12
De Voorzitter: Ik stel voor dat wij nu deze motie maar in discussie brengen. Dit gaat een ietwat
andere kant uit dan het voorstel van het college. (Gelach) De motie ligt hier. er staan twee handte
keningen onder, dus hij is geldig. (Gelach) Ik dacht dat de raad nu moest vaststellen welke kant ge
kozen moet worden, de kant van de motie of de kant van het voorstel van het college. Ik geef nu dus
deze motie in discussie.
De hear Miedema: It skynt sa to wezen dat mei in aide pleats alles mooglik is. Der binne alle moog-
like foorstellen en inisiativen ut de kommisjes kommen en der wie it al slim om in kar to dwaen mei
safolle advizen. Men mient dat der in bytsje sicht op komt en dan krijt men dit. Om der op dit stuit
ofdwaende op to réagearjen is net maklik. Yn it foarste plak binne der yn dit totale rekréaesjepla.n
Kealledykje natuerlik mar in bytsje bistimmingen dêr't sa'n keaper oan foldwaen moat. De mooglik-
heden binne wakker biheind, wol forkeap net in steurend elemint wêze. Alhoewoi, der binne dingen
dêr't men fan seit dat dy wol kinne soenen. len fan de greatste problemen is nei myn bitinken dat de
ried op dit stuit bisl6t ta forkeapjen. Aldergeloks neffens my foar al dy jonge minsken dy11 dêr nou
noch gebruk fan meitsje kinne hat it kolieezje de hier net opsein oan de hear Kreuze. By de bigrea-
tingsbihanneling is dêr fanüt üs fraksje ek foar pleite. Salang der net in ridiik alternatyf is foar dizze
minsken, hat myn fraksje it der net maklik mei om dit abrupt ta in ein komme to litten. As wy op dit
stuit bislute om de pleats to forkeapjen is dat it gefolch, hwant de kans dat de man dy't it hjoed de
dei hiert de keaper wêze sil is neffens my nihil. Ik leau ek net dat dat in gunstige Ontwikkeling wêze
soe. Ik leau dat jo yn de takomst dit elemint dêr net halde kinne, om't ik de mooglikheden om dêr
op in langere dur in maneezje to eksploitearjen gering fyn. Dat is de iene kant. De oare kant is dat
ik, as wy bislute to forkeapjen, forwachtsje dat der yn de rin fan dizze maeitiid in foorstel op üs agen
da komt om ta nijbou fan in wurkpleats en opslachplak foar de Tsjinst foar Sport en Rekréaesje oer
to gean. Nou't wv dit pand yn eigendom hawwe, nou't it yn it bistimmingsplan oanjown stiet as in to
hanthavenjen gebou en nou't de pleats iennich underhald nedich hat hwertroch neffens nou foarsteld
wurdt der dochs in ridlik gebruk fan makke wurde kin yn dizze fiif jier, soe it gewoan in wiis bislüt wêze
en hald dizze pleats yn eigendom. Jow de pleats foarearst as opslachplak oan de Tsjinst foar Sport en Re
kréaesje, hwant it leit tige gaedlik foar it hiel underhald fan dit park. Yn forhalding ta de ynvestear-
ring hawwe wy hjirmei in hiel goede oplossing, tocht my. Ik wol net sizze dat de pleats optimael is
foar de tsjinst, mar wy moatte üs net foorstel Ie dat wy alles optimael réalisearje kinne. Sjoen de rumte
dy11 biskikber komt en sjoen de lizzing fyn ik dit in tige goed plak en in tige goede oplossing. Nou't
de totale kosten fan herstel net heger binne as hjir roaid, hawwe wy dêr yndied in aid gebou mar wol
in hecht en in sterk gebou. It underdiel dat yn wêzen de hechtheit fan de pleats bipaelt, is it bynt-
wurk en dat is neffens my - ik bin der forskate kearen west - yn goede steat. As men der allegearre
nije pannen en latten opsette sil, dan siz ik dat wy der net foar binne om dizze pleats op dit momint
to forkeapjen, en wol om twa redenen: yn it earste plak sil dat ynhalde dat der foar de gebrukers fan
de maneezje fan Kreuze in abrupt ein oan komt sunder dat der in alternatyf is. Yn it twadde plak is
der in finansieel motyf: as wy dizze pleats ofstjitte moat der yn koarte tiid in nij gebou foar de Tsjinst
foar Sport en Rekréaesje komme en dy kant wol Ie wy net üt nou't it net bislist hoecht. (De heer Knol:
Is dat financieel nadelig?)
De heer Van der Wal is inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer De Beer: Nog een paar korte opmerkingen. Ik heb hier het verslag van de vergadering van
de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie van 23 augustus. Daarin wordt helemaal niet ge
zegd dat de dienst het gebouw niet zou willen of kunnen gebruiken, dat is beslist niet het geval. (De
heer De Vries (weth.): De kosten zijn afgewogen.) Wij hebben gewoon de kosten tegen elkaar afgewo
gen en gezegd dat het verschil dermate groot was dat wij voor 300.000,een goede werkplaats
voor de D.S.R. konden creëren en dat de kosten om die boerderij te restaureren te hoog waren. Dat
was duidelijk de afweging die wij in de commissie hebben gemaakt, dat wilde ik alleen recht zetten.
Verder wacht ik graag het antwoord van de wethouder af.
De heer De Jong: De opmerkingen van de wethouder nopen mij om ook een opmerking te plaatsen.
(De Voorzitter: Het gaat nu wel om die motie, laten wij daarover geen misverstanden krijgen. Het gaat
niet om antwoorden op opmerkingen van wethouders maar om reacties op de motie van de heer Knol.)
Afgezien van deze motie - ik dacht overigens dat deze motie een invoeging was -, dacht ik dat wij
duidelijk bezig waren met de raadsbrief.
De Voorzitter: Ik heb duidelijk gezegd: Ik stel voor deze motie nu eerst ter discussie te brengen.
Het is n.l. niet zinvol om over de raadsbrief door te praten als de raad deze motie aanneemt. Daarom
13
heb ik gezegd - het klonk misschien wat gekscherend, maar dat was het niet - dat de motie een ande
re strekking had dan het voorstel van het college. De discussie wordt erg troebel en vreemd als deze
beide dingen door elkaar worden gehaald. Eerst moeten wij deze motie behandelen, want als de raad
in meerderheid besluit om de boerderij te verkopen is het niet meer zinvol om over het andere voorstei
te praten. Ik kom hier even op terug omdat ik graag eerst de motie wil afwerken, dat lijkt mij zinvol.
(Mevrouw Brandenburg— SjoerdsmarKomt er een tweede instantie?) Dit is de eerste instantie van de dis
cussie over de motie.
De heer De Beer: Mag ik dan een aanvullende opmerking maken? Een deel van mijn fractie is voor
de motie van de P.v.d.A., het andere deel zal dus tegen stemmen; dat deel is tegen verkoop.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma:Wanneer die motie niet wordt aangenomen en het voorstel van
b. en w. wel, houdt dat volgens mij nog niet in - dat staat n.l. helemaal niet in de raadsbrief - dat
de Dienst voor Sport en Recreatie daar ook in zal worden gehuisvest, iets wat de heer Miedema wil
als ik hem goed heb begrepen. (De hear Miedema: Ja.) Het aannemen van deze raadsbrief houdt dat
echter niet in.
De Voorzitter: Daar mag geen misverstand over bestaan. Het houdt het niet in maar het sluit het
ook niet uit. (Gelach) Ik zeg dit er even tussen door om de discussie te verduidelijken. Als de raad
het voorstel aanneemt zullen wij natuurlijk moeten vaststellen wat de eerstkomende jare.i met de boer
derij waaraan een ton is besteed gebeurt, waarbij ook wij er van uitgaan - dat sluit dan wel aan bij
wat de heer Miedema zei - dat het gebouw niet instort en een aantal jaren gehandhaafd kan blijven.
Dan zullen b. en w. met dat gegeven moeten vaststellen wat er met die boerderij gebeurt. Daarbij
is de kwestie m.b.t. de Dienst voor Sport en Recreatie niet vari de baan. Ik wil daarmee niet zeggen
dat het gebouw die bestemming krijgt. Dat is n.l. een afzonderlijk probleem, de heer De Beer noem
de al het punt van de kosten. Wij zullen dan eens moeten nagaan hoe de kaarten liggen en wat er moet
gebeuren. Wij zijn het er natuurlijk over eens dat het besteden van een ton aan deze boerderij en er
verder niets mee doen onzin is.
De heer Heere: De motie spreekt over nader te stellen voorwaarden zonder dat die expliciet wor
den gemaakt. Ik begrijp dan niet precies waar wij het over hebben, want ik vind het nogal essentieel
in het voorstel. Ik zou dus graag willen weten in welke richting de indiener van deze motie wat dat
betreft denkt.
De Voorzitter: Misschien kan de heer Knol daar straks nog wel iets van zeggen. Op dit moment
kunnen wij als college daarop niet reageren. Als de raad deze motie aanneemt, zou dat inhouden dat
wij ons ondertussen beraden over de vraag wat die voorwaarden zouden moeten zijn, waarbij de nodi
ge commissies ingeschakeld zullen worden. (De heer Heere: Betekent dat dat de beslissing eventueel
alsnog wordt teruggedraaid wanneer de voorwaarden ons niet bevallen?) De raad kan een volgende
keer zeggen: Op die voorwaarden doen wij het niet. (De heer Heere: Is het dan niet beter om het voor
stel eerst maar eens afgerond voor te leggen?) Zo moeten wij niet gaan praten, want dan krijgen wij
nooit duidelijkheid. (De heer Heere: Die duidelijkheid wil ik graag hebben.) Ik ook, daarom gaan wij
eerst deze motie afwerken want daar staat in ieder geval duidelijk in of wij dat ding ja of nee moeten
verkopen.
De heer Knol: Ik wil nog wel even verduidelijken waarom ik deze formulering heb gebruikt. Het
is duidelijk dat in dit recreatiegebied niet elke bestemming kan worden toegewezen aan een eventuele
koper van deze boerderij. Ik noem bij voorbeeld een autosloperij of zoiets. Dat bedoel ik daarmee. Ik
dacht dat het zinvol was om daarover in de commissie die wij daarvoor hebben, de Commissie voor het
Grondbedrijf, met elkaar te gaan praten als wij tót verkoop besluiten. Gelet op de financiële consequen
ties die het instandhouden van deze boerderij voor de gemeentelijke huishouding zal hebben, lijkt het
mij zinvol om daar gewoon in de commissie over te gaan praten en te bekijken of de boerderij - ik noem
maar wat - voor bewoning vrij kan worden gegeven of voor een restaurant of iets in die geest. Misschien
kan de boerderij wel voor manege worden vrij gegeven. Ik neem aan dat wat ik nu voorstel de norma
le gang van zaken is. Het is niets buitengewoons.
De Voorzitter: Het lijkt mij verstandig dat wij de discussie over dit punt opschorten tot na de pau
ze. Het lijkt mij n.l. juist dat ook het college zegt wat het van dit voorstel denkt. Het college wordt
verrast door deze motie, ik vind dat helemaal niet erg, maar wij zullen wel even de koppen bij elkaar