2
12. Aanleggen riolering in het Zaailand tussen Prins Hendrikstraat en Zuiderstraat (bijlage no. 121).
12a. Stadsverwarming (bijlage no. 123).
13. Invoering Winkelsluitingswet 1978 (bijlage no. 117).
14. Verlenen van medewerking aan enkele besturen van bijzondere scholen voor gewoon lager onder
wijs voor het treffen van voorzieningen c.q. het aanschaffen van materialen (bijlage no. 103).
15. Beschikbaar Jstel len van een voorbereidingskrediet voor het ontwerpen van een plan voor de bouw
van zes gymnastieklokalen ten behoeve van het openbaar gewoon lager onderwijs (bijlage no. 106).
16. Verordening voor het Gemeentelijk Studiefonds (bijlage no. 105).
17. Automatisering erfpachtsadministratie en precarioheffingen (bijlage no. 116).
18. Renovatie gemeentelijk overdekt zwembad Jacob Catsplein (bijlage no. 114).
19. Schade oeververdedigingen Groene Stergebied (bijlage no. 120).
20. Wijzigen verordening op de heffing en invordering van leges (bijlage no. 118).
21. Wijzigen Regeling autovergoeding burgemeesters in Friesland binnen de gemeente 1972 (bijlage
no. 107).
22. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Woningbedrijf, de Dienst
Stadsontwikkeling, de Dienst voor Sporten Recreatie en het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf
voor het dienstjaar 1978 (bijlage no. 115).
23. Onderzoek geloofsbrief van het nieuw benoemde lid van de gemeenteraad, de heer P.J. Sijbesma.
24. Benoemen van een lid van de Raad voor Jeugdaangelegenheden (bijlage no. 122).
24a. Commissies en Raden (bijlage no. 124).
De Voorzitter: Dames en heren, ik heet u allen bijzonder hartelijk welkom op deze vergadering.
Ik stel voor meteen met onze werkzaamheden te beginnen.
Punt 1.
De Voorzitter: Dit punt betreft het beëdigen van het nieuw benoemde lid van de gemeenteraad,
de heer F. van der Wal.
De Voorzitter doet hierna lecture van de brief van ged. staten waarin wordt meegedeeld dat de
brief, houdende de mededeling van b. en w. van Leeuwarden van toelating als raadslid van de heer
F. van der Wal, voor kennisgeving is aangenomen.
De heer F. van der Wal legt vervolgens in handen van de voorzitter de voorgeschreven beloften
en verklaring af.
De Voorzitter: Van harte gefeliciteerd met deze al derde benoeming tot raadslid. Wat dat betreft
zijn er niet zovelen als u die dat overkomt. Ik hoef dan ook niet te zeggen dat ik hoop dat u zich hier
thuis zult voelen want u hebt al enige ervaring opgedaan. Niettemin heet ik u hartelijk welkom. (De
heer F. van der Wal: Geen elftal kan zonder een reservespeler.) Men ontdekt steeds weer dat een goede
wisselspeler erg belangrijk is. De heer Feikens zal u naar uw plaats brengen.
Punt 2.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
3
Punt 3.
De Voorzitter: Zijn er nog berichten van verhindering, mijnheer de secretaris?
De heer Reumer (secr.): Er zijn geen berichten van verhindering binnengekomen.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A en B.
De berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub C.
Het verzoek wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub D.
De beschikkingen worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub E.
Mevrouw Visser—van den Bos: Ik zou graag enige nadere informatie willen hebben. Op grond van
welk artikel in het Burgerlijk Wetboek of in de Algemene Politieverordening hebben wij het recht om
na zo'n termijn de fietsen en de bromfietsen die gevonden worden te verkopen? Dat is één ding.
Het tweede is of het niet een aardig initiatief van de politie zou zijn om aan alle slachtoffers die
aangifte hebben gedaan van het verlies of van het stelen van hun fiets voordat tot verkoop van fiet
sen en bromfietsen wordt overgegaan via een gedrukt kaartje mededeling te doen dat zij alsnog kunnen
komen kijken of hun fiets er bij is. Ik heb gelezen dat die verkoop in bepaalde bladen bekend wordt
gemaakt, maar het is nu eenmaal zeer menselijk dat je net op die dag de krant niet leest. Het is dan
natuurlijk bijzonder sneu, wanneer je een of twee fietsen als vermist hebt aangegeven, als je nader
hand hoort dat bepaalde gevonden fietsen tegen zeer billijke prijzen aan de man worden gebracht.
De Voorzitter: Ik kan u n.a.v. uw eerste vraag niet een exact crtikel noemen waarin datgene
staat wat u vraagt. Wel zijn wij, zoals in de schriftelijke beantwoording staat aangegeven, van me
ning dat je, na de bekendmaking op de aangegeven wijze, daarmee eigenaar bent geworden. Ik kan
het dus ook niet concreter stellen.
Wat het tweede punt betreft, de politie maakt bekend wanneer er een verkoop van fietsen plaats
vindt. Ik dacht dat een ieder die zijn fiets is kwijtgeraakt en langs die weg een nieuwe fiets zou wil
len hebben - ik heb enige twijfel of(Mevrouw Visser—van den Bos: Dat bedoel ik niet, dat heb
ik ook niet gezegd. Ik zou willen dat de mensen, voordat de fietsen verkocht worden, een kaartje
zouden krijgen waarop b.v. staat: Wij gaan binnenkort tot verkoop van de gevonden fietsen over. Wilt
u zelf nog even komen kijken of u soms uw fiets herkent?) Ik wil dit nog wel eens met de politie op
nemen, want het gebeurt wel. Dat is ook afgesproken, want het is bij de politie bekend wie zijn fiets
kwijt is. Men kan wel zeggen dat het jammer is dat men vaak niet uit eigen beweging naar het politie
bureau gaat, want men weet wel dat de fietsen dan op het politiebureau staan. Niettegenstaande dat
wordt aan betrokkenen nog meegedeeld dat dan en dan bekend zal worden gemaakt dat de fietsen wor
den verkocht. Het gebeurt ook wel eens een enkele keer dat er dan nog iemand komt. Wat u zegt ge
beurt. Ik wil dit echter nog wel een keer met de politie opnemen. Misschien kunt u mij een concreet
voorbeeld doorgeven, het is n.l. het gemakkelijkst om dat concrete voorbeeld met de politie te be
spreken, b.v. dat in een geval wel aangifte is gedaan en dat een betrokkene geen bericht heeft ge
had. (Mevrouw Willemsma-de Jong: Mijn ervaringen zijn ook anders. Ik heb ook geen bericht gehad.)
(De heer P.D. van der Wal: Ik heb wel bericht gehad.) Dat zou kunnen betekenen dat de politie dis
crimineert, maar die doet dat dan in ieder geval niet bewust. (Gelach) Althans niet met mijn instem
ming. Ik zeg mevrouw Visser en mevrouw Willemsma toe dat ik dit zal bespreken, want dit is wel de
bedoeling.
Mevrouw Visser—van den Bos: Ik heb nog een vraag over het eerste deel van uw mededeling. Ik heb
de moeite genomen om te trachten het betreffende artikel in het Burgerlijk Wetboek te vinden, omdat