20 De hear Miedema: Ik haw frege oft it mooglik is om yn oerliz mei de bitrutsen biwenners de bi- planting oan to bringen. Dat wie myn earste fraech. Myn twadde punt - ik slüt dan oan by juffrou De Vos dy't praet oer dy oare 5 lokalen - is: As der sekerheit oer is dat dy lokalen der komme en it plak is bikend dan soe ik wol foorstel Ie wol Ie dat de biplanting dy't der by moat foor safier mooglik noch dizze maeitiid oanbrocht wurdt sadat dy fêst bigjinne kin. De heer Rijpma (weth.): De vraag over de noodlokalen laat ik graag aan weth. Ten Brug over. Wanneer de mensen die daar wonen bereid zijn om van gedachten te wisselen over de beplanting is er van mijn kant geen enkele terughouding, maar ik formuleer het zoals ik het formuleer. (De hear Miedema: Wy kinne ek min oars forstean.) De heer Ten Brug (weth.): Ik kan niet exact op de vraag van mejuffrouw De Vos antwoorden. Wij hebben inderdaad behoefte aan meer lokalen dan wij indertijd gepland hebben. Dat ziet u ook uit het voorstel dat nog in de raad moet worden behandeld, er moet n.l. nog een vierde lokaal bij de school in Aldlcin-west komen. In Aldlan-west kunnen niet meer lokalen worden bijgebouwd. Als blijkt dat de wijk behoefte heeft aan meer lokalen dan zullen die dus in Aldlan-oost moeten worden gebouwd en het kan best zijn dat er dan in de toekomst schoolgrenzen moeten worden verlegd. Of er nog 5 lo kalen bij moeten komen durf ik nier te zeggen. Omdat er praktisch geen terreinen meer in Aldlan-oost en in heel Aldlan zijn waar deze tijdelijke gebouwen neergezet kunnen worden hebben wij zekerheids halve terrein gereserveerd voor 7 lokalen. Het kan best zijn - ik hcop het ook - dat het in totaal met 5 lokalen ophoudt, misschien moet er nog één lokaal bij, ik durf het niet te zeggen. Wij hebben dit alleen gedaan om reserve te hebben. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 17 (bijlage no. 38). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 18 (bijlage no. 35). Mevrouw Visscher—Bouwer: Ik wilde even een compliment maken aan het Woningbedrijf voor de in ventieve wijze waarop zij op de mogelijkheid om het herstel van het wonen in de binnenstad mogelijk te maken zijn ingeschoten. De onderhandelingen moeten geen eenvoudige zaak zijn geweest. Wij zijn blij dat dit tot goede resultaten heeft geleid. Ik heb nog een vraag. Er lag nog niet veel van het ont- werp-plan ter inzage, maar ergens op dit plan stond o.a. "magazijn". Mijn vraag is of het op die plaats, waar dan toch een blind raam of zo komt - dat was nog niet te zien -, mogelijk is etalages te maken. Vroeger had de Sacramentsstraat voor een groot deel beneden een winkelfunctie en boven een woonfunctie. Dit komt eigenlijk weer terug en mijn vraag is of u hier aandacht aan wilt schenken en er met het bedrijf over wilt praten. De straat zou er dan misschien nog wat aardiger uit komen te zien. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Mevrouw Visscher maakt een compliment aan de gemeente, wij doen dat aan de andere partner, wij vinden n.l. dat Vennema zich uitstekend aan de voorwaarde die gesteld is door de gemeente voor herbouw van het afgebrande pand heeft gehouden door zijn bereid heid tot medewerking aan het tot stand komen van 4 appartementen op zijn nieuw te bouwen bedrijfs pand, zoals blijkt uit de overeenkomst. Wij menen dat de vergoeding voor de grondkosten en zwaar dere onderbouw redelijk is. Wij waarderen ook zeer dat daardoor meteen de gemeentewoning die er naast ligt kan worden herbouwd met beneden nog een vluchtweg en een trappenhuis voor de apparte menten. Wij stemmen er mee in dat er op deze wijze een vijftal woninqen, of liever appartementen, voor werkende of studerende mensen in de binnenstad bij komt. Het lijkt ons echter wel dat er wei nig zon en licht komt in die nauwe straat. Wij hebben met instemming gelezen dat Vennema zich verplicht om het uitzicht naar het noorden in ieder geval te waarborgen. De heer Eijgelaar((weth.): Ik zal de dank en het compliment van mevrouw Visscher m.n. aan het Woningbedrijf overbrengen. Het plan is, mijns ondanks zou ik zeggen, toch doorgegaan. Hoe het komt met mogelijke etalages in de Sacramentsstraat weet ik niet, dat is een kwestie van bouwvergunning. Mogelijk kan collega Rijpma daar aanstonds iets over zeggen. De heer Vennema moet voor de realisering van dit pand, dacht ik, een bouwvergunning hebben en als die etalages daar in opgenomen zijn of daar alsnog in opgenomen kunnen worden, dan zullen die er komen. Als dat niet 21 het geval is dan komen die etalages er, denk ik, niet. (De Voorzitter: U zou het ook aan die man door kunnen geven.) Ik kan met die man praten, maar de onderhandeling is niet van mij uitgegaan. (De Voorzitter: Dan ziet de wethouder later wel of hij het plan van mevrouw Visscher volgt. Het is een logische gang van zaken dat u dit even overbrengt aan die mijnheer, zodat er rekening mee kan wor den gehouden.) Ik zal ook aan die mijnheer de complimenten die hier gemaakt zijn overbrengen. (De Voorzitter: Dat kunt u dan mooi combineren.) (Gelach) Het is natuurlijk wel zo dat - hier moet geen misverstand over bestaan - de heer Vennema alleen een bouwvergunning kon krijgen als hij daar ook woonbebouwing ging realiseren of liet realiseren. Dat laatste is dus gebeurd, maar dat was wel een voorwaarde om daar tot nieuwbouw te komen. Ik dacht dat ik hiermee de opmerkingen die gemaakt zijn wel had beantwoord. Ik dank de raad nogmaals voor het compliment. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 19 (bijlage no. 20). Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Wij hebben in de brief van de bewoners vooral gelezen dat er behoefte bestaat aan meer parkeerruimte. Nu zien wij niet helemaal in dat er door de bouw van lagere of kleinere woningen aan die bezwaren tegen gebrek aan parkeerruimte wordt tegemoet gekomen. Wij kunnen instemmen met uw verder betoog dat aanleg van een parkeerterrein op die plaats niet gewenst is, omdat eventuele plannen voor een woonerf of een verkeersluw gebied doorkruist zouden worden en om dat er bij de uitwerking van het bestemmingsplan naar een oplossing van het parkeerprobleem gezocht moet worden. Het verhaal dat ik nu dus houd komt er op neer dat wij er op aandringen om de brief aan de bewoners zo te redigeren dat het een logisch geheel wordt. Wij kunnen instemmen met de bouw van kleinere en lagere woningen die uit stedebouwkundig inzicht beter aansluiten bij de bestaande bebouwing en minder hinder veroorzaken. Wij hebben nog wel een vraag over de speciale woning die daar op de hoek zal worden gebouwd, dit zou n.l. een woning voor een gehandicapte worden met 5 kamers. Als hier nu alleen maar 3-kamer woningen worden gebouwd dan wordt ook die woning kleiner. Wij zouden willen vragen of die aangepaste woning dan ook op een andere plaats zou kunnen worden gebouwd waar wel een 5-kamer woning mogelijk zou zijn. Wij menen n.l. dat juist voor een gezin met een gehandicapt gezinslid in vele gevallen een extra slaapkamer wenselijk of noodzakelijk is; dit hangt natuurlijk ook wel van de samenstelling van het gezin af. Zo'n woning moet natuurlijk wel goed bereikbaar zijn met auto of rolstoel, die moet wel aan een straat liggen en niet aan een plein tje of zo waar men moeilijk kan komen. De heer Heidinga: Ik ben van mening dat wij aan het bezwaar van deze mensen in zoverre tegemoet moeten komen dat wij dat terreintje daar zo moeten laten. Wij moeten er geen parkeerterrein van ma ken, wij moeten er ook geen huizen op zetten, wij moeten dat gewoon een groen terreintje laten blij ven en wel om de volgende redenen. Ten eerste: het bedoelde terrein is ingeplant met bomen en strui ken en het heeft als zodanig een functie in die straat. Ten tweede: ik herinner mij dat ergens in het plan Metamorphose een grote pijl staat om de beschouwer er op te wijzen dat het groen van het park doordringt in de wijk. Ik vind het eigenaardig dat dit plan er meteen ook in voorziet om een andere straat het beetje groen dat daar is af te nemen. Ten derde: met de inspraak die de bewoners van de straat hebben gehad t.a.v. het plan Metamorphose is het maar zeer sober gesteld. Dit is ook een reden om nu niet toe te staan dat het te bouwen ontwerp wel doordringt in diezelfde straat. Ten vierde: het zou naar mijn mening reëel zijn hier niets te veranderen zo lang het bestemmingsplan Cambuur niet beschikbaar is, want pas dan kunnen de bewoners de bij de wet aan hen toegekende rechten uitoefe nen. Ten vijfde: mevrouw Visscher-Bouwer zegt wel eens in de raad van sommige plannen of voorne mens: Het is niet omkeerbaar, wij moeten daarom daartoe niet besluiten. Dat is hier ook zo. Pas als er een bestemmingsplan is moeten wij besluiten, rfiet nu. Dan doen wij deze burgers volledig recht. De heer Eijgelaar (weth.): Mevrouw Van Dijk heeft het nog even gehad over de parkeermogelijk- heden. Ik dacht dat het in de raadsbrief helemaal niet zo onlogisch is gesteld. Er is gezegd dat wij op een andere plaats dan daar een oplossing voor parkeerruimte zoeken, zoals door de bewoners wordt gevraagd. Naar onze mening kan die andere plaats ook worden gevonden, n.l. aan de noordkant van de school die daar staat. Dat is het gedeelte van de Frederik Ruyschstraat dat is gelegen tussen de Boerhaavestraat en de Robert Kochstraat. Ik geloof wel dat dat een oplossing kan bieden, zeker in het kader van het plan zoals dat hier wordt ontwikkeld. Het zou naar onze mening toch duidelijk een onjuiste zaak zijn indien m.b.t. het verkeersluw maken van dat gebied nog een parkeerruimte wordt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 11