zitter: Misschien straks.) U bepaalt natuurlijk de orde van de vergadering, maar in hoeverre dat gaat met het al of niet ter discussie stellen van onderwerpen die met het bestemmingsplan te maken hebben weet ik niet. In de pauze wil ik graag het betreffende artikel van het Reglement van orde zien. (De Voorzitter: Dat is nuttig werk voor de pauze.) De wethouder zegt dat niemand aan de Woningstichting St. Joseph vraagt om de panden af te breken. Dat hoeft ook niet, St. Joseph heeft namelijk zelf aangeboden om de flats af te breken door te vragen of de gemeente het niet even zo in de plannen kan versieren dat zij de woningen gemak kelijk kunnen afbreken. Zo liggen de zaken, de wethouder draait de zaken om. Dan zegt de wethou der ook nog - het is zelfs de heer Geerts opgevallen - dat de slinger niet tot consequentie heeft dat de woningen moeten worden afgebroken. Ik zal niet de betreffende zinsnede die onder het kopje "consequenties" op pag. 2 van de raadsbrief staat herhalen. Verderop staat: "Dit flatgebouw is even als de beide zoëven bedoelde flatgebouwen in eigendom en in beheer bij de Woningstichting St. Joseph. Deze gebouwen zijn toe aan een renovatie, hetgeen aanzienlijke investeringen zal vergen. Wij gaan er van uit dat de flatgebouwen ten zuiden van de Linnaeusstraat dienen te worden geamo- veerd. Wie vraagt wie nou? Dit is een spelletje dat mij eigenlijk weinig interesseert. Het beleid van de gemeente zoals het verwoord is in deze raadsbrief is: Weg met die dingen, kantorenbouw moeten wij hebben, want die hebben wij zo nodig en voor de rest kunnen wij de omgeving zo mooi aanpassen aan het plan Metamorphose. Terwijl een uitgangspunt bij dit plan was om Metamorphose aan te passen aan de omgeving! Kortom, er klopt helemaal niets van de redeneringen die van achter de tafel vandaan komen. Ook de redenering m.b.t. bajonetaansluitingen en normale kruisingen klopt niet. De tijdelijke verbinding van Camminghaburen en de permanente verbinding van de sporthal en het zwembad zijn externe verbindingen. De wijk Heechterp heeft er helemaal geen moeite mee om bij het zwembad te komen, maar de rest van de wijken wel. Het autoverkeer, mijnheer Geerts, moet je tot een keuze dwingen op de rondweg en daarvoor is een bajonetaansluiting nodig. Dan heb je de Egelantierstraat en de Marathonstraat om de bajonetaansluiting te maken. Voor de wijk-wijk-verbinding heb je een rechtstreekse kruising nodig. Dan heb je de Plataanstraat die net zo breed is als de Egelantierstraat. (De heer Ten Brug (weth.)Het betekent wel één school minder.) Het is één school minder, maar die andere scholen(De heer Ten Brug (weth.): De bezwaarschriften over de Plataanstraat zijn al binnen.) Kortom, van de verkeerskundige argumenten blijft geen spaan heel. Er worden denkfouten gemaakt van heb-ik-jou-daar. (De heer Bijkersma: Door wie?) Door het college, dat blijkt ook wel want de wethouder spreekt zichzelf tegen door te zeggen dat niemand de woningstichting vraagt om de flats af te breken. Wat zeggen b. en w. in de raadsbrief? "Wij gaan er van uit dat de flatgebou wen ten zuiden van de Linnaeusstraat dienen te worden geamoveerd.Ik wil graag dat de wethouder eens uitlegt hoe dit nu weer geïnterpreteerd moet worden. Of lees ik het soms verkeerd, mijnheer Ten Brug? (De heer Ten Brug (weth.)Nouhet wordt niet minder.) (Gelach) Wat de motie van de V.V.D. betreft geef ik toe dat ik die verkeerd begrepen heb. Als de midden standers in moeilijkheden kwamen moest er een plan gemaakt worden, zo begreep ik. Ik hoop dat de motie straks nog even wordt voorgelezen. Als het inderdaad zo is dat er overleg gecreëerd moet worden wie zijn wij dan om er tegen te zijn? Er wordt ook gezegd dat deze woningen niet voor lange tijd kunnen worden gerenoveerd, want dat kost ontzettend veel. De heer Miedema die erg goed thuis is in de kontreien van woningbouwver enigingen zegt dat de huur die nu gemiddeld 150,-- bedraagt na renovatie 220,zal bedragen. In deze tijd is dat evenwel een zeer redelijke huur, zelfs voor een- en tweepersoonshuishoudingen. De heer Miedema houdt in tweede instantie een verhaal over sociale woningbouw en hoe die past in een gemeentelijk huisvestingsbeleid m.n. wat de een- en tweepersoonshuishoudingen betreft. Ik onder schrijf deze opmerkingen - het werd bijna een hartekreet - van de heer Miedema volledig en ik ver wacht dan ook in tweede instantie een antwoord op de vraag hoe het college en m.n. de wethouder van volkshuisvesting over deze problematiek denken; als zij er al aan denken. Bij de P.v.d.A.-frac tie wordt er kennelijk niet aan gedacht. Het kan deze fractie waarschijnlijk niets schelen dat kleine woningen verdwijnen. Deze komende twee maanden zullen wij hen hier nog wel eens op aanspreken. (De heer Ten Brug (weth.): Wij blijven er "pal" voor staan.) De Axies-fractie staat inderdaad pal voor de huisvesting van een- en tweepersoonshuishoudingen. (De heer Ten Brug (weth.): Juist, je kon nooit een betere motivering geven dan deze.) (Gelach) De Voorzitter: Verlangt nog iemand het woord in tweede instantie? Nee? Dan gaan wij eerst koffiedrinken. 15 De hear Miedema: Is it mooglik dat it kolleezje foar de kofjepauze antwurd jowt sadat wy yn de pauze in fraksjebiried hawwe kinne oer it stanpunt dat wy ynnimme siIIe? Ik wol ek wol dat it ant wurd nei de pauze jown wurdt en dan skorse. De Foarsitter: Jo stelle it op priis as de wethalder noch foar de kofje in réaksje ut namme fan it kolleezje jowt sadat jimme prate kinne? Nou, dan wachtsje wy noch efkes mei de kofje. De heer Rijpma (weth.): Een aantal opmerkingen over een paar onderwerpen. Nogmaals, u hebt voor u een ontwerp van een bestemmingsplan. Vanuit dat bestemmingsplan zijn bepaalde functies gemotiveerd. Wanneer er staat dat wij menen dat deze woningen uit een oogpunt van volkshuisves ting moeilijk kunnen worden gehandhaafd, dan betekent dat dat het, stedebouwkundig gezien, niet verantwoord is om ook voor de toekomst op die plek opnieuw een woonbestemming vast te leggen. (De heer P.D. van der Wal: Er staat: vanuit een oogpunt van volkshuisvesting.) Vanuit een oogpunt van volkshuisvesting is het stedebouwkundig niet verantwoord om er opnieuw de functie wonen op te leggen. (De heer P.D. van der Wal: Als de slinger wordt aangelegd.) De Voorzitter: Ik moet er nu toch even tussen komen. Wij gaan nu met elkaar te ver. U gaat in de pauze toch het Reglement van orde lezen en dan zult u ook kunnen constateren dat u niet eens mag interrumperen. (De heer P.D. van der Wal: Nou, dan vind ikHoudt uw mond nu eens even dicht! Volgens het Reglement van orde mag u niet interrumperen. Ik vind het verder helemaal geen punt, het maakt de discussie veel levendiger. Ik sta er altijd soepel tegenover, ik vind het zelf ook erg interessant. Wij moeten er met elkaar echter wel om denken dat de discussies een beetje vlot kunnen doorlopen door niet over en weer op elke opmerking te interrumperen, want dan zitten wij hier tot ver na twaalven nog. De heer Rijpma (weth.): Ik zou mij kunnen voorstellen dat er, wanneer je de geldigheidsduur van een bestemmingsplan en de wijzigingen die aangebracht moeten worden op een termijn van 10 jaar stelt, heel wel beslissingen door anderen genomen zouden kunnen worden. Ik zou mij ook kun nen voorstellen dat men renovatie als een oplossing voor 25 jaar niet de juiste oplossing vindt en dat men overgaat op een instandhoudingsregeling voor een beperkte tijd gezien de woningkrapte in bepaalde sectoren waarover de heer Miedema gesproken heeft. Nogmaals, zoals het bestemmings plan hier voor u ligt betekent het een stedebouwkundige mogelijkheid maken voor de toekomst en mag u er niet uit afleiden - dat mag nooit bij bestemmingsplannen - dat het een verplichting van het ge meentebestuur is om die bestemming ook op korte termijn te realiseren en mag u er nog minder uit afleiden dat de gemeenteraad zelf die bestemming zou moeten realiseren. (De hear Miedema: Yn twadde ynstansje haw ik dudlik sein dat it hjir net om in forplichting giet. As wij dizze kaert oanfurdzje, dan skeppe wy de mooglikheit; dat is it punt.) Wij scheppen bij bestemmingsplannen altijd mogelijkheden, mijnheer Miedema. Een bestemmingsplan is niet een plan om iets onmogelijk te maken, maar een be stemmingsplan moet inspelen op ontwikkelingen zoals die zich in de toekomst aan ons voordoen. Het is de verantwoordelijkheid van betrokkenen om op dat bestemmingsgebeuren zodanig in te spe len dat zij hun verantwoordelijkheid waar kunnen maken. (De hear Miedema: In goed bistimmingsplan skept kansen foar goede mooglikheden en dy sitte hjir net.) (De heer P.D. van der Wal: Ik wil alleen opmerken dat het bij een bestemmingsplan toch ook de bedoeling is dat het gemeentebestuur dat het plan vaststelt beleid voert m.b.t. de inwoners van de gemeente.) Het betekent niet dat het gemeentebestuur alles moet doen. Beleid voeren betekent dat het gemeentebestuur vanuit een visie op de toekomst soms aan anderen de gelegenheid geeft om op bepaalde ontwikkelingen in te spelen. Welnu, hier is een ontwikkeling aan de gang waaraan een hele woonbuurt verloren is gegaan en waarbij een andere woonbuurt te voorschijn komt. Het tot stand komen van een andere woonbuurt met andere mogelijkheden heeft ook consequenties voor de omgeving. De heer Miedema stelt echter heel duidelijk dat het ook mogelijkheden zijn die op korte termijn gerealiseerd zullen worden. Op basis van dit bestemmingsplan kan niemand iets beginnen zonder een artikel 20-procedure. De raad maakt het op basis hiervan mogelijk dat het plan Metamorphose gerealiseerd wordt. Dat het realiseren van het plan Metamorphose consequenties heeft voor de toekomst staat in de raadsbrief. Het zou oneer lijk zijn geweest om dat niet in de raadsbrief te vermelden. Het zou oneerlijk geweest zijn om in de raadsbrief niet te vermelden welke gesprekken er plaats gevonden hebben op basis van het tot stand komen van het plan Metamorphose. Dit staat in de raadsbrief en niemand is verplicht om op een termijn van 1 2 of 3 jaar te realiseren wat de heer Miedema zegt dat er op basis van dit plan gerealiseerd zou moeten worden. (Mevrouw Visser—van den Bos: Dat zou kunnen.) Kunnen is niet: moeten. (De heer P.D. van der Wal: Dat bestreed niemand.) (De Voorzitter: Dan zijn wij het daarover eens.)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 8