commissie R.O. is akkoord gegaan met deze plaats. Onze fractie heeft echter begrip voor de
teleurstelling van de bewoners van Keizerskroon 60 tot en met 72, zoals is uitgedrukt in de brief van
het huurderscomité van 23 december. Wij vinden ook dat er een ongunstige verandering in uitzicht
en privacy is ontstaan. Wij zouden dan ook graag van het college willen weten of er voordat het
raadsvoorstel in april/mei werd geformuleerd overleg met de bewoners is geweest over de plaats van
deze lokalen. Verder zouden wij willen weten of er met de Inspectie van het onderwijs overleg is ge
pleegd over de precieze situering van de speelplaats. Is overlegd of die aan de kant van de woningen
zou kunnen worden aangelegd en is overwogen of de lokalen verder naar het zuiden geplaatst kun
nen worden? Dit laatste komt overeen met de vraag die mejuffrouw De Vos gesteld heeft. Wij vragen
ons verder af of de onderwijsvoorschriften geen ruimte laten om de speelplaats naar de andere kant te
verplaatsen. Wij zijn er van overtuigd dat de kinderen graag in de zon willen spelen, dus het is mis
schien wat moeilijk. Bij het preadvies dat luidt dat er geen wijziging in de gekozen opzet nodig is
zetten wij toch wel een vraagteken. Als het werkelijk niet anders kan, zouden wij willen aandringen
op het planten van snel groeiende klimplanten, want ook wij vinden de kleur en de vorm van de nood
lokalen erg lelijk. (De Voorzitter: Wat voor kleur is het?) Bruinachtig. (De hear Miedema: Ik tocht dat
der read ut kaem.) (De heer' Heidinga: Grijs-bruin.)
De hear Miedema: Wy kinne us foorstel Ie dat de biwenners dit in rare tsjinfaller fine. Men koe
witte - en men wist it ek - dat it in b.d.-terrein wie en dat der alle dagen in bibouwing komme koe.
It probleem is yn wezen de utfiering fan dizze lokalen. Juffrou De Vos hat der ek al op wiisd dat seis
de "Welstandsadviescommissie" hjir net oer gear west hat. Dat men as gemeentlike oerheit yn wezen
troch it ministearje forplichte wurdt lokaliteiten fan sa'n kwaliteit en mei sa'n utsicht to bouwen om't
men dy oars net bouwe kin, is dochs wol in swier to fortarren saek. !t plak as sadanich hat us fraksje
net safolle problemen mei. Hwat is nammentlik it gefal. As wy dy lokalen der net bouwe en wy forkeapje
hjoed of moarn it terrein oan in "accountantskantoor" of oan in architekteburo dy't der in bousel del
set foar syn bidriuwsutf iering, dan is de kans réeel dat dat in gebou wurdt mei twa of tri je wenlagen.
De "bezonning" en it utsicht fan de wenhuzen wurde dan gans minder as mei dizze bou it gefal is. It
kolleezje seit al: "De open ruimte tussen lokalen en woningen zal worden voorzien van een passende
en afwisselende beplanting." Ik soe graech de garansje hawwe wolle dat dy sa gau as it fan't maeitiid
kin oanplante wurdt. Ik soe freegje wolle om dat sa mooglik to dwaen yn oerliz mei de biwenners.
De heer Heidinga: Ik hoorde dat mejuffrouw De Vos zei dat de Welstandsadviescommissie geen
advies had willen uitbrengen. Is dat waar? Ik vraag mij n.l. wel af of, als daar zulke kisten neerge
zet worden - daarvoor moet de Welstandsadviescommissie geraadpleegd worden, dat zullen b. en w.
ook ongetwijfeld gedaan hebben - en er komt een afwijzend advies, b. en w. dan niet gebonden zijn
om zich daar aan te houden. Wij zijn daar altijd nogal scherp op, als er hier of daar een stijltje in
een kozijn moet of als er een dakkapelletje op een dak moet of zo, dan kan dat niet, want de Wel
standsadviescommissie wijst dat af. Ik vind dat je niet met twee maten kunt meten en hier zo maar
deze lelijke grijs-bruine gevallen neer kunt zetten. Ik vind dat rechtsongelijkheid, dat kunnen wij
niet doen. En dan kunnen wij honderd keer in de pijn en in de moeite zitten en zeggen dat wij anders
niks krijgen, nou, dan krijgen wij maar niks. Wij kunnen dit niet doen, als wij iemand weigeren om
een dakkapelletje op een dak te zetten en zeggen dat dat uit welstandsoverwegingen niet aanvaard
baar is, dan moeten wij, als wij het uit welstandsoverwegingen niet aanvaardbaar vinden dat die
kisten vlak voor de neus van die mensen worden geplaatst, consequent zijn en zeggen: Dit kan niet.
De heer Rijpma (weth.): Eerst ga ik maar even op de laatste opmerking in. De Welstandsadvies
commissie heeft geadviseerd en die heeft niet afwijzend geadviseerd.
Verder wil ik nog een aantal opmerkingen maken. In feite is elke straat en elk pleintje in de hele
wijk Aldlan van zeer beperkte afmetingen. Als u door sommige straatjes loopt dan ziet u dat de afstand
tussen de ruit van de voorkamer en de achterkant van andermans schuurtjes minder is dan 17 meter. De he
Ie wijk Aldlan is gebouwd met de intentie om geen hoogbouw te plegen, die is gebouwd met de bedoe
ling: Liever dicht op elkaar op de begane grond dan op welke wijze dan ook hoogbouw. Dat betekent
dat, om zonder lokatiesubsidie tot een sluitende exploitatie te komen in een toen zeer beroerde situa
tie, alle voorzieningen dicht op elkaar gepland zijn. Dat geldt ook voor het totale terrein dat daar
nog onbebouwd ligt. De grenzen van dat terrein zijn heel dicht op de bebouwing aangegeven.
T.a.v. de situering moet ik de raad er heel nadrukkelijk op wijzen dat, toen deze beslissing in de
raad genomen werd, er op heel spoedige realisering is aangedrongen. Er is toen gevraagd om nader
inzicht te mogen hebben in de situering van de gebouwen. De situering van deze lokalen is in ieder
geval aan de Commissie Ruimtelijke Ordening - ik meen zelfs ook aan de raad - zeer nadrukkelijk
voorgelegd en die heeft zich met deze situering akkoord verklaard. Ik moet er bij zeggen dat ik over
het omdraaien van schoolpleinen enz. - ik heb dit ook al in de Commissie Ruimtelijke Ordening ge
zegd - geen gesprekken heb gehad met de Inspectie. Het is ook niet mijn taak om die gesprekken met
de Inspectie te voeren. Ik heb wel gesprekken gevoerd waar de Inspectie van het kleuteronderwijs en
van het lager onderwijs bij was over de situatie achter de Oase. Daarbij is mij gebleken dat elk voor
stel dat van de zijde van de dienst of van de zijde van het kerkbestuur of van de zijde van anderen
kwam voortdurend strandde op de zeer stringente eisen die gesteld worden t.a.v. de situering van les
lokalen. Dan kun je wel zeggen: Had het dan omgekeerd. Dat is een voor de hand liggende veronder
stelling, maar de eisen zijn zeer stringent.
Wat de beplanting betreft, ik wil nog wel eens onderstrepen - het staat ook al in de raadsbrief -
dat er alles aan gedaan moet worden om door een snelle en goede beplanting, desnoods maar een wat
duurdere beplanting als dat t.o.v. het visuele gewenst is - dus wat duurdere en grotere struiken -, te
proberen om het leed dat geleden wordt zo goed mogelijk te verzachten. Ik moet er heel nadrukkelijk
bij zeggen dat de situering in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Verschuiving in een andere
richting, dus naar een zuidelijke richting, conflicteert met de belangen die wij aan anderen hebben
toegedacht, o.a. aan een winkelcentrum, aan een garagebedrijf, aan een tehuis voor kinderen die
in een bijzondere situatie verkeren en aan een wijkgebouw. Die belangen zijn in het andere deel tegen
elkaar afgewogen. Elke verschuiving heeft gevolgen. Ik geloof dat, hoe jammer het in een bepaald
opzicht ook mag zijn, hoe teleurstellend het ook voor de bewoners kan zijn, hoe frustrerend het ook
voor de bewoners kan zijn, een andere mogelijkheid irreëel was geweest.
Mejuffrouw De Vos: Ik wil nog wel een vraag stellen over de 5 andere noodlokalen. Zijn die no
dig en wanneer komen die? Daar is, dacht ik, nog onduidelijkheid over, zeker bij de bewoners.