20 Punt 13 (bijlage no. 132). De heer P.D. van der Wal: Ik vind het natuurlijk best dat er een oeververdediging wordt gemaakt, maar ik wil met betrekking tot dit voorstel toch een opmerking maken. In een klein inzetje op de hoofdkaart staat "het verwijderen van bomen en struiken voor zover noodzakelijk." Ik had er van middag nog even langs willen fietsen, maar dat is niet gelukt. Toen de villa die daar stond werd af gebroken zijn de bomen die er bij stonden gespaard en voor zover ik mij kan herinneren ziet het er daar aardig uit. We zijn de laatste tijd in Leeuwarden heel wat bomen kwijtgeraakt, maar juist die staan er nog. Wil de wethouder er op toezien dat het kappen van bomen en struiken ter plaatse tot het absolute minimum wordt beperkt? Groen is hier kostbaar. De heer Rijpma (weth.): Als de wethouder daar al niet voldoende aan zou denken, zou het hoofd van de Plantsoenendienst hem er wel op attenderen, want die is nog feller dan de heer Van der Wal op het sparen van zo veel mogelijk groen. Ik heb dus goede hoop. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 14 (bijlage no. 140) De heer Janssen: In de Commissie Openbare Werken heb ik gevraagd of het plan voor de weg nog eens in de commissie kan terugkomen. Ik heb begrepen dat de weg in een later stadium aan de orde komt en het is mogelijk dat er nog een profielwijziging zal plaats vinden. Ik wil daarom niet gebonden zijn aan het besluit onder II, waarin ons wordt voorgesteld volgens de genoemde tekenin gen te beslissen. Het is best mogelijk dat wij aan de ene kant van de weg nog een voetpad wensen en aan de andere kant een fietspad en daarom wil ik niet gebonden zijn aan het gestelde onder II. De hear Singelsma: Der is hjir sprake fan in trochfarhichte fan 2.65 m boppe Frysk Simmer Peil. Der is in advys fan de A.N.W.B. oan de provinsje dat alle brêgen - provinsiale brêgen mar ek oare brêgen - op dat peil brocht wurde moatte. Ik nim oan dat hjir rekken halden is mei dizze hichte fan de brêge, dus dat dy oerienkomt mei it advys fan de A.N.W.B. en de provinsiale ófspraken. De heer Rijpma (weth.): Dan moet dat punt wel in de eerstvolgende vergadering van de Commis sie Openbare Werken worden besproken, want uiteindelijk moet er een bestek worden gemaakt en als het bestek klaar is wordt het moeilijk nog iets te wijzigen. Ik heb niet alle voorschriften in mijn hoofd, maar ik meen dat de hoogte overeenkomt met wat de heer Singelsma heeft gesteld. (De hear Singelsma: Ik bigryp best dat jo al dy dingen net yn'e holle hawwe, mar jo ynformearje der noch wol efkes nei nim ik oan.) De Voorzitter: Dat lijkt mij wel zinvol, want anders botsen wij met wat overal gebeurt. De wet houder zal bedoelen dat dat natuurlijk nog wordt geverifieerd. Is de heer Janssen tevreden met wat de wethouder heeft gezegd? De heer Janssen: Dit punt kan morgen al wel in de Commissie Openbare Werken aan de orde komen. De Voorzitter: Wat de heer Singelsma vroeg zal nog even worden nagegaan. Het punt dat de heer Janssen naar voren heeft gebracht komt nog aan de orde in de Commissie Openbare Werken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe zegging van de voorzitter. Punt 15 (bijlage no. 143). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 16 (bijlage no. 133). De heer Heere: De lozingsverordening die thans voorligt doet bij mij de vraag rijzen welke repressieve mogelijkheden er zijn als de nu voorgestelde preventieve falen. Met andere woorden: 21 als er bijvoorbeeld door een bedrijfsstoring gevaarlijke of voor het milieu schadelijke stoffen via de rioleringen in het oppervlaktewater terecht komen, wat kan dan worden gedaan om de schade zo be perkt mogelijk te houden? De hear Singelsma: Ik haw net yn de "begripsbepalingen" leze kinnen hwa't de loazer is. Ik nim oan dat dat elkenien is dy't suveringsbilesting bitellet. Hwat my lykwols al opfalt is eat yn artikel 2. Men forbiedt wol dit en dat, mar der wurdt net sein hwer't men mei de stoffen hinne moot. Dat is fansels wol in hiel probleem, mar ik mis it yn artikel 2. Ik mis yn artikel 2, lid 1ek eat hwat it loazen fan stoffen oanbilanget. Ik tocht dat der by stean moast: direkt of yndirekt. Forskillende minsken hawwe in riolearring dy't wer oanslut op in oar syn riolearring en it kin best wêze dat ien de boete krijt wylst hy der neat oan dwaen kin om't in oar fia syn rioleorringssysteem offiert. It is wol in hiel yngewikkelde situaesje, mar it komt foar. De heer Rijpma (weth.): Wat betreft de laatste vraag moet ik zeggen dat mijn kennis van het rioleringssysteem van de stad ook niet zodanig is dat ik meteen precies kan zeggen hoe het is. Ik zal in ieder geval laten nagaan of het toevoegen van "directelijk of indirectelijk" zinvol is. Ik neem aan dat de voorzitter mij met instemming van de raad wil machtigen die woorden in te voegen zo dat inderdaad het geval is. De heer Singelsma heeft ook gevraagd waar men met de schadelijke stoffen heen moet. In de hinderwetvergunning kunnen natuurlijk allerlei voorschriften worden gegeven ten aanzien van de opslag en de verwijdering van stoffen die voor het milieu schadelijk zijn. In deze verordening wordt alleen geregeld dat zij niet in het riool terecht mogen komen. De heer Heere heeft gevraagd wat wij zullen doen als er iets gebeurt. Ik kan op die vraag geen volledig antwoord geven, maar ik heb geprobeerd met behulp van anderen toch een zinvol antwoord voor te bereiden. Het rioleringssysteem van Leeuwarden is verdeeld in compartimenten en daar zit ten bepaalde hellingen in. Op sommige plaatsen ligt de riolering zo diep dat er moet worden opge pompt om de inhoud in een volgend segment, dat onder een helling ligt, te brengen. Als de vervui ling van een eerste segment op tijd wordt geconstateerd kan men proberen het eerste segment leeg te pompen. De Dienst Stadsontwikkeling beschikt over materiaal, maar als men mij vraagt of dit on der alle omstandigheden voldoende is moet ik het antwoord schuldig blijven. Met eigen materiaal en materiaal van de Reinigingsdienst, die over tanken en dergelijke beschikt, is het mogelijk om, wanneer de stroming niet te snel is, beperkte hoeveelheden uit een compartiment van het riool te verwijderen. Bij een groot ongeluk en aanzienlijke hoeveelheden water kun je de pomp wel stop zetten, maar dan treden de lozingsschotten in het systeem in werking, die ook werken bij over matige regenval. In dat geval komen de schadelijke stoffen direct als overstort in de grachten en kanalen terecht. Wat er dan moet gebeuren weet ik niet. Hopelijk is in dat geval de verdunning van de stoffen zo sterk dat de schade binnen zodanige perken blijft dat we niet van een ramp be hoeven te spreken. Meer durf ik er op dit moment niet van te zeggen. De hear Singelsma: Ik wit noch net hwer't ik mei de rommel hinne moat. Wy hawwe op skoalle mei it probleem sitten dat wy in protte troep offiere moasten. Wy hawwe alles of skille om it kwyt to reitsjen, mar net ien koe us it paed wize. Wy sieten mei dat probleem. De Jouwer is der wol, der is in aparte opslach (De Foarsitter: Jo moatte hjir noch mar ris efkes mei de wethalder oer prate, hwant der hoecht yn elts gefal net yn de foroardering to stean hwer't jimme der mei hinne moatte.) It moat wol yn artikel 2 stean. Dêryn wurdt forbean stoffen op de riolearring to loazen, mar dan moat men ek sizze hwer't men der dan mei hinne moat. (De Foarsitter: Dêrom sei ik ek dat jo, los fan dizze foroardering, noch ris efkes mei de wethalder prate kinne oer hwer't de stoffen dan hinne moatte. Yntusken witte wy miskien ek wol it antwurd. Yn elts gefal hoecht hwer't hwat hin ne moat nea yn in foroardering to stean. Juridysk is dat gjin probleem. As jo noch ris efkes kontakt hjiroer opnimme mei de wethalder, dan hoege wy der nou net fierder oer to praten.) (De hear Ten Brug (weth.): It loazen wurdt hjir regele, net it fuortbringen.) (De heer Rijpma (weth.): In ieder ge val is er in Rotterdam een installatie die onderbezet is.) De Voorzitter: Gelooft de heer Heere het wel of gelooft hij het ook niet? De heer Heere: Ik geloof natuurlijk alles wat de wethouder zegt, maar ik kan niet zeggen dat ik erg tevreden ben met zijn antwoord. Ik zag laatst in de krant een mooi plaatje en daarop stond een tekst die onze openbare gebouwen-bek ladder had vervaardigd en wel: "Rampen komen" en daar stond onder: "Ach, ken't skele, ju! Zo ver wil ik niet gaan; ik wil graag weten wat wij kunnen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 11