14
De heer Miedema heeft zich in de eerste plaats akkoord verklaard met het voorstel dat uitslui
tend wonen aan de oostkant inhoudt. Ik ben het volledig met hem eens dat er geen viaduct moet ko
men. Het voorstel van b. en w. gaat uit van een verkeerslichteninstallatie en ik heb al uiteengezet
dat er ook voordelen zitten aan een tunnel. De raad moet zich daarover maar uitspreken; hij kan
dit doen via de motie van de heer Geerts.
Wat betreft de hoogte van 15 m, die door de projectgroep is aangegeven, kan ik mij voorstel
len dat die op een bepaalde plek aanvaardbaar is, maar ik geef toe dat in het algemeen 12 m het
maximum moet zijn. Ik kan mij voorstellen dat op sommige plekken de hoogte nog geringer moet
zijn, bijvoorbeeld 8 m. Als een hoogte van 8 m op sommige plekken wordt gecompenseerd met een
hoogte van 1 5 m op andere plaatsen hoeft dat mijns inziens niet zo storend te zijn als de heer Mie
dema het doet voorkomen. Gezien de vloerindex zal echter een hoogte van 12 m in het algemeen
voldoende zijn om tot een aanvaardbaar plan te komen.
Ik meen dat mevrouw Van Dijk zich ongeveer kan vinden in het voorstel van b. en w. Mijns
inziens heb ik de voorkeur voor verkeerslichten voldoende toegelicht.
De heer Van der Wal heeft opgemerkt dat het uitgangspunt was dat het plan haalbaar moest
zijn. In de opzet van de projectgroep en in die van Nieuw-Bornia is uitgegaan van ongeveer
20.000 m2 vloeroppervlak, waarbij de invulling van het hele gebied mogelijk was zonder dat de
raad er uit andere fondsen een cent bij hoefde te doen. Het collegevoorstel houdt in dat wij, nu
wij iets meer middelen hebben, tussen een half miljoen en één miljoen gulden meer besteden aan
Huizum-Bornia, ter wille van het goed functioneren van de wijk. Dit facet is er in laatste instantie
in het overleg dat in b. en w. is gevoerd, nadat de projectgroep heeft gerapporteerd, bijgekomen.
De heer Singelsma heeft gezegd dat er in het plan Nieuw-Bornia een groot aantal elemen
ten zit dat hem aanspreekt. Ik heb al gezegd dat dit niet in strijd is met de mening van het college.
Ook wanneer de overkapping wegvalt is er een aantrekkelijk woongebied te maken met behulp van
een scheiding van het autoverkeer, woonstraten, pleintjes, speelvoorzieningen en eventueel een
buurthuis. Wij moeten daar bij de planologische opzet zeker een buurthuis projecteren, maar aan
de andere kant zijn er natuurlijk wijken te over waar die voorziening al lang aanwezig had moeten
zijn. Bij de wijze waarop in Nederland wordt gewerkt komen speelvoorzieningen en dit soort voor
zieningen niet ten laste van het plan; via de subsidiëringsregelingen is dat onmogelijk. In feite is
hefechter fout dat wij pas als de wijk is gerealiseerd gaan filosoferen over het plaatsen van houten
keten en het gebruiken van een tegelstoepje. Ik hoop dan ook dat wij als raad ten aanzien van een
grote woonwijk die wij in de toekomst hopen te realiseren van dat miezerige na-invullen worden
verlost. Wat mij betreft mag in Huizum-Bornia de victorie wat dat betreft beginnen.
Ik ben er mij heel goed van bewust dat ik een aantal vragen niet heb beantwoord, maar ik ge
loof dat ik de essentie wel heb geraakt. Zo dat niet het geval is, verneem ik dat graag in tweede
instantie.
De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de eerste pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.35 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Er zijn vier moties ingediend, maar in onderling overleg zijn er veranderingen
in aangebracht. Ik zal proberen die duidelijk te maken. Bij de tweede instantie kunnen dan de vier
voorliggende moties worden betrokken. Ik zal de moties noemen in de volgorde waarin ik mij voor
stel ze ook in stemming te brengen; eerst noem ik dus de meest vergaande. Dat is de motie van de
heren Van der Wal en Singelsma en die luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 24 april 1978, behandelende
de toekomstige ontwikkeling van het gebied Huizum-Bornia, gelezen het voorstel van b. en w.
(bijlage no. 135), gelezen de voorstellen van de wijkbewonersorganisatie onder de titel "Nieuw-
Bornia" en de rapporten van de betreffende ambtelijke projectgroep, besluit: op basis van het door
de wijkbewonersorganisatie ingediende stedebouwkundig plan "Nieuw-Bornia" een stedebouwkundig
uitvoeringsplan te doen ontwerpen, inklusief een ongelijkvloerse kruising voor langzaam verkeer
over de toekomstige Oostergoweg ter hoogte van de huidige Eysingastraat."
In de tweede plaats wil ik de motie voorlezen die is ingediend door de heer Geerts en die mede
ondertekend is door de heren Buising, Singelsma en Van der Wal.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 24 april 1978, behandelende
de toekomstige ontwikkeling van het gebied Huizum-Bornia, gelezen het voorstel van b. en w. (bij
lage no. 135), gelezen de voorstellen van de wijkbewonersorganisatie onder de titel "Nieuw-Bornia"
en de rapporten van de betreffende ambtelijke projectgroep, besluit:
15
I. voor het gebied Huizum-Bornia zoals dat op de structuurschets d.d. maart 1978 (arch. no. 31A-20)
is aangegeven, een bestemmingsplan te doen ontwerpen en daarvoor als basis deze schets te aanvaar
den met dien verstande dat wordt uitgegaan van gemengde bebouwing ter weerszijden van de Ooster
goweg op basis van dichtheden, aangegeven op het formulier van de D.S.O. d.d. 20-4-1978 onder
B, en spreekt voorts als zijn mening uit dat de zes eigen woningen aan de Doniastraat dienen te
blijven bestaan."
Voor de goede orde wil ik even aangeven waar het in deze motie om gaat:
woningen: ten westen van de weg 35 etagewoningen en ten oosten van de weg 45 etagewoningen;
kantoren/bedrijven: ten westen van de weg 9.000 m2 vloeroppervlakte en ten oosten van de weg
3.000 m2;
parkeren: ten westen van de weg 150 parkeerplaatsen ten behoeve van de gemengde bebouwing en
44 parkeerplaatsen ten behoeve van de woningen, dus in totaal 194 parkeerplaatsen, en ten oosten
van de weg 50 parkeerplaatsen voor de gemengde bebouwing en 56 voor de woningen, derhalve in
totaal 106 parkeerplaatsen.
De derde motie is ingediend door de heren Geerts en Buising; die luidt als volgt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 24 april 1978, besluit: in afwij
king van het gestelde onder I bij het ontwerpen van het bestemmingsplan voor het gebied Huizum-
Bornia uit te gaan van: een fiets-voetgangerstunnel onder de Oostergoweg in de Huizumerlaan
De vierde motie, ingediend door de heren Miedema en De Jong, heeft de volgende inhoud:
"De ried fan de gemeente Ljouwert, byien op 24 april 1978, behanneljend bylage 135, de ta-
komst fan Huzum-Bornia, bisIut dat de bibouwing tusken Eastergowei en Forlingde Skrans net heger
wurde mei as 12 meter."
De heer Geerts: De eerste motie die u hebt voorgelezen betreft de aanleg van een brug. Wij zijn
echter voor de aanleg van een tunnel - ik zal onze argumentatie daarvoor dadelijk nog in het kort
herhalen - en dat is natuurlijk niet in overeenstemming met de aanleg van een brug, zodat wij niet
voor die motie zullen stemmen.
De tweede motie, die mede door ons is ingediend, zullen wij uiteraard wel steunen. U hebt
echter zojuist het woord "etagewoning" genoemd, dat overigens niet in de motie staat. Wij willen
dat woord laten vervallen, wat inhoudt dat er zowel etagewoningen als andere woningen kunnen
worden gebouwd; die mogelijkheid willen we graag openlaten.
Van de tunnel heb ik zonet al gezegd dat die zowel in het belang van de wijk als in het belang
van derden is; het gaat dan om een goede bereikbaarheid van het winkelgebied in de Schrans.
Overigens heeft wethouder Rijpma de P.v.d.A.-motie uitstekend verdedigd, zodat ik dat nauwe
lijks meer behoef te doen.
De motie van de heren Miedema en De Jong betreffende een hoogte van 12 m komt ons sympa
thiek voor. Voor zover wij het kunnen overzien heeft die geen invloed op de andere moties en ik
meen dat een beperking van de hoogte tot 12 m inderdaad een goede zaak is. Als mijn veronderstel
ling dat zij niet van invloed is op de overige beslissingen juist is zullen wij voor deze motie stemmen.
De hear Miedema: Jo hawwe de moasjes foarlëzen en dy binne dudlik, tocht ik. De earste moasje
dy't oer it fiadukt giet is foar (js net to oanfurdzjen. Hwat de twadde moasje oanbilanget om in fyts-
tunnel oan to lizzen - dy fytstunnel sit der yn forweven - woe ik dit sizze; Wy hawwe gjin biswie-
ren tsjin de fytstunnel as sadanich. (De heer Ten Brug (weth.): Dat is de derde motie.) Nou, dan
nim ik dy earst. It bestimmingsplan moat noch makke wurde. Foardat dat plan klear komt hawwe
wy de bislissing oer it Forkearsstruktuerplan nommen. Us fraksje hat der dochs biswier tsjin om nou
in bislissing to nimmen sunder it totael oersjen to kinnen. Wy soenen der tige foar pleitsje wolle
om it Forkearsstruktuerplan en de fytsroutes yn harren gehiel to bisjen en dan in bislissing to nimmen.
Fait op 29 maeije de bislissing dat dizze fytsroute en dizze tunnel passé yn de totale opset, dan
hawwe wy der gjin inkele swierrichheit mei dat dy dan ynpast wurde yn it bistimmingsplan dat mak
ke wurdt. Us fraksje fynt it in great biswier om ad hoe dizze bislissing to nimmen en foarut to rinnen
op de bihanneling fan it Forkearsstruktuerplan. Op groun dêrfan sille wy tsjin de moasje stimme.
Dan de mingde bibouwing oan twa kanten fan de dyk. Yn feite hat de wyk it fortsjinne - hja
ventilearje it as in greate winsk - dat men dizze moasje oannimt. Dochs hawwe wy it forskriklik
swier mei dizze moasje. De moasje jowt sterk de yndruk dat men hjir ut is op in sa great mooglik
oantal to réalisearjen wenningen. Dat is ien kant fan de saek. De oare kant is, hwat réalisearret
men. Ik tocht dat dat by in bislissing oer wenningbou bisunder wichtich wie. Ik kin my net foar-
stelle dat dit iengesinswenten wurde dy't gewoan op'e groun steane tusken dy hege kantoaren yn.
It is net réeel om soks oan to nimmen. Yn de notysjes dy't wy sawol fan de tsjinst as fan de projekt-