28 g-oen in de buurt, maar er is ook een speeltuinvereniging en zo. Het geeft nogal wat problemen. Ik ben echter bereid om in ieder geval met de architect te overleggen en te bekijken wat er kan gebeu ren. Als het niet anders kan dan hier te bouwen dan moet toch wel gepoogd worden zo veel mogelijk het geheel - dat is eigenlijk al wat te zwaar gezegd, want het worden natuurlijk seriegebouwen, anders kan het niet - te behouden en moet bekeken worden op welke wijze de totaalbouw van met name deze twee scholen gerealiseerd zal kunnen worden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe zegging van wethouder Ten Brug. Punt 16 (bijlage no. 105). Mevrouw Brandenburg— Sjoerdsma: Ik zou graag een inlichting van u willen hebben over de moge lijkheden die het fonds geeft. In een ter inzage gelegd stuk wordt n.l. opgemerkt dat het fonds geen mogelijkheden biedt voor deelnemers aan avondonderwijs. Daar wordt dan weer uit afgeleid dat ook deelnemers aan het dagonderwijs voor volwassenen van het fonds geen gebruik kunnen maken, om dat het dagonderwijs voor volwassenen is aangehaakt aan het Fries Avondcollege. Nu wil ik graag van u weten of u het met die opvatting eens bent. Of zegt u: Dagonderwijs is dagonderwijs en ook de deelnemers aan het dagonderwijs voor volwassenen kunnen een beroep doen op het fonds. De heer Ten Brug (weth.): Ik ben het met de opmerking die in het ter inzage gelegde stuk van de zijde van Onderwijs gemaakt is niet eens. Inderdaad is dagonderwijs dagonderwijs. Het gaat om een dag-mavo voor volwassenen. Of je nu in een subsidieregeling van het rijk onder het avondon derwijs wordt geschoven mag niet ter zake zijn. Het is natuurlijk wel zo dat het bekijken van die aanvragen iets anders ligt dan bij volledig dagonderwijs, het betreft hier parttime-onderwijs. In principe - daar gaat het toch om - meen ik dat dit onderwijs onder deze verordening valt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 17 t.e.m. 21 (bijlagen nos. 116, 114, 120, 118 en 107). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 22 (bijlage no. 115). Gemeentebegroting, sub 2, Aanvullend krediet herinrichting Oldehoofsterkerkhof tot parkeerterrein. De heer Bijkersma: Bij de behandeling van dit punt in juni vorig jaar hebben wij al naar voren gebracht dat wij dachten dat het plan eigenlijk een vervolg was op een wat slechter plan. Het ant woord dat de wethouder toen gaf kwam er op neer dat het plan dat toen naar voren kwam het einde van alle plannen was en dat het Oldehoofsterkerkhof zou worden heringericht zoals de dienst dat had ontwikkeld. De zwakheid in het plan van toen is natuurlijk dat men nu al weer met een wijzi ging komt. Wij hebben daarover intussen al meer wijzigingen gehad, maar nu is er weer een wijzi ging in het plan, nu moeten de muren van de St. Vituskerk weer verbreed worden omdat dat van te voren niet was bekeken. Ik vind dat de planbegeleiding toen wel slecht is geweest. Ik ben bang dat de St. Vituskerk zo langzamerhand helemaal boven de kim komt en dat er een kerk gebouwd wordt op het Oldehoofsterkerkhof(De heer P.D. van der Wal: Dat moet niet.) Dit is natuurlijk niet zo serieus bedoeld, maar door iedere keer weer aanvullende kredieten te vragen wordt wel aange toond dat het plan dat in juni vorig jaar is ingediend een onvolwaardig plan is geweest. Dat wil ik dan nu toch nog weer een keer naar voren brengen. De heer Rijpma (weth.): Ik kan de heer Bijkersma verzekeren dat er geen kerk wordt gebouwd. (De heer Bijkersma: Ik ben niet tegen kerken, hoor.) Zo ver zal het in ieder geval niet uitgroeien. Het is kennelijk een heleboel mensen die met dit plan geconfronteerd werden niet opgevallen dat de details niet helemaal klopten. In ieder geval kunt u er, dacht ik, nu wel van verzekerd zijn dat er voldoende in details is getreden om dit het eindontwerp te laten zijn. (De heer Bijkersma: Dan is het nu wel goed.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 23. De heer Miedema: Het rapport, aan de raad uitgebracht door de commissie belast met het onder zoek der geloofsbrieven, luidt: "Krachtens aanwijzing van de voorzitter van uw vergadering hebben ondergetekenden, J.R. Bij kersma, H. ten Hoeve en W. Miedema, de geloofsbrieven onderzocht van het nieuw benoemde raads lid, de heer P.J. Sijbesma. De heer Sijbesma is bij besluit van 14 maart 1978 van de Voorzitter van het Centraal Stembureau ter verkiezing van de leden der gemeenteraad benoemd verklaard tot lid van de raad. De geloofsbrief met bijbehorende stukken is door de benoemd verklaarde binnen de door de wet gestelde termijn ingezonden. Uit de ingezonden verklaring of op andere wijze is ons niet ge bleken dat de benoemd verklaarde op het tijdstip waarop over de toelating moet worden beslist een met het raadslidmaatschap onverenigbare betrekking bekleedt. Voorts heeft de burgemeester aan uw raad een uittreksel van het bevolkingsregister overgelegd waaruit blijkt dat de benoemd verklaarde zijn werkelijke woonplaats in de gemeente heeft. Wij kunnen uw vergadering derhalve rapporteren dat wij de geloofsbrief met bijbehorende stukken in orde hebben bevonden. Daar overigens geen om standigheden bekend zijn op grond waarvan de benoemde niet zou kunnen worden toegelaten mogen wij u adviseren de heer P.J. Sijbesma toe te laten als lid van de raad der gemeente Leeuwarden." Aldus gerapporteerd in de vergadering van de raad der gemeente Leeuwarden op 3 april 1978. De brief aan de gemeenteraad is ondertekend door de heren Bijkersma en Ten Hoeve en door mij. De raad besluit overeenkomstig het voorstel van de commissie. Punt 24 (bijlage no. 122). Voordracht: de heer P. Tulner. Benoemd wordt de voorgedragene met 32 stemmen (2 stemmen blanco). Punt 24a (bijlage no. 124). De heer Buising: Ik zou graag een aanbeveling willen doen. Ik zou de raad willen voorstellen ak koord te gaan met de benoeming van de heer Knol als lid van de Commissie voor het Grondbedrijf; dat is nummer 3 op de stembrief. Als lid van de drie andere commissies zou ik u de heer F. van der Wal willen voorstellen. De Voorzitter: Ik verzoek u de stembrief in te leveren. U dient hierop natuurlijk wel de namen in te vullen. De aanbeveling luidt dus als volgt: Aanbeveling voor benoeming in: Commissie voor de Volksgezondheid de heer F. van der Wal Commissie voor de Straatnaamgeving de heer F. van der Wal Commissie voor het Grondbedrijf de heer J. Knol Raad voor de Volkshuisvesting de heer F. van der Wal Benoemd worden de aanbevolenen met 33 stemmen (de heer Singelsma 1 stem). De heren J. de Beer en P. van der Veen vormden met de voorzitter het stembureau. De Voorzitter sluit, om 23.35 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 15