De Voorzitter: Vervolgens krijgen wij motie no. 8, waarin staat:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 29 mei 1978, draagt het college
van b. en w. op nieuwe plannen te laten ontwikkelen voor een verkeersoplossing bij het Hoeksterend
waarbij uitgegaan wordt van een kleinschaliger opzet."
De motie van de heren Ten Hoeve en Geerts wordt bij handopsteken aangenomen met 19 tegen
1 5 stemmen
De Voorzitter: Dan nu de laatste motie, die luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 29 mei 1978, draagt het college
van b. en w. op om de raad nieuwe voorstellen te doen betreffende de verkeerssituatie in Schil-oost,
waarbij de verkeersluwheid van het gebied uitgangspunt blijft."
Alleen het laatste punt uit deze motie is nieuw, want het eerste punt had het college ook al
voorgesteld te doen.
De motie van de heren Ten Hoeve en Geerts wordt met algemene stemmen aangenomen.
Agendapunt d (onderdeel 11 van bijlage no. 189).
De Voorzitter: Dit punt gaat over de vormgeving van het Stationsplein annex doortrekken Van
SwietenstraatIk stel voor tegelijkertijd in de discussies de brief van de heren Heemskerk c.s. te be
trekken
De heer Ten Hoeve: Tot mijn spijt moet ik u aankondigen dat ik deze keer maar met één motie
kom, het wordt iets gemakkelijker dus.
Wij hebben duidelijk uitgesproken dat wij geen basisweg willen, geen doorgaande route. Nu
wordt in de plannen gezegd dat dit te bereiken is met de Oostergoweg en de vroegere basisweg door
een bajonet-aansluiting te maken bij de Tesselschadestraat, in de rondweg bij de Aldlansdyk en bij
de aansluiting Oostergoweg-verlengde Willem Lodewijkstraat. Wij willen eerst weieens zien wat het
effect van deze bajonetten is, voordat wij zeggen dat er een doorbraak door de Van Swietenstraat
moet plaats vinden. Daarom kunnen wij ook niet meegaan met het voorstel van het college. Wij wil
len eerst deze beslissingen nemen en uitgevoerd zien en niet een onomkeerbare beslissing nemen
waarvan wij misschien later zullen zeggen dat die anders had gekund; eerst de drie punten die ik
net heb genoemd uitvoeren en daarna bekijken of een doorbraak door de Van Swietenstraat nog no
dig is. De motie luidt dan:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 29 mei 1978, wijst een doorbraak
van de Baljeestraat naar de Van Swietenstraat voorshands af."
De heer Visser: Dit onderdeel van de raadsbrief beoogt een gewijzigde verkeersstructuur op het
Stationsplein en onmiddellijke omgeving. De bij het Uitwerkingsplan behorende tekeningen 4.2.a en
4.2.b tonen een ingrijpende wijziging van het bestaande tracé en de bestaande verkeersstromen. Met
de gronden waarop dit voorstel steunt, kan de fractie zich verenigen. De nauwe betrokkenheid van
de Nederlandse Spoorwegen en de Fram bij de toekomstige vormgeving van het plein verhinderen
op dit moment een keuze te doen uit de mogelijkheden volgens eerder genoemde tekeningen. Ook
wij delen dit standpunt en wachten nadere voorstellen van het college af, om daarna op basis van
de resultaten van het overleg onze voorkeur uit te spreken.
De doortrekking van de Van Swietenstraat, in dit onderdeel van de raadsbrief betrokken, doet
een aantal parkeerplaatsen op het terrein van het F.R.S. verloren gaan. Uw gedachte om bij de ver
werving van de terreinen de eventuele nadelige gevolgen voor reclamante in de vaststelling van de
schadevergoeding te betrekken, achten wij terecht. Uw visie, zowel met betrekking tot de doorbraak
naar het Zuiderplein als met betrekking tot de ingebrachte bezwaren door reclamante aangevuld bij
brief van 22 mei, kunnen wij dan ook delen.
Rest dan nog een reactie op de motie van de heer Ten Hoeve. In de raadsbrief somt het college
een drietal redenen op die een rol gespeeld hebben bij de nieuwe vormgeving van het Stationsplein.
Een van die redenen is de wens van de raad om ter plaatse een verkeersluw klimaat te scheppen. Dit
verkeersluw klimaat zal in de eerste plaats worden bevorderd door de afsluiting van de Zuidersingel
en in de tweede plaats in nog sterkere mate door de doorbraak naar het Zuiderplein. Wanneer deze
doorbraak niet plaats vindt, zal er naar mijn mening een totaal andere verkeersstructuur ontworpen
moeten worden op dit plein.
29
De heer De Beer: Een gevolg van de aansluiting van de Oostergoweg op het Zuiderplein is het
maken van een doorbraak in het verlengde van de Van Swietenstraat, waardoor een betere afwikke
ling van het verkeer in het Stationskwartier kan worden verkregen. Het Zuiderplein kan in zijn hui
dige vorm het verkeer niet verwerken en wij zullen dit plein moeten uitbreiden naar het westen. Om
ruimte te krijgen voor de afwikkeling van het verkeer in het Stationskwartier, zou ook met de P.T.T.
overleg gevoerd moeten worden om de P.T.T.-vestiging elders onder te brengen. U mist in dit geval
tevens een verkeersaantrekkend object. Dit geldt eveneens voor de loods van Van Gend Loos. Deze
loods is inmiddels te klein en zou best op het industrieterrein de Hemrik te plaatsen zijn. Een spoor
wegverbinding is daar goed te realiseren. Ook met het verplaatsen van deze loods mist u veel ver
keer dat hier eigenlijk ook niet thuishoort. Met het nemen van verdere beslissingen wachten wij op
voorstellen van het college, als het overleg met de Nederlandse Spoorwegen, de Fram en eventueel
de P.T.T. en Van Gend Loos is afgerond.
De hear Singelsma: Ik haw in bytsje oan itjinge dat al sein is ta to foegjen. Ik bin ek fan bitinken
dat de basiswei der op gjin inkele manier komme moat. Ik wol ek graech de fierdere Ontwikkelingen
ofwachtsje, ear't wy bislute ta it trochluken fan de Van Swietenstrjitte nei it Suderplein. Ik stean
efter de moasje fan de hear Ten Hoeve.
De heer Rijpma (weth.): Erg gelukkig met deze motie ben ik niet. Door deze motie wordt m.i. de
ruimte die juist openbaar vervoer, fietser en voetganger nodig hebben beknot, doordat het totale
autoverkeer op dit plein moet blijven. Een tweede reden waarom ik niet gelukkig met deze motie
ben, is het feit dat het heel erg noodzakelijk is dat er voor dit gebied een bestemmingsplan komt.
Er zijn een aantal overwegingen voor te noemen: het stukje Willemskade is nog een goed stukje be
zit en hoe eerder daarvoor een bestemmingsplan komt, hoe beter het is. Wanneer u zegt de doorbraak
voorshands niet te willen realiseren, lijkt het mij onmogelijk om op dat tracé een duidelijke bestem
ming te leggen. Deze formulering maakt hef volgens mij nauwelijks mogelijk om een bestemmings
plan rechtskracht te doen krijgen, als op basis van zo'n formulering aan dit gebied b.v. een dubbele
bestemming gegeven zou worden. Ik ben bang dat daardoor een bescherming van dit gebied d.m.v.
een aanwijzing tot een bepaalde functie moeilijk via een bestemmingsplan gedaan kan worden, om
dat wij niet een duidelijke uitspraak doen maar afwachten.
De heer Ten Hoeve: Wij erkennen dat het Stationskwartier op het moment verre van verkeersluw
is, maar wij gebruiken de argumenten uit de rapporten die zeggen dat de bajonet-aansluitingen op drie
plaatsen zullen bewerkstelligen dat de basisweg niet gerealiseerd zal worden, dat er geen doorgaand
verkeer zal zijn. Daardoor zal het gebied Stationskwartier verkeersluwer worden en die ontwikkeling
willen wij afwachten om te zien wat wij moeten doen. Daarnaast noemt de wethouder dan het argu
ment van het bestemmingsplan. Het moet natuurlijk mogelijk zijn om de grenzen van een bestemmings
plan zodanig vast te stellen dat dit gedeelte er uit gelaten wordt.
Hetgeen de heer De Beer gezegd heeft over de P.T.T.-vestiging op die plaats bevestigt alleen
nog maar wat ik heb gezegd. Het zou kunnen betekenen dat wij in dat gebied nog meer ruimte krijgen.
De heer Visser: Na de toelichting van de heer Ten Hoeve op zijn motie, is ons standpunt niet
gewijzigd. Onze fractie zal dus tegen die motie stemmen.
De Voorzitter: Dan kunnen wij nu de discussies afsluiten en de motie in stemming brengen.
De motie van de heren Ten Hoeve en Geerts wordt bij handopsteken aangenomen met 18 tegen
16 stemmen.
De Voorzitter: Dan staan wij nu voor de keuze om door te gaan of de vergadering voor vanavond
te beëindigen. Het is onmogelijk om de volgende vier punten vanavond nog af te werken. Daarom
stel ik voor om te doen wat wij vlak voor de tweede pauze hebben afgesproken, n.l. om de discus
sies morgenavond om half acht te vervolgen. Ik wens u allen wel thuis.
De Voorzitter schorst, om 23.45 uur, de vergadering tot 30 mei 1978, 19.30 uur.